De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 29 januari pagina 9

29 januari 1927 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2591 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VOOR VROUWEN D E VROUW ALS POLITIEBEAMBTE DOOR N. MANSFELDT?DE WITT HUBERTS P het Congres van den ,,Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht en gelijke Burgerschapsrechten voor de vrouw" in Mei?Juni 1926 te Parijs gehouden, werd ook een speciaal comitébenoemd, dat de nood.zakelijkheid en het belang van vrouwen bij de politie, :zou bespreken. Dit werk was reeds lang voorbereid ?door artikelen die in Jus Suffragii, het Maandblad van dien Wereldbond, waren verschenen, zoodat er spoedig overeenstemming gevonden werd voor de ?volgende resoluties: a. Aan vrouwelijke politiebeambten dezelfde positie ?én dezelfde macht toe te kennen als aan haar manlijke ?collega's. Haar hulp voornamelijk in te roepen in gevallen waarbij vrouwen, jeugdige personen en kinderen die noodig hebben, bovenal in preventieven izin, wat de jeugd betreft. Bij punt b en c werden voornamelijk de Reglemen teering en openbare huizen van ontucht besproken en .afkeuring geuit, dat daarvoor vrouwelijke politie zou moeten dienen. Voor Nederland en meer landen, was dit gelukkig reeds een overwonnen standpunt. COMMANDANT MARY S. ALLEN .hoofd van de vrouwelijke politie te Londen, die binnen kort in Amsterdam eene lezing komt houden d. De vrouw: politiebeambte moet een goede vóóropleiding doormaken, daar vooral practische naast theoretische kennis vereischt wordt. e. om haar prestige tegenover het publiek te steunen maar ook tot eigen beveiliging, moet de vrouw-politie beambte het recht hebben uniform te dragen. ?. Het is zeer gewenscht dat de vrouw, politie beambten zich in een eigen organisatie, onder vrouwe.lijke leiding, vereenigen. g. Voortdurende samenwerking met Vereenigingen van Liefdadigheid en tot Maatschappelijk hulp betoon'is zeer noodig en gewenscht. Aan de afgevaardigden uit de vele landen die in dit -comitézitting namen, werd opgedragen te trachten deze resoluties in haar land tot uitvoering te brengen. Gelukkig konden de Nederlandsche afgevaardigden mededeelen dat in verschillende steden van ons land reeds vrouwelijke politie werkzaam is. In 1911 heeft de Nationale Vrouwenraad aan Mej. C. M. Beaujon verzocht een rapport uit te brengen omtrent den werkkring van vrouwelijke Politie assistenten. Mej. Beanjon heeft daarvoor voornamelijk in Duitschland haar onderzoek gedaan. In 1912 heeft zij (thans Mevr. Mr. Werker-Beaujon) dit zelfde onderwerp voor haar dissertatie gebruikt. Veel andere lectuur over dit onderwerp bestaat er ten onzent niet, behalve eenige artikelen in tijd. schriften van Mej. Dina Sanson, die in 1911 in Rotter dam haar werkkring als politiebeambte begon en van -den heer Hogendijk, commissaris van Politie te .Amsterdam, chef van (iet bureau Kinderpolitie. Ik veroorloof mij eenige regels uit hunne geschriften te citeeren. Mej. Sanson schrijft: Resultaten van ons werk zijn zeer duidelijk waarneembaar, doch niet onder cijfers te brengen. De politiebeambte is tusschenpersoon, geeft raad, verwijst naar vereenigingen, rapporteert aan den Voogdijraad en den Officier van Justitie en, zoo er een is, aan den kinderrechter. Telephoneert naar de verschillende inrichtingen, opdat de menschen niet van het kastje naar den muur worden gezonden. De resultaten blijken pas, als er van de kin deren menschen zijn geworden. Door het volk wordt de vrouwelijke politie zeer gewaardeerd, naar boven (behalve bij de sociale werkers) is de instelling der vrouw, politiebeambte en de kinder politie, nog lang niet genoeg bekend of begrepen. Het werk bij de kinderpolitie is prachtig, want mannen hebben (behoudens uitzonderingen) niet dat geduld voor dit subtiele werk en bijv. niet die tact die noodig is, om het vertrouwen der moeders te winnen. * Daar het bekend was, dat het lot van buiten echtelijke kinderen, voor weinig geld bij vreemden uitbesteed, vaak allerbedroevendst was, behoort het houden van toezicht op deze kinderen ook tot de taak der vrouw, politiebeambte". In Rotterdam zijn thans 4 vrouwelijke ambtenaren, 2 beambten. In Amsterdam 3 vrouwelijke ambtenaren, 4 be ambten. In den Haag 2 vrouwelijke ambtenaren en 4 be ambten. In Utrecht l vrouwelijke ambtenaar. In Bussum l vrouwelijk ambtenaar. De ambtenaren staan gelijk met de inspecteurs, de beambten met de agenten. Deze worden ook wel assistenten genoemd en staan sociaal hooger dan de gemiddelde agent. Zij hebben dezelfde bevoegdheden als het mannelijk personeel, zijn onbezoldigd RijksVeldwachter. Aan de vrouw, ambtenaren worden dezelfde eischen gesteld als aan de inspecteurs. Zij moeten echter wat ouder zijn, levenservaring hebben, kennis van sociale toestanden en sociaal werk. De tegenwoordige ambte naren en assistenten zijn gerecruteerd uit sociale werk sters, verpleegsters en juristen. Een speciale opleiding voorde vrouwelijke politie bestaat nog niet. Sommigen volgden een politie-cursus die aan de mannen wordt gegeven. In sommige steden gaat zij in de rangen der politie op, wat de promotie betreft, in andere (Rotterdam bijv.) niet. De heer Hogendijk schrijft: Bij dit belangrijk onderdeel van het werk (klachten van ouders over hun kinderen) spelen de inspectrices een hoofdrol. Zij spreken als regel met ouders en kind en geven de maatregelen aan, die het meest in het belang van het kind moeten worden geacht; zij brengen dus ook het contact tot stand tusschen de ouders en de particuliere kinderbeschermende vereenigingen of instellingen. Dat vrouwen hier meer kunnen bereiken dan mannen, zal wel niemand betwisten. Een vrouw is over het algemeen beter in staat het vertrou wen van de jeugd te winnen en kan dikwijls beter de oorzaken van haar verkeerdheden, onbezonnenheden, uithuizigheid of onhandel baarheid begrijpen dan een man. En ook spreekt een moeder, vooral als het gaat over onzedelijk gedrag, zich gemakkelijker uit tegen een vrouw. Bij een politie die inziet, dat zij ook op sociaal gebied een taak te vervullen heeft, kan naar mijne meening de vrouwelijke ambtenaar niet worden gemist. De kinderpolitie werkt preventief, correctief en als het niet anders kan ook repressief en wil niet anders zijn dan de raadgeefster, helpster of beschermster in de eerste instantie. Niet altijd de sterke arm", maar eerst en vooral ,,de helpende hand". De hoofdgedachte bij al het werk der vrouwen n bij de zeden n bij de kinderpolitie is: voorkomen is beter dan genezen". Toen in 1921 op verzoek van de redactie van het Algemeen Handelsblad de hoofdcommissarissen van politie te Amsterdam, Rotterdam en den Haag zich over den arbeid der vrouwelijke ambtenaren hebben uitgesproken, luidde dit oordeel als volgt: Amsterdam: Bij het onderdeel der politiezorg, dat zich op het terrein der Kinder- en Zedenpolitie beweegt, is voor de vrouw een vruchtbaar arbeidsveld wegge legd; zij heeft hier hare geschiktheid tot vruchtdragenden maatschappelijke!! arbeid voldoende be wezen". Rotterdam: Bij de politie, een instituut, dat op de meest ruwe, maar ook op de meest subtiele wijze met de maatschappij in aanraking komt, zijn vrouwelijke ambtenaren onmisbaar". Den Haag: door vrouwen, in het ambt van inspec teur van politie, wordt inderdaad nuttig werk ver richt. Het groote terrein, waarop de politie, dag en nacht staande midden in het volle mcnschenleven, in aanraking komt met al hetgeen dat leven in zijn ontel bare schakeeringen beroert, maakt, naar mijn oordeel, het werk van vrouwen bij de politie onmis baar". VOORJAARSPAKJE Teekening voor t/e Groene Amsterdammer" door Nelly Humfeld Middagjapon van beige charmelaine. Ceintuur en driehoekjes op de mouwen geborduurd met kunstzijde. Rokplooien op zijde afgemaakt met vier knoopjes BOUWT LS HEF OOSTEKR4RK IBIITHOVEN 4 INLICHTINGEN VERSTREKT DC DIRECTIE ""*??--??: TEier.INT. Nfl OVER BOEKEN EN TIJD SCHRIFTEN Een klein meisje al/een, door J. P. ZOÜMERS?VER MEER, eïll. door Freddy Langeler. (Van Holkema en Warendorf's Uitg. Maatsch. Amsterdam). Klein Lineke wordt na den dood van haar moeder door den veearts en zijn vrouw als kind aangenomen. Vroeger had zij er al eens gelogeerd. Heerlijk had zij het er gevonden. Hoe vriendelijk waren Oom en Tante", zooals zij de veearts en zijn vrouw noemde! En hoe vroolijk en grappig vond zij Henk en Hans ! Toch voelt zij zich er nu den eersten tijd vreemd, maar langzamerhand wanneer zij naar school gaat en Oonnie haar vriendinnetje wordt, raakt zij er thuis en geniet van de vriendelijkheid, die zij van alle kan ten ondervindt, omdat zij het kleine meisje alleen" is. DRINK WEINIG MELK maar goede melk, van betrouwbaar GEZOND VEE. HOFSTEDE OUD-BUSSEM, KERKSTRAAT 187. TELEFOON 49344.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl