Historisch Archief 1877-1940
No. 2591
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HET ROKIN-VRAAGSTUK
DOOR DR. J. G. VAN DILLEN
p INDELIJK zal er dan nu toch binnenkort een
?*-* principieele beslissing ten aanzien van het
Rokinvfaag^uk genomen worden. Het werd tijd ! Bij een
zoo gerekte behandeling kan de aandacht onmogelijk
gespannen blijven. Het lijkt wel alsof de voorstanders
van demping het beginsel der afmattingsstrategie'
in toepassing willen brengen, waarbij zij er blijkbaar
op speculeeren, dat zij hardnekkiger zijn dan hun
tegenstanders. Onwillekeurig denkt men aan hetgeen
geschiedde bij den strijd over de plaats van het
Centraal-Station, ruim een halve eeuw geleden, al
speelde de aesthetische kwestie daarbij slechts een
ondergeschikte rol. Oorspronkelijk was het idee van
de afsluiting van het Open Havenfront door den
gemeenteraad met groote meerderheid verworpen;
en toch hebben na jarenlangen strijd de enkele
hardnekkige voorstanders der afsluiting het pleit
gewonnen, eigenlijk alleen door de afmatting hunner
tegenstanders, omdat ten slotte iedereen gevoelde,
dat er iets moest gebeuren". Doch hoe spoedig
kwam men, toen eenmaal het onheil geschied was,
tot het inzicht, dat hetgeen als een onvermijdelijk
heid" was voorgesteld, in waarheid de meest
onpractische, de voor handel en scheepvaart meest
ongewenschte oplossing was, die denkbaar was!
Terwijl het eenige aspect van de stad van den IJkant
voor altijd was geschonden.
Ook de strijd over het Rokin duurt al jaren lang.
Een prijsvraag wordt uitgeschreven, waarbij met
opzet aan de voorstanders van behoud van het water
de mededinging onmogelijk gemaakt wordt.
Ondertusschen wordt de bestrating verwaarloosd en laat
men het water vervuilen. Aan een plan voor decentra
lisatie van het verkeer, waardoor vanzelf het Rokin
ontlast zou worden, wordt niet gedacht. Zoo wordt het
psychologische moment voorbereid, dat iedereen zal
zeggen, dat er toch iets moet gebeuren" !
Ik zal hier niet opnieuw de argumenten der
verkeerscommissie bespreken. Hoe futiel deze zijn, is m.i.
voldoende aangetoond door Henri Polak in het
Handelsblad van 18 Dec. en in de nota's van mr. van
den Bergh. Dat, wanneer men de zaak uitsluitend uit
een verkeersoogptint bekijkt, demping de voorkeur
verdient, wil ik wel aannemen. Maar dat de voor
standers van demping van een onvermijdelijkheid"
spreken, bewijst toch wel, dat ook zij zelf hun gebrek
aan argumenten beseffen en dit nu door groote woor
den willen aanvullen. Dempen is in elk geval een
onherstelbaar kwaad. Mocht de oplossing met het
nrichtingsverkeer op den duur onvoldoende blijken,
dan kan men later altijd nog tot demping overgaan.
Intusschen bestaat voor een mislukking van de proef
met het nrichtingsverkeer m.i. weinig gevaar, vooral
niet wanneer men tevens waarop prof. Bonger
onlangs heeft aangedrongen het principe van
decentralisatie, afleiding van het verkeer tn't het
centrum, toepast en dus niet al het verkeer door n
ader stuwt.
De groote fout der verkeersautoriteiten is, dat zij
slechts n belang zien. Doch er is ook nog het belang
van de handhaving van het zeer bijzondere, haast
eenige karakter van Amsterdam als grachtenstad.
Dat is allereerst een aesthetisch en historisch belang,
doch het heeft in verband met het
vreemdelingenRUSSISCHE GOEDE MANIERE N"
Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer" door L. J, Jordaan
Combinatie
3 kamers
? 1275.- ?
1750.Huiskainer, Salon, Slaapkamer
HEEBEnGBACMT5OO
AM5TEBDAM
11 AAM)
Kostelooze opslag voor latere
levering. Franco door geheel
Nederland
DANK JE?EERST GOEDE MANIEREN LEEREN, JUFFERTJE!''
verkeer?-ook wel degelijk een materieelen kant. Men
zegge nu niet, dat het slechts over een deel, het minst
mooie deel, van het Rokin gaat. Van het andere
gedeelte wordt immers ook een strook afgenomen,
waardoor het aan fraaiheid zal inboeten. Doch boven
dien: uitvoering van het plan der verkeerscommissie
zal ten gevolge hebben, dat er van de decentralisatie
niets komt. De mooie verkeersweg zal integendeel het
verkeer aantrekken; het zal er dus steeds drukker
worden. Dan komt het oogenblik, dat men de demping
van wat dan nog slechts een rest", een treurig over
blijfsel" van het Rokin is, onvermijdelijk" zal gaan
heeten. Grimburgwal en de Oudczijds Burgwallen
zullen dan ook hun lot niet ontgaan.
De heer ir. De Graaf heeft in een interview (Han
delsblad van 18 Dec.) er over geklaagd, niet ten
onrechte ! dat men de schuld van minder
gewenschte veranderingen altijd uitsluitend aan de verkeers
autoriteiten geeft, terwijl men toch deze, ondanks wat
gemopper, steeds hun gang laat gaan. Want, per
slot van rekening moeten wij, als men ons zegt:
spaar de boomen, spaar het aspect, het koste wat
het wil" onze handen thuis houden". Het zal wel niet
zoo bedoeld zijn, maar men kan hierin een bedekte
uitnoodiging tot den gemeenteraad lezen om ditmaal
eens voet bij stuk te houden en tot de heeren te
zeggen: regel het verkeer zoo goed mogelijk, maar
onder conditie dat ge het Amsterdarnsche karakter
van het Rokin spaart" !
In een ander orgaan heb ik er reeds op gewezen, dat,
wanneer men zou voorstellen n der kanalen van
Venetiëte dempen, geheel Italiëzou protesteeren.
Mogen zij, die dezer dagen in de Rokinkwestie een
beslissing moeten nemen, bedenken, dat wat de kana
len voor Venetiëzijn, de grachten zijn voor Amsterdam.
BOEKBESPREKING
K. Michadis. De zeven zusters. Vert. v.
A. J. Vorstman-ten Have. Leiden z.j.
A. W. Sijtlioff's Uitgeversmij.
Iedereen kent in zijn omgeving wel gezinnen, waarin
het eigenaardige gevoel van saamhoorigheid bestaat,
dat alles wat dat gezinsleven raakt, tot een geheel
aparte hoogte van belangrijkheid opvijzelt. Als men
er op visite komt, hoort men niets anders dan
mededeelingen, die betrekking hebben op vader en moeder,
broers en zusters, en desnoods nog over neven en
nichten en enkele andere menschen, die tot op zekere
hoogte met het gezinsleven n geworden zijn men
luistert beleefd toe, en als men op straat komt, is men
het weer vergeten.
Zoo'n indruk kreeg ik uit dit boek, ook al zitten de
zeven zusters verspreid en al bereiken ze elkander
bijna uitsluitend per brief. Want de roman is in
briefvorm geschreven, nagenoeg allemaal brieven van
de zusters onderling. Die vorm van het boek werkt er
nog toe mee, om het karakter van enge afgeslotenheid
in familieverhouding te versterken, ook al zijn het
volstrekt niet allemaal kleinigheden, waar het in dit
verhaal om gaat. l£r is niet voldoende ruimte in het
boek; deze zeven zusters zijn geestelijk te klein
behuisd.
Toch is er iets aardigs, iets genoeglijks, iets gezelligs
in. De brieven van Ville, de vroedvrouw, bijvoor
beeld, zullen het bij een groot aantal lezers wel doen,
en trouwens, het heele boek heeft een zekere frischheid,
die bekorend werkt, ook al is het overigens een opper
vlakkig en onsamenhangend verhaal. H. M.