Historisch Archief 1877-1940
^^^^^^g^^, ^^^p^^^
Me Groene
fcc_yWkekbI
voor Nederland
.. sinds vijftig jaar
aan de spits der
?weekbladen . . . ."
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP
Redacteuren. H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN?NAEFF
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER
KEIZERSGRACHT 333
AMSTERDAM
KC.U& mrom
TOE AND HEEL
OPGERICHT IN 1877
No. 2597
ZATERDAG 12 MAART 1927
CHURCHILL'S THE
WORLD CRISIS"
MAANDAGS is het vragendag" in het Britsche
Lagerhuis, en van die gelegenheid om inlich
tingen te verkrijgen over allerlei onderwerpen van
actueel belang pleegt druk gebruik te worden ge
maakt.
Het Parlementslid, dat een vraag stelt, verwacht
niet altijd, wijzer te worden door het antwoord, dat
hij krijgt; dikwijls is het ook zijne bedoeling niet, om
zijne kennis te vermeerderen; de vraag" dient vaak
om kritiek uit te oefenen en het Kabinetslid, tot wiens
ressort zij behoort, in een moeilijk parket te brengen;
het antwoord" pleegt dan van een lakonieke kort
heid te zijn, die een Engelschman in het algemeen
gaarne betracht, en vooral een Engelsch minister,
als hij zijne redenen heeft om niet spraakzaam te zijn.
Ook jongstleden Maandag werd in de middagzitting
een heel rijtje van vragen met spoed afgewerkt. Over
allerlei onderwerpen: onschuldige, als de verfraaiing
?der Londensche parken (die, dank zij de edelmoedig
heid van de Nederlandsche bollenkweekers, dit jaar
met een Weelde van tulpen zullen prijken), netelige,
als de instructies, die gegeven waren aan den bevel
hebber van de Britsche troepen te Shanghai.
Een van de vragen had betrekking op het
oorlogsboek van Churchill.
Zooals men zich misschien zal herinneren, heeft
CHurchill, vier jaren geleden, het eerste en het tweede
deel gepubliceerd van zijn boek T/K world crisis."
Het eerste deel behandelde de voorgeschiedenis van
den oorlog, voor zoover die in de jaren 1911?1914
ligt, en de gebeurtenissen, vooral die ter zee, in het
eerste halfjaar van den oorlog; het tweede deel be
strijkt het jaar 1915, en houdt zich in hoofdzaak
bezjg met de expeditie van de geallieerden naar de
Dardanellen.
Van October 1911 tot Mei 1915 was Churchill
minister van marine; hij kon dus met kennis van zaken
:schrijven over alles, wat de Engelsche vloot in die
jaren betrof, over het mislukken van de pogingen om
tot een afspraak met Duitschland te geraken over
het beperken van den vlootbouw, over de maat
regelen, die in Engeland werden genomen om de vloot
zoo goed mogelijk uit te rusten voor de taak, die haar
in oorlogstijd zou ten deel vallen, en over de verrich
tingen van die vloot in het begin van den oorlog.
Maar toen Churchill zich zette tot het samenstellen
van zijn boek, had hij niet de bedoeling om het werk
van een onpartijdig geschiedschrijver te verrichten;
hij wilde in de eerste plaats zijn eigen beleid ver
dedigen tegen de scherpe kritiek, die daarop was uit
geoefend, niet het minst in Engeland zelf.
Zooals von Tirpitz naar de pen heeft gegrepen om
zijn vlootpolitiekte verdedigen tegen de beschuldiging,
dat zij de oorzaak is geweest van Engeland's partij
kiezen tegen Duitschland in den wereldoorlog, en om
zijn toorn te uiten tegen de machthebbers in Duitsch
land, die van de door hem geschapen vloot niet het
gebruik hebben gemaakt, dat er, volgens hem, in den
oorlog van gemaakt had behooren te worden; zooals
Bethmann Hollweg zijne Betrachtungen zum
Welt.kriege" heeft geschreven om de aanklacht te weer
leggen, dat zijne diplomatie, zoowel vóór als tijdens
den oorlog, noodlottig is geworden voor het Duitsche
Rijk; zooals nog andere staatslieden en militairen
getracht hebben zich zelf schoon te wasschen, zoo
heeft ook Churchill in de beide eerste deelen van
The world crisis" vo.oral zijn critici te woord willen
staan.
Op hem rustte de verantwoordelijkheid voor de
mislukte zending van de marinetroepen, die den val
van Antwerpen moesten trachten te verhinderen; op
zijne schouders drukte de nog veel zwaardere last,
dat hij in 1915 de expeditie naar de Dardanellen heeft
doorgezet, die, omdat zij niet van den beginne af met
een voldoende macht, en gelijktijdig te land en ter
zee, kon worden ondernomen, op een volslagen echec
is uitgeloopen en noodeloos enorme offers heeft
geeischt. Zijn boek is een poging in hoeverre geslaagd,
blijve hier in het midden om Antwerpen en de
Dardanellen uit zijn schuldregister te schrappen.
De heftige aanvallen, die in Engeland zelf tegen
hem werden gericht, en het wantrouwen, dat ver
scheidenen zijner collega's tegen zijn beleid hadden
opgevat, brachten te weeg, dat hij in Mei 1915, toen
het liberale kabinet-Asquith werd omgezet in een
coalitie-kabinet van liberalen en conservatieven, als
minister van marine moest aftreden. Hij nam in 1916
een tijdlang actief deel aan den oorlog, als comman
dant van een bataillon in Frankrijk; keerde toen naar
Engeland terug om zich te verdedigen voor de com
missie, die een onderzoek moest instellen naar het
beleid van de expeditie naar de Dardanellen, en weid
in Juli 1917 in het kabinet van Lloyd George opge
nomen als minister voor den aanmaak van munitie.
Zoo heeft hij dus gedurende de laatste zeventien
maanden van den oorlog weder deel genomen aan de
leiding van de Engelsche politiek.
Enkele weken geleden zijn de twee laatste deelen
van The world crisis" verschenen, waarin Churchill de
gebeurtenissen van Januari 1916 tot November 1918
beschrijft. Het zijn vooral de hoofdstukken over den
slag bij Jutland geweest, die de aandacht hebben ge
trokken, omdat Churchill hierin het beleid van admi
raal Jellicoe scherp kritiseert en hem verwijt, dat hij
de kans heeft laten verloren gaan om aan de Duitsche
vloot een verpletterende nederlaag toe te brengen.
Voor vele Engelschen is Churchill altijd een béte
noire geweest. Dat is er niet beter op geworden, sinds
hij van het liberale kamp is overgeloopen naar dat
der conservatieven; dank zij deze bekeering nam
Baldwin, toen hij in November 1924 Macdonald als
eerste minister opvolgde, Churchill in zijn kabinet
op als minister van financiën. Vooral bij de
Labour" partij staat hij slecht aangeschreven.
Uit dien hoek kwam dan ook Maandag 1.1. de aan
val. Een afgevaardigde van die partij vroeg of
Churchill's oordeel over een zekeren admiraal" kon wor
den beschouwd als het oordeel van de Regeering.
Daarmede informeerde hij naar den bekenden weg;
in het voorbericht van het derde deel zegt Churchill
uitdrukkelijk, dat hij alleen persoonlijke meeningen
uitspreekt, waarvoor de Regeering, waartoe hij be
hoort, geenerlei aansprakelijkheid draagt. Uit verdere
vragen van het bedoelde Parlementslid en van n
zijner geestverwanten bleek,hoezeer zij op Churchill ge
beten waren. Sinds eem'gen tijd is het in Engeland aan
ministers verboden, artikels voor een krant te schrij
ven; de Labour-afgevaardigden stelden nu de vraag,
of dit verbod zich niet uitstrekte tot boeken of artikels
over contemporaine geschiedenis.
Het zou onredelijk zijn, antwoordde Baldwin, aan
staatslieden of militairen, die een belangrijke rol op
het tooneel van den oorlog hebben gespeeld, te ver
bieden hun eigen kijk" op de gebeurtenissen van
dien tijd te geven hun eigen kijk: daarmee gaf hij
DE GROENE AMSTERDAMMER
Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling
Per No. 25 Cent. Advertentiën ? 0.75 per regel
INHOUD:
1. Prof. Dr. G. W. Kernkamp, Churchilfs the
world crisis.
2. Ir. H. Amer, Het beheer onzer spoorwegen.
3. Dr. E. Bonebakker, Fakkels Joh.
Braakensiek. De Volkenbondsraad.
4. S. Ritsema van Eek De Indische onlusten.
5. Di. W. van Ravesteyn, Een tigenstelling L
J. Jordaan, In het vuur der ontwapening.
6. Annie Salomons. BIJkomstigheden.
7. Dr. Jac. P. Thijsse, Uit de Natuur H. Scholte,
Comoedia.
9. Red. EUs. M. Rogge. Voor Vrouwen.
10. Top Naeff, Dram. Kroniek
11. A. Plasschaert en O. van Tussenbroek, Schil
derkunst.
12. Dr. J. Tielrooy, N. Fransche boeken.
13. Prof Dr. H. Brugmans. Dr. Johan C. Breen t
Constant van Wessem, Muziek in de Hoofdstad.
15. Paul Sabel, Scheepvaartverslagen O. v. Tussen
broek, Herdenkingsborden.
17. L. J. Jordaan Bioscopy Alida's croquante
croquetjes
18. Herman de Man, Hall. Tajreelen.
19 Uit /antje's Kladschrift Spreekzaal.
20. Cel 2, Telefoon Charivarius, Chartvarta.
Omslag: Spelproblemen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Het
NederlandschBelgisch Verdrag in de Engelsche Pers.
Ringen
'Kersen
Pralines
Bijzondepfr
zenamej
&t cf> dm naam ing&Kf aart '
<ten orut&ufont vam air ffonéon
al te kennen, dat deze soort van geschiedschrijving
dikwijls zeer subjectief is. En hij verduidelijkte dat
nog eens door te zeggen: hoe dikker de overdrijving
erop ligt, des te amusanter plegen zulke boeken te zijn.
Deze waardeering zal Churchill niet trotsch en fier
doen rondloopen. Maar in elk geval: Baldwin heeft
hem geen slot op den mond gelegd. En dat is maar
goed ook. Laat de groote heeren uit den tijd van den
wereldoorlog maar volop schrijven (ze hebben zich
trouwens al niet onbetuigd gelaten !)?des te meer
kans, dat de waarheid aan het licht komt.
KERNKAMP
Antwourd aan den lieer L. J. te R.: het boekje van
Dr. Koerbagh, over wien ik in mijn artikel over
Spinoza schreef, heet ,,Een bloemhof van allerley
lieflijkheid sonder verdriet" en is uitgekomen in
1668; uitvoerige citaten uit den inhoud ervan kunt
u vinden in het boek van Dr. Meinsma, Spinoza en
zijn krin-j, op blz. 272 287.