Historisch Archief 1877-1940
No. 2592
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
DRAMATISCHE KRONIEK
DOOR TOP NAEFF
Vereenigd Tooneel .? De Dic/a/or, door
Jules Romains
T_J ET verwondert mij eigenlijk, dat dit werk van
?*? ?*? Jules Romains in Frankrijk en in Duitschland
in het algemeen zoo'n slechte pers heeft gehad. Mij
dunkt, er zijn in de laatste jaren niet veel stukken
geschreven van dit gehalte. Modern naar den inhoud,
die heenwijst naar de wellicht weer naaste toekomst,
waarin niet langer de partijen" zullen regeeren, maar
de enkele uitstekende, zich hun verantwoordelijkheid
bewuste mannen elkander de hand zullen reiken.
Modern ook naar den vorm. Op het eerste gezicht
lijkt deze al te schematisch, doch bij diepere beschou
wing beantwoordt hij aan het hedendaagsch ideaal,
dat in het expressionisme zijn exces overleefde, maar
waarvan de grondslagen: een bondig aanwerken op
synthese, met vermijding van zooveel mogelijk détails,
met felle suggesties en ruime perspectieven, behouden
bleven. In mijn hart ben ik, ook waar het om
ideeën" heet te gaan, realiste, en zoo kan ik dan ook
niet zeggen, dat deze vorm mij bevredigt, dat ik er
niet een en ander in mis, wat voor mij het tooneelbeeld
zou hebben gecompk-teerd en den indruk zou
hebben verlevendigd. Wanneer bijvoorbeeld de
Dictator", de volkstribuun Denis plotseling ge
roepen op den hoogsten post, waar hij tegen de agitatie
zijner vroegere kameraden en zijn eigen theorieën in,
het gezag heeft te handhaven, dat in de praktijk niet
verloren ken gaan gewaagt van de stroomen
telegrammen", die bij het uitbreken der stakingen de
onrust van de straten overbrengen in de gespannen
stilte van zijn bureau, dan zou ik daar wel eens
wat van willen zien: om mede verontrust te worden.
Maar dat neemt toch niet weg, dat ik ook hier de an
dere methode, die van dit ouderwetsche"
stemmingmaken niet weten wil, kan waardeeren, omdat Jules
Romains z'n korte suggesties zóó scherp heeft weten
te stellen en zijn dialoog zoo levend, beeldend, en
opden-man-af heeft kunnen schrijven. Het is ongeveer
als met den brand in de Oijsbreght,", wij moeten
goed luisteren om ons aan den gloed van het gebruike
lijk schijntje bengaalsch" te kunnen warmen. Ro
mains' dialoog is innerlijk van een haast
Schilleriaansche warmte; romantiek, maar van de goede
soort: intellectueel doorleefd. Op een terrein het
terrein der politiek in het dagelijksch leven en op
het tooneel voorbestemd voor de holle phrase, hooren
wij hier nagenoeg doorloopend bewogen
menschelijke woorden, de geheele fragmentarische concep
tie wordt erdoor gedragen en geschraagd.
Het hangt bij een dergelijk, door den schrijver
opzettelijk schetsmatig gehouden werk, natuurlijk nog
meer dan bij een naturalistisch" stuk, af van de
interpretatie der rollen, wat er in de vertooning van
wordt. Ik zag De dictator" bij toeval twee maal in
n week, in Berlijn, waar het stuk als een persoonlijk
groot succes van Bassermann repertoire maakt, en
in Amsterdam, waar Dirk Verbeek de hoofdrol ver
vult. Aanleiding tot vergelijking vind ik nauwelijks,
doch wel is er n essentieel verschil kenmerkend
voor de beide vertooningen: in de Duitsche werd het
werk bijna een gedicht in Nederland bleef het
zakelijk en werd het tendentieus.
Dit laatste houd ik voor niet juist, aangezien
Romains' conclusie: de triomf van het verantwoorde
lijkheidsbesef, niet het gevolg is van beginselen en
drijfyeeren, maar als het ware uit de natuur zelf
groeit, die na zooveel theorie, thans aan de praktijk
herinnert, en in naam van rede en menschelijkheid
dit compromis der staatshoofden, gekroond of
ongekroond, eischt.
De volksafgevaardigde Denis is een natuurkracht,
die allengs zichzelf bewust werd. Als beschaafd en
intellectueel man staat hij in dit geval dichter bij
den modernen koning, welke door schade en schande
leerde en weet wat het beteekent: mede verantwoor
delijk te zijn, dan bij zijn ouden jeugdvriend Féréol,
die zijn revolutionaire droomen aan geen praktijk
heeft kunnen toetsen, en onder de versleten leuzen
zijner, evenals hij, aan de fantasie overgeleverde
broeders, in de theorie van het vak" te verstarren
dreigt. Het gesprek tusschen de beide laatsten,
waarbij Denis den anarchist, die de stakingen provo
ceerde, het spoorwegboek onder den neus duwt, als
het symbool van het geweldig raderwerk, dat hij, de
man voor wien het avontuur werkelijkheid werd, thans
beheerschen moet, willen de rampen te overzien blijven
en de maatschappij, het algemeen belang, hoe-ook,
ten slotte weer op adem komen, is een te eerlijk too
neel om het tendentieus te noemen, al kent men het
woord fascisme" in dit verband. Denis offert zijn
vriend, hij moet dit doen omdat hij diens spelen met
lucifers verouderd acht voor den Staat, welke den
modernen eisch vervulde: den volksleider plaatste
naast den troon. Zijn meer gevorderde menschelijk
heid, zijn zelfbewustzijn en zijn goede trouw dwingen
hem Féréol te laten vallen, wat dit aan zijn hart ook
kost, en wat daarvan voor zijn persoon de
conse. quenties mogen zijn. Het is jammer, dat de schrijver
? hier in-de richting van de romantiek zóó ver gaat
Féréol ter plaatse gevangen te laten nemen, hetgeen
de gedachte aan een valstrik wekt. Het stuk zou
waardiger besloten zijn, wanneer deze daad in de
naaste uren als een onvermijdelijk gevolg van dit
gesprek te raden was gegeven; gelijk zich ook het lot
van Denis, die deze daad zal moeten boeten met zijn
leven, voorspellen laat.
Wanneer van de opvoering door het Vereenigd
Tooneel maar een beetje warmte was uitgegaan....
Bij de regie van mevrouw Ranucci?Beekman zag men
overal de gaten, scheen alles berekening, wat als
groei was bedoeld. Dat Dirk Verbeek tegen de rol
van den Dictator niet opgewassen was, zal wel
niemand ontkennen. Zijn steeds op het uiterlijk effect
gericht spel ontnam aan de figuur alle menschelijk
heid, alle trouwhartigheid. In den ijdelen strever
herkenden wij nauwelijks den geboren heerscher uit
het bergdorp, in wien de grootsche natuur zuiver
werkt, en die als een bergstroom ten slotte zijn weg
vindt naar de bedding, waar, naar de eeuwige wetten
van orde en evenwicht, het ontketend geweld zich
omzet in rustige kracht.
Paul Huf, Féréol, ook in zijn uiterlijk te veel een
salon-revolutionair, miste den eenvoud van den
oprechten idealist, die zich klampt aan zijn oorspron
kelijke overtuiging, al ware het tegen de geheele
wereld en zichzelf in ; maar van hem ging in de groote
tooneelen toch meer innerlijk leven uit. Wij voelden
zijn zenuwen, en herkenden in zijn trekken den ge
boren martelaar.
Cees Laseur heeft als de koning" een kranige
overwinning behaald. Dank zij hem, kon men begrij
pen, dat Romains tien jaar aan dit stuk heeft gear
beid en dat de rollen diep doorwerkt moeten worden,
wil de vluchtige indruk, dien het desondanks maken
kan, voorkomen worden. Men zou dezen jongen acteur,
wat zijn daagsche verschijning betreft, niet zoo dade
lijk tot moderne tooneelmajesteit uitroepen; dat hij,
met de innerlijke fijnheid van zijn wei-overwogen spel,
ook de uiterlijke illusie van deze figuur zoo dicht wist
te benaderen, pleit des te meer voor zijn erkend, en
steeds sterker wordend talent.
De vrouwen waren niet gelukkig. Hetty Beek, die
wij te weinig zien in rollen, welke haar passen, maakte
van de allerliefste rol van Madeleine", de maitresse
van Denis, die in haar intelligente liefde elk eigenbe
lang weet te onderdrukken, het tegengestelde van
wat de schrijver bedoeld heeft: een ietwat snibbige
politica. En Minny ten Hove demonstreerde het
modernisme der Koningin door te korte rokken en te
banale mode-kleeren; zij onderscheidde zich niet van
ieder burgermeisje toen zij, pruilend en snikkend,
bij den machtigen Dictator steun kwam zoeken voor
het koningschap, en bedierf daarmede een charmant
tooneel van vorstelijke democratie en dictatoriale
verteedering. In een der kleine rollen muntte Henri
Eerens uit.
Couperus is met Majesteit" en Wereldvrede"
zijn tijd vijfentwintig jaar vooruit geweest.... Een
diepere waardeering zal Jules Romains in ons land,
bij de gegeven vertooning, niet ten deel vallen, dan
men destijds aan deze romans schonk.
VERBETERING:
De Dram.Kroniek van de vorige week (?De Zusters,
of Casanova in Spa") is ten gevolge van een nood
lottige copy-verschuiving bij het opmaken van de
pagina met een nevenstaand artikel in verwarring
geraakt. De aandachtige lezer zal, naar ik hoop, de
puzzle zelf hebben kunnen oplossen door na de dubbele
punt, waarmede mijn kolom plotseling afbrak, eenige
regels over te slaan, om met het citaat: Noch einmal
jung sein.... ! Doch.... man war 's einmal!" de
brokken weer aan elkaar te sluiten.
Behalve dit deraillement waren er nog enkele
zinstorende drukfouten in den opzet van dit verslag
gebleven, waarop ik, nu de gelegenheid zich biedt,
nog wel even de aandacht mag vestigen. De eerste
zinnen moeten luiden:
Casanova is zooveel als de schutspatroon van
Schnitzler's oeuvre. Waar hij hem niet openlijk tot
zijn held maakt, zooals in Casanova's Heimfahrt"
dat beminnelijk boekje of in deze comedie: Die
Schwestern oder Casanova in Spa", daar is hij toch
altijd aanwezig in de zinnelijke mildheid en den
behagelijken weemoed, die de geheime machten zijn,
welke velen schier onweerstaanbaar tot dezen
Weenschen auteur aantrekken. Zijn liefde voor den groot
meester der levenskunst heeft hem intusschen niet
verblind, noch voor de verwoesting, die deze manne
lijke kunst in het vrouwenhart aanricht (?Liebelei")
noch voor den eenzamen weg" berg-af, welke ook
den geboren minnaar niet bespaard blijft, en die
voor hem wellicht het zwaarst is te gaan."
Verderop in deze kolom leze men: In Anatol"
heeft Schnitzler den jongen Casanova aan zijn hart
gedrukt, doch vroeg reeds vervulde hem de oudere.."
Ten slotte wil ik hier nog vermelden, dat volgens
een schrijven van den directeur van het
HofstadTooneel, het feestmaal, dat ik aan het slot der ver
tooning zoo ongaarne miste, voor een deel der toe
schouwers nochtans zichtbaar opgesteld moet zijn
geweest. Van mijn plaats, links in de stalles, was daar
ongelukkigerwijs, dan niets van te zien.
T. N.
H. RAHR
MUZIEKHANDEL
Violen © Snaren
Achter St. Pieter 4
Utrecht © TeL 443
PIANO'S
C O M O E D I A
DOOR HENRIK. SCHOLTE
Operetle Centraaltheater; ,,'n Liefdesavontuur" r
naar Caillavet en de Flers, bewerkt door
Jean Gilbert
OP het trambalcon en aan de leestafel, waar twee
menschen elkaar in deze dagen maar ontmoeten,.
is het derde woord: Mina Buderman-van Dijk. Eit.
door haar roep naar deze operette gedreven, al ligt
een bespreking daarvan eigenlijk buiten mijn com
petentie, beken ik achteraf eerlijk: ik roep voortaan;
mee !
Mina Buderman's grootmoedertje in deze
operettein zoo'n onverwacht brokje zuivere tooneelkunstr
dat wij alle relletjes over modernistische
experimentenmaar eens even moesten laten rusten om en bloc dit
sierlijke en zorgvuldige stukje handwerk uit
beteredagen te gaan zien. Fijntjes en glunder wordt
dezerol van het begin tot het eind gespeeld. Het is,
alsmen een versleten woord in eere mag herstellen, zoo
door en door lieflijk, dat men zich meer dan eenmaal
niet hoeft te schamen voor de ontroering, die iemand
daarbij in de oogen komt. De charme van die voor
zichtige en maar ten halve gedanste menuet, die
verrukte blik daarbij in de zaal, is van een
aandoenlijkecoquetterie als maar zelden zoo onweerstaanbaar over
het voetlicht komt.
Dat de rest der spelers hierbij eenige mijlen ten
achter blijft, veroordeelt hen nog niet. Louis de
Breeen Sylvain Poons zijn wel niet bizonder fijn, maar
toch een bruikbaar stel komieken. De wijsheid van.
Louis de Bree, dat men niet op heden stellen moet,.
wat men ook morgen nog doen kan, verhindert hem
niet om het carpe diem toch terdege toe te passen,
waardoor hij op den huwelijksdag het bruidje ont
rooft aan Sylvain Poons, die zijn best doet om
zooonuitstaanbaar mogelijk te zijn, wat hem ook zeer
wel lukt.
Dat bruidje, in dit geval Fientje de la Mar, mocht
anders ook wel eens in figuurlijken zin door elkaar
geschud worden. De verregaande indolentie van deze
jonge actrice, die destijds toch zoo frisch begonnen is,
ergert iederen keer meer. Het is niet voldoende om zich
voor het programma in een mooie pose tegen eea
stukje behangselpapier aan te laten fotografeeren..
Als men de pretenties van een vedette heeft, moet
menniet doen of elk gebaar, elk woord text te veel in
spanning kost. Wij zijn nu blij, als zij maar begint te
zingen, want daar is althans nog nig entrain voor
noodig.
Meer plezier in 't werk toonden in de bijrollen o.a.
Piet Urban en Nelly Ernst, als de oude knecht en de
bergere. En wat de muziek betreft om tékussen
als zij tastbaar was !
Rotterd. Hofstadtooneel: ,,De Revue-GirI,"
door David Gray en Avery Hopwood
Dat oude heeren met revuemeisjes soupeeren,
klinkt nog niet zoo ongerijmd. Zotter wordt echter
het geval, wanneer in het cabinet particulier daarnaast
de dochter des huizes met den chauffeur hetzelfde^
doet, terwijl bovendien de stomdronken zoon dei
mededeeling komt brengen, dat hij den volgendeni
morgen met het revuemeisje in het huwelijk zall
treden. De vader, een unicum dat alles even prachtig;
vindt, is zoo gek om deze beide huwelijken in te zege
nen, al weet hij dat hij nog menigmaal van schoon
zoon en schoondochter zal moeten verwisselen. Eenig
frisch bloed kan zijn oude familie geen kwaad, meent:
hij. Frissche lucht, na deze weinig frissche geest, ons;
evenmin. Deze malle nonsens is net even te grof om,
te amuseeren. Het is wat armoedig om een
heeleavond op deze manier geestig te willen zijn.
De beide cabinets particuliers, waar de champagne
zoo duf smaakt alsof je voet slaapt", zijn de midden
moot uit deze klucht. Hier regeert Fie Carelsen, als
de vriendin van het revue-meisje, en met haar ge
wone groteske, maar nooit onelegante bewegelijkheid
speelt zij eindelijk weer eens op volle kracht. Deze
actrice van het lenige en rustelooze ras, dat de charme
der dienstbaar gemaakte nervositeit tot in zijn finesses,
kent, is een unieke verschijning op ons tooneel. Zij
boeit, zelfs in deze eenigszins mislukte treinlectuur.
Herman Schwab, als de vader, Louis van Gasteren
als een aardig-getypeerde oom, en vooral Lily Bouw
meester, wier eigenaardig talent zich wonderlijk snel
ontwikkelt, als de dochter, waren dan ook stellig te
goed voor hun rollen, die zij echter rnet animo ver
vulden. De lofwaardige regie, die vooral in de
middenbedrijvtn het reddende tempo koos, was van Schwab.
TABA SIGAREN
? ? ZIJN TOCH DE BESTE *-
~