De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 22 januari pagina 3

22 januari 1927 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Wo. 2590 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BEZUINIGING IN AMSTERDAM Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek (De Commissie van bijstand voor de Financiën en Belastingen zal een nader onderzoek instellen naar mogelijke bezuinigingen, waarbij onderwerpen met politieke strekking buiten beschouwing blijven) DE STEDEMAAGD : WAT IS DAT ALLEMAAL ?" WIBAUT: DAT ZIJN DE BEZUINIGINGEN MET POLITIEKE STREKKING. DIE OVERBLIJVEN HEB IK HIER IN MIJN PORTEFEUILLE l" VERHALEN EN LEGEN DEN VAN ISRAËL DOOR DR. E. SLIJPER Verhalen en Legenden van Israël verzameld ?door L. D. Staal. Met illustraties van L. Pinktiof. Zutfen, W. J. Thieme 1925. HET Bijbelverhaal heeft van oudsher bij het Joodsche volk gediend als bron van ethiek, prak tische zedeleer; de predikers schetsten een bijbelsche figuur, Abraham, Isak, Jacob, Josef, Mozes, in hun voordrachten, vooral op Sabbath-middag, en dichtten ?dan om die personen heen verhalen, soms om, wat ?onduidelijk schijnt in den tekst, toe te lichten, soms om ?op bevattelijke manier tot braafheid in handel en -wandel aan te sporen en tot Godsvertrouwen. Een .enkel woord, schijnbaar overtollig in het bijbelvers, geeft dan gereede aanleiding om een stuk zedeleer te behandelen. De Bijbel vertelt, dat Cham, vader van Banaan, de onbehoorlijke daad van zijn vader Noach ;zag. Waartoe dit vaderschap hier vermeld? Zeker, juist daarop komt het aan: want Cham, die zelf vader reeds Was en dus weten kon, hoezeer een onbehoorlijke daad van zijn kind hem grieven zou, had zich wel tweemaal moeten bedenken, voor hij tegenover zijn ?eigen vader de eischen der welvoegelijkheid vergat. Aan deze opmerking knoopt dan de predikant een 'preek vast over den eerbied voor ouders. Niet altijd t)lijven de volksredenaars op den beganen grond. Zij dichten en dan verdwijnt in hun phantasie alles, wat aan tijd en plaats gebonden is. Gretig luistert het ?oor van den eenvoudigen van ziel naar die verhalen, ?Waar God zeer kameraadschappelijk met de menschen -spreekt of hun zijn engelen zendt met een opdracht. De naieve man, die in het leven van eiken dag een rslimheid ontwikkelt, waartegen weinig bestand is, luistert en gelooft deze verhalen; hij kent de alom tegenwoordige Engelen bij hun naam, Michaël, ?Oabriël, Uriël en Raphaël, hij kent Satan Mekatterig ??(van het Grieksche Kategoros, Aanklager) den geest der booze verleiding, die altijd op den loer ligt om den mensch te vangen. Vraagt ge hem of hij daar nu Werkelijk aan gelooft, dan vindt hij uw vraag dwaas. Hij Wenscht in dit ?opzicht niet door uw kritiek gestoord te worden; hij Wenscht de voortbrengselen van zijn verbeelding te blijven bewaren als een geestelijke Weelde en hij zou het u kwalijk nemen, als ge het waagde met uw weten schap en uw logische argumenten hem te berooven van zijn schat, dien ge hem niet vergoeden kunt door het «negatieve, dat ge hem ervoor zoudt in de plaats geven. Op Vrijdagavond, Wanneer hij uit de synagoge naar huis gaat, begeleiden hem twee engelen, een goede en een kwade. Is de huiskamer tereere van den Sabbath verlicht, staat de tafel gedekt en is er rust in de Woning, dan roept de goede engel: zoo zal het ook den volgenden Sabbath zijn ! en de kwade engel kan niet anders dan Amen hierop zeggen. Is het anders, branden de lichten niet, is er geen sfeer van feestelijkheid in de huiskamer, dan roept de kwade engel: Zoo zij het ook den volgenden Sabbath en dan moet de goede engel hierop Amen zeggen. Eens vroeg een Romeinsche Keizer een Joodschen geleerde: Hoe komt het toch dat uw spijzen op Sabbath zoo goed smaken? Keizer, wij hebben een specerij, waarmee Wij die spijzen kruiden, die geeft ze dien biezonderen smaak ! Wel, kunt ge mij die specerij niet ook eens geven? Zeker, de specerij wil ik u geven, maar Weet, dat zij u niet baten zal; want haar kracht geeft ze alleen hem, die den Sabbath eert en dien in acht neemt! Dergelijke verhalen zijn er bij menigte. Zij zijn gedeeltelijk te vinden in de tallooze bundels Midrashiem, die naar de Bijbelboeken geordend, door August Wünsche in het Duitsch vertaald zijn; gedeeltelijk ook in de zoogenaamde Maaseh (gebeurtenis) boeken, stijl Er-was-eens-een...., die in het Joodsch-Duitsch der Middeneeuwen gedrukt zijn, meer in het biezonder voor de vrouwen, die het Hebreeuwsch niet verstaan en de Sabbath-middag-voordrachten niet bezoeken. Zulke Maaseh-boeken zijn buiten koers geraakt, zoodra de dagen der Verlichting aanbraken en de profane literatuur die oude getrouwen verdiong; de exemplaren zijn voor den bibliophiel ware schatten geworden, zoo dat van Rödelheim 1753, Sulzbach 1783, Wilmersdorf, Amsterdam 1723. Wie de joodsche volksziel Wil leeren kennen, putte hier uit een nog steeds niet verdrogenden bron; want de laatste decenniën zijn het de Chasidiem ver halen, van J. L. Perez, Blumenthal, Shalom Asch, David Pinski, Zangwill, die in vertalingen vooral door Arthur Landsberger (Das Volk des Ghetto, Das Ghettobuch, 5e druk 1916 München Georg Muller) ook hier te lande bekend geworden zijn. Wie deze bundels leest, ziet hoe weinig betrouw baar voor de kennis van de ziel van het Joodsche volk de verhalen zijn van Heyermans, Schuurman e.d., die hun visie, subjectief, geven van een zeer, zeer klein gedeelte van dit miljoenen-volk en van zulke personen, bij wie het joodsche van hun ziel wel sedert eenige generaties al dood is. Toch verschillen deze Chasidiem verhalen hemels breed van de oud-Palcstijnsche of Babylonische Midrashim en hun Middeleeuwsche bewerkingen in de Maaseh-boeken. Die Chasidiem verhalen zijn door trokken van den geest van de mystieke Oost-Europeesche Joden, het zijn volksverhalen, uit de volks massa genomen en tot deze sprekend, zonder ethische tendens, zonder eenig verband ooit met de Bijbel en haar exegese. Zijn de Midrash verhalen dikwijls anoniem, de Poolsche vindt ge naar hun auteur precies gedateerd. Juist om die groote verschillen had de bewerker van de Verhalen en Legenden of Legenden en Verhalen van Israël beide titels heeft het boek?niet ook van de Chasidiem verhalen moeten opnemen in dit deel; hij neemt er maar twee op, als staal misschien, maar dan ware het nuttig geweest den leek te wijzen op den omvang van dit aparte genre litteratuur. De ver houding twee tot zooveel andere brengt den nietdeskundige in dwaling. Uit belangstelling zij het mij geoorloofd hier eenige wenken te mogen geven voor een herdruk. Het zou dit boek zeker ten goede komen, wanneer de bewerker zich tot voorbeeld genomen had de ver zameling van M. J. Ben Gorion, Der Born Judas, of wanneer hij, zooals Kuttner, van wien hij zooveel over genomen heeft, onder ieder verhaal de bron vermeldt, zoowel tot orienteering van den lezer, die uit belang stelling wel wat meer weten wil van zulk een verhaal, als tot zijn eigen verantwoording. In het verhaal op pag. 184 is het bij Kuttner een raadsheer, die Benajah Salomo ontfutselt; heeft de bewerker soms een reden om dit weg te laten? Is het een verzinsel van Kuttner? Staat het in het Maaseh boek zóó of is het een omissie van den bewerker? Kuttner laat Salomo met Steine schaakspelen, het zullen wel geen steenen, maar stukken geweest zijn ! Dan zou in een herdruk in plaats van die Chasidiem verhalen toch beter wat meer uit de Josef-legenden op zijn plaats zijn ! Josef komt er hier met twee ver halen kaal af ! En deze cyclus is zoo rijk en zoo zinrijk ! Misschien krijgen Hoofdstuk XV en XVI een anderen titel ! Oosterlingen zijn voor ons al deze verhalen, niet bepaald die uit het Oosten" en uit de Middeleeuwen, dit zijn echte sagen, die hier medegedeeld worden, van geheel ander karakter dan alle andere in dit boek en ook uit een ander geestelijk milieu voortgekomen. Het zou zeker aanbeveling verdienen met een enkel Woord hierop te wijzen; want de lezer, die iets meer verlangt dan verhaaltjes die boeien, zal zich aan de ongelijk soortigheid storen en onvoldaan of niet begrijpend het boek uit de hand leggen. De bewerker wil blijkens zijn voorwoord, juist belangstelling wekken voor Joodsch folklore. Welnu, ben Gorion is dat gelukt; den bewerker van dit boek kan dat ook gelukken, als hij zijn voorbeeld volgt. Leonard Pinkhof heeft vaak verrassende illustraties geleverd bij deze verhalen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl