De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 19 maart pagina 12

19 maart 1927 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No, 2598 MUZIEK IN DE HOOFDSTAD DOOR CONSTANT VAN WESSEM Beethoven-herdenking: Eroïca ?"\17AT onze tijd kenmerkt in zijn verhouding tot * * Beethoven is de neiging om Beethoven van alle ,literatuur" te ontdoen. De biograaf zoekt den ;?historischen" Beethoven, niet meer den geideali.?seerden en gestandbeelden, de musicus zijn muziek", .Tiietmeer zijn romantische opvatting van componeeren, -die de jacht naar een thema als de achtervolging eener geliefde voorstelt. Wij zien dit thans weer tot uiting komen m de beschouwingen, die op het oogenblik jiaar aanleiding van de herdenking vanBeethoven's a.s. lOOsten sterfdag (26 Maart) in onze tijdschriften worden gepubliceerd. Men moet tegenover dit streven «-echter opmerken, dat dit toch ook alweer een visie" -van onze tijdgenooten is, een andere visie dan die van Beethoven's tijdgenooten en van de na hem gekomen 'romantici, maar toch tenslotte een visie, beïnvloed 'door het huidige streven in de componistenwereld -alle romantiek en subjectiveering der muziek met het .«igen-ik uit de muziek te doen verdwijnen en het ?essentieele" te behouden. Een doorvoering van een .muziek ,,an sich" is daarom reeds onmogelijk omdat ?de muziek haar realiseering eerst in den klank, in het ^ot klinken komen heeft, en die realiseering eerst dan ^geheel neutraal zou klinken, wanneer zij door ma-chines werd bewerkstelligd en niet door menschen ?wier zenuwen deel hebben aan die realiseering. Dit ;-geldt ook voor Beethoven, wiens muziek toch eerst -door te klinken haar verschijningsvorm in de realiteit krijgt, en in noten opgeteekend een platte grond, een landkaart voor den muzikalen reiziger vormt. Wan;neer Beethoven's muziek de uitdrukking is van .?zingende energieën" (naar het woerd van Matthijs Vermeulen) dan is het duidelijk dat deze zelfde ^energieën ook bij de realiseering in klank opnieuw in het spel komen, is het duidelijk, dat deze opgeteekende moten hun aldus vastgehouden spanningen opnieuw ?willen ontladen en van het hart gekomen weer tot het hart willen gaan." Want Beethoven's muziek is alles minder dan wat men thans onder muziek" wil verstaan. Daarom is het juist wat Pijperin het?HaagschMaandblad" zegt, -dat Beethoven's muziek voor den musicus minder opzienbarend is dan voor den leek. Beethoven is allesbehalve een vernieuwer in de muziek, allesbehalve een stoutmoedigen geest. Hij vond geen enkel nieuw idee, geen enkel thema, dat door iets anders verbaasde ?dan door zijn eenvoud en dat vele componisten uit zijn tijd terecht beneden zich geacht zouden hebben »(zij vallen zelfs allemaal onder de door Debussy geminachte kategone der thema's, die men na kan fluiten"). Het is een feit, dat de muziek van Beet hoven voor de muziek" zoo verbazend weinig leert. Zelfs het aesthetisch procédé" om een thema eerst "in het verloop van een muziekstuk geheel naar de inhoud te ontvouwen en naar de psychische energie, <Ue er in besloten ligt, is reeds door duizend compo nisten toegepast en zelfs door Wagner verre over troffen. Hier ligt de waarde van Beethoven's muziek niet. Deze ligt in het vermogen dit thema naar de hoogtepunten te voeren waar de menschelijke con ceptie der muziek een muzikaal equivalent vindt. Leiddraad is voor Beethoven nimmer de muziek op zichzelf, maar voor het muzikaal equivalent zijner Zinnigste en vereerdste gevoelens spant hij al zijn krachten in, werkt hij jaren en jaren aan het thema, dat hem toelaat ermee deze hoogste realiseering zijner persoonlijke verlangens, verlangens bedrogen in een uiterlijke wereld, die hij niet kon beheerschen, doch die hem niet zal ontsnappen in een wereld der klanken waar hij generaal kan wezen, te bewerkstelligen. De hoogste subjectiviteit stempelt iedere noot en kan ook <«erst iedere noot die energieën meegeven. Zonder deze ,,hoogere" aandeelname vermag hij met de muziek DIT MERK Teekening voor de Groene Amsterdammer" door W, Heskes DE PIANIST STEPHAN BERGMANS S EEN WAARBORG VOOR ONOVER -TROFFEN REPRODUCTIE EN 'ONGEËVENAARDE AFWERKING. 'N.V. WITGH GRAMOPHONE COMPANY. . AMS^ERD. VEERKAOE ZZA DEN HAAO. als zoodanig niets uit te richten. Werken, die hij op zijn componeer-routine heeft moeten schrijven, gelegenheidswerken, waartoe hem de tijd ontbrak, ze tot equivalenten zijner ideëele gevoelens te maken zijn beschamend armoedig, onhandig en naast wat Beethoven anders weet te bereiken ongelooflijk. Beethoven heeft in zekeren zin geen noot zonder moeite geschreven. Thema's waarvan wij de voorstudiën in zijn notitieboekjes vinden, missen daar vaak nog geheel de wendingen of de accenten die ze in de voltooide werken zoo treffend maken. Om zijn muzikale energie maar, wakker te houden raasde en liep hij tijdens het componeeren, of zocht hij de verheven gevoelens te concentreeren door de kalmte der natuur. De hardnekkigheid waarmede hij het bereikte aan het ideaal bleef toetsen deed hem eindelijk vinden". Heeft hij eenmaal bereikt dan wordt zijn overwinnende geluksroes tot een symphonie ! Dan eerst laat hij alles los", transformeert het thema zegevierend in de gloed zijner bezieling, leeft het stra'end op de gestuwde hoogtepunten, brengt de energie ontlading op ontlading totdat het geheel in noten verwerkelijkt voor zijn klinkende zegetocht gereed ligt. - De Eroïca, de 3e symphonie is wel een teekenend voorbeeld van deze scheppingswijze. Zij is verre van een muzikaal gebouw, de afwikkeling van een thema. Voor de symphonischen zin der tijdgenooten heeft zij onsamenhangend geklonken. Zij die er een held,,schildering" in verwachtten begrepen er nog minder van. Bij geen symphonie van Beethoven is het literair apercu" minder er in geslaagder iets van te onthullen. Wat voor heldhaftigs schuilt er in een thema, dat geen marschrythme heeft, in driekwartsmaat deint en stuwt en zelfs bij Alozart voorkomt in diens ouverture van Bastien et Bastiennc"? Maar wat wordt het bij Mozart en wat bij Beethoven! Voor Beethoven houdt dit thema iets geheel anders in dan voor Mozart, en dat zijn toch dezelfde noten en het zelfde rythme. Beethoven doet er geen verbazing wekkende technische vindingrijke dingen mee, maar juist verbazingwekkende stuwingen, ontladingen, triomfen. Het thema wordt zijn eigen zege-hymne aanhet slot. Al de trots en de machtige vreugd van het, groot-menschelijke (want dat is Beethoven' shero' L'kopvatting en daarmede ook stond en viel voor hem Bonaparte de consul en Bonaparte de keizer) doei het thema transformeeren tot een jubelrocp. Dit onder gaan wij allen letterlijk zooals Beethoven het met zijn machtige scheppingswil ons wil laten ondergaan. Dit slot, licht versneld, is niet zonder de adembeklemmende ontroeringen aan te hooren, evenmin als de trompettenfanfare op de stijgende triolen in het trio van de Marcia funèbre. In de finale ook geen spoor van een athletiseerende heldhaftigheid: een eenvoudig thema vangt licht aan en het onbezorgde geluk vraagt ontlading op ontlading in uitbundigheid of teederheid. Het is deze roes die ons bevangt, deze juichende klank die ons doordringt. Het is Beethoven's schepping die dit bereikt, met zijn muziek als materieel klankWerk. Mengelberg, verleden Donderdag aan de dirigenten lessenaar teruggekeerd, dirigeerde naast Corrolan" en de 1ste symphonie ook deze Eroïca. En alsof hij instinctief wilde bewijzen tegenover de Beethovenopvattingen van Monteux dat Beethoven's muziek meer is als muziek en dat zij de machtigste opvatting een kans geeft zich in de herinnering der luisteraars onsterfelijk te maken, gaf Mengelberg er een her schepping van, die ons opeens op dat hooge en be vrijdende niveau bracht, dat wij ondanks onze be wondering voor andermans opvattingen van Beet hoven toch instinctief blijven verlangen. TOEGEPASTE KUNST DOOR OTTO VAN TUSSENBROEK Aanplakbiljetten. Voor de tentoonstelling v^n Egyptische Kunst in de zalen van het Koninklijk Oudheidkundig Genoot schap in het Rijks-Museum te Amsterdam (15 Maart 8 Mei) heeft Georg Rueter een klein biljet op steen geteekend, (keurig gedrukt in een warm donkerrood met goud op witten grond door van Leer en Co. te Amsterdam). Het blijft steeds een zeer gevaarlijk spel om oude (en door den tijd geheiligde) motieven te gebruiken en dat de aan het hoofd van het biljet prijkende af beelding van een Egyptisch grootwaardigheids-bekleeder dan ook wat heel erg huiselijk aandoet was haast onvermijdelijk. Daarenboven teekende men een 3000 tot 500 jaren vóór Christus zooiets met heel wat meer karakter dan dit krullerige biljet toont, maar on danks deze voor de hand liggende bedenkingen is het toch een ding van goeden huize geworden als bescheiden mededeeling, waar de met veel zorg in duidelijk lees bare letters geteekende tekst er het zijne toe bijdraagt. Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan der Vereeniging van Vrijzinnig Oodsdienstigen voor Militaire en Militaire Tehuizen werd een aanplakbiljet uit gegeven, waarop, boven en onder eene in zwart op crème-kleurig papier afgedrukte reproductie eener vlotte teekening van een met kepi gedekten soldatenkop door van Dam, de op zwarten ondergrond uitge spaarde letters den tekst vormen, omsloten door een rooden rand met de jaartallen 1916?1926. , Het korrelige van de oorspronkelijke teekening, wel ke met houtskool of zwartkrijt op grof linnen of op papier met ingeperste grein is gedaan en het gladde der belettering gaan weinig samen en dit is oorzaak van een tweeslachtigen indruk. Trouwens naar alle waarschijnlijkheid is de figuurteekening en die der letters niet uit n en dezelfde hand, zoodat in elk geval beter resultaat zou zijn verkregen als ook de mili ciens-kop onmiddellijk op steen gezet ware. Toch heeft het geheel door zijne eenvoudige en onopgesmukte verschijning iets dat aantrekt en zeer zeker wordt het propagandistische doel er door bereikt. Toevalligerwijze zijn alle drie biljetten, welker be spreking thans aan de orde is, uitgevoerd in de deco ratieve tegenstelling van zwart en rood op witten ondergrond. Daar is allereerst de nieuwe verkeersplaat door Stephan Schlesinger, een Oostenrijksch architect, die in ons land heeft vertoefd. Het dient gezegd, ook al gunt men dezen bekwamen teekenaar uit de school van Klinger, wiens beginselen hij niet verloochent, van ganscher harte deze opdracht, dat waar in Neder land talrijke zeer begaafde talenten zonder werk zijn, het eenige bevreemding wekt dat men de keuze op een vreemdeling liet vallen ! Het biljet stelt voor een ridder in malienkolder achter een groot schild met het wapenteeken der stad Amsterdam. Daaronder in wit op zwart in zeer duidelijke letters de tekst. Het geheel is rustig, even wichtig en beschaafd gegeven. In tegenstelling met Wijnman en Schwar?, die de vorige verkeersbiljetten teektnden en zich op het helsch drukke verkeer en de alom dreigende gevaren inspireerden, treft de onbewogenheid in Schlesinger's ontwerp. Het werd met zorg uitgevoerd door de Drukkerij Senefelder. Meer overtuigend, jonger in den tijd en krachtiger zijn de beide propaganda-biljetten voor organisatie van meubelmakers en behangers door Waltei' geteekend. Het leven is vol ironie.... Nauwelijks hebben wij in afkeurenden zin moeten oordeelen over een voor afgaand werkstuk of het lot stelt van eenzelfden ontwerper ons een tweetal dingen voor oogen die zóó veel beter zijn, dat men eerlijkheidshalve getuigen moet dat wat men een week te voren (zie de Groene van 5 Maart) 1.1. neerschreef, in geen enkel opzicht gelden kan voor wat thans Werd gepubliceerd. Walter teekende zijn werklieden als roode duivels; gespierde gestalten als tot strijd gereed. Een oproep tot organisatie vormt den in sterke en karakteris tieke letters geteekenden tekst. De diukkerij Kott'ny is uitvoerder der beide affiches. Op een der exemplaren die wij onder oogen hebben is het rood en zwart niet zuiver geregistreerd. Dat men daar toch op lette ! .... Verbetering: In onze bespreking van het welge slaagd biljet voor de Zendings-tentoonstelling te Amersfoort is de ontwerper abusievelijk als J. Boode genoemd. Dit moet zijn D. (Dirk) Boode. Eere, wien eere toekomt!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl