De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 12 maart pagina 3

12 maart 1927 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2597 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 3 FAKKELS DE VOLKENBONDSRAAD TE CENÈVE DOOR DR. E. BONEBAKKER Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek N 1815 eindigde de groote oorlogstijd van toen. Duitschland had verschrikkelijk geleden. Maar <le Duitsche volksschool was erop vooruitgegaan, -stond op een hooger plan, daarin werkte een nieuwe aevenskracht. Stoffelijk was en bleef ze nog lang ?karig toegerust. De vooruitgang was innerlijk. De Nederlandsche volksschool ziet er, na een jgrooten oorlog, die ook ons heeft doen lijden, -?stoffelijk goed uit, vrijwel overal, niet alleen in groote .^bloeiende gemeenten, waar in die jaren een aantal ?opmerkelijke schoolgebouwen zijn gesticht, school gebouwen opmerkelijk ook door de bouwkosten: 't leek ?een tijd lang dat we eraan failliet zouden gaan. Inner lijk staat onze volksschool niet op een hoog plan. Er ?woelt geen nieuwe levenskracht in: ze is droog, verveeld, ' .oninnig. En dat voor zooveel geld! Innerlijke schatten aijn ook niet zoo maar te koop. De levenskracht 'van de Duitsche volksschool was ontleend aan de Poverello van IJ verdun, toorts was aan toorts ontsto ken. Jarenlang," vertelt een van zijn medewerkers, .?werd er winter en zomer van 's morgens 3 tot 's avonds «6 gewerkt." Een besef te hebben van de bestendige <«n verjongende blijdschap onder zulke menschen is in de arbeidsschuwheid onzer dagen onmogelijk ook -aan zoo vele onderwijzers, van wie honderden werk loos zijn, terwijl men voor hard en mooi werk er haast «een vinden kan. * * * Wij vertelden in een vorig opstel iets van het zuiver iegrip voor 't innerlijke dat de kracht van onderwijs -alleen kan uitmaken, bij regeeringspersonen in Duit sche staten van voor ruim 100 jaar. Dit begrip was -er bij vorsten, ministers en ambtenaren, burgerlijke ?en van adel. Edel, geestrijk en geestelijk was?zoolang vóór de Kultur"?hun cultuur, zoo zinrijk-gevoelig .als.... de kamermuziek van die dagen, als volkslie deren uit dien tijd, als 't vele dat wij lezen over den gejzelligen en den intiemen omgang in denengerenenden -wijderen die zeer wijde kring van Göthe, waarin ^ook de kleine burgerij en met name de handwerkers stand te begrijpen is, een kring waar wij verscheidene namen ontmoeten, ons tevens bekend uit de toenmali ge onderwijsgeschiedenis. Toen kozen fijn b.sch-ïafde vorsten hun ministers om de zielsverwantschap; de ministers wisten gelijkbesnaarden als medewerkers te vinden. De zaak van 't algeeen belang was in handen van personen, anders te zamen gebracht dan onder ?den adem van kies- en vakvereeniging waar men niet naar strijkkwartetten luistert. Zoo kon ook ?de stijl der staatswoorcten over onderwijs anders zijn <dan nu; en de stijl der Nadat Napoleon Pruisen weer Oost-Elbisch had gemaakt en nog andere veeren uitgeplukt, zond de Pruisische regeering een 20-tal jonge schoolmannen .naar Pestalozzi. Men kende hem meer dan bij naam. Velen van de hoogstgestemden waren bij hem geweest. Fichte had zich aan hem ontvonkt, toen hij in zijn snel beroemd geworden toespraken tot het Duitsche volk de waarde van die nieuwe onderwijzing voor de hernieuwing van de gekrenkte volkskracht aanwees. In wijden kring kende men Pestalozzi meer dan bij naam, veel beter dan men nu Montessori en mijnheer" Dalton kent. Men begreep ook, alweer beter dan wij nu ten aanzien van de 2 genoemde hervormers, dat 't meer op de algeameen-opvoedkundige zienswijze dan op détails van 'methode aankwam. De jongelieden moesten de ?geest van zijn opvoeding en onderwijzing direkt uit de zuivere bron scheppen, niet maar losse deelen ervan leeren kennen, maar alle in hun wederzijdsche betrek king en diepsten samenhang in zich opnemen, ze onder leiding van den Meester en zijn medewerkers leeren -oefenen, in den omgang met hen niet alleen hun[verstand maar ook hun hart vormen voor een volmaakt ?«pvoedersberoep, zij moesten vervuld worden met hetzelfde levendig gevoel voor de heiligheid van dit beroep en met dezelfde vurige aandrift waarmee Pestalozzi bezield was." Deze jonge zendelingen /kregen uit de verarmde staatskas een geldelijke bijdrage.enjzedelijken steun uit 't ministerie van onderwijs door de brieven van staatsraad von Süvern, waar aan ze zich stichtten. Kom daar nou eres om. *"W| '? ;'?* ' ? V^l.' - "'r * * "" Tegelijkertijd werd in Koningsbergen door de re?geering een Pestalozzisch Normaal instituut gesticht onder leiding van een geestverwant van Pestalozzi. De leider hield in de eerstvolgende jaren voor lee raren, studenten, geestelijken, onderwijzers cursussen tot inwijding in de nieuwe opvoeding. Dit, en derge lijk werk van anderen elders, was de voorbewerking -van 't terrein; waarop de jongelui, uit Zwitserland "terugkomende, zouden voortarbeiden. Door deze mid delen heeft de Duitsche onderwijzersstand in de 19e eeuw een groote bezieling en vermogen gekregen tot opheffing van de volksontwikkeling in, maar ook buiten de lagere school, zelfs ondanks de zeer ongees telijke faktoren die al gauw na 1815 in de Duitsche landen den volksgeest begonnen te havenen, tot zijn nu nog aanwezig detriment. * . * EEN ONDERWERP, DAT NIET TER TAFEL WERD GEBRACHT Er wordt ijverig en.met de beste bedoelingen ge werkt voor onze volksschool door de overheden en hun organen. Maar wat zijn, behalve 't gaande houden der loopende zaken, de handelingen meer dan legkaartoefeningen met schoolsoorten en vakkundige adviezen, 't uitdeden van geld zonder waarborg voor de goede, d.i. de onderwijskundig goede besteding, 't zenden van een studiecommissie die een week lang hier of daar in 't buitenland kijkt, luistert, vraagt (voor alweer een rapport)? Wat doet dat alles voor goeds aan 't onderwijs, aan onze jeugd, aan onze volkskracht? Ais er weer eens een nieuw ministerie komt dat niet wortelt op partijstoelen.dan moest't voor't onderwijs komen met een programma in den geest van wat Pruisen in 1808 deed. * * * Dit is nu niet zoo simpel als toen. Er is geen figuur van zoo algemeene beteekenis en die zoo begrepen wordt door tijdgenooten als toen voor Zwitserland en de Duitsche landen Pestalozzi. Toen nad zich het nationaal opvoedingswezen nog bij geen volk ook maar eenigszins ontwikkeld zooals nu, en van een iets beteekenende organisatie was nog pas bij enkele volken sprake. In een aantal landen zijn nu belangrijke instellingen en worden gewichtige proefnemingen gedaan. Het is moeilijk er ook maar een globaal overzicht van te hebben. En een algemeene, diepgaande kennis is, voorzoover ik kan nagaan, niet aanwezig; zeker niet in ons land. 't Best zal men terecht kunnen in Berlijn, Genève en vooral Washington. Moet men er eens op uit om in eenig onderdeel der volksopleiding iets van beteekenis te zoeken, dan ont dekt men ernstig vernieuwingswerk. Daartoe behooren de Werkschulen" van groote Duitsche fabrieken, waarvan ik er enkele bezocht. Een Werkschule is geen ambachtsschool, vooral door den geest niet; 't is ook geen gewone leerlingsopleiding bij een patroon; het is een fabriek voor opleiding tot 't ambacht, een kweekfabriek (ik vorm 't naar kweekschool) voor 14-jarigen en ouder, waar ze als leerlingen (Lehrlinge: niet Schuier, maar apprentis) worden opgeleid en behandeld, dus niet tusschen de volwassen arbeiders. In die alleen voor hen bestemde fabriek wordt het vak in de perfektie geleerd, er wordt gewerkt met opleiding als doel en produktie als bijkomstig, doch voor 't doel onmisbaar gevolg. De Werkschule bevat tevens een school, waar de leerling als toekomstig arbeider, burger en mensen dat leert (én dag per week) wat men hem in zijn fabriek niet leeren kan. Ik heb n Werkschule aangetroffen, zoo georganiseerd en geleid ! ik zou allen leeraren aan middelbare en lagere nijverheidsscholen toewenschen, dat ze er l jaar lehrling en l jaar werkmeester mochten geweest zijn. Daar brandt een fakkel van bezieling en inzicht om fakkels aan te ontsteken. In Parijs onderhoudt en inspireert de Kamer van Koophandel een aantal werkschuIen, ateliers-écoles" noemt men ze, voor jongens en meisjes van 121/;?16 jaar; ze bedoelen allerlei; bijv. vulling van de leemte tusschen dei volbrachten leerplicht en den 14en ver jaardag; voorts: te geven wat de lagere school na de eerste 6 jaar ook in Frankrijk niet geven kan 1): onderwijs dat de kinderen boeit; dan: de bevordering van een goede beroepskeuze, niet alleen door advies over een groene tafel heen, maar vooral door op proef vakken te laten beoefenen. Ik heb er opmerkelijke en boeiende dingen gezien. Fakkelachtige dingen. ? Deze instellingen vond ik zoekende. Verder zoe kende zou men afgaan op het Franschc voorbereidende J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam?R'dam?Den Haag. DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND hooger onderwijs, bij hetzelfde volk op de opleiding van de leeraren voor dit onderwijs. In Zwitserland en Oostenrijk de opleiding van kantoorbedienden; van den direkteur eener handelsavondschool te Zürich bestaat een boekje met toespraken over het leeraarschap aan zulke scholen, dat ik in handen wenschte van elk die aan een onderwijsinstelling als leider of onderwijzend werkt, 't is waard als een der klas sieken in de onderwijsliteratuur te worden aange merkt. In Engeland 't hooger onderwijs buiten de Universiteit. Plaatsen genoeg waar men zoekende vinden zal. Er is ook mooi werk dat men om zoo te zeggen per ongeluk vindt. Zonder Zweedsch of Finsch stond ik te Sordavala aan 't Ladogaineer voor een loket van 't postkantoor in de rij. Vóór mij een meisje van goed 18 jaar, met einddiploma-Lyceum; dat was te zien aan ha;.r wiiii.'iien jongenspet. Die kon me de Duitsche antwoorden geven'op vragen die ik al aan zooveel menschen vergeefs had gedaan. Toen ik die had, was du kennis gemaakt en werd op bevallige wijze de introduktie tot stand gebracht in een gezelschap afgestudeerde jongens en meisjes van een Rijkskweek school, met wie ik 2 dagen samenbleef, l op 't meer en l in de kweekschool. Voor de vertelling van wat ik in het licht van dien fakkel zag heb ik hier geen plaats. Fakkelt 't niet in Hamburg? En op vele plaatsen in Noord-Amerika? In de onderwijsfakulteiten der Hoogescholen; in.... men leze eens het levendige boek met plaatjes over Education in de Vereenigde Staten: Jugend im Lande der Jugend, ein Amerika-buch von Fritz Zielesch, Hamburg, Gebr. Enoch's Verlag, 1926. * * * Om van de Pestalozzi-viering iets wezenlijks over te houden moesten wij op het Pruisen van 1808 letten. Ontvlambare jongelieden uit de school zenden naar plaatsen waar het gloeit. En er hen een langen tijd aan 't werk laten. Voor kennis, oefening, gloed. Wij houden voor de vernieuwing kongressen, waar gedruk te toasten in andere woorden worden gerepeteerd en, zonder gelegenheid noch gestemdheid tot gedachtenwisseling, publieke opinies worden ontdekt, over welke men vooraf besloten was 't eens te zullen zijn. Pruisen zond jonge menschen in de leer bij een Meester, om te leeren werken, dienen en zich aan hem te warmen, 't verarmde Pruisen. Wij zijn de Bevrediging rijk. Arm Onderwijs. Eindhoven Februari 1927. 1) en wat men in Frankrijk ronduit zeggen mag. GALERIJ VAN MODERNE KUNST W. H. HOFSTEE DEELMAN VONDELSTRAAT 10 Telef. No. 24010 Tentoonstelling van Werken van Moderne Fransche Meesters e.a. 15 Februari-15 Maart 10-12 en 2-8 uur

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl