Historisch Archief 1877-1940
No. 2590
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
KATHEDRAAL, ANTWERPEN
BEJAARDEN
Beiaarden in de Nederlanden, door W. G.
Rice. Hollandsche bewerking door Dr.
J. H. van Klooster, met teekeningen en
bandontwerp van N. Ch. Dekker, archi
tect. ,,de Spiegliel", Uitgeversbedrij'f,
Amsterdam 1927.
De torenmuziek neemt in de muzikale Wereld een
afzonderlijke plaats in. Aanvankelijk bestemd, om
mechanisch den tijd aan te wijzen, heeft ze zich in
het persoonlijke spel weten te ontwikkelen. Als zoo
danig is het dan ook bedoeld voor het volk in de breede
lagen der maatschappij. Heeft speciaal Franqois
WAAGTOREN, ALKMAAR
Hemony, na zijn komst in de Nederlanden (pl.m.
1640), de normen aangewezen waaraan de beiaard
moet voldoen, wat betreft omvang, toonqualiteit
(p. 79) en stemming onderling (voor dien tijd anders
dan thans), goede klokkenisten zijn er evenzeer
geweest (p. 63). Maar daarboven is onmisbaar ge
bleken de studie van dit alles, als beheerschende
zoowel exacte als psychologische elementen. De
folklorist Van der Ven deed in 1916 een interessant boekje
't licht zien, terwijl Mr A. Loosjes in hetzelfde jaar
zijn nu nog onmisbaar boek de wereld inzond. Wie
verder in de laatste jaren de studie van den beiaard
ter hand genomen heeft, zal gemerkt hebben, dat er
een speciale bekoring in ligt, maar dat daarbij een
zekere grondslag noodig is, die meer is dan van
musicologischen aard. Tallooze vragen liggen op 't gebied
van de geluidsleer, andere op dat van de techniek.
Zoo iemand, dan is zeker de heer W. G. Rice
een man, die een specialen arbeid achter den rug
heeft en thans voor de derde maal de Hollanders
opwekt tot.... jalouzie. Waren de eerste twee
werken in 't Engelsch, thans is een Hollandsche be
werking van deze door Mej. van Klooster bezorgd,
waarin (op 't slotwoord na) Rice sprekende wordt
ingevoerd. Opvallend mooi is deze editie gemaakt.
Een goed geprofileerde klok (tenminste beter dan dien
wij ooit elders als zoodanig zagen) siert den band en de
helft van 't aantal bladen wordt gewijd aan buiten
gewoon schoon uitgevoerde teekeningen van den
architect N. Ch. Dekker. Telkens Wordt, om het
ander, .van ons land en van België, in alfabetische
volgorde, een 32-tal afbeeldingen van torens,
ieder in hun bekoorlijkheid en statigheid, met buiten
gewone correctheid van perspectief, maar tevens in
groote soberheid van lijnen Weergegeven.
De vertolkster heeft evenwel een zeer moeilijke
taak op zich genomen. Moeten wij in ons land, waar,
van de over de geheele Wereld 184 verspreide'
klokkespelen, zich 63 bevinden, toejuichen het verschijnen
van elk nieuw boek over beiaarden, een Weergave
in 't Hollandsch verzwakt in ieder geval de expressies,
die men uit den mond van den Amerikaan liefst zelf
hoort. En Rice heeft (p. 11) alle in 't Werk genoemde
torens zelf bezocht. Ook heeft hij handschriften ge
raadpleegd en overleg gepleegd met klokkenisten,
gieters en deskundigen. Het dwingt eerbied af en als
hij dan in forsche stellingen zijn indruk Weergeeft, dan
moeten wij Hollanders toch luisteren, al zijn 't ook
onze beiaarden waarover hij spreekt.
Wij willen een dier uitspraken naar voren halen.
Van die 63 carillons wijst hij slechts 13 aan, die
,,among the best" zijn te rekenen'. Wij oordeelen
met hem, dat een dergelijke schifting, wegens de vele
omstandigheden, onmogelijk positief is uit te maken
en aanvaarden de uitspraak zonder voorbehoud. Er
behooren slechts 4 Hemony-carillons toe, terwijl hij
in 1915 er 7 noemt. Nu bezit ons land totaal nog (!)
27 carillons van de gebroeders Hemony. Trekken wij
hiervan die van kleinen omvang af, dan blijven er nog
16 over. Wij moeten dus tot de conclusie komen, dat
er 12 niet voldoen volgens dezen zegsman. Zoo iets
is Wel beschamend, want, dat de oorzaak in de
qualiteit der klokken ligt, is zeker niet te gelooven
(tenzij men den moed heeft de 2 carillons, die Pierre
na den dood van Franc.ois gemaakt heeft, uit te
_ zonderen, maar dan zou Mechtlen ook
vervallen !). Dat Rice de 6 moderne caril
lons Wel tot de beste rekent, is zeer merk
waardig: de tijd zal 'tleeren. In ieder geval
is het geen beleefdheidsvorm tegenover de
moderne gieters, daar hij, na 't noemen
van Taylor & Co. en Oillett & Johnston
(p. 44 en 87), de eerste bovenaan plaatst
(p. 84).
Hieraan willen wij toevoegen, dat het op
instigatie van den torenuurWerkmaker F.
Addicks te Amsterdam is geweest (in 1905)
dat J. W. Taylor Jr., die al eerder enkele
bellen in onze carillons plaatste, er toe
overging een geheel klokkenspel samen
te stellen. Dat Rice zelf den stoot gegeven
heeft, dat Amerika en andere landen dit
voorbeeld volgden, zoodatin 1918 Johnston
zich kon beijveren hetzelfde te doen als
Taylor, meenen wij evenmin te moeten
verzwijgen. Maar wij, Hollanders, mogen
prat gaan op de gedachte, dat de grootste
der gieters: Francoi's Hemony in ons land
de meeste zijner vruchten achterliet
Naast eenige onduidelijke vertalingen:
afvijlen = afdraaien (p. 52 en 83) trillin
gen = trillers (p. 63 c. a.), moeten wij den
lezer waarschuwen voor enkele
incorrectheden. Onder de carillons van ons land
missen wij bijv. dat van de Oude Kerk te
Amsterdam, van de St. Laurenskerk te
Alkmaar, terwijl ook Nijkerk niet genoemd
wordt. Verder zijner, in tegenstelling met
p. 28, drie klokkespelen Wel onder ker
kelijk beheer (Tilburg, Almelo en St.
Servaas te Maastricht). De lijst der klokke
nisten is verouderd. Francais Hemony is
niet in 1654 maar in 1657 naar Am
sterdam vertrokken (p. 40). Voor een
juiste karakterteekening der Hemony's
moeten meer bronnen worden
geraad/,_<
--,v>
MARTINITOREN, GRONINGEN
pleegd. Het boek van Fischer is niet enkele
bladzijden groot, het telt er meer dan 100 (p. 8). Na
het lezen van de brieven van P. Hemony aan de
Loose (14 Juli 1658) zou de opmerking omtrent
klokgewichten (p. 123) misschien achterwege ge
bleven zijn.
DR. W. VAN DER ELST
Kunstzaal VAN LIER
naast bet Postkantoor te Laren (N.-H.)
ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN NEGERPLASTIEK
i , w-\>. *-#z%^'
' /^^:^^rf/,:sa4
-rtff?' A^v^i,
eir/ A, ' ^ . '.vl * < ;ir
, , ;*
' _i 'ÜAl ' l'**'*'
ST. JANS TOREN, 'S-HERTOGENBOSCH