Historisch Archief 1877-1940
No. 2589
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer"
door B. van Vlijmen
DIRK SCHAPER
bracht de muziek van Chopin, bij de
Chopinherdenking ten gehoore
MUZIEK IN DE
HOOFDSTAD
DOOR CONSTANT VAN WESSEM
Jfaliaansche Opera: ,,Un hallo in maschera
u RANZ Werfel heeft in zijn prachtigen roman
?*? Verdi" beschreven hoe Verdi in zijn hart Wagner
gehaat heeft en toch voortdurend naar hem toe
getrokken werd, hoe Wagner, dien hij niet kende, zijn
gedachten geen vrijheid liet en deze concurrent"
zijn roem was gekruist zonder dien te dooden, maar ook
zonder tot nieuwe daden op te wekken. Het jonge
Italiëloopt naar Wagner; de Duitsche meester is in
Venetiëen Verdi is verlamd, verlamd in het geloof
aan zijn nationaal werk. Is dit de muziek der toekomst,
zoo beslist Verdi, dan is mijn eigen tijd voorbij. Hij
probeert een paar maten te schrijven, maar in zijn
ouden stijl wil hem niets meer gelukken. Hij kan de
bloeiende melodie vanweleernietmeervinden. ,,Aida"
heeft het laatste wa.t hij vermocht afgesloten. Hij zal
de meester van Rigoletto", Traviata",
Trovatore" blijven tegenover Wagner, die zijn muziek min
acht zooals hij van zijn kant diens muziek haat, doch
er niet aan ontkomen kan haar te hooren, haar te
kennen. In zijn binnenste strijden toenadering en
afkeer hun feilen strijd. Totdat, op een avond, de
Duitsche meester op de Piazza zijn luidruchtig gesprek
onderbroken heeft om te luisteren toen men de Marsch
uit Aida" speelde. Verdi is ontroerd. Nu wil hij
.Wagner gaan opzoeken, par inter pares zich veelend.
Hij komt den volgenden middag aan het Palazzo
Vendramin, waar Wagner woont rde Meester is een
uur geleden gestorven aan hartverlamming.
Men kan het aldus zien:
Het is een noodlot voor Verdi's muziek geweest,
dat Wagner's muziek juist in den bloeitijd van zijn
scheppen opkwam. Het heeft zijn eigen spontaniteit
verlamd. Verdi, die de componist is van het on
problematisch gezang, den overvloed der melodie
zonder bekommerdheid over muziek-dramatische
vorrn-problemen, modulatie, structuur, contrapunt,
DIT
MERK
IS EEN WAARBORG VOOR
ONOVERTROFFEN REPRODUCTIE EN
ONGEËVENAARDE AFWERKING.
N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY.
AMSTERD. VEERKADE 22A OEN HAAO.
enz., werd door Wagner's muziek tot een gevaarlijken
zelfinkeer gebracht, waarin hij werkeloos, machteloos
en ongelukkig werd. Wat den Duitscher gelukte, kon
den Italiaan nooit.gelukken, omdat Noorden en Zuiden
tegenover elkaar staan, muzikaal gesproken, als
contrapuntiek tegenover melodiek. Maar toen Verdi het
jonge Italiëzijn oude muzikale, geloof zag verlaten,
toen hij de besten der jongere componisten rond Wagner
zag samenloopen, kwam ook over hem den twijfel
en hij heeft niet meer mogen beleven, dat het Duitsche
hart gelijk heeft wanneer het zijn eigen aanleg getrouw
blijft en moduleert", maar het Italiaansche hart ook,
wanneer het op eigen gaven vertrouwt en niet modu
leert" Grétry zeide reeds: De neiging der noorde
lijke volken om te moduleeren komt uit de armoede
hunner melodie en dat wij thans deze halfslachtige
scheppingen van Sgambati, Bossi en Sinigaglia, pro
ducten van een verraad aan het eigen Italiaansche hart
wegwerpen voor het Requiem en de onvervalschte
opera's van Verdi vóór dat deze dat noodlottige
verbreede" genre ging schrijven, waaraan de
muziek-geschiedenis Falstaff" en,,Othello" dankt, maar waarbij
wij de spontane opera, Verdi's kracht, verloren hebben.
Maar men kan het vraagstuk ook anders beschou
wen. Was Verdi niet feitelijk uitgesproken na zijn
groote succes-opera's, en bewijst Aida" op zich zelf
niet alreeds de gevaarlijke kentering, die zijn twijfel
daarna graag op rekening van Wagner's muziek wou
gaan schuiven? Tusschen 1871 (Aida) en 1887 (Othello)
schreef Verdi geen opera meer. Maar na La Traviata"
(1853) de derde der groote succes-opera's Rigoletto"
en Travatore", die Verdi samen in drie jaar tijds
schreef (de laatste tijdens de repetities van
Trovatore", zoo zegt men) volgt een periode van slechts
zwakke herhalingen. Bijna alle opera's vielen".
Alleen n uit deze periode, die van 1858?1871 duur
de, kon nogmaals een succes verwerven, dat herinner
de aan de glans-periode der vroegere meesterwerken.
Dat was Un ballo in maschera", dat in 1858 werd
gecomponeerd, doch eerst in 1859 te Rome opgevoerd.
Maar dit werk had alleen nog maar de muzikaliteit,
de melodieusheid, den muzikalen stroom der vroegere
werken, niet hun spanning, hun melodische roes, hun
glanzende hoogtepunten. De eerste twee bedrijven
houden ons muzikaal weinig in spanning, alleen in het
derde bedrijf leeft de Verdi van vroeger nog even
geheel op, komt de stijging waarop wij van het begin
af aan wachtten.
Met deze gewaarwording der muziek mee ontwik
kelde zich ook de opvoering, die de Italiaansche Opera
Zondagavond in Gebouw Carrévan dit tegenwoordig
weinig gehoorde werk van Verdi gaf.
De Italiaansche Opera, die thans onder leiding van
Mevrouw de Hondt staat, streeft naar volmaking der
uitvoering en beseft, dat onze tijd het niet meer doen
wil met alleen sterren, zonder een behoorlijk uitspan
sel waarin zij schitteren kunnen. Men heeft de koren
verzorgd, men heeft ook de monteering meer verzorgd
(hoewel nog steeds niet voldoende). Doch waarom
werkt men met een veel te klein orkest? (De lofwaar
dige uitzondering, dat het verst ekt werd zooals
bij Iris" van Mascagni niet te na gesproken).
Waarom verkoopt men het publiek nog altijd a / 0.50
tekstboekjes, die alles tarten wat men innerlijke en
uiterlijke verzorging noemt? Dat herinnert aan de
Schmiere-"periode van de opera, toen de voorstelling
zelf op zulk een tekstboekje geleek.
De intrige van Un ballo" is met de gewone zorge
loosheid gevonden als waarmede men den geheelen
opera-tekst vervaardigde. Riccardo, gouverneur van
Boston wordt verliefd op de vrouw van zijn secretaris.
Deze secretaris Renato, is zijn vriend en zal hem vol
gens een voorspelling met eigen hand moeten dooden.
De ontdekking van de ontrouw van Amalia, Renato's
vrouw, speelt zich af in de buurt van Napels (volgens
het tekstboekje bij Boston gelegen, doch volgens den
Schoolmeester, met een variant, een eiland, dat je
bij Boston niet vinden zou''). In de tweede helft van het
laatste bedrijf vindt dan het gemaskerd bal plaats,
waarnaar de geheele opera haar attractie-titel heeft,
en Riccardo wordt doorstoken. Stervend zingt hij,
zooals gebruikelijk, zijn levendigste aria.
Het schijnt dat Verdi eerst in dit
melodramatischbewogen laatste bedrijf het vuur der inspiratie in zijn
muziek weet te ontsteken. Opeens vangt een andere
gelatenheid aan: de atmosfeer wordt electrisch. Eerst
heeft Renato een lange aria gezongen, die de oude
virtuose glans weer heeft (deze aria, gezongen door den
bariton Giorgi moest herhaald worden), een
feestmuziek vangt aan, een groote stijging en een religieus ge
stemde ontknooping brengt het slot. Hier in dit laatste
bedrijf kwamen de Italianen ook het meest op dreef,
greep de gezongen dramatiek de uitvoerders tot een
groote eenheid samen en de opera, die aanvankelijk
dreigde niet te zullen bevredigen, liet ons toch enthou
siast naar huis gaan.
De vertolkers der hoofdrollen (Bellussi als
Riccardo, Giorgi als Renato, Mme Benedetti als
Amalia, Signora Lauri als Oscar) waren allen meer
of minder uitstekend. (Mme Benedetti het minst)
en 'het orkest speelde onder den dirigent Ferrari,
de te zwakke bezetting ten spijt, zeer geacheveerd.
De hernieuwde kennismaking met deze opera van
Verdi heeft ons zeer geïnteresseerd en ongetwijfeld
veel plezier gedaan. Trouwens, iedere noviteit in een
te vaak gezongen repertoire zal ons plezier doen. De
Italiaansche opera brenge ons nog spoedig ook haar
andere toezeggingen uit vóórdat haar seizoen sluit.
Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer
door B. van Vlijmen
? v
IS. QJJERIDO
hield bij de Chopin-herdenking een rede over Chopin
SCHILDERKUNST
DOOR A. PLASSCHAERT
T oor o p en Mussolini
Toorop heeft laatst een portretje geteekend van
een dansmeester die, nadat hij geposeerd had, het
gesprek, dat Toorop met hem gevoerd had, openbaar
de, gesierd met eenige bizonderheden, die niet voor
den takt van dezen jongeling getuigden. In dat ge
sprek had Toorop ook gesproken over een drie-luik,
en op n der deelen van dat drieluik zou Mussolini
(allicht wat geïnterpreteerd !) als hoofdfiguur komen.
Toen heeft zich iemand onvriendelijk, tegelijk senti
menteel, geuit over het booze voornemen van den
schilder, en hij heeft meewarig gedaan, als was wat
Toorop zich voornam een vergissing ten opzichte van
wat hij, Toorop vroeger deed, en was als een einde.
De schrijver van dit meewarig artikel heeft slechts
n vergissing begaan; hij heeft zijn opinie over Musso
lini ons verhaald, en die behoefde ons niet onbekend
te zijn, maar hij heeft vergeten te begrijpen wat Toorop
wellicht gesymboliseerd zag in dien Mussolini, en daar
komt het, artistiek-gespraken en artistiek-gedacht, alleen
op aan. Wat Toorop ziet in Mussolini (wij behoeven
het daarom nog geen van allen met hem ns te zijn !)
is beslissend. Het is beslissend voor de teekening, voor
de waarde der teekening. De teekening toch zal een
symbool zijn van die meening; en waarom zou Toorop,
de snelle, toch diepe waarnemer van menschen, iets
oppervlakkigs geven in zijn symboliseering van den
Italiaanschen dictator? Hij, Toorop, ziet in Mussolini
levendig wel, levend, zeker en toch meeslepend een
symbool van de kracht van den man, van den leider
en hersteller van een volk tot macht. En al ware dit
inzicht politiek aantastbaar (waarom zou het dat
niet zijn?), dat geeft hier niets; in een figuur
besloten en orde-brengende kracht te willen uitdruk
ken en uit te drukken, beteekent waarden te
symboliseeren, die menschlijk-eeuwig zijn, en steeds een eerbied
zullen wekken bij hen, voor wie de daad een
kristallisatie is uit innerlijken overvloed, voor wie het
ordebrengen iets beteekent en het brengen tot macht!
Is politiek daarvan niet ook een
verschillend-geschakeerd verlangen; verschillend-geschakeerd naar
mate van welke partij de politicus lid is, of voorstan
der? Maar daar gaat het nu niet om ! Het ging
mij alleen daarom, om duidelijk te maken, dat het de
vraag is welke eeuwige, menschelijke waarden een
kunstenaar ziet in een bepaalde persoon; daarmee,
met dat inzicht, maakt hij zijn blijvend kunstwerk.
Dat hebben wij ons ook hier af te vragen; dat geeft
een blijvend oordeel, een degelijke conclusie; zelfs
als die getrokken moet worden, of bepaald, uit een
gesprek van Toorop met een Haagsch dansmeestertje.