De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 29 januari pagina 5

29 januari 1927 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2591 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND HET ROKIN-VRAAGSTUK DOOR DR. J. G. VAN DILLEN p INDELIJK zal er dan nu toch binnenkort een ?*-* principieele beslissing ten aanzien van het Rokinvfaag^uk genomen worden. Het werd tijd ! Bij een zoo gerekte behandeling kan de aandacht onmogelijk gespannen blijven. Het lijkt wel alsof de voorstanders van demping het beginsel der afmattingsstrategie' in toepassing willen brengen, waarbij zij er blijkbaar op speculeeren, dat zij hardnekkiger zijn dan hun tegenstanders. Onwillekeurig denkt men aan hetgeen geschiedde bij den strijd over de plaats van het Centraal-Station, ruim een halve eeuw geleden, al speelde de aesthetische kwestie daarbij slechts een ondergeschikte rol. Oorspronkelijk was het idee van de afsluiting van het Open Havenfront door den gemeenteraad met groote meerderheid verworpen; en toch hebben na jarenlangen strijd de enkele hardnekkige voorstanders der afsluiting het pleit gewonnen, eigenlijk alleen door de afmatting hunner tegenstanders, omdat ten slotte iedereen gevoelde, dat er iets moest gebeuren". Doch hoe spoedig kwam men, toen eenmaal het onheil geschied was, tot het inzicht, dat hetgeen als een onvermijdelijk heid" was voorgesteld, in waarheid de meest onpractische, de voor handel en scheepvaart meest ongewenschte oplossing was, die denkbaar was! Terwijl het eenige aspect van de stad van den IJkant voor altijd was geschonden. Ook de strijd over het Rokin duurt al jaren lang. Een prijsvraag wordt uitgeschreven, waarbij met opzet aan de voorstanders van behoud van het water de mededinging onmogelijk gemaakt wordt. Ondertusschen wordt de bestrating verwaarloosd en laat men het water vervuilen. Aan een plan voor decentra lisatie van het verkeer, waardoor vanzelf het Rokin ontlast zou worden, wordt niet gedacht. Zoo wordt het psychologische moment voorbereid, dat iedereen zal zeggen, dat er toch iets moet gebeuren" ! Ik zal hier niet opnieuw de argumenten der verkeerscommissie bespreken. Hoe futiel deze zijn, is m.i. voldoende aangetoond door Henri Polak in het Handelsblad van 18 Dec. en in de nota's van mr. van den Bergh. Dat, wanneer men de zaak uitsluitend uit een verkeersoogptint bekijkt, demping de voorkeur verdient, wil ik wel aannemen. Maar dat de voor standers van demping van een onvermijdelijkheid" spreken, bewijst toch wel, dat ook zij zelf hun gebrek aan argumenten beseffen en dit nu door groote woor den willen aanvullen. Dempen is in elk geval een onherstelbaar kwaad. Mocht de oplossing met het nrichtingsverkeer op den duur onvoldoende blijken, dan kan men later altijd nog tot demping overgaan. Intusschen bestaat voor een mislukking van de proef met het nrichtingsverkeer m.i. weinig gevaar, vooral niet wanneer men tevens waarop prof. Bonger onlangs heeft aangedrongen het principe van decentralisatie, afleiding van het verkeer tn't het centrum, toepast en dus niet al het verkeer door n ader stuwt. De groote fout der verkeersautoriteiten is, dat zij slechts n belang zien. Doch er is ook nog het belang van de handhaving van het zeer bijzondere, haast eenige karakter van Amsterdam als grachtenstad. Dat is allereerst een aesthetisch en historisch belang, doch het heeft in verband met het vreemdelingenRUSSISCHE GOEDE MANIERE N" Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer" door L. J, Jordaan Combinatie 3 kamers ? 1275.- ? 1750.Huiskainer, Salon, Slaapkamer HEEBEnGBACMT5OO AM5TEBDAM 11 AAM) Kostelooze opslag voor latere levering. Franco door geheel Nederland DANK JE?EERST GOEDE MANIEREN LEEREN, JUFFERTJE!'' verkeer?-ook wel degelijk een materieelen kant. Men zegge nu niet, dat het slechts over een deel, het minst mooie deel, van het Rokin gaat. Van het andere gedeelte wordt immers ook een strook afgenomen, waardoor het aan fraaiheid zal inboeten. Doch boven dien: uitvoering van het plan der verkeerscommissie zal ten gevolge hebben, dat er van de decentralisatie niets komt. De mooie verkeersweg zal integendeel het verkeer aantrekken; het zal er dus steeds drukker worden. Dan komt het oogenblik, dat men de demping van wat dan nog slechts een rest", een treurig over blijfsel" van het Rokin is, onvermijdelijk" zal gaan heeten. Grimburgwal en de Oudczijds Burgwallen zullen dan ook hun lot niet ontgaan. De heer ir. De Graaf heeft in een interview (Han delsblad van 18 Dec.) er over geklaagd, niet ten onrechte ! dat men de schuld van minder gewenschte veranderingen altijd uitsluitend aan de verkeers autoriteiten geeft, terwijl men toch deze, ondanks wat gemopper, steeds hun gang laat gaan. Want, per slot van rekening moeten wij, als men ons zegt: spaar de boomen, spaar het aspect, het koste wat het wil" onze handen thuis houden". Het zal wel niet zoo bedoeld zijn, maar men kan hierin een bedekte uitnoodiging tot den gemeenteraad lezen om ditmaal eens voet bij stuk te houden en tot de heeren te zeggen: regel het verkeer zoo goed mogelijk, maar onder conditie dat ge het Amsterdarnsche karakter van het Rokin spaart" ! In een ander orgaan heb ik er reeds op gewezen, dat, wanneer men zou voorstellen n der kanalen van Venetiëte dempen, geheel Italiëzou protesteeren. Mogen zij, die dezer dagen in de Rokinkwestie een beslissing moeten nemen, bedenken, dat wat de kana len voor Venetiëzijn, de grachten zijn voor Amsterdam. BOEKBESPREKING K. Michadis. De zeven zusters. Vert. v. A. J. Vorstman-ten Have. Leiden z.j. A. W. Sijtlioff's Uitgeversmij. Iedereen kent in zijn omgeving wel gezinnen, waarin het eigenaardige gevoel van saamhoorigheid bestaat, dat alles wat dat gezinsleven raakt, tot een geheel aparte hoogte van belangrijkheid opvijzelt. Als men er op visite komt, hoort men niets anders dan mededeelingen, die betrekking hebben op vader en moeder, broers en zusters, en desnoods nog over neven en nichten en enkele andere menschen, die tot op zekere hoogte met het gezinsleven n geworden zijn men luistert beleefd toe, en als men op straat komt, is men het weer vergeten. Zoo'n indruk kreeg ik uit dit boek, ook al zitten de zeven zusters verspreid en al bereiken ze elkander bijna uitsluitend per brief. Want de roman is in briefvorm geschreven, nagenoeg allemaal brieven van de zusters onderling. Die vorm van het boek werkt er nog toe mee, om het karakter van enge afgeslotenheid in familieverhouding te versterken, ook al zijn het volstrekt niet allemaal kleinigheden, waar het in dit verhaal om gaat. l£r is niet voldoende ruimte in het boek; deze zeven zusters zijn geestelijk te klein behuisd. Toch is er iets aardigs, iets genoeglijks, iets gezelligs in. De brieven van Ville, de vroedvrouw, bijvoor beeld, zullen het bij een groot aantal lezers wel doen, en trouwens, het heele boek heeft een zekere frischheid, die bekorend werkt, ook al is het overigens een opper vlakkig en onsamenhangend verhaal. H. M.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl