De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 12 februari pagina 10

12 februari 1927 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2593 DE PROBLEMEN VAN DEN DYBUCK DOOR MORITZ LIEBER Moritz Lieber, de regisseur van het onlangs opgerichte ,,Nederlandsche Studio- Theater", dal Woensdag a.s, zijn eerste voorstelling ,,De Kabbalislen" in den Stadsschouwburg geeft, zal daarna ook het bekende drama ,,De Dybuck'' voor hef voetlicht brengen. Van de problemen van dit drama geeft hij hieronder een overzicht 'T1 USSCHEN twee Werelden" is de ondertitel ,, ?*? van dit drama van Ansky, waarin de menschen wankelen tusschen de stoffelijke wereld van den schijn en de ware wereld van het transcendente. Deze transcendente wereld is voor hen psychische realiteit, vanwaar zij teekenen en berichten ontvangen en waarheen zij hun gebeden, klachten en eischen richten, want ook die sferen kunnen door hen beinvloed worden. Het chassidische leven heeft zich de kabbalistische en eigenlijk verjoodsche opvatting eigen gemaakt van denmogelijken invloed van het goddelijke, welks krachten door de goede daden der menschen groeien, maar verzwakt worden door hun slechte. Zoo hebben de zonden der joden dan ook niet slechts de ver woesting van den tempel op Zion en de verbanning van het volk ten gevolge gehad, maar ook de scheiding der goddelijke glorie van den oorsprong, want met het volk is ook de Scheschinah in Galuth (de goddelijke glorie in ballingschap) gegaan. Een reeks van handelingen, die een dergelijke in^ werking op de hoogere machten ten doel hebben, trekken in deze dramatische legende aan ons oog voorbij: een vrouw rent 's nachts naar het huis des gebeds, rukt de Tora-lade open, om met luid klagen de genezing van een zware zieke af te smeeken. Wij hooren vreemde geschiedenissen van Zaddikim en andere wonderdoeners, van de mogelijkheid en de formules der bezwering van geesten. Het oproepen van den duivel kan geschieden door het groote, tweemaal genoemde Schem (naam van God), welks vlam de hoogste bergtoppen en de diepste dalen tezamensmelt". Verdwaalde zondige zielen worden gebannen, of van haar vloek bevrijd; scheidsgerechten worden gehouden tusschen dooden en levenden, enz. Uit dit gericht-zijn op die tweede wereld, dat door extatische gebeden voeren kan tot Hispaschtuth Hagaschmiuth", aflegging van het lichamelijke groeit een buitengewoon hooge graad van verant woordelijkheid, zoodat hier reeds als een zwaar schuldbewustzijn gevoeld wordt, wat den Europeaan zelfs niet aan het uiterste van zijn geweten raakt. Het eigenaardige van deze tragedie is het baseeren op een, totnogtoe in geen enkel drama zoo subliem geconstrueerde schuld, welks wortel eigenlijk gehecht is in het rijk van het onbewuste. De jonge geleerde Chanan gaat tegronde, omdat hij zich niet Lischmoh"?ter eere van den naam Godes?, maar met het onreine voornemen tot het verwerven van goud, door middel van het bereiken der verbinding met zijne geliefde, van de kabbalah bedient. De rijke Ssnder verliest zijn eenige dochter, omdat hij het gewaagd heeft den dikwijls aan zijn disch genooden jongen geleerde naar naam en afstamming te vragen, ofschoon in hem een vermoeden schemerde, dat deze jonge man de zoon zou kunnen zijn van zijn voor jaren verdwenen vriend, waarmee hij indertijd, toen zij elkaar kort na hun huwelijk ontmoetten, op handslag overeenkwam, dat hun kinderen, ingeval de een een zoon en de ander een dochter kreeg, zouden huwen. De ziel van den, van den weg afgedwaalden, plotseling gestorven Chanan die veroordeeld is tot het eeuwig dolen in den chaos, in den Tohu, nestelt zich gewelddadig als Dybuck in het lichaam van de levende Lea, zijn geliefde. En eerst de be zwering en de banspreuk van den Zaddik, den recht vaardige, den leider en voorspraak, die dank zij zijn heilig, contemplatief leven geroepen is tot bemiddelaar tusschen God en Mensch, verdrijven den doode Chanan uit het rijk der levenden waarvan hij voor altijd ge scheiden is. Chanan verschijnt den officieelen rabbijn, die voor de bann'ngsdaad daarheen gereisd is, in den droom en eischt een scheidsgerecht tusschen hem en Sender, zijn vroegeren vriend, over diens nalatig heid. Wanneer het oordeel uitgesproken wordt, accepteert Sender dit wel, de doode echter niet. De zoon wiens hart verteerde van verlangen naar de Paviljoen Vondelpark" Tel. 24190-27595 Groote en kleine Zalen voor Déjeuners, Diners, Soupers, Bals en Recepties Huize ZOMERDIJK BUSSINK. hem, door de uitspraak, van hoogerhand toegewezene, is door de schuld van Sender gestorven. Door den dood van dien zoon is hij van beide werelden afgesneden en zonder naam of gedachtenis gebleven, zonder erfgenaam,zonder Kaddisch. Zoo werd zijn licht voor eeuwig gedoofd, de Kroon is van zijn hoofd in den afgrond gerold". De Zaddik, die gaarne wil verhoeden dat een twijg van den vruchtbaren boom van het volk Israël verdort, bant wel den Dybuck; met hem echter verlaat ook de ziel van het meisje haar lichaam. Hierin ligt ook de tragiek van dit drama. Hiermede is tevens een ander probleem aangeroerd: wederom zijn het twee werelden die het leven van den Chassid zichtbaar vormen, en tusschen welke hij naar een synthese streeft. Het is de wereld van den Talmud en die van den Kabbalah. Chanan, geheel overgegeven aan den Kabbalah, antwoordt op het verwijt waarom hij Talmoed verwaarloost: Gamarah is koud en droog.... Poskim(Decisoren) zijn koud en droog. Onder de aarde is juist zulk een wereld, als op de aarde. Daar zijn velden en wouden, zeeën en woestijnen, steden en dorpen. Over de velden en woestijnen jagen sterke stormwinden en op de zeeën drijven groote schepen. In de dichte wouden heerscht een eeuwige verschrikking en het rollen van den donder.... Slechts een duif is daar niet. Daar is geen hooge hemel, waarvan de vurige bliksems dalen, waaraan de zon schittert.... Zoo is de Gamarah. Zij is diep, zij is groot en heerlijk. Maar zij smeedt aan de aarde, zij belemmert de vlucht naar de hoogte.... En Kabbalah ! Zij trekt de ziel van de aarde weg ! Zij verheft den mensen tot de hoogste hoogten, zij opent voor zijn oogen alle hemelen, zij voert hem recht naar het Paradijs, zij trekt hem naar het En-Ssof, naar het eindeloos-oneindige ! Zij licht voor hem een tip van den grooten" sluier...." Kabbalah is dus de lichte wereld van het worden, van den impuls, de vloeibare lava der extase, Talmud daarentegen die van het gewordene, in vorm en wet ingegane. Kabbalah is de belevenis der intuïtie, Talmud de wetwording van het dagelijksch leven. Kabbalah de aardontrukte vlucht in het bovenzinne lijke, Talmud de leuning op den weg ter verwerke lijking van het Godsrijk ,;de haag en haag der hagen". De Talmud behoeft de voltrokken concrete daad ter construeering van schuld. Tegenover de Kabbalah is men reeds door het in de ziel gezonken vermoeden en vragen schuldig. Het scheidsgerecht stelt zich in den strijtftusschen het doode en levende op het stand punt van den Talmud, volgens welke een afspraak over dingen die niet bestaan geen geldigheid heeft en doet meer dan vereischt is, wanneer het van Sender verlangt de helft van zijn vermogen aan de armen te schenken. In den hemel echter is anders besloten. Daar wordt Sender schuldig verklaard. Weliswaar heerschen de wetten van de Tora omhoog zoowe! als omlaag, maar beide, Talmud zoowel als Kabbalah, zijn twee stroo men van de Tora, beide kinderen van een moeder. Hier poogt de Zaddik in te grijpen in de hoogere sferen. Ook al zou omhoog anders besloten zijn, wil hij toch zijn wil doorzetten en een levenden tak voor verdorren behoeden. Hij laat alle voorbereidingen tot voltrekking van het huwelijk maken, stuurt ijlboden, die den bruidegom snel halen moeten, opdat in het oogenblik waarop de Dybuck gebannen is het huwelijk onmiddellijk plaats kan vinden. Wat ge daan is zal gedaan zijn !" Dan zullen ook de hoogere regionen het niet meer kunnen veranderen. Maar Lea sterft, nog voor de bruidegom gearriveerd is. In den dood is zij met den haar toegezegde vereenigd. In het onvermogende om tegen hem strijdende onbekende machten te bedwingen ligt de tragiek van den Zaddik. En hiermede stooten wij eveneens op een ander probleem van dit drama. Wederom zijn het twee werelden die tegenover elkander staan, twee werelden, door twee menschen gepersonificeerd: de Meschulach en de Zaddik. Ziende en wetende gaat de Meschulach de ge heimenisvolle bode door de wereld. Hij is verheven boven alle aardsche smarten en vreugden. Hij is de absolute heilige. Hij duikt daar op waar er iets voltrokkens te constateeren is: 's Morgens is een vrouw gekomen om den heiligenschrijn te openen voor een dochter die sedert twee weken in baringsweeën ligt. Nu is een vrouw gekomen om den Toraschrijn te openen voor een dochter die sedert twee dagen met den dood strijdt.... Wanneer de ziel van een mensch die nog niet gestorven is, binnengaan moet in een lichaam dat nog niet geboren is, ontstaat een strijd. Sterft de zieke, dan wordt het kind geboren. Wordt de zieke gezond, dan komt een dood kind ter wereld". Tegenover hem staat de Zaddik, de strijdende, worstelende, dagelijks aan zijn zending twijfelende, vertwijfelende, in wiens ziel zich de smart van alle schepselen spiegelt, die het lijden van het gansche volk op zijn zwakke schouders torst. Hij is de waar achtig tragische, met dramatische spanning gevulde held van het drama; jammer slechts dat hij eerst in de derde acte ten tooneele gevoerd wordt. De Zaddik strijdt om de redding van Lea, en gelijktijdig om de verlossing van den Dybuck, dien hij eerst, daar hij weigert het lichaam van Lea te verlaten, moet over geven aan de macht van lagere geesten. De Meschulach grijpt niet in de handeling in. Daarom was het ook verkeerd van de Wilnach Jiid. Kunstlertruppe", om den Meschulach invloed te geven op het gebeuren van het drama, o.a. doordat hem bij het scheidsgerecht de woorden van den doode in den mondjgelegd werden. Er is helaas geen ruimte genoeg om er hier nog dieper op in te gaan, waarom niet de Meschulach ondanks zijn afgeronde volmaaktheid, maar de Zaddik Reb Asriel, de Gössere, de tot leiding voorbeschikte is en waarom de Meschulach vreemder is aan het joodsche leven en meer op een boeddhistische heilige gelijkt (overigens werd deze figuur pas later in het drama ingevoegd.) Hier zij slechts aangeduid dat het chassidisme hooger waardeert wie door hartstochten beheerscht en aan aanvechtingen onderworpen is en steeds weer tegen deze strijden moet om ze te overwinnen, dan wie niets vermoedt van dezen strijd. Zoo kon Goethe van zichzelf zeggen: Niets menschelijks is mij vreemd". En van Shakespeare: Dat hij misdadigers schiep was zijn behoud, anders was hij zelf misdadiger geworden". Hiermede zijn wij midden in het laatste probleem van den Dybuck gekomen, het probleem van de beide werelden van goed en kwaad. Deze vraag heeft den dichter ten zeerste bezig gehouden. Het is hem echter niet gelukt ze volkomen op te lossen. Ook een tweede poging in een ander drama (Tusschen dag en nacht), moest fragment blijven. Een axioma van Baalschem, den stichter van het Chassidisme luidt: Maak het kwade tot een steun voor het goede". Chana, wiens handelwijze in de tegenovergestelde richting gaat, maakt zich toch deze leerstelling eigen: Chanan: Men moet niet met de zonde strijden, men moet die slechts verbeteren. Zooals een goud smid hel goud in krachfsvuur loutert, zooals de landman het koren van het kaf scheidf, zoo moet men de zonde louteren van zijn onreinheid tot in hem slechts heiligheid blijft... . Henoch. Heiligheid is zonde ? Hoe is dat mogelijk ? Chanan: Al/es wat God geschapen heeft, bevat in zich een vonk van heiligheid.... Henoch: De zonde heeft God loch niet geschapen, maar de duivel! Chanach: En wie heeft den duivel geschapen ? Immers God? Hef duivelachtige is de andere zijde van hef Goddelijke, En daar hef nu een zijde is van hef Goddelijke, moet hef foch heiligheid in zich bevatten". Chanan gaat dan verder door: Welke zonde is de sferksle ? Toch de zonde van de begeerte naar een vrouw! En wanneer men deze zonde in krachtig vuur louterf, word! toch uil deze groofe onreinheid de hoogste heiligheid, wordt foch daaruit hef Hooglied geboren '. Deze vraag blijft helaas slechts aangeroe'rd, vindt echter geen oplossing. KALEN DERS Nederlandsche Basalt Maatschappij, Zaandam. Maandbladen met memorandum, leder blad is voor zien van een gekleurde kopteekening van Rndeman, waarvan de voorstelling ontleend is aan een der afdeelingen van de Basalt Mij: Basaltgroeven, Wegenbouw, Basaltine-Tegelfabrieken, Machine-fa briek, of Bouwmaterialenhandel. Clichéfabriek De reproductie Cnmpagtiie. Maand bladen met memorandum. Het schild geeft een gestyleerde voorstelling van een landschap, gedrukt in vijf kleuren. Felix Timmermans, Pallicter-Kalender. Maand bladen. Ieder blad draagt een reproductie in kleur naar een leutige voorstelling, waarvan Felix Timmer mans het geheim schijnt te bezitten. Deze kalender is evenals die van vorige jaren, een genoegelijke, mooie, nuttige wandversiering. Uitgave van De Sikkel" te Antwerpen en Em. Querido te Amsterdam. V.F(OSSEM'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl