Historisch Archief 1877-1940
2592
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VOOR VROUWEN
MODERNE VROUWEN EN
MODERNE VRAAGSTUKKEN
DOOR EMMY J, BELINFANTb
XIII. De ziekte van dezen tijd
HET getal dertien geldt tegenwoordig voor
geluksgetal, maar wij twijfelen of in eenig behoorlijk
jhotel een kamer No. 13 bestaat en wij kennen tal
?van gastvrouwen, die nooit een dertien gasten
tiij elkaar durven brengen en bij een onverwacht
"bedankje of een onverwachten gast altijd naar een
veertienden uitzien niet omdat zij zelf bijgeloovig
2ijn, maar omdat er onder de genoodigden iemand
.zou kunnen zijn, die bezwaar had met dertien aan
tafel te zitten.
En de man, die haar erom uitlacht, heeft zelf wel
'een of ander bijgeloof, dat hij niet geheel kan over
winnen. Waar begint het bijgeloof en waar eindigt
het?
Wij weigeren geloof te hechten aan wat in strijd
?schijnt met de natuurwetten, maar kennen wij de
Natuurwetten? vroeg Carmen Sylva.
Er zijn ongetwijfeld menschen die meer en die
-minder gemakkelijk in wonderen gelooven, het is
n quaestie van aanleg en fantasie en met spot
kunnen Wij iemand evenmin genezen van angst voor
spoken als van angst voor muizen.
Er zijn vrouwen, die bij elke moeilijkheid in haar
ileven naar een waarzegster loopen en telkens weer
«ieuwe onfeilbare clairvoyantes ontdekken, die haar
-uit de kaarten of uit de lijnen van haar hand, uit
-Welke gegevens ook, ,,zoo juist de toekomst hebben
?voorspeld." Tegenwoordig hebben de vrouwen, die
?met meer of minder helderziendheid haar bezoekster
?-sphynxachtige toezeggingen doen zelfs een aardig
-bestaan, want het gebrek aan wilskracht en evenwicht
?dat de 20e eeuwsche menschen onderscheidt, leidt
?ertoe, dat zij veel liever hun licht opsteken bij eene,
-die naar waarheid constateert, dat zij in lastige
-omstandigheden verkeeren en twijfelen, hoe te
;;handelen; dan dat zij zelf een beslissing wajen, die
van haar nieuwe inspanning en energie eischt.
Raadt de zieneres haar te wachten, omdat er in de
-toekomst van zelf verandering komt, dan gelooven
;:zij het maar al te gaarne, en voelen zich ontslagen
van den plicht door een daad een einde te maken aan
?een toestand, die haar onaangenaam is, maar niet
-.'te ,veel vergt van haar activiteit en haar initiatief.
Duurt het wachten te lang en begint het vertrouwen
in het orakel te verzwakken, een vriendin fluistert
n het geheim van een nog onfeilbaarder orakel en
als ook deze uitspraak een klein beetje moed voor de
toekomst en veel geduld voor het heden aanbeveelt
; is de zwakke weer getroost en bereid tot nieuw
-wachten op de uitkomst, die toch eens van buiten
zal komen, hetzij in den vorm van liefdegeluk, hetzij
an die van een prachtigen werkkring met veel vrijen
tijd, veel inkomen en vele andere voordeelen, hetzij
;ïn dien van een buitenlandsche reis, hetzij in dien
van een enorme erfenis.
Hoop doet leven en zoolang er nog zieneressen zijn,
."?die gedeeltelijk ingaan op de wenschen van haar,
? die raad komen vragen en toch het liefst hooren,
-wat zij zelf verlangen, zullen er nog altijd zwakken zijn,
?-die zeker ns in de maand van het inkomen, dat zij
~veel te klein achten voor haar praestaties en waaraan
:zij nauwelijks genoeg hebben voor haar behoeften,
??offeren aan de vrouw, die het extra zintuig schijnt te
? bezitten, waardoor zij in de toekomst kan lezen.
Schijnt wij cijferen de mogelijkheid niet weg
?dat er ernstige mannen en vrouwen zijn, die wezenlijk
? deze bijzondere kracht bezitten en zelfs verheugd zijn,
.-als zij daarmede hun medemenschen kunnen helpen.
En toch zijn wij overtuigd, dat er maar een zeer klein
percent is van allen, die zich uitgeven voor ziener,
-die het werkelijk zijn.
De anderen weten wel heel handig met algemeen
heden en meepraten met haar, die in overgevoeligheid
KEIZERSGRACHT 772 AMSTERDAM
.. -.- l-'ITELRr. >7O'ILJ <
M: - ATELIEC;VOOCREF*RAT!ËN -^E
IN DEN MAAG CLKEN VM/ICAG MoTgLCtNTRAL
WAT DE MODE BRENGT
Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer'' door
E. Canter Cremer?van der Does
AVONDTOILET
Twee eigenaardige kenmerken van het moderne
avondtoilet zijn de lange mouwen en de hooge
halsboord. Men ziet beide hier toegepast op een
japon van roomkleurige crêpe georgette met
paillette garneering
meer loslaat dan zij zich bewust is, den schijn te
wekken van veel te zien en mee te voelen, maar de
belanghebbende heeft in werkelijkheid voor haar
kwartje, gulden of rijksdaalder weinig nieuws of
positiefs gehoord. Zpoiets van: Als het niet gaat
regenen, houden wij mooi weer." Inderdaad zij zou
meer genoegen kunnen beleven van het dus uitge
geven geld.
En zelfs het kleine percent, dat ziet, ziet nog maar
een stukje, is niet altijd helder en vindt het wel eens
voorzichtiger iets te verbergen. Over tijdruimte
schijnen zij zeer slecht te kunnen oordeelen en als zij
zeggen in het voorjaar" kan dit voorjaar wel eenige
jaren later komen.
Als zij mij iets slechts voorspellen, geloof ik er
niet aan, alleen als zij mij iets goeds zeggen, verheug
ik mij erop," zeide ons eens een jonge dame, die veel
waarzegsters bezocht.
Deze opvatting scheen nog al onschuldig, maar wij
vreezen, dat zij lang niet de algemeene is en dat heel
wat tijd, energie en geld verloren gaat door het
afloopen van deze soort wonderdokters voor halve
of driekwart zenuwzieken, die den steun waarnaar
zij in hun leven vergeefs zoeken, trachten te vinden
in een blik in de toekomst, die zoo weinig heeft te
geven aan wie niet zelf werkt en strijdt.
Op haar die wel gelooven aan de ongunstige
voorspellingen, welke enkele der beroepswaarzegsters
haar niet meenen te mogen onthouden, kan het
sombere toekomstbeeld verlammend werken en haar
het beetje levensmoed geheel ontnemen.
Wij kennen maar weinig gevallen, waarin de
ziener of somnambule wezenlijk hulp heeft kunnen
verieenen aan een zoekende ziel.
Zoolang de jonge meisjes niet weten willen, dat zij
bij de kaartlegster zijn geweest, uit vrees, dat zij
erover uitgelachen of berispt worden, gaat het
geheimzinnige spelletje voort en werkt veel dieper in,
dan wanneer openlijk door een onpartijdige de
werkelijkheid werd vergeleken met de voorzeggingen.
Wij voor ons zijn overtuigd, dat er voor de jeugd
altijd bekoring zal liggen in deze sooit bezoeken, maar
van de houding der opvoeders zal het afhangen
of ook de oudere kinderen haar heil blijven zoeken
bij deze uitspraken of op eigen kracht zullen ver
trouwen.
Vraagt steeds
VAN OUDS HET BESTE MERK
HET AMSTERDAMSCH
MUSEUM VOOR
JEUGDARBEID
DOOR R. DE RUYTER?VAN DER FEER
Wat hef doet en wat het wi,
"C" EN klein, gezellig zaaltje in het Ons
Huis"???' gebouw in de van Reigersbergenstraat, een paar
tafels, bespannen met bruingele jute, en daarop een
aardige collectie werkstukken op 't gebied van han
denarbeid voor jongeren. Hetzelfde beeld dus, dat
we telkens weer voor ons zien bij tentoonstellingen
van jeugdverenigingen en speeltuinen, zóó vaak, dat
we dit beeld al in ons oproepen vóór' we er zijn.
Hoewel ieder van die zaaltjes toch altijd weer een
eigen bizondere sfeer heeft, een eigen ontroering geeft
door de gedachte aan al die jonge handen en harten,
die aan de simpele pronkstukjes hebben gewerkt. Maar
ditmaal was het nu eens geen tentoonstelling van
jeugdwerk, die we te zien kregen: het was een collectie
modellen, bijeenverzameld door het Amsterdamsen
Museum voor Jeugdarbeid. '
Wat dit museum doeten wat het wil? De presidente
van het bestuur, mevrouw Koek-Mulders, vertelde
het in eenvoudige termen in haar kleine openingsrede
en praatte er later en petit comité" nog gezellig en
enthousiast over na:
In 1926 is het Amsterdamsch museum voor Jeugd
arbeid opgericht, dat zich toelegt op het verzamelen
uit binnen- en buitenland van allerlei materiaal
voor het jeugdwerk. Het wil dit materiaal in den meest
geschikten vorm gieten en het dan teruggeven aan
de Nederlandsche jeugdleiders, overal waar die er be
hoefte aan gevoelen, om zoodoende te zorgen, dat er
steeds op dit gebied iets nieuws en frisch is. Van de
meeste jeugdleiders, leiders van
speeltuinvereenigingen enz., menschen die zich na een dag van
zwaren arbeid, met zooveel liefde aan hun taak wijden
dat ze al hun vrijen tijd hiervoor beschikbaar stellen,
mag men niet vergen, dat ze ook nog zich zullen toe
leggen op het vinden van nieuwe ideeën. Het museum
is er nu, om deze leemte aan te vullen.
Het is, zooals mevr. Koek het uitdrukte, nog in
zijn prilste jeugd. Het vond voorloopig gastvrijheid
in het gebouw Plantage Franschelaan 14, waar het
Ned. Jeugdleidersinstituut en het Nut" gevestigd
zijn en houdt daar een permanente tentoonstelling.
En verder, wil het zijn doel bereiken door het
organiseeren van tentoonstellinkjes in verschillende
deelen van Amsterdam.
De jeugdleiders komen er, bekijken de nieuwe
snufjes en praten met de directrice van het museum,
Mej. Mansieldt, over hun ervaringen. Zoodoende
ontstaat er een voortdurend contact met de geheele
jeugdbeweging, een uitwisseling van gedachten,
waardoor het mogelijk wordt, het Nederlandsche
jeugdwerk degelijk op te bouwen. Bovendien is de
bedoeling van deze werkwijze, de leiders zelf tot het
ontwerpen van modellen aan te sporen.
En zoo was er dezen middag al veel bekijks, veel
belangstelling en veel bewondering om de twee lange
tafels met raffia-vlechtwerk en houtsnij- en
figuu'rzaagwerk: een kleine collectie opzettelijk eenvoudig
gehouden om het te veel", waaraan de meeste
tentoonstellingen lijden, en dat hier in het bizonder
hinderlijk zou werken, te voorkomen doch met
zeer veel zorg samengesteld.
Dit werk van het Amsterdamsch museum schijnt
mij een nieuwe aanwinst voor het jeugdwerk in ons
land: iets goeds, waarop het mij wel de moeite waard
leek, even de aandacht te vestigen.
Koopt U een gouden ring
zonder merk?
^Vaarom dan wel boter
zonder Rijksmerk?
Hofstede Oud-Bussem"
Kerkstraat 187. Tel. 49344