De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 12 maart pagina 15

12 maart 1927 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2597 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 SCHEEPVAART VERSLAGEN DOOR PAUL SABEL PRINSES JULIAN A-HERDENKINGSBORDEN DOOR OTTO VAN TUSSENBROEK Een verblijdende verbetering OP de voor het scheepvaartbedrijf in het algemeen zoo gunstige jaren van den oorlog en onmiddel lijk daarna is een voor de scheepvaart zeer ongunstige periode gevolgd, zoodat in vele gevallen niet eens de noodzakelijke afschrijvingen op de vloot verdiend kon den worden. De enorme aanbouw van schepen op het eind van den oorlog en later, toen men een buiten gewone opleving van handel en verkeer verwachtte, is ook voor een groot deel oorzaak geweest, dat de scheepvaartmaatschappijen in latere jaren met on gunstige resultaten werkten, aangezien vooreerst de overvloed van vrachtruimte de vrachtprijzen deed terugloopen tot een verlieslatend peil, terwijl de in den duren tijd bestelde booten belangrijke afschrij vingen noodzakelijk maakten, waarvoor slechts in ?weinige gevallen voldoende middelen voorhanden waren. Aanvankelijk scheen het, dat ook het ja.3r.1926 nog geen verbetering in dien toestand zou brengen. Zelfs daalden de vrachtprijzen in de eerste vier maanden van dat jaar tot beneden het niveau van vóór den oorlog, zoodat de vooruitzichten voor de financiëele resultaten van die maatschappijen, welke uitsluitend op vrachtvaart zijn aangewezen, alles ?.behalve gunstig leken. De Engelsche steenkolenstaking trad echter als Deus ex machina op om het afgeloopen jaar voor de scheepvaartmaatschappijen blij-eindend te maken en zoo bestaat voor vele ?dezer alleszins aanleiding cm met genoegen aan 1926 terug te denken, al moet uit de gebeurtenissen van .dat jaar nu volstrekt niet de conclusie worden ge trokken, dat de magere jaren onherroepelijk gevolgd zullen worden door vette. Met meer belangstelling dan anders worden thans de jaarverslagen der scheepvaartmaatschappijen tegemoetgezien, aangezien men zich gaarne een voor stelling wil maken van den invloed, dien de verbete ring op de vrachtenmarkt en de voorbijgaande leven digheid in het scheepvaartbedrijf op de financiëele resultaten hebben uitgeoefend. Als eerste in de rij hebben reeds de verslagen der Stoomvaart-Maatschappij Oostzee" en der Stoomboot-Maatschappij ,,Hillegersberg" over het afgeloopen jaar het licht gezien en dan kan reeds dadelijk geconstateerd worden, dat de resultaten inderdaad bevredigend zijn -?geweest. Reeds in de maanden Mei tot September was het mogelijk voor alle routes loonende vrachtcijfers te bedingen, en in October en November stegen de vrachtprijzen tot een niveau, dat op vele reizen belangrijke winsten mogelijk maakte. Wat de Stoomboot-Maatschappij ,,Hillegersberg" betreft, deze had zich met het oog op de toenmaals dreigende kolenstaking hier te lande van een groote hoeveelheid bunkerkolen tot lage prijzen voorzien, hetgeen ten gevolge had, dat van de rijzing in de vrachtprijzen ten volle kon worden geprofiteerd. Aldus konden niet alleen de verliezen, die in de eerste vier maanden tengevolge van lage vrachten, storm en stakingen "waren geleden, worden ingehaald, maar bovendien liet' de exploitatie over het geheele jaar een flinke -winst. Bij beide maatschappijen stelde de winst tot behoorlijke afschrijvingen en dotaties aan diverse fondsen in staat en kon voorts een dividend van 5 % op het aandeelenkapitaal worden gedeclareerd. Bij de Oostzee bedroeg de exploitatiewinst ? 530.462 tegen ? 165.321 in 1925. De onkosten namen slechts ?weinig toe tot / 85.502, terwijl het cijfer van den te betalen interest daalde met bijna / 6.000 tot / 54.521. Aan koersverschillen viel daarentegen ongeveer j 11.000 meer af te schrijven. Het netto-winstcijfer der Oostzee bedroeg per saldo ? 452.612 tegen ? 74.750 in 1925, dat toen geheel op nieuwe rekening is overgebracht. De winst over het afgeloopen jaar is in de eerste plaats voor ? 200.000 aangewend voor afschrijving op de vloot, die daarna nog voor / 4.469.313 te boek staat, nadat daarop in totaal / 10.702.154 is afgeschreven. Verder is / 25.000 toegevoegd aan het reparatie- en surveyfonds, dat daardoor tot / 50.000 is gestegen, terwijl na uit keering van 5 % dividend over het kapitaal van / 4.000.000 en betaling van dividend- en tanti mebelasting, ? 9.512 op nieuwe rekening overgaat. VAN NELLE'5TABAK KWAÜITEIT ALOM VERKRIJGBAAR De beeldhouwer C. J. van der Hoef, die reeds zoo menigmaal (ook op het gebied der medailleer-kunst) goede dingen, dienende tot herdenking e.d. op de credit-zijde van het grootboek van zijn vlot talent heeft mogen inschrijven, verrast opnieuw met een drietal zeer geslaagde z.g. Juliana-borden, met zorg uitgevoerd en in den handel gebracht door de Plateelbakkerij ,,Zuid-Holland" te Gouda. Dit is dezelfde fabriek welke ook de even eenvoudige als fraaie ceramiek van L. J. Muller maakt. Van deze drie wandborden zijn er twee in zuiver Wit aardewerk uitgevoerd, waarop in zwart en okergeel het siermotief en de bslettering met data geschilderd werden en waarbij dit te loven valt,dat de naam-initiaal zich logisch bij de decoratieve vulling van het vlak aanpast, zich als het ware daarin oplossend zonder dat noch tans aan duidelijkheid ook maar in het minst wordt ingeboet. In dit opzicht is het simp2lste bordje met riiet anders dan een gekroonde J en links en rechts de beide jaartallen ons wel het liefst, omdat de' bedoeling hierin wel zeer direct wordt uitgesproken op een recht levendige en vooral oorspronkelijke manier. In een derde, kleuriger bord (in gegoten of geperst aardewerk, waarover de fabrikanten ti^n echter ilict nader wenschen uit te laten) is het middenvak door een speelsch gefantaseerde wapentcekening gevuld, waarin blauw, oranje, wit en geel domineeren, op dof-grijzen ondergrond, door donkeren rand omsloten. Het baste wat men er van zeggen kan is dit: dat deze borden zich op waardige wijze aansluiten bij het Juliana-bordje dat destijds in zoo ruime mate werd verspreid naar ontwerp van C. A. Lun Cachet; te midden van een evenz:er overstelpend als betreurenswaardig groot aanta! onsclioone zaken is het toch telkens weer een troost als tegenhanger van allen wansmaak de weinige uit aesthetisch oogmerk geslaagde dingen te kunnen ver melden, waartoe, zonder twijfel, van der Hoef's aantrekkelijke' ontwerpen behooren. De vloot der Oostzee bestaat thans uit 11 schepen, in totaal groot 21.093 netto register-ton met een draagvermogen van 57.440 ton. Van de 11 schepen zijn slechts drie vóór den oorlog gebouwd en zes in de jaren 1920?1922. De boekwaarde der vloot bedraagt thans na aftrek van het reservefonds ad / 67.532, de reserve voor diverse belangen ad / 135.814 en het reparatie- en surveyfonds ad / 50.000 ongeveer / 200 per netto register-ton en ?73,40 per ton draag vermogen. De kaspositie was op het eind des jaavs bevredigend. Tegenover een tegoed van ?269.052 bij bankiers, een bedrag van ? 345.000 op prolongatie uitge/et geld en ?58.672 aan belegging van het reservefonds stond slechts ?87.320 aan crediteuren. Het hooge bedrag aan interest, dat de maatschappij desondanks nog te betalen had, spruit voort uit een onder verband van, hypotheek gesloten leening, die in 1926 echter is verminderd van ?1.109.250 tot / 978.750, zoodat ook te dien opzichte een flinke verbetering is te bespeuren. Bij de vermelding van de resultaten over het af geloopen jaar valt nog te rele veeren, dat aan de Oost zee overigens geen ongevallen bespaard zijn gebleven. De zeer hevige en langdurige stormperiode in den aanvang des jaars in den Atlantische Oceaan was oorzaak, dat verschillende schepen der maatschappij langen tijd noodig hadden voor de overtocht naar Noord-Amerika en de Qulf. Stakingen te Casablanca en te Duinkerken veroorzaakten voorts ernstig op onthoud, waardoor de resultaten der betreffende reizen zeer nadeelig werden beïnvloed. Scheeps ongevallen in Zweden en in Canada hadden andere verliezen ten gevolge, terwijl het invriezen van booten op de St. Lawrence insgelijks van ongunstigen invloed was. Waar de maatschappij desniettegenstaande toch een gunstig resultaat kon verkrijgen, bestaat niet alleen aanleiding tot tevredenheid over de uitkomsten, maar kan ook de toekomst zonder veel pessimisme worden tegemoet gezien, te meer, waar de vrachten na de bij het einde der Engelsche koienstaking in getreden daling, merkwaardig stabiel zijn gebleven en de beschikbare schepen gedurende de eerste maan den van 1927 toonend emplooi hadden. De exploitatierekening der Stoomboot-Maatschap pij ,,Hiüegersberg" liet een overschot van ? 142.736 tegen ? 101.577 in 1925, zoodat de vooruitgang bij deze maatschappij lang zoo groot niet was als bij de Oostzee". Na aftrek van onkosten resteerde een netto-winst van ?151.006 tegen het vorige jaar ? 111.813 die toen voor ? 75.000 werd aangewend tot dotatie aan het reservefonds, terwijl ? 36.813 op nieuwe rekening werd overgebracht. Uit de winst van 1926 ad ? 151.006 wordt allereerst ? 65.000 afgeschre ven op de boekwaarde der vloot, welke daarna nog ? l .150.979 beloopt, nadat daar op in totaal ? 2.775.237 is afgeschreven. Na aftrek van reservefonds ad ?80.000, reserve voor diverse belangen ad ? 277.326 en fonds voor reparaties en survey ad ? 40.000 bedraagt de boekwaarde der vloot thans nog ca. ? 123 per netto register ton en ca. ?43,70 per ton draagvermogen. De vloot bestaat uit vier schepen, metende in totaal 0.1 lOnetfo regisferton niet 17.225 ton draagvermogen. Van deze schepen is een in 1910 gebouwd, een in 1915, een in 1919 en een in 1922. Er bevindt zich voorts nog een schip in aanbouw, waarop tot uit. Dec. 1926 ? 102.100 was betaald. De winst over 1921) der Hillegersherg liet nog een dotatie van ? 15.000 aan het fonds voor reparaties en surveys toe, terwijl een dividend van 5 over het kapitaal van ? l .080.000 kon worden gedeclareerd. Op nieuwe rekening gaat dan ?12.119 over. De kaspositie der Hillegersbcrg" was bij het einde van 1926 minder krachtig dan die der Oostzee, waar aan de betaling op het zich in aanbouw bevindende schip wel niet vreemd zal zijn. Overigens was die niet ongunstig, daar de maatschappij bij haar bankiers ca. ?130.000 had staan, terwijl het crediteurencijfer slechts laag was. Ongetwijfeld is het een heugelijk verschijnsel, dat het bestuur der maatschappij liet oogenblik gekomen acht om weder tot uitbreiding der vloot over te gaan, waaruit valt op te maken, dat men in scheepvaartkringen de vooruitzichten op het gebied van handel en verkeer niet ongunstig beoordeelt. ©©©©©©©©©©©®©©©©©©©©©©©©®©©®©©©S |TRANSPORT Mij, HOLLAND"! |Weesperzijde 94 AMSTERDAMJ ^Telefoon 51271 Tel.-Adres Transport" < @ Verhuizingen, door geheel Europa per meu- < © belwagen en gesloten spoorwegwagons, v © binnenlands ook per gesloten autoverhuis- ( wagens met aanhangwagen. Binnen een < © rayon v. 80 K.M. bespaart men Hotelkosten j ©BEWAARPLAATSEN VOOR GEHEELEEN' ©?GEDEELTELIJKE INBOEDELS | ©©©©©©©©©©©©©©©©©@©©©©©©©®©©©©©<

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl