De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 26 februari pagina 10

26 februari 1927 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

SKAUER KÜNSTLE PAWLOW (?Der Kirschgarten)" KRI.SCHANOWSKAJA (Drei Schwestern) ORLOWA (Nachtasyl) M. GERMANOWA TARCHANOW (Nachtasyl) DRAMATISCHE KRONIEK DOOR TOP NAEFF Moshauer Künsller Theater l TERWIJL onze dagbladkolommen weer eens zuchtten onder den parlementairen kunstzin, zijn Stanislawsky's kinderen over de grens gekomen, om met daden te vertoonen waar het nu eigenlijk om gaat.... Hulde en dank aan den heer Helm, die ons dit feest bereidde, dit voorbeeld van concentratie" stelde aan de politiek van den dag. Vijf jaar is het geleden (?Amsterdammer" van 18 Febr. 1922) dat ik op deze plaats mocht schrijven over het werk der Russen in het bijzonder over Der Kirschgarten" dat ik dien winter in Berlijn getroffen had; het was mij toen bijna een verdriet, dat ik mijn landgenooten niet meer kon geven dan woorden, die in de verste verte niet benaderden, wat dit onvergelijkelijk samenspel, dat detooneelkunsttot den hoogsten rang in de rij der schoone kunsten op voert, inhield. Ze is ook eigenlijk onbeschrijfelijk, deze kunst, die geen enkel dogma belijdt dan het geloof aan het volmaakte. Gesublimeerd naturalisme, ja, en hoe natuurlijk, hoe subliem ! Geen poging tot bovenmenschelijke verhevenheid of mystiek, en nochtans ondoorgrondelijk als het leven zelf, om straald door een hooger licht. Ein Abglanz. vom Irdischen", schreef indertijd Alfred Kerr. Deze menschen ,,treden niet op", en gaan niet af, ze be staan" op het tooneel, ze ademen er, lachen, schreien, leven voor enkele uren een geheel verinnigd menschenieven; en wanneer het voorbij is, leeft het in ons voort, onvergankelijk,'" als een deel van onszelf. Er zijn modernen, die deze oprechte tooneelkunst naar het ideaal van Otto Brahm maar nog veel straffer en muzikaler opgevoerd verouderd achten. Er zijn er ook, die meenen dat dit verrukkelijk samenspel haast te feilloos moet worden genoemd. Laten we ons bij het vele, dat op het tooneel tot geen enkele volkomen heid groeit, daarover niet verontrusten, en maar liever dankbaar aanvaarden wat ons in deze weken met zoo gulle handen aan lieve, verdiepte menschelijkheid wordt gereikt. Voor wie niet alle voorstellingen kunnen bijwonen, zal het moeilijk zijn een keuze te doen. Geopend werd met Armoede is geen schande" van Ostrowski, een oud blijspel, van zoo eenvoudige struktuur, dat het gemakkelijk te volgen is. Ik kom daar nog op terug. Ook ,,Nacht-Asyl", dat op het repertoire staat, zal vermoedelijk velen aantrekken omdat het werk naar den inhoud het meest bekend is. Van overwegend belang vind ik dit echter nauwelijks. ,,De broeders Karamasow" is buitengewoon belangwekkend om den feilen speelstijl. Deze fragmentarische vertooning tracht niet, zooals de bewerking van Copeau, naar een .dramatische reconstructie van den roman. Ik, voor mij, geef aan deze visionnaire opvatting de voor keur, doch op geen enkele wijze is feitelijk de adoptatie van een roman ten behoeve van het tooneel verdedigbaar. Voor wie het boek niet door en door kent, en de taal niet verstaat, zijn deze losse dialogen vaak niet meer dan Charades en action". Door de ongekende vurigheid echter, de breede vlucht van het spel blijven wij er desondanks sterk in ge boeid en leeft het boek erinz'n eigen sfeer, bij flarden, een hartstochtelijk en aangrijpend tooneelleven. Niet het minst door het spel van Germanowa", de Russi sche Duse, die ook uiterlijk op haar lijkt, en er de rol van Gruschenka" in vervult. Maar boven alles zou ik u toch raden uw avonden vrij te houden voor het werk van Tsjechow, waarvan deze vertooningen de zeldzame openbaring brengen, en waaraan het Moskauer-Künstlertheater de groep daarvan, die, door den oorlog opgejaagd, zich in Praag gevestigd heeft zijn hoogsten roep dankt. De gelegenheid Tjechow eenigermate naar den eisen te zien spelen, doet zich bijna nooit voor, het werk is te moeilijk in zijn subtiele verwevenheid. Het vraagt een eersten rangs regisseur en een groot aantal eersten-rangs talenten, die zich voegen willen. ,,De Kersentuin" is door Fred. van Monsjou in het Nederlandsch vertaald (uitgave van J. Heinis, Zaandijk) maar wij bezitten geen ensemble, dat er ook maar een gooi naar kan doen. Met Oom Wanja" waagde Saalborn verleden jaar een poging, die verdiensten had, maar toch te zwak bleek om het werk ook maar een kort bestaan op onze planken te bezorgen. Dezen winter geeft het Staats-Theater te Berlijn een, voor ieder ander land dan Rusland model" te noemen opvoering van Drei Schwestern". Een keurcorps: Lucie Höflich, Lina Lossen, Lucie Mannheim, Gerda Muller, Jacob Tiedke, Arthur Menzel e.a. De prachtige vertooning komt het werk der Russen zoo dicht nabij als mogelijk schijnt, en toch blijft men er iets in missen, dat, wat Tsjechow tot den Chopin van het tooneel maakt. Wie deze werken woordelijk kent, geniet er vanzelf sprekend het meest van, voor wien de tijd om de stukken vooraf te lezen ontbreekt, geeft het pro gramma een korten inhoud en het is verwonderlijk en verrassend zou weinig als wij, toegerust met deze luttele gegevens, meenen dat ons ontgaat; door de indringende kracht van woord en gebaar, de algemeene menschelijkheid, die van dit spel uitstraalt, het rnelodietise, dat regelrecht door de zinnen naar ons hart gaat. Vertelde ik u niet wel eens van dien jongen man in den Kersentuin", die zijn overschoenen kwijt was, een woord, dat wij door zijn overeenkomst met galoches" gelukkig opvingen. Hoe toen langzamerhand de geheele zaal, duizende «ogen tot den nok toe, naarstig meezochten onder tafels en kasten en stoelen, en we allen verlicht opademden toen hij ze, nog juist bijtijds, gevonden had ! Meent niet, dat onze hartstocht voor die verloren overschoenen beneden onze artis tieke waardigheid was. Wat vermag de kunst meer dan ons met de eenvoudigste middelen te onttrekken aan onzen eigen druk, ons ons zelfte doen verliezen in, mijnentwege de overschoenen, het naaste belang, van een ander, ons te verheffen boven het persoon lijke....? En hoe overbodig worden dan de hedendaagsche tneoriën over de bevordering der verstand houding", met malligheden, als bruggen van de zaal naar het tooneel, en tooneelspelers, die uit het parket opduiken.... Dit intensief samenspel breidt zich vanzelf over de zaal uit, het trekt de toeschouwers mst hun geheele geboeide wezen op het tooneel, latende alleen den afstand, die alle kunst behoeft om meesteresse te blijven op haar terrein, verlossing en illusie.... Armoede is geen schande" is een van die elemen taire blijspelen (Joh. Nestroy heeft er ook vele van dit soort geschreven) welke aan onze ontvankelijkheid geen hooge eischen stellen en als een sprookje bekoren. De kwade vader, de onderworpen moeder, het lieflijk dochtertje, aan wie de vriend des harten wegens standsverschillen wordt betwist, voor wie daarentegen een gruwelijke, doch deftige en rijke pre tendent in het vet ligt.... O, de angstige spanning, waarin we verkeeren zoolang vaders despotisme het spel schijnt te winnen, het medelijden, dat ons de keel dichtknijpt bij den aanblik van het offer, alreeds in bruidstooi Waarbij dan nog kwam, dat mad. Kryanowska dit meisje, in haar ouderwetsche kteedij, vertolkte met een roerende kuischheid en liefheid van gebaar. En dan, in deze ademlooze benauwenis, plotseling de verlossing.... de rijke vrijer in den familiekring als een schurk ontmaskerd, afgedropen gelijk een hond met zijn rokpanden tusschen de beenen.... De verguisde jongeling in genade aan genomen, de bruid stralend.... Wanneer deze na tuurlijke zaken zóó gespeeld worden als door deze menschen, dan vind ik zeniet-te-harden-aandoenlijk,. dan strekt zich mijn voldoening: dat hefniet hoefde",. uit tot in mijn diepsten droom, waar het beeld van den vreeselijken pretendent hoe langer hoe angst wekkender proporties aanneemt, met vingers, als klauwen naar de simpele duif in haar hemelsblauwe taftjapon.... Gered! Prachtige prenten waren het daarbij, vol bekoring wegens het lieve ceremonieel en den schoonen zang, die voor niet-Russen de verrassing: van het ongekende brengen, vol tintelend leven. Hoe hartelijk zijn die kinderlijke menschen, onder elkaar, hoe kunnen ze elkaar koesteren, met een kus,, een blik van verstandhouding, welk een overgave in liefde en genegenheid. r In zulk een eenvoudig stuk, zonder achtergedachten behalve dan misschien even een echo van de moraal van het land, die bij voorkeur den vagebond tot apostel verheft zonder diepere verwikkeling, komt juist die oppervlakkige beminnelijkheid, welke de leden van het gezin, heer en knecht, de geheele buurtschap, menschelijk verbindt, bijzonder tot haar recht. Wij voelen ons op hun partijtjes" meer dan thuis", wij voelen ons, terwijl we hoe langer hoe nader bij schikken, welgedaan. . . . Bij deze verbluffende regie men vat nauwelijks hoe dit menschen-mozaiek in zijn vasten vorm zo» levend blijft, na meer dan honderd voorstellingen nog even fijn komt het mij moeilijk voor een eenigszinsrechtvaardig oordeel te vellen over de spelers afzonder lijk. De marquantste figuren zijn in dit ensembleniet van hooger waarde dan de stille krachten, die haast onopgemerkt hoekjes en gaatjes vullen. Een bindende, stuwende kracht bezit hef gezelschap on getwijfeld in Mad. Gretsch, die hier de bijrol van een jonge weduwe" vervulde. Doch hoe inncrlijk-decoratief was ook de gastvrouw", de bruidsmoeder, Dneprowa. Een sterk speler moet Serow zijn, naar zijn fel-romantische, nochtans gestyleerde vertolking van den marqué" te oordeelen. Scharoff's ,,Lioubins':' zou waarschijnlijk meer indruk hebben gemaakt, wan neer wij hem, die woorden van mildheid en wijsheid spreekt, hadden verstaan. Wat dat betreft was Douwao Tortzow, dien wij, als den tyrannieken. opgeblazen vader, maar aan behoefden te zien, in gunstiger con ditie. Geen van deze namen echter scheiden zich af in onze herinnering, geen dezer hoofdpersonen blijft ons ten slotte liever dan het half uitgewischt figuurtje1 van de oude Arina. de dienstbode (Tokarska) zooals;ze in een onopgelet hoekje van de kamer stilletjes zat te schreien om het lot van haar jongejuffrouw.... TE KOOP | 88 toniée STECK-AUTOPIANO bijna nieuw niet garantie Prijs f 1225. event. in ged. voldoen. Brieven letter D, bureau v/d blad Hotel Restaurant Jaeff VELP bij Arnhem. Modern ingericht. Bijzonder geschikt voor langer verblijf. Auto-Garage met Centrale verwarming en electrisch licht. B. BEIJER.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl