Historisch Archief 1877-1940
No. 2593
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE' ONTVANGST VAN DE DU1TSCH-NATIONALEN IN DEN RIJKSDAG
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
DE NIEUWE HEBREN?EERSTE ACTE
LEVENSVRAGENVAN
HET SOCIALISME
DOOR MR. H. GILTAY
Das sozialistische Prinzip isl e/n dem Kern
nach infanliles Prinzip.
Aurel Kolnai.
T N mijn bespreking van Banning's Om de Groei
*? der Gemeenschap" wees ik op de noodzakelijkheid
eener psychoanalyse van de socialistische ideologie.
Ik had daarbij allerleerst het socialistisch ideaal op
het oog. Immers vóór men overgaat tot het onder
zoeken van den Weg, moet het Doel vaststaan, waar
heen men koers wil zetten.
Er zijn nog maar weinig geschriften over de psycho
logie van het Socialisme. Behalve het groote boek
van De Man zijn mij slechts drie studies bekend:
Lorenz' Politischer Mythus", Kolnai's Psychoana
lyse und Soziologie" en Federn's Vaterlose
Gesellschaft." Toch komt het mij voor, dat het onderzoek
dezer schrijvers al resultaten heeft opgeleverd, die
voor de toekomst van het Socialisme van groote
beteekenis kunnen zijn.
In de eerste plaats is uit deze studies gebleken, dat
het marxistisch-socialistisch leergeheel in laatste in
stantie niet berust op wetenschap, maar op geloof,
m.a.w. dat het Socialisme, zijn hyper-rationeele in
kleeding ten spijt, in wezen irrationeel is.
Het tweede belangrijke inzicht vooral aan Kolnai
te danken is, dat de socialistische ideologie de ideologie
is van een klasse, die geestelijk niet gezond is, en daar
door pathologische, infantiele kenmerken vertoont.
Gezondheid is een lichamelijk-geestelijke toestand,
die aanwezig is, wanneer een individu (of een groep)
zich geestelijk n lichamelijk ongestoord kan ont
wikkelen. Dit wil niet zeggen, dat gezondheid de
afwezigheid van alle innerlijke en uiterlijke conflicten
onderstelt. Integendeel is voor een normale ontwikke
ling het overwinnen van tegenstanden een onmisbare
voorwaarde. Leven beteekent strijd, zoowel uiterlijk
als innerlijk. Maar de tegenstanden moeten van dien
aard zijn, dat zij overwonnen kunnen worden.
Dit is met het proletariaat niet het geval. Het leeft
onder een nimmer aflatenden ekonomischen en gees
telijken druk. In een kunstmatig, ongezond milieu
geplaatst, is het veroordeeld tot levenslangen dwang
arbeid ter voortbrenging van zaken, die voor het groot
ste deel niet hemzelf, maar den bezittenden klassen
ten goede komen. Het proletariaat is vervreemd van
de natuur, het heeft geen eigen cultuur, het wordt
niet gesteund door een levend Godsgeloof en er is
geen uitzicht, dat zijn lot in deze maatschappij ooit
wezenlijk zal veranderen. Kan een klasse, die onder
deze omstandigheden leeft, gezond zijn?
De wereldhistorische beteekenis van het Marxisme
ligt daarom niet zoozeer in zijn wetenschappelijke
juistheid, hoeveel arbeiders zijn in staat deze te
beoordeelen? als wel in het feit, dat het aan het
proletariaat een nieuwe hoop gaf, een nieuw geloof
en een nieuw evangelie. Zalig die nu zwoegen, want
zij zullen het aardrijk beerven." Dit is het neue,
bessere Lied", dat Heine zong en dat Marx de
arbeiders deed gelooven.
Uit deze nieuwe hoop is geboren het socialistisch
ideaal, dat in vele opzichten aan het Christelijk ideaal
van het Godsrijk herinnert. Want men zou het aldus
kunnen formuleeren: alle menschen broeders en
kinderen van ne Moeder, de socialistische Gemeen
schap. Het verschil met het Christelijk ideaal is
vooral, dat in het socialistische heilsrijk geen plaats
is ingeruimd aan den Vader, noch aan Vader Staat,
noch aan Vader God. Godsdienst wordt beschouwd als
een overwonnen burgerlijk standpunt en ook de Staat
is in de volgroeide socialistische Gemeenschap over
bodig geworden. Na de overgangsperiode der prole
tarische dictatuur sterft hij langzaam af en dan gaat
het groote liefdesfeest beginnen."
De psychoanalyse heeft ons doen zien, dat een ideaal
een geprojecteerde wensch-vervulling is van groote
psychologische en sociale beteekenis. Het ideaal is het
verheerlijkte beeld van de toekomst, die de ziel van
een mensen of een menschengroep zichzelve
wenscht. Het is de geanticipeerde verwerkelijking van
wat thans nog slechts als mogelijkheid in de ziel slui
mert. Vandaar de belangrijke functie van het ideaal
in elk psychisch en sociaal genezingsproces. In dit
licht bezien is ook de geboorte van het socialistisch
ideaal een hoopvol verschijnsel: het beteekent het
ontwaken van de talrijkste klasse onzer samenleving
uit doffe wanhoop en berusting tot het streven naar
een nieuw, beter leven.
Een ideaal is echter geen onfeilbare gids. Behalve
anagogische (omhoogvoerende) elementen bevat het
dikwijls regressieve bestanddeelen, d.w.z.
bestanddeelen, die de vervulling van primitieve, kinderlijke
wenschen nastreven. De verwerkelijking van zulk een
ideaal van overwegend regressief karakter zou geen
hooger-ontwikkeling, maar een terruggang
beteekenen. Om dit begrijpelijk te maken moeten wij een
korten blik slaan op de psychische ontwikkeling van
het kind.
In zijn eerste levensphase, de embryonale, leeft het
kind een paradijsbestaan. Alles wat het behoeft, vloeit
hem toe door de moederlijke navelstreng, er is nog
geen conflict tusschen Wensen en Werkelijkheid.
De geboorte is de Val, de verbanning uit het paradijs,
maar toch wordt ook de kleine zuigeling nog vrijwel
op zijn wenken bediend, hij voelt zich almachtig. Zijn
hem voedende en koesterende moeder (mamma =
borst) is voor hem de wereld, waarnaar al zijn liefde uit
stroomt. Maar hoe ouder het kind wordt, des te schrij
nender wordt het zich bewust van de tegenstelling
op God.
tusschen Wensen en Werkelijk
heid en begint aan zijn almacht te
twijfelen. Als het de moederborst
verlaat, ontdekt het, dat erbuiten
haar ook nog wereld is en begint
het zich als een eigen ik tegenover
die wereld te voelen. Dan begint
de lange, moeizame tocht in die
vreemde wereld om het geluk,
dat hem eenmaal werd geschon
ken, door eigen strijd en inspan
ning te heroveren. Maar nog lang,
somtijds zijn heele leven, blijft het
menschenkind innerlijk aan de
moeder gebonden, en in perioden
van ziekte, van teleurstelling en in
den ouderdom vooral, verlangt het
naar het verloren paradijs terug.
Is de moeder de eene pool van
het kinderleven, de andere is de
vader. Deze is, voor den jongen
vooral, in de eerste plaats een
ideaal van grootheid en kracht.
Maar tevens wordt hij al spoedig
gevoeld als een storend element.
Want de vader is meestal de stren
gere en bovendien maakt hij in
breuk op hef monopolie, dat het
kind op de moeder zou willen doen
gelden. Hieruit ontwikkelt zich die
eigenaardige, dubbele vader-
Einstellung", van liefde en haat
ineenen, die voor ons later leven van
zoo geweldige beteekenis is. Want
ons gansche latere zieleleven wordt
opgebouwd op den grondslag
onzer vroegste neigingen en erva
ringen; uit onze kinderlijke moe
der- en vader-indrukken vormen
zich geestelijke complexen, van
haat en van liefde, die wij onbe
wust op alle belangrijke nieuwe
levenservaringen overdragen. On
ze moeder-liefde dragen wij over
op de schooljuffrouw, op ons
meisje en onze vrouw, of ooi» op
Moeder" Natuur. En onze ge
compliceerde vader-gevoelens op
onze leeraren, op oudere vrienden
(of vijanden !) en ten slotte op de
Maatschappij, op den Staat en
Natuurlijk zijn niet allén onze kinderervaringen
beslissend voor onze levenshouding: welke gevoelens
ons leven zullen beheerschen, hangt ook at' van uit
wendige factoren, van den aard vaVi ons milieu.
Maatschappelijke onderdrukking, Staatswilleketir enz.
zullen den ouden vaderhaat prikkelen en activeeren,
terwijl een geprivilegieerde positie dezen haat in vele
gevallen naar het Onderbewuste zal verbannen. En
zoo zal ook het verlangen om tot de moeder terug te
keeren sterker zijn, naarmate het leven moeilijker en
vreugdeloozer is.
Ik geloof, dat deze beschouwingswijze een nieuw
licht werpt op het socialistisch ideaal en het socialis
tisch streven in het algemeen. Ook hierin zijn zeer
duidelijk de twee polen aanwezig: Vader Staat en
Moeder Gemeenschap. De kapitalistische Staat is de
booze Vader, die van den aardbodem moet verdelgd
worden. In de proletarische dictatuur schijnt hij nog
eenmaal op te duiken, maar in werkelijkheid zijn het
de verstooten Zonen, die de plaats huns Vaders tijde
lijk innemen om te komen tot de moederlijke Gemeen
schap (Commune, Communie), die voor allen zal zor
gen, zonder dwang, zonder eenigen band dan den
zachten band der liefde. De mensch is weer kind geworden
en heeft het verloren paradijs herwonnen....
Dit is de psychologische ondergrond van het Socia
listisch heilsstreven. Het is in diepste wezen een
moeder-regressie. En hiermee is het huidige Socialisme
tegelijk in zijn intrinsieke onmogelijkheid doorzien:
het is gericht op het onmogelijke, den terugkeer van den
mensch tot zijn kind-bestaan. Vader Staat kan ver
nietigd worden, het voorbeeld van Rusland bewijst het.
Maar de opbouw van een Gemeenschap, die aan al
haar kinderen een zorgeloos bestaan zou verzekeren
is een niet-te-verwezenlijken, kinderlijk droombeeld.
De socialisten achten het mogelijk op den grondslag
van een tot het uiterste gemechaniseerd en gerationali
seerd arbeidsproces. Gesteld, dit ware mogelijk, gesteld
een zoodanige maatschappelijke regeling van den
arbeid der gansche menschheid ware een technisch
oplosbaar probleem. Wat zou dit beteekencn? Dit,
dat de menschheid zou zijn als het rijke, verwende
kind, dat te midden van een berg prachtig speelgoed
zit, met een ontevreden hart en een bedorven maag.
De machine's zouden het werk doen en het leven zou
een inhoudloos spel zijn geworden. De menschheid
zou spoedig walgen van haar doelloos bestaan en met
Heine's Tannhauser uitroepen: Ich schmachte nach
Bitternissen" óf onherroepelijk ondergaan.
Het geluk is, voor den mondigen mensch, slechts
bereikbaar door eigen inspanning. Dit is een eeuwige
wet, die niemand ongestraft kan overtreden. Het
eerste noodige voor de socialistische arbeidersbewe
ging is daarom, dat zij z ich van het infantiele karakter
van haar toekomstideaal bewust wordt, het verwerpt,
en er een nieuw, mannelijk ideaal voor in de plaats
stelt.