Historisch Archief 1877-1940
10
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2593
DE PROBLEMEN VAN
DEN DYBUCK
DOOR MORITZ LIEBER
Moritz Lieber, de regisseur van het onlangs
opgerichte ,,Nederlandsche Studio- Theater",
dal Woensdag a.s, zijn eerste voorstelling
,,De Kabbalislen" in den Stadsschouwburg
geeft, zal daarna ook het bekende drama
,,De Dybuck'' voor hef voetlicht brengen.
Van de problemen van dit drama geeft hij
hieronder een overzicht
'T1 USSCHEN twee Werelden" is de ondertitel
,, ?*? van dit drama van Ansky, waarin de menschen
wankelen tusschen de stoffelijke wereld van den
schijn en de ware wereld van het transcendente. Deze
transcendente wereld is voor hen psychische realiteit,
vanwaar zij teekenen en berichten ontvangen en
waarheen zij hun gebeden, klachten en eischen
richten, want ook die sferen kunnen door hen
beinvloed worden.
Het chassidische leven heeft zich de kabbalistische
en eigenlijk verjoodsche opvatting eigen gemaakt
van denmogelijken invloed van het goddelijke, welks
krachten door de goede daden der menschen groeien,
maar verzwakt worden door hun slechte. Zoo hebben
de zonden der joden dan ook niet slechts de ver
woesting van den tempel op Zion en de verbanning
van het volk ten gevolge gehad, maar ook de scheiding
der goddelijke glorie van den oorsprong, want met
het volk is ook de Scheschinah in Galuth (de goddelijke
glorie in ballingschap) gegaan.
Een reeks van handelingen, die een dergelijke in^
werking op de hoogere machten ten doel hebben,
trekken in deze dramatische legende aan ons oog
voorbij: een vrouw rent 's nachts naar het huis des
gebeds, rukt de Tora-lade open, om met luid klagen de
genezing van een zware zieke af te smeeken. Wij
hooren vreemde geschiedenissen van Zaddikim en
andere wonderdoeners, van de mogelijkheid en de
formules der bezwering van geesten.
Het oproepen van den duivel kan geschieden
door het groote, tweemaal genoemde Schem (naam
van God), welks vlam de hoogste bergtoppen en de
diepste dalen tezamensmelt". Verdwaalde zondige
zielen worden gebannen, of van haar vloek bevrijd;
scheidsgerechten worden gehouden tusschen dooden
en levenden, enz.
Uit dit gericht-zijn op die tweede wereld, dat door
extatische gebeden voeren kan tot Hispaschtuth
Hagaschmiuth", aflegging van het lichamelijke
groeit een buitengewoon hooge graad van verant
woordelijkheid, zoodat hier reeds als een zwaar
schuldbewustzijn gevoeld wordt, wat den Europeaan
zelfs niet aan het uiterste van zijn geweten raakt.
Het eigenaardige van deze tragedie is het baseeren
op een, totnogtoe in geen enkel drama zoo
subliem geconstrueerde schuld, welks wortel eigenlijk
gehecht is in het rijk van het onbewuste. De jonge
geleerde Chanan gaat tegronde, omdat hij zich niet
Lischmoh"?ter eere van den naam Godes?, maar
met het onreine voornemen tot het verwerven van
goud, door middel van het bereiken der verbinding
met zijne geliefde, van de kabbalah bedient.
De rijke Ssnder verliest zijn eenige dochter, omdat
hij het gewaagd heeft den dikwijls aan zijn disch
genooden jongen geleerde naar naam en afstamming
te vragen, ofschoon in hem een vermoeden schemerde,
dat deze jonge man de zoon zou kunnen zijn van zijn
voor jaren verdwenen vriend, waarmee hij indertijd,
toen zij elkaar kort na hun huwelijk ontmoetten, op
handslag overeenkwam, dat hun kinderen, ingeval
de een een zoon en de ander een dochter kreeg,
zouden huwen.
De ziel van den, van den weg afgedwaalden,
plotseling gestorven Chanan die veroordeeld is tot
het eeuwig dolen in den chaos, in den Tohu, nestelt
zich gewelddadig als Dybuck in het lichaam
van de levende Lea, zijn geliefde. En eerst de be
zwering en de banspreuk van den Zaddik, den recht
vaardige, den leider en voorspraak, die dank zij zijn
heilig, contemplatief leven geroepen is tot bemiddelaar
tusschen God en Mensch, verdrijven den doode Chanan
uit het rijk der levenden waarvan hij voor altijd ge
scheiden is. Chanan verschijnt den officieelen rabbijn,
die voor de bann'ngsdaad daarheen gereisd is, in den
droom en eischt een scheidsgerecht tusschen hem
en Sender, zijn vroegeren vriend, over diens nalatig
heid. Wanneer het oordeel uitgesproken wordt,
accepteert Sender dit wel, de doode echter niet. De
zoon wiens hart verteerde van verlangen naar de
Paviljoen Vondelpark"
Tel. 24190-27595
Groote en kleine Zalen voor Déjeuners,
Diners, Soupers, Bals en Recepties
Huize ZOMERDIJK BUSSINK.
hem, door de uitspraak, van hoogerhand toegewezene,
is door de schuld van Sender gestorven.
Door den dood van dien zoon is hij van beide
werelden afgesneden en zonder naam of gedachtenis
gebleven, zonder erfgenaam,zonder Kaddisch. Zoo
werd zijn licht voor eeuwig gedoofd, de Kroon is
van zijn hoofd in den afgrond gerold". De Zaddik,
die gaarne wil verhoeden dat een twijg van den
vruchtbaren boom van het volk Israël verdort, bant
wel den Dybuck; met hem echter verlaat ook de ziel
van het meisje haar lichaam. Hierin ligt ook de
tragiek van dit drama.
Hiermede is tevens een ander probleem aangeroerd:
wederom zijn het twee werelden die het leven van
den Chassid zichtbaar vormen, en tusschen welke
hij naar een synthese streeft. Het is de wereld van den
Talmud en die van den Kabbalah.
Chanan, geheel overgegeven aan den Kabbalah,
antwoordt op het verwijt waarom hij Talmoed
verwaarloost:
Gamarah is koud en droog.... Poskim(Decisoren)
zijn koud en droog. Onder de aarde is juist zulk een
wereld, als op de aarde. Daar zijn velden en wouden,
zeeën en woestijnen, steden en dorpen. Over de velden
en woestijnen jagen sterke stormwinden en op de
zeeën drijven groote schepen. In de dichte wouden
heerscht een eeuwige verschrikking en het rollen van
den donder.... Slechts een duif is daar niet. Daar is
geen hooge hemel, waarvan de vurige bliksems dalen,
waaraan de zon schittert.... Zoo is de Gamarah. Zij
is diep, zij is groot en heerlijk. Maar zij smeedt aan
de aarde, zij belemmert de vlucht naar de hoogte....
En Kabbalah ! Zij trekt de ziel van de aarde weg ! Zij
verheft den mensen tot de hoogste hoogten, zij opent
voor zijn oogen alle hemelen, zij voert hem recht naar
het Paradijs, zij trekt hem naar het En-Ssof, naar het
eindeloos-oneindige ! Zij licht voor hem een tip van
den grooten" sluier...."
Kabbalah is dus de lichte wereld van het worden,
van den impuls, de vloeibare lava der extase, Talmud
daarentegen die van het gewordene, in vorm en wet
ingegane. Kabbalah is de belevenis der intuïtie,
Talmud de wetwording van het dagelijksch leven.
Kabbalah de aardontrukte vlucht in het bovenzinne
lijke, Talmud de leuning op den weg ter verwerke
lijking van het Godsrijk ,;de haag en haag der hagen".
De Talmud behoeft de voltrokken concrete daad
ter construeering van schuld. Tegenover de Kabbalah
is men reeds door het in de ziel gezonken vermoeden
en vragen schuldig. Het scheidsgerecht stelt zich in
den strijtftusschen het doode en levende op het stand
punt van den Talmud, volgens welke een afspraak over
dingen die niet bestaan geen geldigheid heeft en doet
meer dan vereischt is, wanneer het van Sender verlangt
de helft van zijn vermogen aan de armen te schenken.
In den hemel echter is anders besloten. Daar wordt
Sender schuldig verklaard. Weliswaar heerschen de
wetten van de Tora omhoog zoowe! als omlaag, maar
beide, Talmud zoowel als Kabbalah, zijn twee stroo
men van de Tora, beide kinderen van een moeder.
Hier poogt de Zaddik in te grijpen in de hoogere
sferen. Ook al zou omhoog anders besloten zijn, wil
hij toch zijn wil doorzetten en een levenden tak voor
verdorren behoeden. Hij laat alle voorbereidingen
tot voltrekking van het huwelijk maken, stuurt
ijlboden, die den bruidegom snel halen moeten, opdat
in het oogenblik waarop de Dybuck gebannen is het
huwelijk onmiddellijk plaats kan vinden. Wat ge
daan is zal gedaan zijn !" Dan zullen ook de hoogere
regionen het niet meer kunnen veranderen. Maar Lea
sterft, nog voor de bruidegom gearriveerd is. In den
dood is zij met den haar toegezegde vereenigd. In het
onvermogende om tegen hem strijdende onbekende
machten te bedwingen ligt de tragiek van den Zaddik.
En hiermede stooten wij eveneens op een ander
probleem van dit drama. Wederom zijn het twee
werelden die tegenover elkander staan, twee werelden,
door twee menschen gepersonificeerd: de Meschulach
en de Zaddik.
Ziende en wetende gaat de Meschulach de ge
heimenisvolle bode door de wereld. Hij is verheven
boven alle aardsche smarten en vreugden. Hij is de
absolute heilige. Hij duikt daar op waar er iets
voltrokkens te constateeren is: 's Morgens is een vrouw
gekomen om den heiligenschrijn te openen voor een
dochter die sedert twee weken in baringsweeën ligt.
Nu is een vrouw gekomen om den Toraschrijn te
openen voor een dochter die sedert twee dagen met
den dood strijdt.... Wanneer de ziel van een mensch
die nog niet gestorven is, binnengaan moet in een
lichaam dat nog niet geboren is, ontstaat een strijd.
Sterft de zieke, dan wordt het kind geboren. Wordt de
zieke gezond, dan komt een dood kind ter wereld".
Tegenover hem staat de Zaddik, de strijdende,
worstelende, dagelijks aan zijn zending twijfelende,
vertwijfelende, in wiens ziel zich de smart van alle
schepselen spiegelt, die het lijden van het gansche
volk op zijn zwakke schouders torst. Hij is de waar
achtig tragische, met dramatische spanning gevulde
held van het drama; jammer slechts dat hij eerst in de
derde acte ten tooneele gevoerd wordt. De Zaddik
strijdt om de redding van Lea, en gelijktijdig om de
verlossing van den Dybuck, dien hij eerst, daar hij
weigert het lichaam van Lea te verlaten, moet over
geven aan de macht van lagere geesten. De Meschulach
grijpt niet in de handeling in. Daarom was het ook
verkeerd van de Wilnach Jiid. Kunstlertruppe", om
den Meschulach invloed te geven op het gebeuren van
het drama, o.a. doordat hem bij het scheidsgerecht de
woorden van den doode in den mondjgelegd werden.
Er is helaas geen ruimte genoeg om er hier nog
dieper op in te gaan, waarom niet de Meschulach
ondanks zijn afgeronde volmaaktheid, maar de Zaddik
Reb Asriel, de Gössere, de tot leiding voorbeschikte is
en waarom de Meschulach vreemder is aan het
joodsche leven en meer op een boeddhistische heilige
gelijkt (overigens werd deze figuur pas later in het
drama ingevoegd.)
Hier zij slechts aangeduid dat het chassidisme
hooger waardeert wie door hartstochten beheerscht
en aan aanvechtingen onderworpen is en steeds weer
tegen deze strijden moet om ze te overwinnen, dan
wie niets vermoedt van dezen strijd. Zoo kon Goethe
van zichzelf zeggen: Niets menschelijks is mij
vreemd". En van Shakespeare: Dat hij misdadigers
schiep was zijn behoud, anders was hij zelf misdadiger
geworden".
Hiermede zijn wij midden in het laatste probleem
van den Dybuck gekomen, het probleem van de beide
werelden van goed en kwaad. Deze vraag heeft den
dichter ten zeerste bezig gehouden. Het is hem echter
niet gelukt ze volkomen op te lossen. Ook een tweede
poging in een ander drama (Tusschen dag en nacht),
moest fragment blijven.
Een axioma van Baalschem, den stichter van het
Chassidisme luidt: Maak het kwade tot een steun
voor het goede". Chana, wiens handelwijze in de
tegenovergestelde richting gaat, maakt zich toch deze
leerstelling eigen:
Chanan: Men moet niet met de zonde strijden,
men moet die slechts verbeteren. Zooals een goud
smid hel goud in krachfsvuur loutert, zooals de
landman het koren van het kaf scheidf, zoo moet
men de zonde louteren van zijn onreinheid tot in
hem slechts heiligheid blijft... .
Henoch. Heiligheid is zonde ? Hoe is dat mogelijk ?
Chanan: Al/es wat God geschapen heeft, bevat
in zich een vonk van heiligheid....
Henoch: De zonde heeft God loch niet geschapen,
maar de duivel!
Chanach: En wie heeft den duivel geschapen ?
Immers God? Hef duivelachtige is de andere zijde
van hef Goddelijke, En daar hef nu een zijde is
van hef Goddelijke, moet hef foch heiligheid in zich
bevatten".
Chanan gaat dan verder door:
Welke zonde is de sferksle ? Toch de zonde
van de begeerte naar een vrouw! En wanneer men
deze zonde in krachtig vuur louterf, word! toch uil
deze groofe onreinheid de hoogste heiligheid, wordt
foch daaruit hef Hooglied geboren '.
Deze vraag blijft helaas slechts aangeroe'rd, vindt
echter geen oplossing.
KALEN DERS
Nederlandsche Basalt Maatschappij, Zaandam.
Maandbladen met memorandum, leder blad is voor
zien van een gekleurde kopteekening van Rndeman,
waarvan de voorstelling ontleend is aan een der
afdeelingen van de Basalt Mij: Basaltgroeven,
Wegenbouw, Basaltine-Tegelfabrieken, Machine-fa
briek, of Bouwmaterialenhandel.
Clichéfabriek De reproductie Cnmpagtiie. Maand
bladen met memorandum. Het schild geeft een
gestyleerde voorstelling van een landschap, gedrukt in
vijf kleuren.
Felix Timmermans, Pallicter-Kalender. Maand
bladen. Ieder blad draagt een reproductie in kleur
naar een leutige voorstelling, waarvan Felix Timmer
mans het geheim schijnt te bezitten. Deze kalender is
evenals die van vorige jaren, een genoegelijke, mooie,
nuttige wandversiering.
Uitgave van De Sikkel" te Antwerpen en Em.
Querido te Amsterdam.
V.F(OSSEM'