Historisch Archief 1877-1940
No. 2590
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
EEN RUSSISCHE FILM
,,Polikushka." Instituut voor
Arbeiders-ontwikkeling
N de maalstroom van cel
luloid, die wekelijks voorbij
wielt en kolkt, schiet zoo af en
toe iets moois iets kostbaars
langs je heen, dat je zoudt
willen grijpen en vasthouden.
Maar voor je je arm hebt
kunnen uitstrekken, is het al
weer verdwenen ; meegesleept in den snellen,
gezwollen vloed.
Om niet in beelden te spreken: Een van de on
gelukkigste verschijnselen der cinematografische
productie, is wel, dat een goeie film n hoogstens
twee weken vertoond wordt en dan verdwijnt, om
nooit weer terug te keeren. Tenzij gruwelijk verminkt!
(r- Hiermee is een belangrijke hinderpaal genoemd, die
de studie en de waardeering van de kunstfilm in den
weg staat. Om het lichtspel te kunnen genieten, moet
men veel films zien maar vooral, moet men dikwijls
dezelfde film zien. Een werk als Variétéwil vijf-, zes
maal aanschouwd zijn, eer men de kostelijke details,
waaruit het is opgebouwd behoorlijk verwerkt heeft.
Wat de Nibelungen betreft ik heb het werk nooit
zoo bewonderd, als toen ik het na eenige jaren voor de
vijfde maal terugzag. Per slot van rekening is dit ook
heel begrijpelijk; de film is in haar grond-prir.cipe
een uiting van beeldende kunst, neergelegd in het
zwart-wit van een plat vlak alleen heeft zij op het
statische beeld dit tegen, dat men met n vluchtige
beschouwing genoegen moet nemen. En het is een
voudig absurd te veronderstellen, dat men een werk,
waarover jaren gedacht waaraan jaren gewerkt is,
in anderhalf uur in zich zou kunnen opnemen.
Het strookt overigens volkomen met de wonder
lijke onverschilligheid, die men tegenover het film
verschijnsel toont dat van een selectie der beste
filmwerken en een gelegenheid om ze periodiek te
kunnen bestudeeren geen sprake is. De bevoegde
machten, die dagelijks met de bewijzen der sociale
en artistieke beteekenis van het lichtspel, om de
ietwat lange ooren geslagen worden schrikken bij
iedere waarschuwing opnieuw uit den dommel en
gaan dan vol ijver verbieden.
Met deze inquisitoriale belangstelling moet de film
het voorloopig zien te stellen en wie weet! mis
schien is dit nog niet eens zoo slecht want wat groeide
ooit beter.dan hetgeen tegen de verdrukking ingroefde ?
Intusschen verdient iedere poging, die aan het
bezwaar tegemoet komt, in het -begin van dit artikel
genoemd, aanmoediging. De film-dienst" van het
Instituut voor Arbeiders-ontwikkeling mag als zoo'n
poging beschouwd worden. Iedereen begrijpt, dat
men van een instelling, die met bescheiden middelen
moet werken in een wereld, waar geld die Hauptrolle
spielt" niet te veel mag verwachten. Maar het feit
alleen reeds, dat het prachtige Menilmontant, instede
van reddeloos verloren te gaan, bij het Instituut
onderdak gevonden heeft is een verheugend ver
schijnsel.
Het tweede filmwerk van belang, waarvoor Arbei
dersontwikkeling de aandacht vraagt, is de Russische
film Polikushka met Moskwin in de hoofdrol. Ik kan
hier bij lange na niet zoo enthousiast over zijn, als
over den aankoop van Menilmontant. De waardeering
voor dit werk, laat zich het best in negatieven uit
drukken: het is geen ordinaire film het is geen
leelijke film het is geen vervelende film het is
ook geen bijzonder mooie film maar vooral het is
geen ontroerende film. De tragedie van den kinder
lijken drankzuchtigen, diefachtigen moejik, die einde
lijk eens het vertrouwen, door een vriendelijke mees
teres in hem gesteld, wil rechtvaardigen en de groote
som gelds uit de stad" eerlijk overbrengen maar
die juist dan den brief met het geld verliest en in zijn
wanhoop zelfmoord pleegt die tragedie is wel erg
folkloristisch opgevat. Zeker een exposévan het
Russische volksleven van de psyche van den
Russischen boer in het algemeen van zijn verhou
ding tot den meester dit alles zijn onmisbare
factoren voor de ontwikkeling van het drama. Maar
dit drama-zelf moet toch hoofdzaak zijn ver
boven de schildering van den moejik, staat per slot
van rekening het ziels-conflict van den mensch
Polikushka. En hierin schiet de film ten eenenmale
tekort minder door de schuld van den acteur
Moskwin, dan door de fouten van den cinegrafist.
Wat Moskwin te doen krijgt, doet hij goed maar
de regisseur, die alles in de hand heeft, toont zich
hier tooneel-regisseur en geen filmdichter. Wij aan
schouwen al die folkloristische genre-beeldjes gea
museerd en niet zonder interesse. Maar zij blijven ons
verre letterlijk en figuurlijk. Geen der personages
komt ons nader fluistert ons in de stille, navrante
taal van het lichtspel zijn misère, zijn twijfel, zijn
vreugde, zijn menschelijkheid toe. Het blijven
folkloristische curiositeiten. Het is ten eenen male
onbegrijpelijk, waarom de cinegrafist hardnekkig wei
gert van de close-up gebruik te maken, de meest
essentieele expressie-mogelijkheid van de film. Het is als
de zanger, die een lied van Schubert per se wil
zeggen.
Verder toont de maker van de Polikushka" een
hautaine minachting voor alle middelen, die het
cinematografische kijkspel tot een ontroerend op
tisch gedicht maken: het licht?het zwart-wit ?
de compositie het dramatische detail. Hij laat
zijn mannetjes acteeren en strijkages maken vooral
het laatste ! en blijft met zijn apparaat op een
veiligen en neutralen afstand, zelfs zijn hoofdrol staat
hij niet toe ons te naderen en in een vertrouwelijk
tête-a-tête te vertellen, dat er nog iets anders in hem
leeft, dan serviliteit, gap- en drankzucht.
Zoo ontstond het vriendelijke, beschaafde, maar
ietwat nuchtere en monotone filmwerk, waarvan het
eigenlijk een beetje jammer is, dat men er zich warm
voor maakte. Dit neemt niet weg, dat het streven
te waardeeren valt: het Instituut kan nog veel goeds
doen, vooral wanneer het de burgerlijke maar
niettemin aanbevelenswaardige gewoonte overneemt,
den criticus, dien het inviteert, een behoorlijke plaats
te reserveeren.
Makelaar J. D. R.Nienaber
TECHNISCHE WONDEREN
De Heilige Berg." Rembrendt-lhealer
IE overbluft wil worden
door de vlucht, die de
techniek der film heeft
genomen, die ga eens naar
De Heilige Berg" kijken,
binnenkort in het
Rembrandttheater te zien.
Nog oneindig fraaier on
eindig grandiozer, dan de
film Machtig als een Ade
laar," is hier de natuur als photogeniek kunst-object
aangewend. Behalve de zuiver optische schoonheid van
dergelijk werk vroeger reeds uitvoeriger behandeld
trekt de cinegrafist Fanck de aandacht, door de
gelukkige wijze, waarop de objectieve natuur in het
dramatisch gegeven wordt betrokken en verwerkt
hetgeen in de buitengewoon spannende slotacte cul
mineert.
Naar mijn smaak is er wat erg veel winter-sport
in opgenomen, maar misschien is dit voor de lief
hebbers juist om van te watertanden.
Overigens voornaam cinematografisch werk.
DE MEESTER
Metropolis.' UFA-palast am Zoo. Berlin
ILMS bouwen is n ding....
krentenwegen een ander.
Wie als Fritz Lang die,
naar ik met belangstelling
verneem, ,,eenige reputatie"
schijnt te genieten, vanwege
de Nibelungen"-film wie
als deze cinegrafist den moed
heeft zijn eigen weg te gaan
ver van de platgetreden,
maar veilige heerbaan der massa-productie....
Wie zich de ontzaglijke taak heeft gesteld, de
titanen-strijd van onze dagen: de worsteling van
den levenden mensch met het gewrocht zijner
handen, de demon Machine, te verbeelden Wie
aan die taak jaren arbeidt, nauwgezet en harts
tochtelijk -?zonder te schipperen, zonder con
cessies te doen.... die krijgt wel vreemde dingen
te hooren ! Hem wordt verweten, dat zijn sce
nario geen stuk oorspronkelijke litteratuur is dat
hij het daverend geweld zijner fantastische machines
niet tot een minder bombastisch" gedistingeerd
gemurmel wist te verzachten dat hij (het is de
waarachtige waarheid !) verzuimd heeft te vermelden,
of de monster-fabrieken, die zijn visonnaire geest
schiep, in ingemaakte groenten deden" dan wel
in bocrden-knoopjes... . !
TOEZ. maand.- WON/NGGIDS.
SCHILDERKUNST
DOOR A. PLASSCHAERT
Tholen'steekeningcn bij Kleykainp den Haag
Deze kleine verzameling teekeningen van Tholen,
geeft noch den heelen schilder, noch den ganschen
teekenaar. Het is een eenzijdig-gerichte verzameling,
en ge zoudt een dergelijke eenzijdig-gerichte verzame
ling zijner schilderijen kunnen bijeenbrengen, zonder
dan evenmin Tholen juist te hebben gewaardeerd l
In deze verzameling bij Kleykamp is n element
te sterk aanwezig: dat der llustreerende, aangename
vertelling over de natuur, er zijn te weinig die werken.
te vinden, waar de natuur zelve een spraak kreeg,.
en met grooter stem sprak. Toch heeft deze soort
werken Tholen eveneens gemaakt, en hij zal daarom
de ware waardeering vinden. Ik kan dus niet juichen
over de keuze van den bouwkundigen ingenieur Knut
tel, die, naar ik meen, niet onkundig is van deze
keuze. Want ik herhaal het het is niet noodig;
te bewijzen, dat Tholen een kundig teekenaar is uit
de Haagsche school, een persoonlijkheid binnen die
School, het onverwachte in Tholen was eer te
demonstreeren dan het gekende ! Te prijzen zijn de on
bevangen teekeningen uit den Stankmolen, de
papiermolen," en enkele andre om de juiste land
schapsstemming, of weergave van een getij en dan:
aan dit werk kun je zuiver het verschil constateeren
van de. Impressionisten der Haagsche School tegen
over de tegenwoordige Impressionisten (ook die zijn
er!)
Ik heb Metropolis gezien en ik wil dadelijk nederig
bekennen de vrijmoedigheid te missen, over dit
enorme werk, welks verhoudingen ik nog nauwelijks:
kan overzien, met een pasklaar oordeel a la minute
voor den dag te komen. Ik hoop hiertoe, na herhaalde
bestudeering, in staat te zijn. Maar n ding is zeker:
Dit is de arbeid van een meester ! Een meester, die als
geen ander, het cinematografische materiaal hanteert
onder aarzelen en met een feillooze zekerheid ?
die, als geen ander, in het lichtspel zijn levenswerk
ziet, met het geloof en de liefde en de overtuiging
van een fanaticus.
Een kerel in het kort die er recht op heeft,
dat men hem tracht te begrijpen. Die in al zijn werk
in Der müde Tod" in Dr. Mabuse" in het nog
steeds niet overtroffen Nibelungen" naar het groote
en het oorspronkelijke greep. Een meester, dien wij:
met eerbied groeten en wiens epos van Mensch en.
Mechaniek wij met spanning hier tegemoet zien.
J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam?R'dam?Den Haag.
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
AAN DE INZENDERS
Alle voor Het redactioneele gedeelte
bestemde inzendingen moeten
worden geadresseerd
AAN HET SECRETARIAAT DER
REDACTIE VAN
DE GROENE AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333
AMSTERDAM,
zonder vermelding van persoonsnamen.
De geschiktste omvang van artikelen
bedraagt ten Hoogste 1800 woorden.
Indien de bijdrage voor illustreering
met foto's in aanmerking komt, gelieve
de inzender, zoo mogelijk, de foto's ,
die niet reeds in andere week- of dag
bladen mogen zijn gereproduceerd ?
tegelijk met bet artikel in te zenden.
De cop^ moet in machine se h rif t zijn
geschreven, terwijl slechts n zijde
van het papier mag zijn gebruikt.