Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2591
I S R A L S
WEZEN EN
DOOR J. ORNSTEIN?HOOFIËN
WILLEN SPREEKZAAL
De beleekenis van Achad Haam
T_I ET kraakt en het werkt aan alle kanten, in den
** dorren boom des Jodendoms. Het Jodendom was
verdord, versteend. Het officiëele Jodendom, hét
Jodendom, dat was immers tot op onzen tijd de ortho
doxie, hét traditioneele, wetsgetrouwe, overgeleverde
Jodendom, dat berustte op de Leer die het in de
oogen zijner aanhangers kant en klaar op den
Sinaïhad ontvangen, die het achttien eeuwen lang
op al zijn zwerftochten had meegedragen. De Leer,
door de Rabbijnen omgeven door een haag, door een
tuin, door een heel doornbosch van overleveringen en
interpretaties, allen tot haar behoud strekkend, die
zelf weer gelijkmatig heilig en onaantastbaar werden,
waaraan geen tittel of jota veranderd mocht worden.
Verstard, versteend, de kern mét de schaal. Een juk
van plichten die men op zich nam, die men vervullen
moest. Men deed ? voor denken bleef geen tijd. Over
den zin van hetarmzalige leven dat het Joodsche volk
voortsleepte dacht men niet voor de toekomst;
behalve dan voorzoover aan een vage
Messiasverwachting werd vastgehouden koesterde men geen
hoop, aan het Verleden was men in eerbied gebon
den, ja gekluisterd, veeleer dan dat men met levende
liefde en oordeel des onderscheids zich daarin ver
diepte.
Met n slag heeft Herzl's stoutmoedige fantasie:
de Jpdehstaat, een eind gemaakt aati de lethargie
waarin het volk was verzonken. Maar zijn schepping,
het Zionisme, hoezeer ook nieuwe energieën erdoor
gewekt werden, bleef in de sfeer van het
politiekeconomische leven.
Vernieuwing, vernieuwing! In den geest moet het
volk herboren worden! Wat baat elke sociale, elke
politieke verandering? Die raakt slechts den
uitwendigen toestand van het volk. Hernieuwing naar den
geest! Een stroom van nieuw leven moet het in de
Schrift" versteende joodsche hart vernieuwen"....
.Zoo predikte Achad Haam.
Achad Haam, (Ascher Günzburg) de groote Joodsche
denker, die kortgeleden te Tel-Awiw, in het centrum
van het moderne Joodsche Palestina, is overleden.
Essayist, philosooph, man van weinig woorden, korte
opstellen, heeft hij op de huidige generatie van het
Joodsche volk een ontzaglijken invloed gehad. Schrij
ver van een excellent Hebreeuwsch, vertaald in
een rtog excellenter Duitsch 1), voortgekomen uit het
Oosten hij was geboortig uit een aanzienlijke Chas
sidische familie in Zuid-Rusland doch voortreffe
lijk kenner van Westersche wetenschap en bescha
ving, is hij zoowel in het Oosten als in 't Westen voor
de groote Joodsche beweging die men als de Renais
sance van den Joodschen geest aanduidt, van be
slissende beteekenis geweest. Hij was wel vleesch van
het vieesich, bloed van het bloed der Prophéten. De
ondeugden van zijn tijdgenooten, de hardnekkigheid
en wederspannigheid, het egoïsme en de pralerij, de
geestelijke armoede, de ordeloosheid" hij heeft ze hun
voorgehouden. Hem bezielde diezelfde brandende
begeerte naar bekeermg, naar waarachtigheid in het
gemoed diezelfde dorst naar God, God uit den
hemel te halen, in het eigen gemoed te verwezenlijken,
Qqd te veroveren ? die de Profeten bezielde. Hij
gebruikte moderne vormen voor zijn prediking, en zijn
woorden waren bezadigd. Maar zijn geest niet.
Zoo is Achad Haams groote invloed op het huidige
nu welhaast het vorige geslacht te verstaan: de
geest van het volk was door Herzl wakker geschud en
voor het grootsche doel in beweging gezet. In het
gemoed, in het hart van het volk, heeft Achad Haam 2)
het zaad tot nieuw leven uitgestrooid.
Alle de korte opstellen in den bundel ,,Am
Scheidewegé" verzameld, zijn stuk voor stuk bekend en
welhaast klassiek geworden. In het oorspronkelijk in
het Hebr. tijdschrift Pardess", Odessa 1905 ver
schenen stuk Die Lehre des Herzens" was het vooral,
dat Achad HaSm zijn opvattingen over de Over
levering, de Mondelinge en de Schriftelijke Leer ont
vouwde. Over de Mondelinge Leer, de Leer van het
Hart> die de levende bron was waaruit het religieus
ethisch gevoel steeds gevoed werd, zoolang die leer
nog niet door de Rabbijnen was opgeschreven en
daardoor versteend. Maar zoolang het volk in zijn
eigen land leefde, klopte dat Hart nog, had het nog
den moed, in zich zelf de Leer te zoeken, zich zelf als
het criterium voor de Schrift te zien: ,, Wat uzelf
gehaat is, doe dat ook uwen naaste niet aan daarin
VAN NELLE'5TABAK
KWAÜITEIT
ALOM VERKRIJGBAAR
ligt degeheele Leer besloten" ".... Van deze bekende
uitspraak van den schriftgeleerde Hillel die kort voor
Christus' geboorte leefde, geeft Achad Haam de
origineele opvatting: in het Hart alleen is het eenige
criterium voor het goede te vinden. Niet in de Schrift.
En het ongeluk van het volk is geweest dat het
Hart versteend is, toen de mondelinge Leer werd
opgeschreven en vastgelegd. Dat het volk de Schrift
is gaan dienen, critiekloos in plaats van op zijn eigen
hart zijn levende, ethiek-scheppende kracht te
vertrouwen.
Men voelt licht de ketterij, het revolutionaire in
deze gedachtegangen, geuit in een wereld van Traditie
en dienen van de Schrift, zooals ik hierboven trachtte
te beschrijven. Thans zijn deze opvattingen onder de
moderneren gemeen goed. Maar in onze jeugd waren
zij een openbaring. Was het dus mogelijk, zóó tegen
over de Leer en de traditie te staan? Niét alles te ver
werpen omdat het immers voor den modernen mensch
onaannemelijk was, maar te schiften? De traditie op
zijn plaats te zetten: als traditie. Niet als eeuwig
geldende wetten. Daar zijn de grondbeginselen, de
kern, waaraan vastgehouden moet worden (zóó
revolutionair was Achad Haam niet, dat hij met
Klatzkin c.s. eiken vasten inhoud van het Jodendom
verwierp. Revolutionair is Achad Haam niet, en
nooit, al heeft hij dan revolutionneerend gewerkt).
Daar de kern, hier de schaal, de traditie die niet
behoort vastgelegd te zijn maar die behoort doorgezet
te worden....
Dat ;s een verstrekkende gedachte. Hoe hij in dit
geslacht wortel heeft gevat, blijkt o.a. uit een in
Holland pas verschenen brochure uit orthodoxen
kring 3), op welke brochure ik nog hoop terug te
komen.
Priester und Prophet" is een ander der meest
klassieke stukken. Een heldere en doordringende
analyse van het wezen, den taak van den Profeet, de
elementaire kracht, de nzijdigheid die de werkelijk
heid negeert en negeeren moet, de man van'onvrede
en van strijd voor de geheele aarde" zooals Jeremia
zelve getuigt. En de priester: de man die niet meer het
onmogelijke maar alleen het mogelijke eischt, die niet
meer tegen de realiteit maar in naam der werkelijkheid
leeft en strijdt. Dit is voor eiken godsdienst zoo
en de gedachte, voor het Jodendom uitgewerkt,
geeft een nieuw en treffend aspect voor de volks
geschiedenis, dat is de volksontwikkeling. Ook daar
door: door het relief, door het leven, dat hij in de
geschiedbeschouwing bracht, heeft Achad Haam de
schoone taak van den geschiedschrijver vervuld: de
liefde tot de geschiedenis gewekt, het zich verbonden
gevoelen met de
vorigegeslachten,dusookdesolidariteit en het nationale gevoel bij het tegenwoordige.
En regelrecht tot het tegenwoordige geslacht
wendde hij zich in het vlijmscherpe artikel Aeussere
Freiheit und innere Knechtschaft, in het
Hebreeuwsche tijdschrift Haméliz" in 1891 verschenen. In
1891, vijfjaren vóór Herzl's Jodenstaat, jaren vóórdat
het Zionisme aan West-Europa de oogen geopend had.
En hoe raak wordt in dit stuk de innere Knecht
schaft" van de West-Europeesche Joden geteekend,
van hen die in betrekkelijke uitwendige vrijheid levend
zich overgaven aan de fin-de-siècle illusie dat weten
schap geestesvrijheid beteekent, vrijheid van inner
lijke banden, van vooroordeelen. In plaats daarvan,
hoe gebonden, moreel en intellectueel geknecht toont
ons de Oost-Europeesche schrijver zijn Westersche
volksgenooten (het artikel is geschreven naar aan
leiding van een in 1890 te Parijs verschenen bundel
opstellen van bekende mannen, allen strijders voor
emancipatie en gelijke rechten, zooals Theodore
Reinach, Adolf Frank, Munk e.a.) De stemming bij
deze voormannen legt Achad Haam zonder genade
bloot: hun angst voor het opkomend antisemitisme
(het was in de dagen van Déroulède en eenige jaren
vóór het proces-Dreyfus), dien zij zich toch ontveinzen
willen, hun ber-patriotisme dat hen gebiedt zich van
het Joodsche volk los te maken, ja het bestaan van
een Joodsch volk te loochenen. Heel die gekunstelde
theorie van de Religie als eenig bindmiddel en van de
Missie des Jodendoms een religie waaraan zij zelf
niet geloofden, en een Zending die niets van hen
vergde. En dat alles, hun ziel en hun zaligheid, hun
moreele en intellectueele vrijheid, verkocht voor de
schotel linzen der Emancipatie!"
Ook deze gedachten zijn thans, zooal;;niet geheel
gemeengoed, dan toch niet nieuw meer. Maar in dien
tijd waren zij het: ze waren nieuw, ze prikkelden, ze
joegen op, ze schudden wakker, ze wekten tot nieuw
leven!
Zóó toegerust met een toekomst, met een grootsche
taak die het zelfbewustzijn deed ontwaken; gewekt
tot zelfinkeer, die den geest en het hart vernieuwd
heeft, is het moderne Jodendom gerijpt om n zijn
eigen Historie n zijn godsdienstige tradities in het
nieuwe licht te beschouwen en te herzien.
En met koortsachtigen ijver is het aan den gang
gegaan: het is zijn houding tegenover de groote
phenomena zijner geschiedenis gaan herzien. Over
Jezus is een boek verschenen van de hand van Prof.
Geachte Redactie,
Het zij mij vergund een enkel woord in het midden'
te brengen naar aanleiding van hetgeen de heer
Herman Middendorp over mijn boek De betaoverde
tuin schreef in De Groene" van 6 Jan. 1.1.
In de vele jaren, die achter mij liggen en waarin er
van allerlei op verschillend gebied van mi} is uit
gegeven, is er natuurlijk goede, zoowel als slechte
critiek op mijn boeken geschreven. Het is nu echter
voor het allereerst, dat ik opkom tegen een bespre
king". Zeer gaarne gun ik den heer Middendorp het
genoegen mijn boek niet naar zijn smaak te vinden,
maar er bestaat in de republiek der letteren nog iets.
als fatsoen en goede manieren. Zijn bespreking"
is echter niets dan wat zinnen met beleedigende
woorden.
De inhoud van De betooverde tuin is langzamerhand
gegroeid uit de practijk van jarenlangen arbeid, over
wegingen en waarnemingen, na zorgvuldige schifting;
van alles, wat in het kader van dit boek paste.
Staat nu niet elke eerlijke en ernstige arbeid, wie ook
de schrijver of schrijfster is, te hoog voor een be
spreking", die niets heeft van een rustige, geargu
menteerde beoordeeling?
Het moet mij voorkomen, dat alle critiek uit den
booze zou zijn, wanneer door een middelaar tusscheit
een talrijk lezerspubliek als dat van De Groene" ett
een boek, hetwelk , hoe ook beschouwd, door lange
ervaring als de mijne recht van bestaan heeft, zulk
een werk niet besproken", maar slechts uitgescholden1
wordt, ook al ben ik er vast van overtuigd, dat het
leven van geestesarbeid van iets anders en
hoogersafhankelijk is dan van opvattingen, door den een of
ander zonder meer neergepend.
Critiek, van belang voor lezer en schrijver beiden,
stelt andere eischen dan die, welke de heer Midden
dorp schijnt te kennen of te eerbiedigen.
Elke criticus en elke lezer hebben het recht naar
een, boek wel of niet te luisteren, wel of niet er mede
in te stemmen, maar de schrijver is er ook nog,
tegenover wien ten minste de wellevendheid in acht
mag genomen worden.
Met dank voor de plaatsing,
Hoogachtend
IDA
HEIJERMANS
Wanneer ik hetgeen ditmaal door bijzondere
omstandigheden niet geschied is kennis had ge
nomen van de recensie van den heer Middendorp,
voordat zij in dit blad verscheen, zou ik hem in over
weging hebben gegeven den toon daarvan te wijzigen,.
hem overigens volle vrijheid van oordeelen latende.
K.
Klausner, van de Hebreeuwsche Universiteit
teJeruzalem 4), dat een geweldigen weerklank, en wijf
het een zóó gevoelige plek raakte, ook een sterke
reactie in de Joodsche wereld heeft gewekt. Over den
rol der Profeten zijn de inzichten aan het gisten; en.
een merkwaardig hoofdstuk vindt men in het
pasverschenen overzicht over de Joodsche geschiedenis
van den Amerikaanschen Jood Lewis Browne.
En wat ons niet in de laatste plaats aangaat en
onze belangstelling wekt: in de kringen der
Hollandsche orthodoxie heeft zich een stem doen hooren de
boven geciteerde brochure van S. Pinkhoff bedoelen
wij die meeningen heeft verkondigd, perspectieven
geopend heeft, welke tot op onze dagen van een op
recht vromen Jood ondenkbaar waren geacht.
Hierover in een volgende kroniek.
1) Zijn bekendste werk is de bundel essay's ,,At'
Paraschat Derachim", Am Scheidewege", vertaald1
dooor Pro]. Friedlander.
2) Het Hebreeuwsche pseudoniem beteekent:
nvan het Volk.
3) Vooruitzichten" door S. Pinkhoff.
4) Verschenen in het Hebreeuwsch, vertaald in het
Engelsch door Canon Herben Derby.
RECTIFICATIE
In ,,de Amsterdamsche Bijzonderheden" van Prof.
Dr. H. Brugmans (zie vorig nummer) staat eenige
keeren de naam Don. Dit moet zijn: D o u.
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER 6 Co.
os evo o\o DEN HAAG <^o o^o ovs
AMSTERDAM - ARNHEM
Bewaarplaatsen voor Inboedels