Historisch Archief 1877-1940
12
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2590
DRAMATISCHE KRONIEK
DOOR TOP NAEFF
Le Studio des Champs-EIysées : L'amour
magicien, par H. R. Lenormand
DE afstand tusschen Parijs en La Haye schijnt
steeds korter te worden. Reeds thans onthaalden
de Alliance-Frangaise en Nederland-Frankrijk hun
leden op een voorstelling van De liefde als
toovenaarster", het jongste werk van den aan ons land
verwanten, en ons behalve door dezen band, ook altijd
als psycholoog boeienden tooneelschrijver
Lenorrnand. Zijn dramatisch poëem: Les ratés" zal hij
niet licht overtreffen, het werk dateert nog uit den
tijd van het eenvoudig, maar hoe gesublimeerd!
realisme. Mede dank zij de vertooning, onder leiding
van Pitoëff, behoort het tot mijn vier of vijf schoonste
tooneelherinneringen, en het zal wel de superioriteit
vari die enkele voorstellingen zijn geweest, welke onze
tooneeldirecteuren tot dusver heeft doen schromen
het op te nemen in het Nederlandsch repertoire.
Sindsdien is Lenormand andere Wegen gegaan,
?waarop wij hem minder gemakkelijk en minder be
vredigd, trachtten te volgen. Zijn later werk schijnt
onder den invloed van bepaalde litteratuur, te zijn
ontstaan, meer dan dat het hem door het leven zelf
werd ingegeven. Zoo iemand, dan kan men dezen
schrijver in het verband: Pirandello noemen, zonder
?dat hij vooralsnog tot diens knieën reikt. Juist aan het
betrekkelijk ook reeds omvangrijk oeuvre van dezen
zwakke r-begaaf de, voelt men het verschil tusschen
de eene persoonlijkheid en de andere, en tevens het
gevaar, dat deze sterk aanvechtbare tooneelstukken
opleveren voor de erkenning van het meesterwerk,
dat uit denzelfden gedachtengrond, dezelfde gevoels
wereld oprijst. De gewrongenheid, het willen
overbieden van wat de meesters harmonisch scheppen,
maakt ons vaak tegen een kunstsoort wrevelig, op
die wijze Werd ook het naturalisme om hals gebracht
de miskenning der grooten wortelt in de onmacht der
kleinen. Met L'amour magicien" lijkt Lenormand
van de natuurlijke bronnen geheel afgedwaald te zijn,
wat hij hier geeft, gaat althans in zijn uiterlijken
vorm geheel in tegen den geest, die van de mystiek
van het hart geen spiritistische séance zou maken, en
wars van alle hocus-pocus is. Wel loopen hier ge
voelens en pogingen parallel, maar de vorm, dien
Lenormand er ten slotte voor vond, komt mij op het
tooneel bijkans stuitend voor, mist in elk geval de
tooverkracht van het voldragen kunstwerk, dat
overtuigt, ook waar het den persoonlijken smaak niet
in het gevlei komt.
Op een eiland in Bretagne pleegt een geleerde
met zijn vrouw en zijn secretaresse den zomer
door te brengen. Als het stuk opent, is de vrouw
verdronken en vinden we den man samen met het
meisje, een lersche van geboorte, zonder dat er
oogenschijnlijk eenige intimiteit tusschen hen bestaat.
Hij betreurt oprecht zijn overleden echtgenoote, hij
weet althans niet beter of hij heeft haar lief gehad en
lijdt thans om haar dood. En zoo zien Wij ook het
meisje, Béatrice, toegewijd aan haar werk, schijnbaar
onbevangen jegens den man. Het is ontegenzeggelijk
een belangwekkende poging van Lenormand om dan
onder dezen natuurlijken omgang te doen beseffen
hoe doorwoeld van Freudiaansche gevoelens de ver
houding inderdaad is, en reeds lang was. Hoe vol
onderdrukt verlangen en geheime begeerten, Welke in
het onderbewustzijn van het meisje als demonen huis
houden, zonder dat er aan de oppervlakte iets van te
bespeuren is, zonder dat zij voor zichzelve tot eenig
zondig besef komt, of komen wil. De droom, een
trance-toestand, waarin zij op een avond valt, ver
raadt haar. Door haar manifesteert zich de ver
dronken vrouw en Wel in een bij haar leven
ongeken?den zielestaat. Zij beschuldigt zichzelve van overspel
met haar zwager en bekent, dat zij zich in wanhoop
van de rots in zee heeft gestort. Is Béatrice, die dit
alles aan den dag brengt, nu een doortrapte comediante,
eene die als Rebecca in Rosmersholm stukje bij
beetje de ziel van den man hoopt los te maken van
zijn vrouw, haar rivale nog in den dood? geen laster
.zelfs ontziet om haar nagedachtenis te bezoedelen en
-daarvoor het modernste middel, de droomver
klaring, gebruikt? Neen, zegt de schrijver, dat zou ze
zijn wanneer zij zich haar liefde voor den man bewust
was, maar tot dusver kwam zij bevriend ook met
de vrouw zoover niet. De liefde leefde in haar en
-behekste haar, terwijl zij, elke gedachte aan de
mogeJijkheid kuisen verdringend, zonder zweem van
co?quetterie naast hem leefde. Haar uitingen in den
droom zijn de wraak van dit verdrongen
gevoel-vantoeneiging, en zoo hevig hebben deze magische krach
ten in haar teeder zenuwleven rondgespookt, dat zij
tegen de mogelijke vervulling van dit smartelijk
geVAN NELLE'S TABAK
KWAÜITEIT
ALOM VERKRIJGBAAR
heim verlangen zelfs niet meer bestand blijkt. Wan
neer het oogenblik, waarop zij intuïtief heeft
aangestreefd, plotseling daar is, de man haar bekent: veel
van haar te houden, dan breekt zij, na n moment
van duizelingwekkend geluk, ineen, dan verbeeldt
zij zich, of beeldt zij zich in haar Wroegende bewust
wording in, dat de doode vrouw haar naar de keel
grijpt, en sterft als had dit onrechtmatig verkregen
geluk haar op de plaats zelve gewurgd. Het witte
paard van Rosmersholm....
Het lijkt mij niet onmogelijk, dat de knappe
schrijver later dit machtig onderwerp nog eens in een
anderen vorm zal kunnen brengen, en dat hij zich dan
een auteur groeit met zijn tijd onthouden zal
van de vertooning der Trilby-toestanden op het
tooneel, en er ook niet meer zooveel franje bij noodig
zal hebben; franje van mystiek, waartoe de streek, het
bijgeloof van de Bretonsche bevolking, wel aanleiding
geeft, maar die, zoo weinig in het drama verwerkt als
hier, hinderlijk pour Ie beroin de la cause lijkt aan
gebracht. De regie van Gaston Baty viel in dit werk,
dat dichterlijke vingers en veel fantasie vereischt,
ook tegen. En de mannelijke hoofdrol declameerde
van het begin tot het einde. Goed?de Studio waardig
waren nog enkele bijrollen, figuren uit het volk,
maar het geheel zou ons koud hebben gelaten, was
daar niet geweest het spel van Marguerite Jamois,
als Béatrice Een kunstenares als deze is haast een
weldaad voor ieder, die van het tooneel nog wat
bevrediging vraagt. Men zou, onder den indruk van
een dergelijke ontroering, geneigd zijn over de
stoelenrijen heen te stappen om haar de hand te drukken.
Wie had haar dit zoo nobel nagedaan, dit pijnlijke
neerzitten in den folterstoel, waar haar lichaam zich
afmartelde in trance en de doode vrouw sprak door
haar sidderenden mond, als uit oneindige verten. En
na dit, dat ondanks de meesterlijke inleving en de
tragiek die van haar uitging, geen voldoening kon
schenken omdat het au fond weerzinwekkend was een
mensen te zien stuiptrekken in dien wezenloozen
staat, na dit.... dat onvergetelijk oogenblik, waarop
plotseling het geluk over haar kwam, de verzadiging,
de ontstellende vervulling.... Zooals ze daar voor
den haard zat, elk woord van den man opslokte, als
een uitgehongerde hond, de geheele atmosfeer als het
zonlicht inzoog Wij zagen de halsaderen zwellen,
haar verschieten van lijkwit tot bloedrood, wij zagen
haar oogen zich met tranen vullen, en haar lichaam
trillen als een blad.... En wij ondergingen het
allemaal mee. Zelfs hier nog, na een avond van be
nauwenis en druk om Wat pp het tooneel nauwelijks
geoorloofd scheen, werkte dit martelaarschap van het
liefdegeluk, dank zij de kunst der tooneelspeelster,
bevrijdend. Actrices als Marguerite Jamois dragen
de genade in zich van onzen voor het tooneel
ongenadigen tijd.
MUZIEK IN DE
HOOFDSTAD
DOOR CONSTANT VAN WESSEM
Pro Arie'': Moderne kwartellen
"T\ E generaties marcheeren als gelederen op. De
'-' eene is er nauwelijks of de andere komt al aan.
Wij leven sneller, zoowel in het leven als in de kunst.
De evolutie der muziek na Debussy is ongehoord snel
gegaan wat haar idealen en haar zwenkingen betreft.
Nauwelijks was met Debussy een renouveau" der
muziek ingeluid of men wierp zich op de muziek
an sich" d.w.z. op de muziek zonder literatuur,
steunend op haar eigen expressieve middelen. Doch
terwijl na een periode van a-tonaliteit en
pluri-tonaliteit sommigen nog voortzochten op een weg, waar de
muziek als een nieuwe constructieve kunst ook
volgens haar vorm als kunstwerk verantwoord zou zijn,
zwenkten anderen om en namen uit hun overigens
doodelijk ernstige pogingen de leering mee, dat de
muziek geen klankkleur" is, geen constructie" uit
rythmiek en architectuur, noch verbeterd moet wor
den door al het gewende (de cadenseerende phrase) uit
den weg te gaan, doch muziek is, d.w.z. melodie.
Waarom zouden wij het ons verhelen, dat wij geeu
wen bij een muziek, waaraan wij geen deel hebben
omdat wij onze zintuigelijke waarneming der muziek
uitschakelen? Is de macht van Beethoven niet even
goed besloten binnen de alles doordringende wel
luidendheid van den drieklank, die hem zijn prachtig
ste thema's leverde? Is Rossini's onverwoestbare
,,Barbier de Sevilla" iets anders dan een gesublimeerde
eindelooze cadens, een razernij van cadensen, die
ons meeslepen door hun herhaling en de versnelling
van het tempo?
Ik spreek thans van den jongen Italiaan Vittorio
Rieti. Hij behoort met Mario Labroca en anderen
wier namen wij nauwelijks kennen, tot wat voor Itali
de jongste generatie heet. Zooals in Frankrijk op de
generatie der Six reeds de generatie van Arcueil
volgde, volgt in Italiëop de generatie van Casella en
Malipiero reeds de generatie van .. . Rossini. Eerlijk
gezegd belijden ook Casella (b.v. in La giara") en
Malipiero (in Sette canzoni" en het strijkkwartet
Rispetti e Strambotti") zich tot de Italiaansche
voorgangers der melodie. Onze muziek is niet atonaal
ook niet pluritonaal, hoewel deze haar niet vreemd is.
Doch het gaat er voor haar om boven deze problemen,
die trouwens reeds voorbij zijn, haar eigen wijde hori
zont te vinden. Zij wil niet modern" zijn en bereikt
daardoor het wezenlijk nieuwe eerder dan veel
andere muziek, die er zich zorgen over maakt niet
achter te blijven. Dat is wat men niet een verkeerd
woord reactie" noemt. Aldus Casella.
De Italiaansche musici zoektn sinds kort de
intieme verbroedering van hun geest met de volksziel.
Het lyrische karakter behoort tot het wezen der Itali
anen en dit heeft zijn oorsprong in de melodie," schrijft
Damerini in Der Anbruch".
Tegenover de melodramatische fureur van vroeger
stellen de Italiaansche componisten thans de on
romantische vlotte thematiek. Het is een dood
doener" die vaak gelanceerd wordt, dat vlotte muziek
banaal zou zijn. Men zal het strijkkwartet van Rieti,
met zijn glimlach van Rossini" en zijn volksliedjes
melodieën, dat op de laatste kamermuziek-avond van
het Concertgebouw door Pro Arte", het kwartet uit
Brussel, gespeeld werd, misschien banaal gevonden
hebben. Geheel rijp is het talent van Rieti, waaraan
wij reeds een orkestwerk De Ark van Noach" en
een ballet Barabau" danken, zeker nog niet. Het
technisch meesterschap geeft hem een te groote zor
geloosheid jegens zijn materiaal; maar aangenaam en
zoetvloeiend voor het oor op zich zelf al een ver
rassing bij een modern werk is dit strijkkwartet
zeker.
Was het werk van Anton von Webern, de vijf
satzen voor strijkkwartet, dat denzelfden avond door
Pro Arte" gespeeld werd belangrijker? Het is een
schepping uit die periode, die zoo juist al voorbij is
verklaard, de Schönberg-periode, die men ook de
atonale periode pleegt te noemen, maar juister de
periode van de constructieve klankkleur"-thematiek
heet. Met de timbres der instrumenten wordt een
klankkleur"-thema samengesteld, waaruit langs
andere ontwikkelingslijnen en zonder afsluitingen"
(cadens) een toonstuk wordt gevormd, dat verrast,
doch weinig geloof vindt. Webern was Schönberg's
leerling en wij hooren het gemakkelijk genoeg,
hoewel Webern niet alleen de hersens doch ook het
oor eenige controle over de muziek van zijn schep
ping gunt.
Dat ook dit werk door het Pro Arte"-kwartet
meesterlijk werd uitgevoerd zal niet betwijfeld wor
den. En dat dit Brusselsche kwartet zich niet
eenzijdig-modern heeft ontwikkeld, doch ook diep is
doorgedrongen in de klassieken, getuigde hun
betooverende uitvoering van een kwartet van Haydn,
dat het concert opende.
Lili Boulanger
Op 24-jarigen leeftijd stierf in 1918 de jonge Fransche
componiste Lili Boulanger en om haar graf gaat nog
tot heden een vizioen van rouwbedrijvenden rond,
om het groote talent dat verloren ging. Zeer zeker was
het een groot talent, dat van Liïi Boulanger. Maar
verloren ging het niet; in een reeds sterk en rijp oeuvre
heeft zij ongetwijfeld het beste neergelegd wat haar
te zeggen was gegeven. In n jaar tijds b.v., het jaar
van 1913 op '14, toen zij als winnares van de Prix de
Rome in Florence verblijf hield, schreef zij verscheide
ne van haar beste werken. Haar talent was religieus
geaard, hoewel dit haar niet belette om het
grootmenschelijke, het innige en warme aangrijpende er in
uit te spreken. Tot haar machtigste werken behooren
het Pie Jesu", de TroisPsaumes" ende?Funérailies
d'un soldat".
Zondagmiddag werden in het Concertgebouw twee
der Psautnes" uitgevoerd, de eerste voor orkest en
koor, de andere voor baryton, koor en orkest. Charles
Panzéra had zijn groote dramatische vermogens,
zoo sober en beheerscht aangewend, in dienst van
Lili Boulanger's kunst gesteld en aangrijpend riep zijn
stem den harden oud-testamentischen tekst boven de
rythmen van het orkest en den stemmen-achtergrond
van een klein mannen- en vrouwenkoor uit. Deze
muziek was een ware muziek van het gemoed, vaak
wild en bewogen als de klacht van een heel volk.
Deze beide uitvoeringen van werk van Lili Bou
langer onder de zorgvuldige leiding van Monteux,
maakten grooten indruk en openbaarden een aparte
figuur onder de Fransche musici, die wel is waar niet
meer bij de jongeren aansluit, doch op haar eigen
treffende wijze wat in haar om ging heeft geopenbaard.
DIT
MERK
IS EEN WAARBORG VOOR
ONOVERTROFFEN REPRODUCTIE EN
ONGEËVENAARDE AFWERKING.
N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY,
AMSTERD. VEERKADE 22A DEN HAAG.