Historisch Archief 1877-1940
No. 2592
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
UIT DE
NATUUR.
FEBRUARI
DOOR DR. JAC. P. THIJSSE
Hier is de Kachel!!!
een vulkachel,
HET aardigst van onze winters en
voorjaren is hun groote verscheiden
heid. De Januari, die wij thans achter
den rug hebben is weer heel anders dan
die van het "vorig jaar en van vele vorige
jaren: geen vorst, maar toch koud,
slechts een enkel keer een temperatuur
van 10°C. met een zonnetje en dien dag
hebben de bijen dan ook even gevlogen.
De wintermuggen, de echte, hebben
echter druk gedanst en de zaden van
vele wilde planten zijn druk ontkiemd,
den boschgrond groenend, waar het
dorre blad is weggewaaid en het duin
dekkend met dicht op elkaar gedrongen
rozetjes.
Maar jolijt van vogels was er weinig,
of eigenlijk in het geheel niet of het
moest wat koorzang zijn van musschen
en in de laatste week van Januari de
welbekende spreeuwentroepjes, joelend
en fluitend en imiteerend hoog in de
kale toppen der boomen. Wel hebben al
de gewone wintervogels gezongen, maar
sporadisch en onovertuigend, nu eens
een zanglijster, dan een groote lijster,
dikwijls winterkoninkje, pimpel en
boomkruipertje, zeer schaars de roodborst,
een heel enkele maal heggemuschje of
boomleeuwerik, altijd met groote hiaten
van wintersche stilte. En vooral nog geen
duidelijke zang in het uur voor zonsop
gang en het uur na zonsondergang.
Eerst wanneer dat gebeurt kunnen we
zeggen dat de nieuwe lente met het
altijdwelkome (nimmer afgezaagde) nieu
we geluid weer is gekomen.
Bij alle onbestendigheid vind ik in
mijn dagboeken toch een interessante
gebeurtenis, die jaar in jaar uit in de
laatste week van Januari voorvalt, dat
is de sotto-voce zang van de merel of
zwarte lijster, 't Is nu al tien jaren, dat
ik daar op let en strijk en zet omstreeks
28 Januari vind ik in het hartje van een
groote laurierkers, een rhododendron of
iets dergelijks een merel die daar stille
tjes zit te zingen, op een afstand van
tien meter nauwelijks hoorbaar, maar
dichter bij hoor je duidelijk het liefe
lijk gekweel en de vogel is zoo verdiept in
zijn vreugd dat hij zich niet laat storen
en je alleen blijft aankijken met zijn
groot, met oranje omrand oog. Het zal
nog eenige dagen duren eer hij meezingt
in het morgenkoor.
Dat morgenkoor kan beginnen in de
eerste week van Februari, dat hangt
in dien tijd nog af van het weer.
In 1922 was op 2 Februari die morgen
zang al zeer druk: groote lijster, zang
lijster, roodborst, koolmees, pimpel, win
terkoning, heggemusch. De ongeoefende
vindt dit al een overstelpend vogelen
koor. Er volgden drie dagen van lage
temperatuur, nabij het vriespunt en mist,
maar dat belette niet, dat de vogels
toch nog vlijtig bleven doorzingen. Als
ze eenmaal goed aan den gang zijn kun
nen een dag of vijf van matige vorst
hen nog niet van de wijs brengen. Ze
mogen dan overdag wat minder tierig
zijn, het loflied van den morgen en van
den avond willen zij niet missen. Spreeu
wen en musschen nemen aan dat vroege
morgenkoor geen deel, zij heffen hun
koorzang pas aan wanneer de zonne
schijf zich vertoont.
Oe kunt ook opmerken, dat het mor
genkoor in de derde week van Februari
veel imposanter is, dan in de eerste week,
zonder dat er nieuwe soorten zijn bij
gekomen. Dat wijst er wel op, dat de
vogels van eenzelfde soort in eenzelfde
streek niet alle tegelijk terugkomen, maar
groepsgewijs.
De houtduiven beginnen meestal
te roepen in de tweede week van
Februari en de vink laat zijn slag door
gaans voor het eerst hooren in de derde
week, maar beide soorten, zoowel duif
als vink zijn nog al gevoelig voor goede
voeding en daarvan hangt het dan af
of zij soms wat vroeger of later beginnen.
In rijke eikel- en beukenootjesjaren
roept de houtduif den heelen winter door,
maar het wordt dan toch wel Februari
eer hij zijn vreugdevlucht vertoont,
dien harden klap met de vleugels, ge
volgd door een mooie zweefvlucht. Tege
lijk met de vinken beginnen de spechten;
het gejoel van de groene specht ho#r ik
altijd eerder dan het trommelen van de
bonte spechten. De boomkleven, die ook
blauwspecht genoemd wordt, maar die
heelemaal geen specht is, doch een ver
want van de meezen is al in Januari
begonnen te fluiten, te tateren en te
joelen. Hoe het met de zwarte specht
staat weet ik niet; ik heb nog geen ge
legenheid gehad om Februari te beleven
in het Zwarte-Spechten-land. Misschien.
dat hij over een paar jaar zijn gebied
heeft uitgebreid tot de duinstreek en dan
weten wij het dadelijk. Den wulpenroep
hoor ik voor het eerst omstreeks 10
Februari en dan zijn de akkerleeuweri
ken en graspiepers al lang in vollen gang.
Ook schermen dan de kieviten. Maar
wulpenroep, leeuwerikzang,
kievitgedartel kunt ge op 't onverwachtst op
eiken dag van den winter ook afzonder
lijk waarnemen.
Ik vind er een groot genoegen in,
om al deze verschijnselen stuk voor stuk
te zien gebeuren en ieder jaar geven ze
mij meer genot, doordat ik ze dan ver
gelijken kan met des te meer vroegere
jaren. Daarom is het ook zoo goed om
een dagboek te houden, heel eenvoudig.
Ik mag niet beweren, dat ik dit altijd
getrouw doe, vooral in den zomer laat
ik veel slippen. Ik ken echter natuur
vrienden, die het heel getrouw hebben
gedaan en ik heb wel dagboeken gezien,
die verdienen bewaard te blijven voor
het nageslacht, bijv. in de bibliotheek
van de Heimans-stichting. Ziehier een
Februaridag van 1921.
20 Februari: Zeer heldere nacht,
nachtvorst, zware morgennevel en rijp.
Vóór de zon opkomt, gaat de rijp ont
dooien, geeft onder de boomen het
effect van regenbuien; veel water stroomt
bij de stammen neer. De boomen werken
als nevelvang en geven daardoor neer
slag, die niet in den regenmeter komt.
Zou een boom of bosch op deze manier
misschien wel evenveel water vangen
als hijzelf verdampt? Vanmorgen nieuwe
volle zang van roodborstjes, waarschijn
lijk pas aangekomen trekvogels. On
danks vorst en nevel toch zeer sterk
morgenkoor. De zon komt door om 10
uur, maar de N.O. wind blijft koud,
thermometer, in de schaduw 5°C. In de
zon gaan sneeuwklokjes, crocus, scilla
open, ook Chionodoxa en Hyacinthus
azureus. In de kerstroos vier bijen in n
bloem stuifmeel zamelend. Erica
herbacea rijk in bloei. Omphalodes enkele
bloemen aan ongestrekte bloeiwijze.
Taxus stuift. Op Lindenheuvel een groote
lijster zingend in den top van een
spar, later vele over de heele plaats.
Eranthis gesloten kwart voor vier,
crocus en sneeuwklokje ook. Linde
knoppen helder rood. Groene specht
roept.
's Avonds half zes beginnen de grijze
kraaien naar hun rustplaatsen te gaan,
luid roepend. De Heggemusch komt
zingen in het sparretje en gaat dan sla
pen in de klimop van den populier.
Venus en Sirius zijn dan al zichtbaar.
In huis wordt de eerste wesp wakker.
U kent toch het nieuwe systeem
CENTRALE VERWARMING.
Zoo niet, vraagt nog heden onze brochure:
IN DEN WINTER.... DE ZOMER IN UW HUIS
HERINGA & WUTHRICH, HAARLEM. Tel. 11966
Voorden Haag:C.OLDENBURG Jr, Rijswijk. Tel. Den HaagR410
ONDER DEN ST. MAERTEN
AMSTERDAM, Rokin 15 .... tel. 46554
's GRAVENHAGE, Laan Copes 2 . tel. 12967
'sHAGE.Laan v. Meerdtrvoort443-445tel. 36955
HAARLEM, Maerten v. Heemskerkstr. tel. 10851?10889
ARTISTIEKE MEUBELEN BINNENBET1MMERINGEN
Perzische tapijten Moffeering Metaalbewerking
Electrisch licht- en verwarmingsapparaten.
FEBRUAR1AANB1ED1NG
NAAR MAAT
75.UITSLUITEND
ENGELSCHE
NOUVEAUTÉ'S
Stalen collecties op aanvraag
^~^ Koningsplein
- Ziel onze schitterende Etalages!
Volgens icvenstaande foto leveren wij prima Ledikanten met
Spiraalmatras en verstelbaar peluw, zwart gelakt f 11.50, wit
gelakt f 13.50, goed verpakt onder rembours door geheel Nederland
N.V. Beddenfabriek DE ZWAAN
Goudscheweg 140-142 - ROTTERDAM
Telefoon 10345 Giro 13286
Vraagt prijs bij grootere afname voor Hotels en Pensions
Koldewey & Corbière
Leidschestraat 30 - Amsterdam
SPECIALITEIT IN:
Kinderbadkuipen Badtafels Baby bascules
Linnenmanden
Voornaamste Kleedinqinrichtin
op elk gebied