De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 15 januari pagina 5

15 januari 1927 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2589 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONREDELIJK AMBTS GEHEIM DOOR MR. G. H. ARNHARDT Jr. ER zijn weinig dingen zoo onaangenaam als het lijde lijk moeten toezien hoe het onrecht zegeviert over het recht. Dit wordt nog een graad onprettiger als men het slachtoffer niet mag waarschuwen en den onrechtpleger hoffelijk moet bejegenen in plaats van hem door 'n gespierden veldwachter aan" een politie bureau te doen leiden. Ik moge een paar gevallen mededeelen uit den tijd dat ik den Rijks-Fiscus diende. Terloops maak ik de opmerking, dat het een zegen zou zijn als allerlei aanstaande leidende ambtenaren een aantal jaren bij de fiscale administratie werden gedetacheerd. Er laat zich nauwelijks een betere leer school voor menschenkennis denken dan deze, er is nergens een zoo schoone gelegenheid om rijk en arm, hoog en laag, nobel en gemeen in hart en ziel te zien als daar, en er zou van Overheidswege niet zoo met geld gesmeten zijn als de besteding van het belasting geld in handen was geweest van hen, die de zorg, de moeite, de vaak oprechte tranen ook, hebben leeren kennen van den benarden belastingbetaler. Dit vak leert de dingen zien zooals een in de bureau cratie opgeklommen bureauman nauwelijks zal kunnen. Dit vak, waarvan de beoefenaars vaak den naam hebben hard te zijn (hoe vaak ten onrechte !) verliest aan zin als men het zijn heele leven moet uitoefenen, maar als leerschool voor zijn verdere carrière is het puik. Zij die het eenmaal hebben beoefend zullen, in den regel, er hun heele leven profijt van hebben, en er, al is het een zér moeielijk vak, toch steeds met warme genegenheid aan terugdenken. Thans een paar gevallen. Meneer X. had een fabriek onder zijn directoraat. Op een goeden dag haalde hij een transactie waarop ? 20.000 schoon was verdiend uit de boeken, empocheerde de twintig mille, kocht (de winstrekening was nu gedrukt) de aandeelen zelf op en verkocht die aan anderen met winst, waarna de plaatsings provisie, aan een tusschenpersoon betaald, in de boeken werd gezet voor rekening van de nieuwe aandeelhouders. Dit pronkjuweel van een directeur wandelt vrij rond, en de belastingman die een en ander zelf had geconstateerd, stond onder ambtsgeheim. Een andere leider van een fabriek speculeerde in de grondstoffen waarvan die zaak haar producten samenstelde.Werd er eenseengoedeslaggeslagen,danstakde leider de duiten in zijn zak, maar ging een transactie scheef, dan werd het verlies getrouwelijk in de boeken neergepend. Ik wil maar zeggen dat degenen die in de gevangenis zitten meestal onhandige stakkers zijn, voor wie er geen ambtsgeheim was om hen te be schermen ! Een derde geval heb ik niet, maar heeft een ander beleefd, het is echter ongetwijfeld waar. Meneer X. doet een transactie samen met meneer IJ. (een z.g. handeling voor gemeene rekening", wanneer 2 koop lui alleen met het oog op een bepaalde transactie zich los associeeren). Dit werd een zeef gemeene handeling. Immers, toen de zaak, zeg / 10.000 verlies leed, maakte X., die de handeling voor beiden gefinancierd had, een afrekening op als ware er zeg ? 25.000 verloren. IJ. paste ? 12.500 bij voor zijn helft, zoodat X. nog een aardige winst" maakte! Wat doet men nu zoo'n X? Niets, misschien is hij nog een algemeen Tot 20 Januari a* s* EXPOSITIE van DE HUISKAMER hEEBEI1öBACMT500 AM5TEBDAM DE INTERVENTIE VAN DE V, S. IN NICARAGUA Teekenin$ voor ,,c/e Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaön OF DE STORM IN EEN GLAS WATER geacht man. En IJ, het slachtoffer, was niet te helpen. Want de staatstaak is in vakjes verdeeld en de staatsfiscus houdt stevig zijn mond tegen de Staatsjustitie, tenzij men hem zélf heeft bedrogen. Men begrijpt wat een intens genot het is, wanneer het ambtsgeheim eens niet past op een zaak, en men den valschaard zijn verdiende loon weet te bezorgen. Ja, dit is wel niet erg christelijk en verheven, maar toch een goed werk. In De Drie Musketiers" van den ouden Dumas (hét boek voor opknappende grieppatiënten) zegt een Fransch edelman in vollen ernst: Het is een Oode welgevallig werk, een Engelschman te dooden". Zoo is het ook een godewelgevallig werk een knoeier te pakken, vooral als men er een on schuldige mee kan helpen. Het geval dat ik niet zwijgen moest en dus niet mocht, was zoo: Een boer had, blijkens een mij in handen gekomen bewijsstuk, in den oorlogstijd in pulp gespeculeerd, daar veel mee verdiend, maar het niet voor de O.W.belasting opgegeven. Hij viel in mijn handen, doch bleef ontkennen. Toen kwam mijn oude liefde, het strafrecht, boven. Ik nam hem ongemerkt schrijfproeven af, vergeleek de handschriften nauwkeurig, en toen mij bleek dat het bovengenoemde bewijsstuk valsch was, heb ik de zaak verder uitgesnuffeld en, met medewerking van den akkerman, den schuldige ontdekt. Deze is, in een heel andere streek van ons land, door den rechter veroordeeld toen bleek dat hij het sttrk ten name van den boer had opgemaakt, ik meen om zich zekere provisie dubbel te kunnen verzekeren. Den agrariër, die bijna leelijk tegen de O.W.B.-lamp was aangeloopen, heb ik mijn excuus gemaakt, dat hij gulweg aannam, blij als hij was uit den druk te zijn en niet minder blij dat degene die hem dit koopje had geleverd, op de koffie was gekomen. Dit laatste geval neemt niet weg, dat het ambts geheim soms een middel is waardoor allerlei boos wichten worden beschermd ten koste van het Recht en tot schade van hun medemenschen. VLOSSEN PEEK & CLOPPENBURG Voornaamste Kleedinqinrichtin op elk gebied

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl