De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 22 januari pagina 20

22 januari 1927 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2590 Hier is de Kachel!!! een vulkachel, U kent toch het nieuwe systeem CENTRALE VERWARMING. Zoo niet, vraagt nog heden onze brochure: IN DEN WINTER DE ZOMER IN UW HUIS HERINGA & WUTHRICH, HAARLEM. Tel. 11966 Voor den Haag: C.OLOENBURQ Jr, Rijswijk. Tel. Den Haag R 410 TELEFOONTJE C H A .R I V A R I A DOOR CEL 2 indeukingen was aan de slapen en boven <}e neus van eenige groote wratten Voorzien, terwijl enkele kleinere schenen te zijn verdwaald geraakt op den grooten, doch scheeven, en hier en daar als het ware ingedeukten neus. De groenbruine oogen waren zoo onrustig van blik, dat zij door hunne te groote bewe gelijkheid en vooral door het gele wit, waarin deze als het ware uitvloeiden, voortdurend van kleur schenen te ver wisselen. De groote en breede, doch zeer zwakke mond sprong opvallend naar voren, hetgeen aan dit gezicht eene uitdrukking van wilskracht en vast beradenheid zou hebben kunnen verleenen, indien de hoewel eveneens zeer breede en beenige kin daaronder niet geheel was teruggeweken en als met een enkelen, flauw gebogen lijn tot den adamsappel verliep. ? Eensklaps was Orlink opgesprongen als was hem onverwachts een of andere gedachte te binnen geschoten en gejaagd en onrustig fluisterde hij voor zich heen: God weet wat er nu van mij worden zal, maar de huur voor het atelier zal ik in het vervolg in ieder geval niet meer kunnen betalen. En nu wan neer men geen vriend en geene leer lingen meer heeft, wat zou men dan voor den duivel met een atelier moeten .beginnen? Mijn werk zal ik thuis wel afmaken O, het hindert alles niets het hindert niets wanneer ik het maar bij mij heb.... Eigenhandig timmerde hij in korten tijd het noodige latwerk aan elkaer, waarin hij het doek verpakken kon, na het vervolgens met grauw papier en touw geheel omwikkeld te hebben. Doch toen hij het schilderij zoo geheel, mdoor hezelven verpakt, voor zich zag staan, beving hem eensklaps eene soort van vreemde verwondering, die zich schuchter en aarzelend in zijne ziel drong. Nu hij zijn werk, hoewel het bij hém was, toch op dat oogenblik niet meer zien kon, was het hem, als moest het daardoor noodzakelijk op eenigerlei wijze nog meer aan waarde of beteekenis voor hem gewonnen hebben. Hij liep onrustig voor het schilderij op-en-neêr, zonder het aan te durven raken, als kon het daardoor alleen reeds op eene wonderlijke wijze verdwijnen, gelijk een voorwerp in een doos of kist van een goochelaar op het geheimzinnig tooneel van een variété-theater. En plotseling boog Orlink het hoofd, als bukte hij zich voor iets, waartoe hij niet op mocht zien, en wellicht nog minder wilde, en fluisterde zacht voor zich heen: Wat zeiden zij ook weer? Ach ja, wat zeiden zij toch ook weer? Toen begon hij als door eene vreemde, onbegrijpelijke smart innerlijk bewogen, een verdriet zoo diep en groot, dat men er zelfs om zou moeten kunnen lachen om het te kunnen begrijpen, beurtelings heel zachtjes te schreien en heel zachtjes te lachen.... Doch ver schrikt zag hij plotseling op als een mensen, die op eene geheime, afschu welijke zonde onverwachts betrapt wordt. En als weer tot bezinning ko mende, en eindelijk een nieuw besluit nemende, dat toch niet anders zijn kon dan de uitvoering van wat hij zich reeds voorgenomen had, sjouwde hij geheel alleen het gevaarte naar buiten en zeulde het vervolgens de trappen af, zonder dat hij iemand op zijn zonder lingen tocht ontmoette, als bereidde hij een wanhopige vlucht voor in zijne eenzaamheid. Daarmede had Hamdof mij anders nog mooi even kunnen helpen, fluisterde hij ontevreden voor zich heen. Toen hij, na ook nog zijn schilderkist snel naar beneden te hebben gehaald, eindelijk met zijne wonderlijke bagage de straat had bereikt, glimlachte hij sluw voor zich heen. Hij wist, dat hij nog eene maand huurschuld te betalen had, doch daarom behoefde men zich niet meer te bekommeren, wanneer men zijne bezittingen maar in veiligheid had ge bracht. Inmiddels stroomde het zweet hem onder zijn zware vracht in stralen over het gezicht, terwijl hij met knik kende knieën verder strompelde. Voorbij gangers zagen hem vol verbazing na, straatjongens liepen lachend en joelend achter hem aan, tot eindelijk een vracht rijder zich over hem ontfermde en hem met zijne bagage tot voor zijne woning reed. Orlink, dien morgen nog geheel ten einde raad, glimlachte thans voort durend sluw voor zich heen, als ver heugde hij er zich over eene buiten gewoon handige onderneming op touw te hebben gezet, tot eindelijk zelfs de vrachtrijder hem vol verbazing begon aan te zien, en blij was toen hij hem tenslotte met zijne bagage aan zijne woning kon afleveren en zijn zonder lingen passagier kwijt was. Doch hier stuitte de onderneming van Orlink op een eersten, onverwachten tegenslag. De hospita, die hem dien morgen het eerst de ongelukstijding van den dood van Nathan Hamburger had medegedeeld, en niet alleen vol komen met de levensomstandigheden van Orlink bekend was, doch bovendien begrepen had, dat het hem vooreerst zeker aan middelen zou moeten ont breken haar het haar verschuldigde huurgeld te voldoen, had den tijd geduren de zijne afwezigheid, zonder zich verder om alle deze gebeurtenissen te bekom meren, doorgebracht met op tal van middelen te peinzen op welke wijze zij van haren spoedig lastig te worden dreigenden huurder zoo snel mogelijk verlost zou kunnen geraken. En toen zij haren kostganger nu naderen zag met al zijne gereedschappen, die hij tot nogtoe in zijn atelier had ondergebracht, zag zij hierin niet alleen een nieuw bewijs zijner reeds veranderde levens omstandigheden, doch daarin bovendien het middel, daar zij van hare gemeubi leerde kamers toch zeker geene schil derswerkplaats kon laten maken," Or link na een kort, doch niettemin hevig twistgesprek niet alleen te weigeren met zijn verpakte schilderij hare woning binnen te dringen, doch bovendien met zijn geheele hebben en houden onmid dellijk op straat te zetten. Op deze wijze begint hiermede de geschiedenis van dien laatsten dag voor Orlink, waarop geen nieuwe meer zou kunnen volgen, en die niet anders kan zijn dan van den ondergang van een volkomen talentloos mensch. 2-2-2-2-4 met den adjudant van Oeneraal van Ophorst? Met de dienstbode? Ben jij het Liserl? Herken je mijn stem niet meer? Toch ! Dat is lief van je. Weet je nog dat avondje op het bootje naar het Kalfje"? Dan ben je toch abuis. Wij zijn toch samen.... Juist! Nu ben je er! Zeg, Lies, is de Generaal thuis? Conferentie met Jan ter Haar? Over de demping van het Rokin? Als zij al de nota's die meneer van den Bergh er over indient, in het Rokin gooien, is die sloot meteen dicht. Maar waar praten de heeren dan over? Liserl, Liserl, wat ben je een ondeugd. Jij verandert toch ook niets en dat in die omgeving ! Denk je dat het over de Staten verkiezing is? Hommeles? Is de Generaal on deugend geweest! Wat zeg je? Is ie volgens Jan te democratisch? Zelfs te vrijzinnig-democratisch ! Als ik wat op den Generaal zou aan te merken hebben, dan zou het zijn dat hij als militair veel te weinig militant is. Liserl, hij is de gemoedelijkheid zelf en dat hebben wij juist in de politiek noodig. Is Jan zoo woedend, omdat de Generaal niet zelfstandig genoeg is? Ja, dat komt omdat hij, sinds hij wethouder is, zelfstandigheid op prijs weet te stellen. En nu loopt het mis met den Generaal voor de Provinciale Staten? En heb je iets van den Raad gehoord, Liserl? Is Frida ook tegen den Generaal? Dat kan ik niet gelooven, tenzij zij hem niet Generaal genoeg vindt. Je weet het, Liserl, jullie vrouwen dwepen met al wat militair is en ik heb het wel eens aan de oogen van Frida gezien dat zij het jammer vindt dat de Generaal nooit in uniform in den Raad verschijnt. Dat zou aan het korte woord dat hij er meestal spreekt bondigheid is ook een deugd, Liserl! meer gewicht bij zetten, net zoo goed als de roode fractie er nog altijd niet over heen is dat meneer den Exter zijn aansprekerscostuum niet aantrekt als hij in den Raad een van zijn redevoeringen ter aarde bestelt. Precies, Liserl. De Raad lijdt aan kleurloosheid op die manier. Wat zou hij als schouwspel er niet bij winnen als ieder der leden in de hem passende uni form aan de debatten deelnam ! Jan ter Haar in zijn majoorsjas van de d.d. schutterij, Klaas de Vries in zijn Cantonpak, Wierdels als redder met hoed en degen en Weiss in zijn Hongaren-dolman! Liserl, de vrouwen zouden zich bij elke zitting verdringen en wij zullen het dan beleven dat bij de verkiezingen het voor de vrouwen niet gaat om de politieke kleur der candidaten maar om hun uiterlijk schoon. En let eens op de eerepalm zal dan weggedragen worden door Valentino Arpad ! ARTISTIC DANCING Ik noteerde van Marianne Hartong een koolplant, waarmede deze schilderes een sprong in de goede richting deed." (N.R.C.) UITSPRAAK Een uitgesproken ;neiging tot drankmis bruik," (Gr.) Een uitgesproken voorliefde voor de poli tiek. Uitgesproken zin voor nuchterheid. Een uitgesproken politiek standpunt." (N.R.C.) Een zeer uitgesproken eigen karakter." (Hbl.) Ruim, luchtig en uitgesproken vrouwelijk zijn de nieuwe japonnen." (Tel.) Dat was haar uitgesproken plicht." (H. D.) Spelers met een uitgesproken talent voor het comische." (O. T.) Sloopen 'is gerechtvaardigd, wanneer er iets voor in de plaats komt, dat hetsloopen wettigt." (N. R. C.) Ook is sloopen gewettigd, wanneer er iets voor in de plaats komt, dat het sloopen rechtvaardigt. OP DE GLIBBERIGE PADEN Een der diep, zeer diep verborgen sleutels tot deze denkers-psyche is een ver weg smeulende, maar donker vibreerende menschelijkheid." (N. R. C.) Onze 'tweede soiree-avond. Gezien het succes van onzen eersten soiree-avond hebben wij gemeend zoo spoedig mogelijk een tweede avond te moeten organiseeren." (Het Geeltje) Ziehier een aardige oefening voor beginners in ons vak. Het hierbij behoorende grapje is gemakkelijk te vinden. RONDOM RONDOM, ROND, OM EN ACHTER Rondom den volkenbond. Rond het vraag stuk van amnestie. Van rond den Kerstmis tijd." (O. H. C.) Antieke cultuur om en achter het Nieuwe Testament." (Dr. de Zwaan) Deze omgeving", schrijft de N. R. C., vraagt om een voornaam, luxueus publiek," en de tegenstelling treft ons. HET AFSCHUWELIJKE WOORD Beiden zijn het fselsprekend eens." (N. R. C.) Dat is volkomen gewoon en fselsprekend." (Hbl.) Van moreel standpunt is dit eigenlijk fselsprekend." (Gr.) Dit land zal fselsprekend die haven kiezen." (De Wink.) Dit vond spr. fselsprekend." (Tel.) Het is de wil en de praktijk der Rijksbank, dat zij fselsprekend bereid is goud af te geven." (E. S. B.) Antwerpen zou gaarne haar concurrent Antwerpen overvleugelen. Fselsprekend." ( Volk) Zie je wel ! Jij bent het al met mij eens. Mijn hartelijke groeten aan den Generaal en troost hem maar. Het was toch eigenlijk geen gezelschap voor hem. Zoodra het bootje naar het Kalfje weer vaart, schel ik je op. Dag, kindje !.... CHAMPAGNE EXTRA D UMIN Y Agencei Comptoir des Pays-Ba» et de Paris, La Haye Voornaamste Kleedinqinrichtin op elk gebied TYP.: AMST. BOEK- EN STEENDRÜKKERIJ, V/H ELLERMAN, HARMS & CO.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl