Historisch Archief 1877-1940
MUZIEK IN DE
HOOFDSTAD
DOOR CONSTANT VAN WESSEM
ITALIAANSCHE OPERA: ADRIANA LECOUVREUR
Hindemiïh's viool-concert
?VEKER de belangrijkste noviteit, die dit (op dat
^punt overigens niet zeer gelukkige) Concert
gebouw-seizoen bracht, is Hindemith's vioolconcert
geweest, dat verleden Donderdagavond door
Alexander Schmuller werd geintroduceerd en dat ondanks
.zijn door een algemeen publiek moeilijk te waardeeren
voor het oor onwelluidende ongegeneerdheden een
doorslaand succes heeft behaald.
De violist Schmuller heeft zich reed.s bij
verscheideaie gelegenheden verdienstelijk gemaakt met het
intro<luceeren van nieuwe werken voor viool en orkest en
heeft dit pionierswerk met de meeste toewijding ge
daan. In de programmaboekjes baande hij dan reeds
met een enthousiast betoog den weg voor de aan
vankeJijkheid van het publiek voor het nieuwe opus, dat hij
ten doop hield. Maar zelden was zijn betoog zoo warm
«én geslaagd als dat hetwelk hij aan het vioolconcert
van Paul Hindemith liet voorafgaan. Men veroorlove
?dus het volgende daaruit:
Ik zie in Paul Hindemith den sterksten vertegen
woordiger der absolute muziek. Absolute muziek, niet
als een herhaling van den ouden tijd, doch in al de
.kracht en al de eigenaardigheid van onzen tijd, onze
mentaliteit. Hindemith is een componist zonder
,,principen" en systemen. Hij is veeleer a-romantisch,
maar zijn strijd tegen het gevoel" in de muziek is
geen theoretische strijd. Wel schakelt Hindemith
?den mensen, menschelijkheid en emoties uit de muziek,
maar hij doet dit niet ter wille van de mechaniseering,
echter om de muziek zelve, ter wille van haar eigen
leven en wetten. Hindemith is als een beker, boordevol
gevuld met muziek, doch zijn
Kompositionsfreudigkeit", die aanvankelijk een kwajongensstreek leek,
2ijn snelproductie, die eerst een zekere sportliefde
vertoonde, al deze negatieve elementen sproten voort
?uit teen lichtzinnige behandeling zijner positieve
natuurkracht en maken langzamerhand plaats voor
?ernst, meesterschap, doorzichtigheid en hoogere orde.
In Hindemith zie ik een componist, die in zijn stam
boom kan terug wijzen via Reger en Brahms tot
Mozart en Bach, een kamermusicus pur sang, een
schepper uit niets", die zijn heele rijkdom openbaart
in het verloop der compositie, waarin zijn contrapunt
een'meerstemmigheid is der vloeiende, zich
transformeerende en met elkander spelende gegevens".
Zie, dat zijn welsprekende woorden waaraan onzer
zijds voorloopig niets meer valt toe te voegen, sinds de
uitvoering van het werk zelf ze volkomen bekrachtigd
heeft. Het werk is bovendien een dier bewijzen, voor
mijn reeds geuite bewering, dat een muziekwerk wil
liet wezenlijk levend zijn op een melodisch, geen har
monisch substratum behoort te zijn gecomponeerd.
De contrapuntiek van Hindemith is de contrapuntiek
van een melodieus (men versta onder melodie toch
? * -«« harmonie-begeleiding in drieklank-intervallen!)
? t,mrlit met elkaar concerteeren
die
een verdiend succes voor zijn kranige vertolking,
waarin van Anrooy met zijn orkest hem flink terzijde
stond. Het hoogtepunt van de prestaties van het
orkest werd ongetwijfeld de warme en toegewijde
vertolking van Wagenaar's orkestst.uk Saulen David'
dat zoodoende in het gunstige licht kwam fe staan.
Het concert werd besloten met de uitvoering van
Strawinsky's L'oiseau du feu" suite in de zetting
van 1912, die afwijkt van de zetting van 1919, waarin
de auteur de instrumentatie niet alleen, maar ook de
samenstelling der onderdeden omwerkte. Het was
merkwaardig het verschil tusschen deze beide
^*.-«nrPn nog eens te hooren, doordat Monteux den
" :" HP nieuwe zetting dirigeerde,
BOEKBESPREKING
S. D. Lefebre. Ascon de Fries. Met illustra.
ties van Pol Dom. Zutphen. 1926. W.
JThicrne en Cie.
Een goed-geschreven jongens- (en meisjes-) boek,
vlot en prettig verteld. En vooral een sympathiek
boek; men voelt er in, dat de schrijver liefde heeft
voor den kring van jonge lezers, voor wie hij zijn boek
bestemde; er gaat warmte en toewijding van uit.
Ascon, de jonge Friesche vorstenzoon, die door
tallooze avonturen heen, van Romeinen-hater tot bond
genoot der Romeinen wordt, zal vrienden genoeg
krijgen onder de Hollandsche jeugd. Ik heb het boek
voorgelezen»in een tweede klas van een H.B.S. en het
""'"« er glad in. Natuurlijk zegt dat niet alles, en op de
-- hut wt-rk van den heer Lefebre
vorm, UCIL ..
het een gebeurtenis" op
<.,^.?deel Nachstück" is begoochelend als een HL......
vertelling, die marsch voor trommen, dat slot
voor twee fluiten met de viool en sordine, een
?wonderlijk origineel slot, als, terecht gezegd, alleen
Chopin in zijn Bes-moll-sonate een soortgelijk heeft
gewaagd, het werkt op onzen gereeden critischen
zin ontwapenend, zoodat wij zelfs alle normen daarbij
vergeten. Bravo voor het orkest onder Monteux' lei
ding en bravo vooral voor de prachtige prestatie
van Schmuller, die zoozeer n met het werk is
kunnen worden !
Hel Residentie-orkest
De Amsterdamsche Kunstkring Voor Allen"
zorgde er voor, dat wij het Residentie-orkest onder
Peter van Anrooy hier in Amsterdam weer eens te
hooren kregen, een van zijn vele goede daden.
Ditmaal kwam het Residentieorkest met een pro
gramma, dat voor de pauze was ingeruimd aan Beetho
ven en na de pauze aan Johan Wagenaar en
Stra?winsky. Van Anrooy dirigeerde Beethoven's
Coriolan" ouverture met voor ons gevoel te weinig spanning,
het was meer verbeten dan dramatisch, meer karak
teristiek dan ontroerend. Stefan Bergmann trad daarna
op als solist in Beethoven's 5de pianoconcert. Deze
pianist gaf een forsche en doorwerkte voordracht ervan,
een enkele maal wat al te opzettelijk in zijn overwogen
effecten, waardoor de voortgang van het geheel een
oogenblik uit zijn verband werd gerukt. Zoo was bijv.
de inzet der pianopartij in het adagio voelbaar te
langzaam, waardoor de beweging van den- toonlijn
soepelheid te kort kwam en de tonen zwaar als
regendroppen neervielen. Overigens verwierf Bergmann
pline van den dienen^..
het geheel te wezen. Aan zulk synthetiscn r.
hebben de Capets ons sinds geruimen tijd gewend
en vooral voor de vertolking van de kwartetten,
waarin Beethoven aan vier stemmen opdraagt een
geheel heelal uit te zeggen, zijn zij de aangewezen
spelers gebleven. Het is dus juist aan het Capet-kwartet
op te dragen binnen het kader van de huidige Beetho
ven-huldiging de gezamenlijke strijkkwartetten van
den Meester te vertolken.
Dit ensemble kwijt zich wederom prachtig van zijn
taak. Wij hooren weer vertolkingen, die er uitsluitend
op zijn berekend het werk dat gespeeld wordt naar voren
te brengen in al zijn klare schoonheid, die zich van alle
spel" als zoodanig losmaakt en den onpersoonlijker!
verschijningsvorm van een vurig en strak gelijnd ster
renstelsel aanneemt. Het uitschakelen van de
,,speelvreugde" laat alleen aan de jeugdkwartetten op. 18
iets te kort komen, daar Beethoven, zelf in jeugdigen
ijver nog musiceer-kwartetten schrijvend, hier jonge
en behagelijke muziek componeerde, waaraan de
latere doordachte en opgebouwde eigenschappen nog
vreemd zijn en zulk sterk synthetisch spel, dat van
de klank te veel afneemt, deze muziek wat te sober,
wat te droog maakt. Maar des te sterker leefden de
strakke melodieën der latere werken in de uiterste
klaarheid voor ons op, die deze composities van Beet
hoven ons openbaren als wellicht de diepste realisee
ring van haar schepper. Dit voor ons wederom waar
te maken is de grootste beleving, die wij het
Capet-kwartet danken.
schiedenis is geworden m ^u,,u. . ,.
kelijken vorm, die bij onze fCv.i'"
iets zal kunnen wegnemen van de a'iitipv.., c, ' a.v
tegen de geschiedenis als leervak vrij algemeen
bestaat. De lange stukken Germaansche mytholo
gie hadden, dunkt mij, beter weggelaten kunnen
worden, of moesten althans vrij wat besnoeid worden,
al zijn ze op zich zelf niet oninteressant. Ze zijn er nog
al geforceerd tusschen gezet en werken storend op den
gang van het verhaal. HERMAN MIDDENDORP
-de
DIT
MERK
IS EEN WAARBORG VOOR
ONOVERTROFFEN REPRODUCTIE EN
ONGEËVENAARDE AFWERKING.
N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY.
AMSTERD. VËERKADE 22A DEN HAAG.