De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 12 februari pagina 2

12 februari 1927 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2593 BOUWT IN MC r OOSTERPARK BILTHÖVEN INLICHTINGEN VERSTREKT DC DIRECTIE TEIEF.INT. N? DE PSYCHOPATHENWET DOOR MR. E. VAN BOLHUIS Het Staatsblad van 28 Mei 1925, No. 221, vangt aan als volgt: Wij Wilhelmina, enz doen te weten: Alzoo wij in overweging genomen hebben, dat aanvulling en wijziging der bepalingen betreffende het strafrecht en de strafrechtspleging ten aanzien van personen bij wie tijdens het begaan van het feit gebrekkige ontwikkeling.of ziekelijke storing der geestvermogens bestond, noodzakelijk zijn; Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: enz., enz." Volgen de wijzigingen, welke in het Wetboek van Strafrecht en dat van Strafvordering worden aange bracht. Een der slotbepalingen van het Staatsblad houdt in, dat de wet in werking treedt op een nader door de Koningin te bepalen tijdstip. De Psychopathenwet! Reeds tijdens het zittingsjaar 1910/1911 van de Tweede Kamer der Staten-Generaal diende de toen malige Minister van Justitie Regout het ontwerp van wet in. Eerst in 1925 verscheen de lang verwachte wet zelve in het Staatsblad. Vijftien jaren waren dus verstreken, voordat dit was bereikt. En al was het tijdstip van invoering nog niet bekend, men was voorloopig tevreden. Doch weldra vroeg men zich af, wanneer de inwerkingtreding zou plaats vinden en die vraag bleef tot nu toe onbeantwoord. Wij schrijven nu reeds 1927 en niet lang zal het duren of de dag van 28 Mei 1927 is daar. Zullen wij dan zekerheid hebben omtrent het tijdstip, waarop de Psychopathenwet in werking zal treden? Twee recente rechterlijke beslissingen toonen nog eens duidelijk aan, dat een spoedige invoering van de wet geen overbodige weelde is. En wel een vonnis van de Rechtbank te 's Gravenhage van 29 Juli 1926 en een arrest van het Haagsche Hof van 20 October 1926, beide uitspraken te vinden in het Weekblad van het Recht van 19 November 1926, No. 11577. Het geval, waar het om ging, is bekend: de moord in de Rosestraat te Rotterdam. Terecht vond de Rechtbank het gepleegde bedrijf op zich zelf van zeer ernstigen aard en een zware straf dan ook ten volle gerechtvaardigd. Doch volgens dit college stond daartegenover, dat ook de ver slagen vrouw allesbehalve vrij van schuld bleek te zijn aan de slechte verhouding tusschen haar en haar man en dat bepaaldelijk haar weigering om iets van het meegenomen geld aan haar man af te geven en haar hoonend antwoord ,,dan moet je maar gaan schooien" door verdachte medegedeeld wel geschikt waren om dezen in geweldige drift te doen ontsteken. Van meer beteekenis achtte zij evenwel de verklaring van de psychiaters-deskundigen, die een onderzoek ABONNEMENTSPRIJS van ,.De Groene Amsterdammer" per jaar, bij Vooruitbetaling franco per post: Voor Nederland ... f 10 ,, Ned-Indiëp/mail . ,, 15. ,, ,, ,, p/zeepost ,, 13.50 ,, ab. binnen Europa ,, 13.50 uitgezonderd : ,, Engeland-Italië. ,, Zwitserla ,, Amerika . 1-Italië. l and e.a. J 15. 15.Belgiëdirect uit Holland 150 francs ,, via den Ned. Bhl. Antwerpen 125 ,, Postgiro . No. 72880 Gemeentegiro ,, G. 1000 naar de geestvermogens van den beklaagde ingesteld hadden, nml. dat de verdachte is een geestelijk zeer laag staande imbecil, die eigenlijk tusschen de imbecillen en de idioten in staat, dat hij wel de causaliteit zijner handelingen vrij behoorlijk overziet naar den staat zijner verstandelijke vermogens, doch dat die vermogens zeer gering zijn. Psychische bijverschijn selen als maniacale of depressieve ontbreken echter geheel. De Rechtbank is hierdoor tot de conclusie moeten komen, dat weliswaar de verdachte niet als ontoerekeningsvatbaar mag worden aangemerkt, maar hij toch slechts als in zeer verminderde mate voor zijn daden verantwoordelijk mag worden beschouwd. Een psychopaath dus in den waren zin van het woord. Wat moet de Rechtbank nu doen? De wet moet zij handhaven; de Psychopathenwet is nog niet in werking getreden; de bestaande wettelijke bepalin gen bieden haar voor dit geval geen voldoende hulp. Zij overweegt, dat, nu de Psychopathenwet nog steeds niet in werking is getreden, den verdachte wel gevange nisstraf zal dienen opgelegd te worden, doch het nauwelijks betoog behoeft, dat die straf veel lager zal moeten zijn dan bij een in het volkomen bezit zijner geestvermogens zijnden persoon gerechtvaar digd ware. Er volgt dan een veroordeeling tot vier jaren gevangenisstraf. Het Hof beziet het geval gelijkelijk als de Recht bank, alleen is dit college het met de opgelegde straf niet eens. Met het oog op de omtrent den verdachte in het dossier aanwezige inlichtingen en op zijne hou ding ter terechtzitting alwaar hij, zonder berouw te toonen over de gepleegde daad, slechts getracht heeft zich aan de strafrechterlijke gevolgen daarvan op listige wijze te onttrekken is het van oordeel dat hem een langdurige gevangenisstraf moet worden opgelegd. En wel omdat het de overtuiging heeft bekomen, dat de verdachte behoort tot eene categorie van laagstaande, met misdadige neigingen behepte individuen zonder rem, welke voor de maatschappij een blijvend gevaar opleveren. Wij zagen, dat de Rechtbank den beklaagde tot vier jaren gevangenis straf veroordeelde; het Hof legde hem een gevange nisstraf van tien jaren op. Het onbevredigende van den bestaanden toestand komt in deze beslissingen wel duidelijk naar voren. De Rechtbank zag voor het betrokken individu geen baat in een lange gevangenisstraf, misschien wel het tegendeel, kon geen andere straf dan gevangenis straf opleggen en veroordeelde daarom tot een korte straf van vier jaren. Het Hof legde het zwaartepunt op de maatschappelijke veiligheid en achtte die slechts gebaat met een langdurige tien-jarige opsluiting van den verdachte, hetgeen slechts in een gevangenis mogelijk is. Of dit op den man zelf goed dan wel slecht zou inwerken en of hij naar het ver geldingsbeginsel een dergelijke straf ,,verdiend" had, dit alles valt in het niet tegenover het beoogde doel: de maatschappij tegen een blijvend gevaar bescher men. Geen van beide beslissingen kan bevrediging geven; beide missen een clement, dat niet gemist kan worden; een behoorlijke oplossing van de moei lijkheid was echter niet te geven. Alleen de Psycho pathenwet kan in een dergelijk geval hulp brengen. Dan toch is plaatsing in een zg. Rijksasyl mogelijk. Wij stelden de vraag of men op 28 Mei 1927 eenige meerdere zekerheid zou hebben omtrent het tijdstip van inwerking treden der Psychopathenwet. Een ant woord daarop is natuurlijk moeilijk te given. We! kan echter gewezen worden op iets, dat een sprankje, een heel klein sprankje hoop geeft. Op de Justitiebegrooting voor het jaar 1927 is een bedag van / 40.0ÜO.?uitgetrokken" als eerste termijn voor een ombouw van een bestaand gesticht ten dienste van de in overweging zijnde uitvoering der Psychopathenwetten. 1) Met dat bestaand gesticht is bedoeld het verlaten tijdelijke rijksopvoedingsgesticht voor jongens te Leiden. Het is een begin, al is het een sober begin. En het is te hopen, dat die ombouw" spoediger tot stand zal zijn gekomen dan zich nu laat aanzien, want eerst dan zal de inwerking treding van de Psy chopathenwet practisch resultaat kunnen hebben, wanneer er voldoende gelegenheid is geschapen tot huisvesting van de daarvoor in aanmerking komende delinquenten. Een goed teeken is, dat er ook uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal bij de behandeling der jongste Rijksbegrooting een vrij sterke aandrang is uitgeoefend op een spoedige invoering van de Psychopathenwet. Die aandrang, zoowel in als buiten de Tweede Kamer vooral uit de kringen van hen, die met de strafrechtspraak belast zijn zal des te sterker worden, naar mate door de regeering langer gedraald of in te langzaam tempo gehandeld wordt. Er worde dus voor gezorgd, dat spoedig althans n Rijksasyl in gereedheid is gebracht ten behoeve van de nu zoo ongelukkige psychopathische delin quenten! Welicht is het dan mogelijk, dat wij op 28 Mei 1927 den datum, waarop het reeds twee jaar geleden zal zijn, dat de Psychopathenwet in het Staatsblad verscheen eenige zekerheid hebben, wanneer de wet in werking zal treden. 1) Hier wordt het meervoud gebruikt, omdat hier ook gedoeld wordt op de wet van 28 Mei 1925, Stbl. 222, tot aanvulling van de wet op de beginselen van het gevangeniswezen, welke een noodzakelijk uit vloeisel is van de wijzigingen van liet Wetboek van Straf recht en het Wetboek van Strafvordering. WIJ ONTVINGEN DE NIEUWE DESSINS cocos LOOPERS EN TAPIJTEN 60 CM. BREED PER M T R. VANAF 1 .20 BR. 70 OM. 1 CC VANAF . . I«OO BR. 100 CM. VANAF . DER ZOMBM BEIAARDEN IN F R A N K R IJ K Beiaarden in l-rankrijk. door Prusper Verhcyden, voor de Beiaardschool Ie i'rfeclielen uitgegeven door ,,de Sikkel".. Antwerpen 11(26. (240 pagina's) Ziehier het beste bock, tot nu toe ooit over beiaar den geschreven. Het is opgedragen aan den campanoloog W. G. Rice. De schrijver, die de literatuur (niet tegenstaande afbrekende zelfcritiek) beheerscht, ge voelt telkens bij het behandelen van de toestanden,. waarin Frankrijk's bciaarden (groot en klein 52 stuks)verkeercn, de meerderheid van het apostolaat dat Rice in Amerika heeft, maar heeft groote kans dat men zijn advies zal volgen, voortaan front te maken tegen wanbegrippen en oude gebruiken. Hij heeft oog. en oor voor de aloude belforten met hun oude klokken, ook voor de goede bedoelingen van uitvindingen van klavieren, maar wil, nu de gelegenheid zich daartoe leent (de eenheid door Mechelen aangegeven, het goede product der Engelsche gieterijen, mede in verband met het weder in orde brengen der 20 ver woeste op zichzelf minderwaardige beiaarden)., zoowel Fransen Vlaanderen als de rest, opwekken uit hun slaap. Na het lezen van de omstandigheden, geheel ver schillend aan de onze, waarbij wij onze oogen niet kunnen afhouden van de typische afbeeldingen.. kunnen wij naar aanleiding van de bellen zelve, niet alle respect voor de warme liefde die een Franschman voor zijn beiaards heeft, niet nalaten te denken aan het prachtmareriaal, dat nergens ter wereld zoo veel aanwezig is als in ons land. Meer positieve gegevens over de qualiteit der gietproducten vinden wij bij de twee 18-eeuwsche gieters A. van den Oheyn en C. L. Barbienx, van wie de eerste vooraan staat. Bedenken wij, dat ook wij van dezen bekwamen gieter carillons, bezitten, terwijl wij van de ook door dezen schrijver zoo hooggeroemde Henwny's een '27 beiaarden hebben (Frankrijk bezit slechts 9 verspreide bellen van 't Hemony-carillon van Eename !), dan komt een rechtmatige jalouzie bij ons op, dat van dit zoo veel eenvoudiger materiaal een zoo kostelijke beschrijving is gemaakt. Deze beschrijving, die ook van algemeenen aard veel leesbaars geeft,,zou den oningewijdcn lezer zonder moeite voor de Fransche beiaards kunnen doen innemen. Al meent de schrijver ook voor ons land een waar schuwing te moeten laten nooren (p. 107), wij van onzen kant gevoelen meer en meer 't gemis van een seminarie, ter bestudecring van de Hollandsclie beiaarden, tier Hemony's en hun werk. Dan zal 't spoedig uit zijn met de praatjes van gietgeheimen.. die z.g. in het graf meegingen, maar die in werkelijk heid door de klokken zelve a.h.w. sinds eeuwen van de torens zijn verkondigd ! Den heer Verheyden brengen wij hulde voor zijn doorwrocht werk. Moge dit bijdragen tot een beter inrichten van de Hollandsche klokkespelen zoo goed als van Frankrijk, tot een opleiden van klokkenisten ook in ons land, tot een wederopbloei van 't gelonf in en waardeering voor den beiaard als muziek instrument". DR. W. VAN DER ELST Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER 6 Co. c\s <*s M DEN HAAG s~s 4vs ? AMSTERDAM - ARNHEM Verz. van Tentoonstellinggoederen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl