De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 26 februari pagina 12

26 februari 1927 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

WAJANG POERWA-POPPEN. ADIPATI NGAWONGGA EN ARDJOENA (R. E. M. LEIDEN) WAJANG POERWA-POPPEN. SEMAN EN PETROEK (R. E. M. LEIDEN) VERLEDEN, HEDEN EN :ST VAN DEN WAJANG DOOR MR. H. G. KOSTER T N zijn Indrukken van een tötök vertelt Justus ** van Maurik hoe hij aan een oud-Amsterdammer, -.sinds jaren reeds Indischman, vroeg wat men verrstond onder een wajang. Het antwoord luidde: de wajang, wel, da's de poppenkast!" Van Maurik wist ?natuurlijk heel goed wat een wajang was, maar hij wilde met goedmoedige satyre even doen uitkomen ?én de gehechtheid van den Amsterdamschen jongen .aan zijn poppenkast n de onkunde van den verindischten Europeaan. Want de wajang is volstrekt niet alleen een poppenkast. Er zijn niet minder dan zes A zeven soorten wajangs en alleen de wajang ;golèk, waarin met dikke" houten poppen gespeeld wordt, komt den vaderlandschen poppenkast het meest nabij. Bij den wajang kelitik zijn de poppen ,,,plat" en van leder vervaardigd. De wajang poerwa, .in Nederland wellicht nog het meest bekend, is een schimmenspel. Verder is er de wajang wong, een ge woon tooneel met menschen als acteurs en de töpeng, ?waarin de spelers maskers dragen, evenals de komevdianten van het antieke Griekenland en Rome. Het schimmenspel heeft de oudste brieven. Reeds tin een gedicht uit de elfde eeuw, dat het bruilofts?feest van den held Ardjoena tot onderwerp heeft, wordt gezegd: er zijn menschen, die schreien, als zij naar poppen kijken, hoewel zij toch weten, dat het slechts de schaduwen van het uitgesneden leder zijn. De wajang wong is het jongst van jaren: deze dateert 'eerst uit de achttiende eeuw. Vroeger werden aan het hof van den sultan te Djokja om de tien jaren prach tige wajang-wong-voorstellingen gegeven, waarbij 'bloedverwanten van den sultan als acteurs optraden. ?Omstreeks 1900 werd met deze traditie gebroken; ?~aar z'j herleefde in 1923: bij het regeeringsjubileum ~«ir,grjn had er wederom een groote vertuóning ?'ipQ «./aren reeds anderhalf jaar van ,_...en. Drie honderd personen werkten ,mee. Hoe is de wajang ontstaan? Waarschijnlijk zijn ?de eerste vertooningen van het schimmentheater be doeld als het oproepen van de geesten der voor ouders. De dalang (explicateur) was de priester of theurg, die de schimmen uit het hiernamaals deed .nederdalen te midden der levenden. Vroeger meende men, dat het wajangspel een uitvinding der Hindoes ?was en de Javanen slechts de slaafsche rabootsers ?waren van de kunst hunner overheerschers. Door nieuwere onderzoekingen, vooral door die van Dr. Hazeu, is de onjuistheid dier meening gebleken: .alle technische termen toch zijn zuiver Javaansch. De stof der stukken is weliswaar ontleend aan de :groote heldendichten van Hindostan, aan de Maha(bharata en de Rama-yana. Maar van de oorspronkeC3IDDING ITUYNENBURG MUYSI ISCHILDEPSI lijke verhalen is dikwijls weinig ovei: alleen de namen van goden en helden, prinsen en prinsessen, reuzen, dwergen en monsters zijn dezelfde. Zij, die door dik en dun het oosten vereeren en supérieur achten aan het westen, stellen den wajang gaarne voor als iets geestelijks, iets dat eigenlijk niet van deze wereld is. Inderdaad doet de eerste kennis making sterk mystiek aan. Later als men de taal wat begint te verstaan, krijgt men er een nuchterder kijk op. Vooreerst worden door den dalang soms zeer gewaagde, ja bij tijd en wijle zelfs bepaald vieze grappen verkocht, hetwelk nu juist niet heel bevor derlijk is voor het scheppen van een mystiek-spiritueele sfeer. Bovendien richt hij bij zijn uitleggingen aan het adres der toeschouwers hatelijkheden, die meestal zeer grof en zeer persoonlijk zijn. Ik herinner mij het volgende geval. Onder het publiek bevond zich zekere Wongso, wiens vrouw het niet al te nauw nam met de huwelijkstrouw. Dit was in de dessa bekend: ook de dalang wist het. Toen nu de dalang een prinses ten tooneele voerde, deed hij dit met deze aankondiging: dit is een zeer kuische prinses; zij is nog veel kuischer dan de vrouw van Wongso en dat wil wat zeggen!" Algemeen gelach; ook Wongso lachte mee, zij 't ook als de spreekwoordelijke door kiespijn geplaagde boer. Het behoort tot den goeden toon, dat men om zulke grappen nut boos wordt. Dit herinnert sterk aan de bekende vrijheid van spreken, die de narren aan de hoven der vorsten genoten. Shakespeare geeft daarvan menig treffend voorbeeld. Ook in den wajang komen narren voor en juist dezen worden bij voorkeur de bijtendste ge zegden in den mond gelegd. Deze narren zijn door gaans ook dienaars van een der helden, in het bizonder van Ardjoena. Semar, Nalagareng d. Petroek zijn de populairste: het kleinste kampongjongetje kent ze. Naar het uiterlijk zijn zij ware gedrochten, maar hun trouw is voorbeeldig en hun opgeruimdheid onverstoorbaar. Tegenover de idealistische edelaardigheid van hun heer, vertegenwoordigen zij de realis tische nuchterheid des dagelijkschen levens; tegen over zijn hoogdravende woorden, stellen zij de taal van het gezond verstand, tegenover zijn onbesuisden moed, wijze voorzichtigheid. Ook in de westersche litteratuur is dit type dienaar caricatuur en tevens mentor van den meester wel bekend. Zulk een dienaar is Caliban bij Ariel, Wagner bij Faust, Sancho Panza bij Don Quijote. De moderne Javaan uit den lageren adel (die eigenlijk v.vereenkomt met onzen kleinen burger stand) bootst meer en meer het voorkomen van den westerling na. Ook bij voldoende gezichtsscherpte zet hij lorgnet of uilebril op, vervangt zijn hoofddoek door een hoed en al kan hij niet of maar middel matig schrijven, in zijn borstzak hoort .... een vulpenhouder. Die navolgingszucht dringt ook door in de traditioneele wajangwereld en dikwijls op de ergerlijkste wijs. Zoo zijn er dalangs, die hun schoone traditie zóó vergeten, dat zij de helden uit het grijs verleden per auto of trein op het tooneel laten ver schijnen. Ook wel wordt Jan Pieterszoon Coen of Daendels tot wajangpop verheven. Onlangs las ik J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam-R'dam-Den Haag. DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND zelfs een vlugschrift van iemand, die den bioscoop aan den wajang wilde dienstbaar maken. De schrijver wenschte de wajangtafereelen te verfilmen en dit surrogaat den Javaan voor te zetten in stede van zijn ouden geheiligden wajang. Geheiligde wajang? Zeker, de wajang moge niet zóó iets etherisch-spiritueels zijn als sommige overspannen orientaanbidders ons willen doen gelooven, de kern van het spel is religieus. Het blijkt al uit de ritueele handelingen, die iedere voorstelling vooraf gaan. Er wordt wierook gebrand en in een met water gevulde vaas offert de dalang zeven soorten bloemen. Een Javaan van den ouden stempel zou den verbioscoopten wajang een profanatie achten en een roekelooze spotternij met de gevaarlijke elementen uit het demonenrijk. Niettemin: men twijfelt wel eens of de wajang zich in zijn oorspronkelijken vorm zal kunnen handhaven. Het moderne Indische leven is immers zoo veel intensiever dan het gemoedelijk voortvegeteeren in tempo doeloe 1). De ontwikkelde inlanders nemen de oude sproken niet meer ernstig op. Boven dien, een goede voorstelling duurt van negen uur 's avonds tot zes uur 's morgens. In tempo doeloe gingen na afloop de bezoekers .... naar bed. Maar het moderne leven eischt, dat zij straks om zeven uur weer op kantoor of werkplaats zullen zijn. Men heeft nu proeven genomen met verkorte" voorstel lingen; men wil ook trachten den dalangs een betere scholing te geven in litteratuur en aesthetiek; men probeert de onwaarschijnlijkheid der sproken te redden door ze allegorisch uit te leggen. Of het alles baten zal? De oude religieuse geest, waaruit de wajang zich ontwikkeld heeft, is dood en die geest zal niet gemakkelijk weer tot leven gewekt worden in een jachterige wereld vol radiomuziek, autogesnor en politiek gekrakeel. Voorzeker, hier geldt het oude woord: als het zout smakeloos is geworden, waarmee zal dan gezouten worden? 1) Tempo doeloe: de goede oude tijd. BOUWT W «ET OOSTERPAPK DILTMÖVEN INLICHTINGEN VERSTREKT DC DIRECTIE TElEflNT. N?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl