De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 5 februari pagina 9

5 februari 1927 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

2592 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VOOR VROUWEN MODERNE VROUWEN EN MODERNE VRAAGSTUKKEN DOOR EMMY J, BELINFANTb XIII. De ziekte van dezen tijd HET getal dertien geldt tegenwoordig voor geluksgetal, maar wij twijfelen of in eenig behoorlijk jhotel een kamer No. 13 bestaat en wij kennen tal ?van gastvrouwen, die nooit een dertien gasten tiij elkaar durven brengen en bij een onverwacht "bedankje of een onverwachten gast altijd naar een veertienden uitzien niet omdat zij zelf bijgeloovig 2ijn, maar omdat er onder de genoodigden iemand .zou kunnen zijn, die bezwaar had met dertien aan tafel te zitten. En de man, die haar erom uitlacht, heeft zelf wel 'een of ander bijgeloof, dat hij niet geheel kan over winnen. Waar begint het bijgeloof en waar eindigt het? Wij weigeren geloof te hechten aan wat in strijd ?schijnt met de natuurwetten, maar kennen wij de Natuurwetten? vroeg Carmen Sylva. Er zijn ongetwijfeld menschen die meer en die -minder gemakkelijk in wonderen gelooven, het is n quaestie van aanleg en fantasie en met spot kunnen Wij iemand evenmin genezen van angst voor spoken als van angst voor muizen. Er zijn vrouwen, die bij elke moeilijkheid in haar ileven naar een waarzegster loopen en telkens weer «ieuwe onfeilbare clairvoyantes ontdekken, die haar -uit de kaarten of uit de lijnen van haar hand, uit -Welke gegevens ook, ,,zoo juist de toekomst hebben ?voorspeld." Tegenwoordig hebben de vrouwen, die ?met meer of minder helderziendheid haar bezoekster ?-sphynxachtige toezeggingen doen zelfs een aardig -bestaan, want het gebrek aan wilskracht en evenwicht ?dat de 20e eeuwsche menschen onderscheidt, leidt ?ertoe, dat zij veel liever hun licht opsteken bij eene, -die naar waarheid constateert, dat zij in lastige -omstandigheden verkeeren en twijfelen, hoe te ;;handelen; dan dat zij zelf een beslissing wajen, die van haar nieuwe inspanning en energie eischt. Raadt de zieneres haar te wachten, omdat er in de -toekomst van zelf verandering komt, dan gelooven ;:zij het maar al te gaarne, en voelen zich ontslagen van den plicht door een daad een einde te maken aan ?een toestand, die haar onaangenaam is, maar niet -.'te ,veel vergt van haar activiteit en haar initiatief. Duurt het wachten te lang en begint het vertrouwen in het orakel te verzwakken, een vriendin fluistert n het geheim van een nog onfeilbaarder orakel en als ook deze uitspraak een klein beetje moed voor de toekomst en veel geduld voor het heden aanbeveelt ; is de zwakke weer getroost en bereid tot nieuw -wachten op de uitkomst, die toch eens van buiten zal komen, hetzij in den vorm van liefdegeluk, hetzij an die van een prachtigen werkkring met veel vrijen tijd, veel inkomen en vele andere voordeelen, hetzij ;ïn dien van een buitenlandsche reis, hetzij in dien van een enorme erfenis. Hoop doet leven en zoolang er nog zieneressen zijn, ."?die gedeeltelijk ingaan op de wenschen van haar, ? die raad komen vragen en toch het liefst hooren, -wat zij zelf verlangen, zullen er nog altijd zwakken zijn, ?-die zeker ns in de maand van het inkomen, dat zij ~veel te klein achten voor haar praestaties en waaraan :zij nauwelijks genoeg hebben voor haar behoeften, ??offeren aan de vrouw, die het extra zintuig schijnt te ? bezitten, waardoor zij in de toekomst kan lezen. Schijnt wij cijferen de mogelijkheid niet weg ?dat er ernstige mannen en vrouwen zijn, die wezenlijk ? deze bijzondere kracht bezitten en zelfs verheugd zijn, .-als zij daarmede hun medemenschen kunnen helpen. En toch zijn wij overtuigd, dat er maar een zeer klein percent is van allen, die zich uitgeven voor ziener, -die het werkelijk zijn. De anderen weten wel heel handig met algemeen heden en meepraten met haar, die in overgevoeligheid KEIZERSGRACHT 772 AMSTERDAM .. -.- l-'ITELRr. >7O'ILJ < M: - ATELIEC;VOOCREF*RAT!ËN -^E IN DEN MAAG CLKEN VM/ICAG MoTgLCtNTRAL WAT DE MODE BRENGT Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer'' door E. Canter Cremer?van der Does AVONDTOILET Twee eigenaardige kenmerken van het moderne avondtoilet zijn de lange mouwen en de hooge halsboord. Men ziet beide hier toegepast op een japon van roomkleurige crêpe georgette met paillette garneering meer loslaat dan zij zich bewust is, den schijn te wekken van veel te zien en mee te voelen, maar de belanghebbende heeft in werkelijkheid voor haar kwartje, gulden of rijksdaalder weinig nieuws of positiefs gehoord. Zpoiets van: Als het niet gaat regenen, houden wij mooi weer." Inderdaad zij zou meer genoegen kunnen beleven van het dus uitge geven geld. En zelfs het kleine percent, dat ziet, ziet nog maar een stukje, is niet altijd helder en vindt het wel eens voorzichtiger iets te verbergen. Over tijdruimte schijnen zij zeer slecht te kunnen oordeelen en als zij zeggen in het voorjaar" kan dit voorjaar wel eenige jaren later komen. Als zij mij iets slechts voorspellen, geloof ik er niet aan, alleen als zij mij iets goeds zeggen, verheug ik mij erop," zeide ons eens een jonge dame, die veel waarzegsters bezocht. Deze opvatting scheen nog al onschuldig, maar wij vreezen, dat zij lang niet de algemeene is en dat heel wat tijd, energie en geld verloren gaat door het afloopen van deze soort wonderdokters voor halve of driekwart zenuwzieken, die den steun waarnaar zij in hun leven vergeefs zoeken, trachten te vinden in een blik in de toekomst, die zoo weinig heeft te geven aan wie niet zelf werkt en strijdt. Op haar die wel gelooven aan de ongunstige voorspellingen, welke enkele der beroepswaarzegsters haar niet meenen te mogen onthouden, kan het sombere toekomstbeeld verlammend werken en haar het beetje levensmoed geheel ontnemen. Wij kennen maar weinig gevallen, waarin de ziener of somnambule wezenlijk hulp heeft kunnen verieenen aan een zoekende ziel. Zoolang de jonge meisjes niet weten willen, dat zij bij de kaartlegster zijn geweest, uit vrees, dat zij erover uitgelachen of berispt worden, gaat het geheimzinnige spelletje voort en werkt veel dieper in, dan wanneer openlijk door een onpartijdige de werkelijkheid werd vergeleken met de voorzeggingen. Wij voor ons zijn overtuigd, dat er voor de jeugd altijd bekoring zal liggen in deze sooit bezoeken, maar van de houding der opvoeders zal het afhangen of ook de oudere kinderen haar heil blijven zoeken bij deze uitspraken of op eigen kracht zullen ver trouwen. Vraagt steeds VAN OUDS HET BESTE MERK HET AMSTERDAMSCH MUSEUM VOOR JEUGDARBEID DOOR R. DE RUYTER?VAN DER FEER Wat hef doet en wat het wi, "C" EN klein, gezellig zaaltje in het Ons Huis"???' gebouw in de van Reigersbergenstraat, een paar tafels, bespannen met bruingele jute, en daarop een aardige collectie werkstukken op 't gebied van han denarbeid voor jongeren. Hetzelfde beeld dus, dat we telkens weer voor ons zien bij tentoonstellingen van jeugdverenigingen en speeltuinen, zóó vaak, dat we dit beeld al in ons oproepen vóór' we er zijn. Hoewel ieder van die zaaltjes toch altijd weer een eigen bizondere sfeer heeft, een eigen ontroering geeft door de gedachte aan al die jonge handen en harten, die aan de simpele pronkstukjes hebben gewerkt. Maar ditmaal was het nu eens geen tentoonstelling van jeugdwerk, die we te zien kregen: het was een collectie modellen, bijeenverzameld door het Amsterdamsen Museum voor Jeugdarbeid. ' Wat dit museum doeten wat het wil? De presidente van het bestuur, mevrouw Koek-Mulders, vertelde het in eenvoudige termen in haar kleine openingsrede en praatte er later en petit comité" nog gezellig en enthousiast over na: In 1926 is het Amsterdamsch museum voor Jeugd arbeid opgericht, dat zich toelegt op het verzamelen uit binnen- en buitenland van allerlei materiaal voor het jeugdwerk. Het wil dit materiaal in den meest geschikten vorm gieten en het dan teruggeven aan de Nederlandsche jeugdleiders, overal waar die er be hoefte aan gevoelen, om zoodoende te zorgen, dat er steeds op dit gebied iets nieuws en frisch is. Van de meeste jeugdleiders, leiders van speeltuinvereenigingen enz., menschen die zich na een dag van zwaren arbeid, met zooveel liefde aan hun taak wijden dat ze al hun vrijen tijd hiervoor beschikbaar stellen, mag men niet vergen, dat ze ook nog zich zullen toe leggen op het vinden van nieuwe ideeën. Het museum is er nu, om deze leemte aan te vullen. Het is, zooals mevr. Koek het uitdrukte, nog in zijn prilste jeugd. Het vond voorloopig gastvrijheid in het gebouw Plantage Franschelaan 14, waar het Ned. Jeugdleidersinstituut en het Nut" gevestigd zijn en houdt daar een permanente tentoonstelling. En verder, wil het zijn doel bereiken door het organiseeren van tentoonstellinkjes in verschillende deelen van Amsterdam. De jeugdleiders komen er, bekijken de nieuwe snufjes en praten met de directrice van het museum, Mej. Mansieldt, over hun ervaringen. Zoodoende ontstaat er een voortdurend contact met de geheele jeugdbeweging, een uitwisseling van gedachten, waardoor het mogelijk wordt, het Nederlandsche jeugdwerk degelijk op te bouwen. Bovendien is de bedoeling van deze werkwijze, de leiders zelf tot het ontwerpen van modellen aan te sporen. En zoo was er dezen middag al veel bekijks, veel belangstelling en veel bewondering om de twee lange tafels met raffia-vlechtwerk en houtsnij- en figuu'rzaagwerk: een kleine collectie opzettelijk eenvoudig gehouden om het te veel", waaraan de meeste tentoonstellingen lijden, en dat hier in het bizonder hinderlijk zou werken, te voorkomen doch met zeer veel zorg samengesteld. Dit werk van het Amsterdamsch museum schijnt mij een nieuwe aanwinst voor het jeugdwerk in ons land: iets goeds, waarop het mij wel de moeite waard leek, even de aandacht te vestigen. Koopt U een gouden ring zonder merk? ^Vaarom dan wel boter zonder Rijksmerk? Hofstede Oud-Bussem" Kerkstraat 187. Tel. 49344

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl