De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 22 januari pagina 2

22 januari 1927 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2590» Nederlandsche Munt Holland'* beste 10 cents sigaar SPREEKZAAL HET K O K l N "P R is gedurende het verloop van een groot aantal ?*-* jaren in de in vele opzichten mooi-oude stad Amsterdam zeer veel geijverd voor het behoud dier schoonheid. Er is tusschen de veranderde verkeersmogelijkheden en het pitoreske, knusse, maar veelal bekrompene van vroeger eeuwen een afstand 200 wijd, dat de klove soms niet kan worden overbrugd en er slechts sprake kan zijn van keuze tusschen omlegging der verkéersaderen buiten of om de pitoreske straten of grachten heen, of radicale opruiming, in casu ver breeding van de eenmaal zoo mooie verbindings wegen." In sommige gevallen zal het meer dan misdadig zijn, tot deze radicale opruiming over te gaan en het is slechts verwonderlijk en beslist onbegrijpelijk, dat indertijd (gelukkig reeds jaren geleden) werkelijk in ernst is voorgesteld, de schoone Reguliersgracht te dempen en tot verbreeden verkeersweg" te maken. Een boekske van niemand minder dan wijlen JanVeth, getiteld Bedreigde Schoonheid", heeft zeker in dien tijd nog sterk medegewerkt om dit snoode plan te doen mislukken. En er zal waarschijnlijk nooit meer een geslacht opstaan, dat een dergelijk snood plan opnieuw zal aanhangig maken, voorzoover het betreft deze reeks buitengewoon schoone grachtjes. Er zijn echter eischen van den modernen tijd, waarbij het tot de onmogelijkheden behoort de oude schoonheid ongerept te handhaven. De N.Z. Voorburgwal, de Rozengracht, de Over toom zijn zoovele bewijzen van offers, welke gebleken zijn te moeten vallen. Ja, het eenmaal zoo buitenge woon mooie Warmoesgrachtje (thans Raadhuis straat tusschen Singel en Heerengracht) moest ver dwijnen. Dit zou zeker een der meest te betreuren offers zijn, hadde niet dit oude stukje stad, n door z'n oude architectuur, n ook en wel zeer voornamelijk door z'n oude boomen een karakter behouden zóó schoon, dat men thans, jaren en jaren na de demping, van dit stuk modernen verbindingsweg genieten kan, als hadde het immer zóó bestaan en niet anders. Dit is in zekeren zin een bewijs, dat in sommige gevallen demping nog niet synoniem behoeft te wezen aan verminking. Anders, geheel anders is het gesteld met het gedeelte Rokin tusschen Dam en Spui: het Rokin waaromtrent de meeningen thans zoo uiteenloopen. Hier, waar waarschijnlijk de oudste van ons tegen woordig geslacht zich niet herinneren kan, boomen ter weerszijden van het water te hebben gekend, boomen die aan vele onzer oude en juist aan de Een kort moment van overpeinzing en bespie» geling na den drukken arbeidsdag! En dan daarbij als kameraad het trouwe glaasje Bolsl Eiken een glaasje niet gebruikte grachten zulk een bijzondere bekoring geven. Hier is niet een levendige waterverbinding, die de communicatie met de overige grachten in stand houdt, communicatie, benoodigd voor doorvaart niet alleen, maar ook en in de allereerste plaats voor de noodige verversching meer dan gewenscht. Dit stadsgedeelte is, wat de aesthetische, de echt typische gracht-uitdrukkmg betreft, verstoken van alles wat maar even gelijkt op karakter." Dit doodloopende, breede slootje is in werkelijkheid niet anders dan de blinde darm van Amsterdam. In vroeger dagen werd dit stukje gracht beëindigd door een schilderachtige verhoogde afsluiting, waaron der een groote gemetselde boog met verwulf, welke in vorige eeuwen het water in staat stelde, zich voort te bewegen en in ververschings-verbinding te staan met het nmaal tot aan den Vijgendam doorgaande water, welk water weer in verbinding stond, evenals nu nog het overgebleven Damrak-water, met het open IJ. Hoe geheel anders dan het mooie, het echt typische karakter van dit thans nog levende en levendige Damrak-water, met z'n vele scheepkens en schuiten, dikwijls zelfs zeilschepen en bontgekleurde tjalken, met z'n achtergevels van Warmoesstraat-huizen, welke gebouwd zijn uit het water, geboren om uit het water op te rijzen, en daarom hun zoo specifiek eigen gracht-gevel karakter hebben hoe geheel anders nu is het zoo bestreden Rokin-gedeelte. Hier voelt een elk de dood-heid; de karakter-uiting van den blinden darm. Schoonheid van doorgaand, levend water is er allerminst te bespeuren. Niet alleen 's zomers, ook 's winters borrelen de vieze bedorven-lucht-verspreidende bellen dag en nacht uit de pikzwarte modderbrei op. Is het weer eenigszins warm, dan is zelfs een ritje in de tram daarlangs onuithoudbaar. Even voorbij het pontje" begint reeds de gansche tramwagen verpest te worden door een alles door dringenden, onuitstaanbaren stank. Tegen dat de tram den Dam bereikt heeft, is het voor een mensch met normale reukorganen walgelijk, en als de be stuurder u heeft doen verder glijden tot ver op het Damrak, ja dikwijls tot bij het Centraal-station, beheerscht nog de verpestende atmosfeer den geheelen tramwagen. Hoe de bepleiters van het behoud van water in het bedoelde Rokin-stuk dit alles willen doen samengaan met uitingen van de idee schoonheid", is werkelijk een raadsel. Waarlijk, deze blinde darm van Amsterdam is zelfs geen artikel van den meestal gewonen, onschul digen aard van dat soort. Deze blinde darm is reeds sedert jaren lijdende aan appendicitis en indien de schoone, sterke stad Am sterdam een schoongebouwd, sterk mensch ware geweest, deze schoone, sterke mensch had reeds lang opgehouden te bestaan. Dit alles zijn beschouwingen en vergelijkingen geweest van aesthetischen en hygiënischen aard. Ten overvloede komen daar nog bij de enorm zwaar wichtige eischen van het moderne verkeer. Zou het tegenover deze eischen, eischen waarmede in onzen tijd niet meer gespot mag worden en niet straffeloos gespot kan worden, niet mér dan betreurenswaardig wezen, om een vermeend schoon, maar inderdaad onschoon en ziek lichaamsdeel van onze schoone oude stad a tort et a travers te behouden? Men heeft beweerd: als dit gedeelte Rokin gedempt zou worden, dan zou men met een nieuwen sta-in-denweg zitten, nml. het gebouw Industria." Voor het rijverkeer zal dit geen sta-in-den-weg van beteekenis zijn, daar toch alle wagens gaande naar en komende van den Dam, juist hun snelheid aanmerke lijk moeten inkrimpen, omdat de Dam is eene groote kruising van verkeerswegen. En waarom zou uit aesthetisch oogpunt Industria" niet als afsluiting van dit stadsbeeld kunnen blijven dienen, allén omdat er geen water meer zou zijn van Spui tot Dam? . ^ . Als men eenige nuttigheidsgebouwtjes doet ver rijzen op de plaats waar nu het water" eindigt tegenover Industria", een gebouwen-reeksje of com plex van wachtkamers, kiosken, met bloemenkiosk bijv., men verbreedde het trottoir aan de stille zijde tot ongeveer waar nu het water loopt, en men plantte een dubbele rij boomen daarlangs, wier beëindiging zich verliest in of om het huisjes-complex, dan zou toch zeker reeds n mogelijke en gelukkige oplossing te bereiken zijn. Aan de brug tegenover Spui is zeker iets dergelijks in het klein te bereiken. De indertijd gehouden prijsvraag heeft trouwens meerdere ideeën naar voren gebracht. Ten slotte: wil Amsterdam zich beveiligen voor eene risée tegenover de vele buitenlanders, die we hopen en denken te zullen zien verschijnen als onze zeer welkome gasten in het jaar der Olympische Spelen, buitenlanders, die als niet-Amsterdammers allicht Amsterdamsche toestanden onbevangener zullen zien dan wij, de in onze stadsaangelegenheden begravenen, laat dan ook Amsterdam in 's Hemelsnaam zorgen, dat zij niet kunnen zeggen, eene moderne stad bezocht te hebben, welke lijdt aan appendicitis, zonder dat er iets anders tegen deze leelijke ziekte is gedaan dan: gepraat! A. VAN BAALEN, Architect KALVERSTRAAT AMSTERDAM GEOPEND NIEUWE ETAQE «ORDIJNSTOFFEN TAPIJ1 EN KARPETTEN DEKENS LINOLEUM ZOMCM DEMPEN OF N I E T? Het Rokin de ontstoken blindedarm van Am sterdam te noemen, is meer geestig dan juist. De waterverbinding en spuiïng Damrak-Rokin toch is nog wel degelijk aanwezig, gelijk op de officieele plattegronden der Gemeente trouwens duidelijk aan gegeven is. Zij loopt van het Rokin over den Dam langs het Damrak, ongeveer ter plaatse waar zich de tramrails bevinden. In hoeverre echter deze ondergrondsche communi catie in goede conditie verkeert, vermogen we niet te zeggen. De tegenwoordige vervuiling van het Rokinwater zou het tegendeel doen vermoeden. Dit neemt niet weg, dat het geenszins tot de onmo gelijkheden behoort, deze bestaande spuiïng te her stellen, en, zoo noodig, te verbeteren. Bij een ernstige behandeling van de noodzakelijk heid der al-of-niet demping moet dit spui ngsvraagstuk,alsonnoodig de gedachtenwisseling vertroebelend,, dus opzij geschoven worden; en geenszins mag er een argument vócMjfemping uit gedistilleerd wordenv gelijk verschillenden dit reeds deden. Technisch is het mooglijk, het Rokinwater behoorlijk te ververschen, indien daar de noodige zorg en moeite aan besteed worden. We willen hiermede niet zeggen, dat we daarom onvoorwaardelijk tegen demping zijn; doch alleen,. dat het bovengenoemde argument geen steek houdt. Een tweede, o.i. evenzeer ongegrond of niet ter zake doend argument, naamlijk: wat in 1928 de vreemdelingen wel van Amsterdam zeggen zullen, zoo in dat jaar het Rokin nog niet gedempt is," dient eveneens verworpen te worden. Dit zich door Hollanders voortdurend erop be roepen: wat de vreemdelingen wel van ons denken zullen?" begint zoo langzamerhand penibel te worden. Hoofdzaak is en blijft, wat wij met rede van ons zelf te denken hebben, en hoe we naar beste weten onze belangrijke vraagstukken dienen op te lossen. Wat vreemdelingen hier in Holland komen zoeken zijn allerminst weidsche boulevards. Die kunnen ze ook overal elders in de wereldsteden vinden; en dan heel wat grootscher en ruimer, dan dit in Amsterdam (zonder het totaal verlies van zijn karakter) ooit mooglijk zal zijn. Wat de globetrotters hier wél komen zoeken, is juist het schilderachtige, het pittoreske, de inti miteit, de levendigheid, het volle, compacte, zooaantreklijk leven onzer straten, en vooral ook de schoonheid onzer grachten, het water", dat in Amsterdam zoo prachtig over heel de stad verspreid en verdeeld is. En wat de boulevards" betreft, hiermede staat het geschapen als met de groote, internationale moderne hotels; over heel de wereld zijn ze dezelfde, Ze missen eigenheid, karakter, type, persoonlijkheidNiet dat we willen beweren, dat het gedempte 'Rokin door middel van een juiste ruimteverdeeling; en den aanplant van flinke boomenrijen niet in het algemeene stadsbeeld zou kunnen passen. Dat is zeer wel mooglijk. De inzendingen op de Rokinprijsvraag vermochten ons daarvan echter nog geenszins te overtuigen. En het is hierom, dat we voorstander zijn van het voorstel tot het uitschrijven eener hernieuwde, niet aan beperkende bepalingen gebon den prijsvraag, waarbij de inzenders tevens ver plicht worden, hun ontwerpen door juiste en duidelijke perspectieven omtrent hun denkbeeld over de toe komst van dit voorname deel van 't hart der hoofd stad toe te lichten. H, J. M. WALENKAMP CZ. BATENBURG & FOLMER (G. W. FOLMER) DEN HAAG, HUYGENSPARK22 BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS MBT SAPB-rNRJCHTINO VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE INTERNATIONALE TRANSPORTEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl