De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 19 februari pagina 10

19 februari 1927 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2594 KOSl'l'A FORBES1 KAMP EEN RIJ KLEINE MONOLIETEN IN AXUM F S a j JL ±_y F S C II ^ \^j ^s DOOR A. N, J. TH. h TH. VAN DER HOOP EEN onafgebroken stroom van reis- en landbeschrijvingen blijft zich uitstorten over de boekenmarkt. Sommige goed, andere minder belangrijk, sommige avontuurlijk, andtri niet. De belangstelling voor dit soort onderwerpen schijnt vrijwel onuitputtelijk te zijn. En eigenlijk is dit ook geen wonder. Duizenden en duizenden zijn door den harden strijd om het bestaan veroordeeld tot een soort vergulde gevangen schap binnen de muren van een bekrompen stads woning en een ongezellig kantoor, met op geregelde tijden luchten" in den nmanswagen. En nu wordt er wel veel gereisd, maar het is er dan ook dikwijls reizen naar. Reisbureau's, spoor wegdirecties, scheepvaartmaatschappijen, hoteliers, zij allen hebben het aardrijk bedekt met een dicht net van mooie, gladde gootjes, waar de zich-noemende reizigers" in het begin Van het reisseizoen in worden gelegd, om er passief als kegelballen doorheen te rollen, en aan het eind van de vacantie precies op tijd weer aan het beginpunt terug te komen. Initiatief en ener gie zijn overbodig, avonturen bepalen zich?tot een rtizietje met een inhaligen taxi-chauffeur, en verrassingen zijn uitgesloten, wantBaedeker en Quide-Bleus hebben alle geheimen al van te voren verklapt. Slechts weinigen is het gege ven, zich uit dit menschonteerend mek^niek los temaken, en echt te reizen". En daarom moeten de meesten van ons het maar in de verbeelding doen, en wij zijn den schrijvers en schrijfsters dankbaar die ons daarbij een hand j. helpen. Rosita Forbes geeft ons een echt prettige, boeiende beschrijving van een reis, die zij maakte door Abyssinië. 1) Wat een vrouw !" zegt de Feterari van Devark. Als ik haar gezicht niet gezien had, zou ik haar voor een man houden." Met een heele schaar van soldaten heeft hij getracht haar den toegang tot zijn gebied af te snijden, maar de koppigheid en ten slotte de geveinsde tranenvloed van Rosita zijn hem te sterk geweest. Wat een vrouw!" zegt ook de lezer, als hij in gedachten de schrijfster volgt, en ziet met welk een ongeloofelijke energie en vasthoudendheid zij haar plannen doorzet, de vermoeienissen en gevaren van de reis trotseert, en de tegenwerking, luiheid en inha ligheid van de lieden van het land het hoofd biedt. Dit is geen boek over Abyssinië" lezen wij in het voorwoord. Van Abyssiniëgeeft het slechts onze indrukken, zooals we dit land zagen vanuit onze tent en ons muilezel zadel." Een beetje overdreven bescheiden is dit eigenlijk wel, want over het land, zijn bevolking, zijn godsdienst en zijn geschiedenis worden tal van belangwekkende bijzonder heden gegeven, die ons te meer welkom zijn, omdat het hier een gebied geldt, waarvan over het algemeen zoo weinig bekend is. De aardrijkskunde, die ons op school wordt bij gebracht, heeft nu eenmaal zoo iets Gruy reachtigs. Compacte massa's wisselen af met groote gaten. Het land van Menelik is voor velen onzer een gat in de geografische kaas. Het kind van de liefde van Salomo en de Koningin van Sheba vlucht op achttienjarigen leeftijd uit Jeruzalem. Ook toen waren er blijkbaar zoons, die de al te groote wijsheid van hun vader maar weinig op prijs stelden. De jonge Menelik gaat met 1000 man van elk der stammen Israëls op weg. De Ark des Verbonds" die de twee tafelen EEN der wet bevat, neemt hij mee, en'na een lange KAP en avontuurlijke reis bereikt hij de hoofdstad van zijn moeder. De legers van zijn vader zetten hem na, maar zij worden gevangen in een bergkloof die zich over hen sluit, zooals de Roode Zee vroeger Farao ver zwolgen had. Rosita Forbes bezocht op haar tocht die oude hoofd stad Axum, en geeft er een mooie beschrijving van. Op den tegenwoordigen godsdienst, een zonderling mengsel van Christendom, resten van den ouden Joodschen godsdienst, en veel bijgeloof, krijgen wij een interessant kijkje. De Abyssiniërs zijn er intusschen trotsch op, dat zij het zuiverste Christendom bezitten. Tout comme chez nous. Bijna onoverkomelijk zijn de moeilijkheden, waar mede de dappere reizigster te kampen heeft. Felle koude, stroomende regen en brandende zonnegloed wisselen af. De onwillige muilezels en de nog onwilliger muilezeldrijvers zijn bijna niet voort te krijgen over de doornige en steenachtige paden in woeste bergen en op barre vlakten. Bevolking en autoriteiten zijn soms onwelwillend, soms ook bepaald vijandig. Dan weer »,'" * * ' '?" "*»-','" "^ t **? '«* ^Ky~", '-?V.,.:!'? >:.?: :..J!:-"-!Ii-,'È^i,. ABYSSINISCH STEDELING, MET DEN EIGENAARD1GEN AAN ZIJN MANTEL, WELKE OP DEN SCHOUDER STAAT zijn zij vriendelijk en gastvrij, en komen met een stroom van geschenken. Vee, dat wegens de vastenmaand niet geslacht mag worden en daardoor dikwijls meer last dan pleizier bezorgt, magere kippen en eieren in zeer uiteenloopende ontwikkelings-stadia, en, het ergste van alles, ongeloofelijke hoeveelheden tjed",, een landelijk brouwsel, waar het geheele karavaanpersoneel zich des nachts hopeloos aan bedrinkt, x.oodat den volgenden morgen niemand op zijn beenen kan staan. Daar komen bij de geldelijke moeilijkheden.. ledereen, van hoog tot laag, loert op bakshees. in allerlei vorm. In sommige deelen van het land is alleen een zware, bijna waardelooze koperen munt gangbaar, waarvan geweldige hoeveelheden moeten worden meegevoerd. In minder beschaafde deelen is ook dit geld niet meer te gebruiken en vormen revolveren geweerpatronen het eenige ruilmiddel. Nog erger wordt het wanneer de reizigers in een streek komen,, waar staven zout hiervoor dienst doen. Een ezeltje kan slechts een vracht van twintig gulden van deze pasmunt" dragen ! Een trouwen en dapperen metgezel vindt Rosita Forbes in haren reisgenoot, den film operateur Junes. Onvermoeibaar en goed ge humeurd, voelt hij zich alleen lekker mef een pijp tusschen de tanden en den slingei ? van zijn filmapparaat tusschen de vingers. Het boek is geïllustreerd met een kaartje en met een aantal zeer mooie foto's, niet alleen van landschappen en architectuur, maar ook van volkstypen. Het laatste vooral i? een verdienste. Karakteristieke koppen zijn veel moeilijker voor de lens te krijgen engoed af te beelden dan allerlei andere onderwerpen. en vele reisboeken geven er dan ook vee) te weinig van. En toch vormen zij ten slotte het meest interessante materiaal voor illustratie (zie de platen). H. J. van Balen zorgde voor een goede. vlotte vertaling, en de uitgeefster deed wat zij kon, om het boek in een aantrekkelijk kleed te steken. Karavaanreis door Zuid-Perzië" van Maurits Wagenvoort 2) valt dadelijk op door de bijzonder mooie uitgave. Het boek is in een groot, kwadratisch formaat uitgevoerd. De ruime pagina's zijn op goed papier met een fraaie, duidelijke letter gedrukt, en de groott afmetingen van het geheel gaven gelegenheid de foto's flink groot te reproduceeren. Die foto's zijn voor het tneerendecl uitstekend geslaagd. Enkele zijn bij de opneming een beetje onscherp geworden, zooals de Weg in een der Perzische Kottals bezuiden Sjiraz,' ' maar daar staan andere tegenover, die wer kelijk prachtig zijn en schitterend uitkomen. Zoo bijvoorbeeld de albeeiding van den besneeuwden top van den Demavend, met het dorp van denzelfden naam aan zijn voet. Een aardige kaart, getcekend in den stijl.. dien wij kennen int oude reisbeschrijvingen. en waarop de reisroute in rood is gedrukt. maakt het gemakkelijk den schrijver op zijn reis te volgen. Hier zal verhaald worden van een karavaanreis van Teheran naar Bendar-i-Boesjir aan de Perzische Golf, vóór den oorlog. Een reis, zooals zij niet meer gemaakt wordt, en waarschijnlijk nooit meer gemaakt kan wor den." Zoo begint Maurits Wagenvoort zijn werk. Hij schreef het vóór den staatsgreep van den tegenwoordigen sjah. Van de moeilijkheden en gevaren van de r

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl