Historisch Archief 1877-1940
No. 25$)
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VOOR VROUWEN
WAT EEN MAN DENKT
VAN EEN
VROUWENCLUB
DOOR OTTO VAN TUSSENBROEK
N het zeer lezenswaardige artikel in de Groene"
van 20 November U. door Mevrouw Mansfeldt
-de Witt Huberts over La Duchesse d'Uzès en het
Vrouwenkiesrecht" werd onder meer vermeld dat
laatstgenoemde voorzitster is van de zgn. Lyceumclub
.,,die", aldus de schrijfster, internationaal is aange
sloten bij de vrouwenclubs over de geheele wereld,
.zoodat leden van de Haagsche of Ainsterdamsche
Vrouwenclubs ook toegang hebben."
Hier is een derde vereeniging vergeten, nml. de
IMijmeegsche Vrouwenclub, welke mede aangesloten is
i>ij het Lyceumverband. Deze lapsus, maar ook de
toevallige omstandigheid dat ik met den arbeid en
?de inrichting der Nijmeegsche Vrouwenclub (o.a.
«door een door mij voor de leden gehouden cursus op
.kunstgebied van zeer nabij bekend ben), geven mij
gereede aanleiding een en ander daarover mede te
<leelen, te meer waar in zeer kort tijdsverloop reeds
opmerkelijk veel werd bereikt.
Het is mejuffrouw C. Andréde la Porte geweest,
?die tot de oprichting den stoot heeft gegeven. Er
.toestond in Nijmegen een zgn. Lees-Museum, dat ech
ter met moeilijkheden te kampen had.
Tijdens een verblijf in Kopenhagen werd mej.
Andréde la Porte tot presidente van dit Museum
benoemd, doch de kennismaking met een
Vrouwenleeszaal aldaar bracht haar, in Holland teruggekeerd,
tot het voorstel om de thans aan haar leiding toever
trouwde instelling om te zetten in een Vrouwenclub.
Aldus geschiedde en met succes! Reeds spoedig
.kon met een aantal van 180 leden (de Club telt nu
reeds over de 250 leden!) tot de stichting worden
overgegaan. Kort daarna kwam men door aankoo p
in het gelukkig bezit van een eigen woning aan de
.Sloetstraat en daar is thans sedert 20 Januari 1925
.het centrum van nuttige werkzaamheid gevestigd,
?want dit nu is het sympathieke: er wordt gewerkt.
Het gaat niet uitsluitend om ontspanning of vermaak,
integendeel: er gaat kracht van deze club uit. Ver
schillende commissies, uit de leden gevormd, zorgen
voor het houden van tentoonstellingen, het
organi.?seeren van voordrachten en cursussen op velerlei
gebied; er is eene uitgebreide boekerij, welke onder
goede hoede staat van mej. O. E. G. Meuleman, die bij
?voortduring de belangstelling weet levend te houden
?voor nieuwe uitgaven e.d. en er is ook een leestafel
met tal van tijdschriften enz.
Wanneer dan nog vermeld wordt dat een flinke
hadkamer en twee ruime logeerkamers de leden en
Jiare introducée's ten dienste staan, dan blijkt wel vol
doende uit dit alles dat men doelbewust het zoo
noo-dige saamhoorigheids-gevoel en niet minder ook den
gemeenschapszin bevordert en zonder twijfel kan de
volijverige presidente-directrice, die geheel haar tijd
<waarmede zij te woekeren weet want zij is tevens
gemeenteraadslid) aan dit alles geeft, tevreden zijn !
Vroeger zou men aan dergelijke instituten als
Vrouwenclubs niet gedacht hebben, doch hoezeer heeft
-alles zich gewijzigd en ten goede ontplooid in een
vrijsr en blijder leven der vrouwen. Welk een niet te
onderschatten voordeel is, om eens een enkel
voorbseld te noemen, de zekerheid om in het buitenland
steeds een pied a terre" te vinden want in Engeland,
Frankrijk, Duitschland, Zwitserland, Zweden, Italië,
«Griekenland, ja zelfs in Australiëen China vindt imn
«clubs waar de leden niet alleen vrijen toegang hebben,
tnaar veelal ook op allerlei wijzen faciliteiten
be.komen. Onmiskenbaar is voor velen dit alles van
groot belang.
' Eendracht maakt macht" geldt ook hier en
hoeveel goeds gaat er niet voor de vrouwen uit ver
schillende kringen der samenleving schuil in de geboden
gelegenheid elkander op neutraal terrein te ontmoeten
en elkanders werk te leeren kennen en waardeeren;
rzich te ontwikkelen door het lezen van tijdschriften
en boeken in leeszaal en bibliotheek; tentoonstellingen
«n voordrachten te organiseeren en daarvan den
heilzamen invloed te ondergaan
Maar vóór alles trof mij de goede geest der leden
onderling en de groote ernst en toewijding van het
Bestuur der Club.
Waar deze factoren samengaan heeft de toekomst
.goede kansen !
WAT DE MODE BRENGT
Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer' door
Ne/ly Hcyligers
Avondjapon van licht grijze crêpe de Chine met
onderrokje van Zilverbrocaat
KIEKJES UIT HET
KINDERLEVEN
DOOR C. DOZY
Vraagt steeds
VAN OUDS HET BESTE MERK
\~\T EL hadden ze nog niet ten volle den leeftijd
»* bereikt, waarop jongens behoefte gevoelen
zich bij eene vereeniging aan te sluiten, maar toch
wies de drang om de meening, de gedachten van ande
ren te vernemen, om zich zelf te hooren spreken en
zich hierdoor te vinden en te ontwikkelen, dermate
in hun kleine hoofdjes, dat ze er ten slotte geen weer
stand meer aan konden bieden.
Maar een vereeniging om zich bij aan te sluiten,
kenden ze niet. Met den aanvang van het schooljaar
zou de oudste zijn intrede doen in eene inrichting
van middelbaar onderwijs, en op de lagere school,
die de beide anderen nog bezochten, voelde men alleen
voor voetbal en bijzondere sportneigingen hielden
ze er niet op na. Ze voelden zich dus wel gedwongen
een vereeniging te stichten.
En zoo ontstond ze dan, de vereeniging die zich
ten doel zou stellen in de menschen de liefde voor
de natuur aari te kweeken". Ze hielden immers zelf
zooveel van buiten zijn, van bloemen, van vogels,
dat ze zich niets mooiers en niets beters konden denken
dan er toe mede te werken, dat iedereen ook zoo zou
genieten, als zij. En in stilte dachten ze aan de vrije
middagen, die buiten doorgebracht zouden worden
om nieuwe indrukken op te doen en hun kennis te
verrijken.
De natuur is de leermeesteres van alles" zou haar
naam zijn, en in ware hartstocht werden de eerste
vergaderingen uitgeschreven.
Een groote vergaderzaal hadden ze niet noodig. Er
waren slechts drie leden, waarvan den oudste de functie
van president, den tweede, die van penningmeester en
den derde, die van secretaris toebedeeld werd.
Wat waren ze ernstig, zakelijk en gewichtig, die
vergaderingen !
Onderwijl vloog de zomer en 't najaar om; de winter
kondigde zich aan, en de gelegenheid om uit te vliegen
en nieuwe indrukken op te doen, werd zeldzaam. Men
raakte op de vergaderingen zoetjes aan uitgepraat,
tot het denkbeeld meer van de vereeniging te doen
uitgaan, nieuwe gezichtspunten opende. Men zou
meer naar buiten werken, en ze besloten hunne ge
dachten nu en dan saam te vatten in den vorm eener
brochure en deze ter inzage te zenden aan wie er zich
voor interesseerde. Niet aan jongens van de lagere
school, die waren niet ernstig genoeg en ook de oudste
durfde nog niet onder de nieuwe schoolmakkertjes
bekend te maken, wat er in zijn binnenste omging.
Ijverig togen ze aan het werk. De president schreef
niet van de belangen der vereeniging, maar over plan
ten en vogels, die hij op zijn zwerftochten gezien had.
Dan volgde de penningmeester, die de kas, die uit
een paar dubbeltjes bestond, onbesproken liet, met
iets te vertellen, dat betrekking had op de natuur en
de secretaris eindigde het geschrift met een of ander
dier te beschrijven, dat door den mensch slecht be
handeld werd of op wreede wijze gedood. Hierbij werd
meestal de ondergaande zon niet vergeten en vol
afschuw besloot hij met de dames niet te begrijpen,
die zulke doodgemartelde beesten, verwerkt tot bont,
wenschten te dragen.
Zoo hadden ze zich een tijd bezig gehouden, toen
de penningmeester, die minder neiging tot het voeren
der pen had, de leegte van een vereeniging zonder
leden, begon te hinderen, al was 't dan ook niet uit
gebrek aan kasgeld, want verkwistend was 't bestuur
niet. Of was het een onbewust verlangen naar andere
werkzaamheid, dat aanleiding was tot zijn voorstel
tot uitbreiding der vereeniging? En de gedachte groei
de aan tot het willen aanschaffen van boeken op na
tuurhistorisch gebied. Maar hiertoe zou veel geld
noodig zijn, vond hij en jongens waren meest slecht
bij kas. 't Zou daarom niet onverstandig zijn ook leden
onder de groote menschen te werven, want die konden
ten minste betalen. Met algemeene stemmen werd 't
voorstel aangenomen en besloten tot een
propagandaavond om nieuwe leden te winnen.
't Werd een hoogst gewichtig feest! 's Middags
werden er al groote papieren opgehangen met aan
duidingen, waarover de sprekers 't woord zouden
voeren, met als grootste attractie, de rede van den
secretaris over voorwereldlijke dieren, verduidelijkt
door lichtbeelden.
De president was 's middags in alle stilte in de weer
een ijzerdraad van moeders afgedankte lampenkap
door groen en bloemen om te tooveren in een krans.
't Zou een lauwerkrans voor den hoofdredenaar worden.
Linten mochten er natuurlijk ook niet aan ontbreken
en stilletjes werd de doos met haarlinten van zus door
zocht, 't Prachtstuk was haast klaar, toen de secretaris
om 't hoekje keek, en weg was alle vreugde, want
hij weigerde pertinent te zullen spreken, als hij dat
ding" zou krijgen. De tranen van den president'be
vochtigden rijkelijk groen en bloemen, toen moeder
binnen kwam.
Snikkend vertelde hij alles; dat 't geld van de ver
eeniging voor niets zou zijn uitgegeven en een feest
avond zonder bloemen was niet echt, een krans hoorde
er bij, hij had er nog pas een voor een winkelraam zien
hangen.
Moeder wist gelukkig raad. Waarom zou de presi
dent, die de vereeniging al zoo lang zoo goed geleid
had, niet gelauwerd het feest besluiten?
En verheugd over die oplossing werden de tranen
gedroogd en de gezichtjes keken weer vroolijk de
wereld in.
Toen de gasten kwamen zat zus, de secretaris en
de penningmeester hadden 't veel te druk, aan een
klein tafeltje met papier, potlood en spaarpot voor
zich, aan den ingang van de kamer om de nieuwe
leden te noteeren en de contributie te innen, want men
was voor boter bij de visch.
De feestavond werd een groot succes voor de ver
eeniging. Alles liep naar wensch van stapel. Er werd
druk geapplaudiseerd. 't Publiek toonde zich zeer
welwillend en onthield zich van kritiek op de rede
voeringen tot na afloop van het geheele programma.
Tot slot besteeg de penningmeester nog eens met
gewichtige schreden het podium, nadat de voorzitter
de genoodigden bedankt had, en hing na eenige gloed
volle woorden den krans om den hals van den presi
dent.
Eenige maanden later was de vereeniging ter ziele.
Ze scheen niet te kunnen voortbestaan met ouderen,
maar ze herleefde kort daarop weer onder de school
jeugd onder een anderen naam, waar ze in vele ge
moederen een vruchtbaren bodem vond.
OVER BOEKEN EN TIJD
SCHRIFTEN
Bakvischjes lief en leed, door EMMY BENARD.
Geïll. door Freddy Langeler. (Van Holkemaen
Warendorfs' Uitg. Maatsch. Amsterdam.)
Een frisch, aardig boek, dat ons de wederwaardig
heden geeft van Mies Verhoeve, die bij de familie
Altenaar in huis komt. Door jaloezie van enkele
klasgenooten heeft zij het niet altijd prettig, maar
zij slaat zich er flink door heen en trouwt later haar
jeugdvriend Bob Bredevoort. w.
Boter met Rijksmerk
geleverd door
OUD-BUS SE M"
is het beste van het beste.
Verzending per postpakket door het geheele land.
TELEFOON 139 - Post-adres: NAARDEN.