Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No, 2598
MUZIEK IN DE
HOOFDSTAD
DOOR CONSTANT VAN WESSEM
Beethoven-herdenking: Eroïca
?"\17AT onze tijd kenmerkt in zijn verhouding tot
* * Beethoven is de neiging om Beethoven van alle
,literatuur" te ontdoen. De biograaf zoekt den
;?historischen" Beethoven, niet meer den
geideali.?seerden en gestandbeelden, de musicus zijn muziek",
.Tiietmeer zijn romantische opvatting van componeeren,
-die de jacht naar een thema als de achtervolging eener
geliefde voorstelt. Wij zien dit thans weer tot uiting
komen m de beschouwingen, die op het oogenblik
jiaar aanleiding van de herdenking vanBeethoven's a.s.
lOOsten sterfdag (26 Maart) in onze tijdschriften
worden gepubliceerd. Men moet tegenover dit streven
«-echter opmerken, dat dit toch ook alweer een visie"
-van onze tijdgenooten is, een andere visie dan die van
Beethoven's tijdgenooten en van de na hem gekomen
'romantici, maar toch tenslotte een visie, beïnvloed
'door het huidige streven in de componistenwereld
-alle romantiek en subjectiveering der muziek met het
.«igen-ik uit de muziek te doen verdwijnen en het
?essentieele" te behouden. Een doorvoering van een
.muziek ,,an sich" is daarom reeds onmogelijk omdat
?de muziek haar realiseering eerst in den klank, in het
^ot klinken komen heeft, en die realiseering eerst dan
^geheel neutraal zou klinken, wanneer zij door
ma-chines werd bewerkstelligd en niet door menschen
?wier zenuwen deel hebben aan die realiseering. Dit
;-geldt ook voor Beethoven, wiens muziek toch eerst
-door te klinken haar verschijningsvorm in de realiteit
krijgt, en in noten opgeteekend een platte grond, een
landkaart voor den muzikalen reiziger vormt.
Wan;neer Beethoven's muziek de uitdrukking is van
.?zingende energieën" (naar het woerd van Matthijs
Vermeulen) dan is het duidelijk dat deze zelfde
^energieën ook bij de realiseering in klank opnieuw in
het spel komen, is het duidelijk, dat deze opgeteekende
moten hun aldus vastgehouden spanningen opnieuw
?willen ontladen en van het hart gekomen weer tot
het hart willen gaan."
Want Beethoven's muziek is alles minder dan wat
men thans onder muziek" wil verstaan. Daarom is
het juist wat Pijperin het?HaagschMaandblad" zegt,
-dat Beethoven's muziek voor den musicus minder
opzienbarend is dan voor den leek. Beethoven is
allesbehalve een vernieuwer in de muziek, allesbehalve
een stoutmoedigen geest. Hij vond geen enkel nieuw
idee, geen enkel thema, dat door iets anders verbaasde
?dan door zijn eenvoud en dat vele componisten uit
zijn tijd terecht beneden zich geacht zouden hebben
»(zij vallen zelfs allemaal onder de door Debussy
geminachte kategone der thema's, die men na kan
fluiten"). Het is een feit, dat de muziek van Beet
hoven voor de muziek" zoo verbazend weinig leert.
Zelfs het aesthetisch procédé" om een thema eerst
"in het verloop van een muziekstuk geheel naar de
inhoud te ontvouwen en naar de psychische energie,
<Ue er in besloten ligt, is reeds door duizend compo
nisten toegepast en zelfs door Wagner verre over
troffen. Hier ligt de waarde van Beethoven's muziek
niet. Deze ligt in het vermogen dit thema naar de
hoogtepunten te voeren waar de menschelijke con
ceptie der muziek een muzikaal equivalent vindt.
Leiddraad is voor Beethoven nimmer de muziek op
zichzelf, maar voor het muzikaal equivalent zijner
Zinnigste en vereerdste gevoelens spant hij al zijn
krachten in, werkt hij jaren en jaren aan het thema,
dat hem toelaat ermee deze hoogste realiseering zijner
persoonlijke verlangens, verlangens bedrogen in een
uiterlijke wereld, die hij niet kon beheerschen, doch
die hem niet zal ontsnappen in een wereld der klanken
waar hij generaal kan wezen, te bewerkstelligen. De
hoogste subjectiviteit stempelt iedere noot en kan ook
<«erst iedere noot die energieën meegeven. Zonder deze
,,hoogere" aandeelname vermag hij met de muziek
DIT
MERK
Teekening voor de Groene Amsterdammer"
door W, Heskes
DE PIANIST STEPHAN BERGMANS
S EEN WAARBORG VOOR
ONOVER
-TROFFEN REPRODUCTIE EN
'ONGEËVENAARDE AFWERKING.
'N.V. WITGH GRAMOPHONE COMPANY.
. AMS^ERD. VEERKAOE ZZA DEN HAAO.
als zoodanig niets uit te richten. Werken, die hij op
zijn componeer-routine heeft moeten schrijven,
gelegenheidswerken, waartoe hem de tijd ontbrak, ze
tot equivalenten zijner ideëele gevoelens te maken
zijn beschamend armoedig, onhandig en naast wat
Beethoven anders weet te bereiken ongelooflijk.
Beethoven heeft in zekeren zin geen noot zonder
moeite geschreven. Thema's waarvan wij de
voorstudiën in zijn notitieboekjes vinden, missen daar
vaak nog geheel de wendingen of de accenten die ze
in de voltooide werken zoo treffend maken. Om
zijn muzikale energie maar, wakker te houden raasde
en liep hij tijdens het componeeren, of zocht hij de
verheven gevoelens te concentreeren door de kalmte der
natuur. De hardnekkigheid waarmede hij het bereikte
aan het ideaal bleef toetsen deed hem eindelijk
vinden". Heeft hij eenmaal bereikt dan wordt zijn
overwinnende geluksroes tot een symphonie ! Dan
eerst laat hij alles los", transformeert het thema
zegevierend in de gloed zijner bezieling, leeft het
stra'end op de gestuwde hoogtepunten, brengt de
energie ontlading op ontlading totdat het geheel in
noten verwerkelijkt voor zijn klinkende zegetocht
gereed ligt.
- De Eroïca, de 3e symphonie is wel een teekenend
voorbeeld van deze scheppingswijze. Zij is verre van
een muzikaal gebouw, de afwikkeling van een thema.
Voor de symphonischen zin der tijdgenooten heeft zij
onsamenhangend geklonken. Zij die er een
held,,schildering" in verwachtten begrepen er nog minder
van. Bij geen symphonie van Beethoven is het
literair apercu" minder er in geslaagder iets van te
onthullen. Wat voor heldhaftigs schuilt er in een
thema, dat geen marschrythme heeft, in
driekwartsmaat deint en stuwt en zelfs bij Alozart voorkomt in
diens ouverture van Bastien et Bastiennc"? Maar
wat wordt het bij Mozart en wat bij Beethoven! Voor
Beethoven houdt dit thema iets geheel anders in dan
voor Mozart, en dat zijn toch dezelfde noten en het
zelfde rythme. Beethoven doet er geen verbazing
wekkende technische vindingrijke dingen mee, maar
juist verbazingwekkende stuwingen, ontladingen,
triomfen. Het thema wordt zijn eigen zege-hymne
aanhet slot. Al de trots en de machtige vreugd van het,
groot-menschelijke (want dat is Beethoven' shero'
L'kopvatting en daarmede ook stond en viel voor hem
Bonaparte de consul en Bonaparte de keizer) doei het
thema transformeeren tot een jubelrocp. Dit onder
gaan wij allen letterlijk zooals Beethoven het met
zijn machtige scheppingswil ons wil laten ondergaan.
Dit slot, licht versneld, is niet zonder de
adembeklemmende ontroeringen aan te hooren, evenmin als de
trompettenfanfare op de stijgende triolen in het trio
van de Marcia funèbre. In de finale ook geen spoor
van een athletiseerende heldhaftigheid: een eenvoudig
thema vangt licht aan en het onbezorgde geluk vraagt
ontlading op ontlading in uitbundigheid of teederheid.
Het is deze roes die ons bevangt, deze juichende klank
die ons doordringt. Het is Beethoven's schepping die
dit bereikt, met zijn muziek als materieel
klankWerk.
Mengelberg, verleden Donderdag aan de dirigenten
lessenaar teruggekeerd, dirigeerde naast Corrolan"
en de 1ste symphonie ook deze Eroïca. En alsof hij
instinctief wilde bewijzen tegenover de
Beethovenopvattingen van Monteux dat Beethoven's muziek
meer is als muziek en dat zij de machtigste opvatting
een kans geeft zich in de herinnering der luisteraars
onsterfelijk te maken, gaf Mengelberg er een her
schepping van, die ons opeens op dat hooge en be
vrijdende niveau bracht, dat wij ondanks onze be
wondering voor andermans opvattingen van Beet
hoven toch instinctief blijven verlangen.
TOEGEPASTE KUNST
DOOR OTTO VAN TUSSENBROEK
Aanplakbiljetten.
Voor de tentoonstelling v^n Egyptische Kunst in
de zalen van het Koninklijk Oudheidkundig Genoot
schap in het Rijks-Museum te Amsterdam (15 Maart
8 Mei) heeft Georg Rueter een klein biljet op steen
geteekend, (keurig gedrukt in een warm donkerrood
met goud op witten grond door van Leer en Co.
te Amsterdam).
Het blijft steeds een zeer gevaarlijk spel om oude
(en door den tijd geheiligde) motieven te gebruiken
en dat de aan het hoofd van het biljet prijkende af
beelding van een Egyptisch
grootwaardigheids-bekleeder dan ook wat heel erg huiselijk aandoet was
haast onvermijdelijk. Daarenboven teekende men een
3000 tot 500 jaren vóór Christus zooiets met heel wat
meer karakter dan dit krullerige biljet toont, maar on
danks deze voor de hand liggende bedenkingen is het
toch een ding van goeden huize geworden als bescheiden
mededeeling, waar de met veel zorg in duidelijk lees
bare letters geteekende tekst er het zijne toe bijdraagt.
Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan der
Vereeniging van Vrijzinnig Oodsdienstigen voor Militaire
en Militaire Tehuizen werd een aanplakbiljet uit
gegeven, waarop, boven en onder eene in zwart op
crème-kleurig papier afgedrukte reproductie eener
vlotte teekening van een met kepi gedekten
soldatenkop door van Dam, de op zwarten ondergrond uitge
spaarde letters den tekst vormen, omsloten door een
rooden rand met de jaartallen 1916?1926. ,
Het korrelige van de oorspronkelijke teekening, wel
ke met houtskool of zwartkrijt op grof linnen of op
papier met ingeperste grein is gedaan en het gladde
der belettering gaan weinig samen en dit is oorzaak
van een tweeslachtigen indruk. Trouwens naar alle
waarschijnlijkheid is de figuurteekening en die der
letters niet uit n en dezelfde hand, zoodat in elk
geval beter resultaat zou zijn verkregen als ook de mili
ciens-kop onmiddellijk op steen gezet ware. Toch heeft
het geheel door zijne eenvoudige en onopgesmukte
verschijning iets dat aantrekt en zeer zeker wordt het
propagandistische doel er door bereikt.
Toevalligerwijze zijn alle drie biljetten, welker be
spreking thans aan de orde is, uitgevoerd in de deco
ratieve tegenstelling van zwart en rood op witten
ondergrond.
Daar is allereerst de nieuwe verkeersplaat door
Stephan Schlesinger, een Oostenrijksch architect, die
in ons land heeft vertoefd. Het dient gezegd, ook al
gunt men dezen bekwamen teekenaar uit de school
van Klinger, wiens beginselen hij niet verloochent,
van ganscher harte deze opdracht, dat waar in Neder
land talrijke zeer begaafde talenten zonder werk zijn,
het eenige bevreemding wekt dat men de keuze op een
vreemdeling liet vallen !
Het biljet stelt voor een ridder in malienkolder
achter een groot schild met het wapenteeken der
stad Amsterdam. Daaronder in wit op zwart in zeer
duidelijke letters de tekst. Het geheel is rustig, even
wichtig en beschaafd gegeven.
In tegenstelling met Wijnman en Schwar?, die de
vorige verkeersbiljetten teektnden en zich op het
helsch drukke verkeer en de alom dreigende gevaren
inspireerden, treft de onbewogenheid in Schlesinger's
ontwerp. Het werd met zorg uitgevoerd door de
Drukkerij Senefelder.
Meer overtuigend, jonger in den tijd en krachtiger
zijn de beide propaganda-biljetten voor organisatie
van meubelmakers en behangers door Waltei'
geteekend.
Het leven is vol ironie.... Nauwelijks hebben wij
in afkeurenden zin moeten oordeelen over een voor
afgaand werkstuk of het lot stelt van eenzelfden
ontwerper ons een tweetal dingen voor oogen die zóó
veel beter zijn, dat men eerlijkheidshalve getuigen
moet dat wat men een week te voren (zie de Groene
van 5 Maart) 1.1. neerschreef, in geen enkel opzicht
gelden kan voor wat thans Werd gepubliceerd.
Walter teekende zijn werklieden als roode duivels;
gespierde gestalten als tot strijd gereed. Een oproep
tot organisatie vormt den in sterke en karakteris
tieke letters geteekenden tekst.
De diukkerij Kott'ny is uitvoerder der beide
affiches. Op een der exemplaren die wij onder oogen
hebben is het rood en zwart niet zuiver geregistreerd.
Dat men daar toch op lette ! ....
Verbetering: In onze bespreking van het welge
slaagd biljet voor de Zendings-tentoonstelling te
Amersfoort is de ontwerper abusievelijk als J. Boode
genoemd. Dit moet zijn D. (Dirk) Boode. Eere, wien
eere toekomt!