De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 26 februari pagina 13

26 februari 1927 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

MUZIEK IN DE HOOFDSTAD DOOR CONSTANT VAN WESSEM ITALIAANSCHE OPERA: ADRIANA LECOUVREUR Hindemiïh's viool-concert ?VEKER de belangrijkste noviteit, die dit (op dat ^punt overigens niet zeer gelukkige) Concert gebouw-seizoen bracht, is Hindemith's vioolconcert geweest, dat verleden Donderdagavond door Alexander Schmuller werd geintroduceerd en dat ondanks .zijn door een algemeen publiek moeilijk te waardeeren voor het oor onwelluidende ongegeneerdheden een doorslaand succes heeft behaald. De violist Schmuller heeft zich reed.s bij verscheideaie gelegenheden verdienstelijk gemaakt met het intro<luceeren van nieuwe werken voor viool en orkest en heeft dit pionierswerk met de meeste toewijding ge daan. In de programmaboekjes baande hij dan reeds met een enthousiast betoog den weg voor de aan vankeJijkheid van het publiek voor het nieuwe opus, dat hij ten doop hield. Maar zelden was zijn betoog zoo warm «én geslaagd als dat hetwelk hij aan het vioolconcert van Paul Hindemith liet voorafgaan. Men veroorlove ?dus het volgende daaruit: Ik zie in Paul Hindemith den sterksten vertegen woordiger der absolute muziek. Absolute muziek, niet als een herhaling van den ouden tijd, doch in al de .kracht en al de eigenaardigheid van onzen tijd, onze mentaliteit. Hindemith is een componist zonder ,,principen" en systemen. Hij is veeleer a-romantisch, maar zijn strijd tegen het gevoel" in de muziek is geen theoretische strijd. Wel schakelt Hindemith ?den mensen, menschelijkheid en emoties uit de muziek, maar hij doet dit niet ter wille van de mechaniseering, echter om de muziek zelve, ter wille van haar eigen leven en wetten. Hindemith is als een beker, boordevol gevuld met muziek, doch zijn Kompositionsfreudigkeit", die aanvankelijk een kwajongensstreek leek, 2ijn snelproductie, die eerst een zekere sportliefde vertoonde, al deze negatieve elementen sproten voort ?uit teen lichtzinnige behandeling zijner positieve natuurkracht en maken langzamerhand plaats voor ?ernst, meesterschap, doorzichtigheid en hoogere orde. In Hindemith zie ik een componist, die in zijn stam boom kan terug wijzen via Reger en Brahms tot Mozart en Bach, een kamermusicus pur sang, een schepper uit niets", die zijn heele rijkdom openbaart in het verloop der compositie, waarin zijn contrapunt een'meerstemmigheid is der vloeiende, zich transformeerende en met elkander spelende gegevens". Zie, dat zijn welsprekende woorden waaraan onzer zijds voorloopig niets meer valt toe te voegen, sinds de uitvoering van het werk zelf ze volkomen bekrachtigd heeft. Het werk is bovendien een dier bewijzen, voor mijn reeds geuite bewering, dat een muziekwerk wil liet wezenlijk levend zijn op een melodisch, geen har monisch substratum behoort te zijn gecomponeerd. De contrapuntiek van Hindemith is de contrapuntiek van een melodieus (men versta onder melodie toch ? * -«« harmonie-begeleiding in drieklank-intervallen!) ? t,mrlit met elkaar concerteeren die een verdiend succes voor zijn kranige vertolking, waarin van Anrooy met zijn orkest hem flink terzijde stond. Het hoogtepunt van de prestaties van het orkest werd ongetwijfeld de warme en toegewijde vertolking van Wagenaar's orkestst.uk Saulen David' dat zoodoende in het gunstige licht kwam fe staan. Het concert werd besloten met de uitvoering van Strawinsky's L'oiseau du feu" suite in de zetting van 1912, die afwijkt van de zetting van 1919, waarin de auteur de instrumentatie niet alleen, maar ook de samenstelling der onderdeden omwerkte. Het was merkwaardig het verschil tusschen deze beide ^*.-«nrPn nog eens te hooren, doordat Monteux den " :" HP nieuwe zetting dirigeerde, BOEKBESPREKING S. D. Lefebre. Ascon de Fries. Met illustra. ties van Pol Dom. Zutphen. 1926. W. JThicrne en Cie. Een goed-geschreven jongens- (en meisjes-) boek, vlot en prettig verteld. En vooral een sympathiek boek; men voelt er in, dat de schrijver liefde heeft voor den kring van jonge lezers, voor wie hij zijn boek bestemde; er gaat warmte en toewijding van uit. Ascon, de jonge Friesche vorstenzoon, die door tallooze avonturen heen, van Romeinen-hater tot bond genoot der Romeinen wordt, zal vrienden genoeg krijgen onder de Hollandsche jeugd. Ik heb het boek voorgelezen»in een tweede klas van een H.B.S. en het ""'"« er glad in. Natuurlijk zegt dat niet alles, en op de -- hut wt-rk van den heer Lefebre vorm, UCIL .. het een gebeurtenis" op <.,^.?deel Nachstück" is begoochelend als een HL...... vertelling, die marsch voor trommen, dat slot voor twee fluiten met de viool en sordine, een ?wonderlijk origineel slot, als, terecht gezegd, alleen Chopin in zijn Bes-moll-sonate een soortgelijk heeft gewaagd, het werkt op onzen gereeden critischen zin ontwapenend, zoodat wij zelfs alle normen daarbij vergeten. Bravo voor het orkest onder Monteux' lei ding en bravo vooral voor de prachtige prestatie van Schmuller, die zoozeer n met het werk is kunnen worden ! Hel Residentie-orkest De Amsterdamsche Kunstkring Voor Allen" zorgde er voor, dat wij het Residentie-orkest onder Peter van Anrooy hier in Amsterdam weer eens te hooren kregen, een van zijn vele goede daden. Ditmaal kwam het Residentieorkest met een pro gramma, dat voor de pauze was ingeruimd aan Beetho ven en na de pauze aan Johan Wagenaar en Stra?winsky. Van Anrooy dirigeerde Beethoven's Coriolan" ouverture met voor ons gevoel te weinig spanning, het was meer verbeten dan dramatisch, meer karak teristiek dan ontroerend. Stefan Bergmann trad daarna op als solist in Beethoven's 5de pianoconcert. Deze pianist gaf een forsche en doorwerkte voordracht ervan, een enkele maal wat al te opzettelijk in zijn overwogen effecten, waardoor de voortgang van het geheel een oogenblik uit zijn verband werd gerukt. Zoo was bijv. de inzet der pianopartij in het adagio voelbaar te langzaam, waardoor de beweging van den- toonlijn soepelheid te kort kwam en de tonen zwaar als regendroppen neervielen. Overigens verwierf Bergmann pline van den dienen^.. het geheel te wezen. Aan zulk synthetiscn r. hebben de Capets ons sinds geruimen tijd gewend en vooral voor de vertolking van de kwartetten, waarin Beethoven aan vier stemmen opdraagt een geheel heelal uit te zeggen, zijn zij de aangewezen spelers gebleven. Het is dus juist aan het Capet-kwartet op te dragen binnen het kader van de huidige Beetho ven-huldiging de gezamenlijke strijkkwartetten van den Meester te vertolken. Dit ensemble kwijt zich wederom prachtig van zijn taak. Wij hooren weer vertolkingen, die er uitsluitend op zijn berekend het werk dat gespeeld wordt naar voren te brengen in al zijn klare schoonheid, die zich van alle spel" als zoodanig losmaakt en den onpersoonlijker! verschijningsvorm van een vurig en strak gelijnd ster renstelsel aanneemt. Het uitschakelen van de ,,speelvreugde" laat alleen aan de jeugdkwartetten op. 18 iets te kort komen, daar Beethoven, zelf in jeugdigen ijver nog musiceer-kwartetten schrijvend, hier jonge en behagelijke muziek componeerde, waaraan de latere doordachte en opgebouwde eigenschappen nog vreemd zijn en zulk sterk synthetisch spel, dat van de klank te veel afneemt, deze muziek wat te sober, wat te droog maakt. Maar des te sterker leefden de strakke melodieën der latere werken in de uiterste klaarheid voor ons op, die deze composities van Beet hoven ons openbaren als wellicht de diepste realisee ring van haar schepper. Dit voor ons wederom waar te maken is de grootste beleving, die wij het Capet-kwartet danken. schiedenis is geworden m ^u,,u. . ,. kelijken vorm, die bij onze fCv.i'" iets zal kunnen wegnemen van de a'iitipv.., c, ' a.v tegen de geschiedenis als leervak vrij algemeen bestaat. De lange stukken Germaansche mytholo gie hadden, dunkt mij, beter weggelaten kunnen worden, of moesten althans vrij wat besnoeid worden, al zijn ze op zich zelf niet oninteressant. Ze zijn er nog al geforceerd tusschen gezet en werken storend op den gang van het verhaal. HERMAN MIDDENDORP -de DIT MERK IS EEN WAARBORG VOOR ONOVERTROFFEN REPRODUCTIE EN ONGEËVENAARDE AFWERKING. N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY. AMSTERD. VËERKADE 22A DEN HAAG.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl