De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 19 maart pagina 5

19 maart 1927 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

2598 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND LEVENSVRAGEN VAN HET SOCIALISME DOOR MR. H. GILTAY Socialisme en Culfuur HET Socialisme is allereerst een Magenfrage". Maar het gaat daarin niet op. Het wil behalve een behoorlijk materieel bestaan voor alle menschen ook een nieuwe geestelijke cultuur scheppen. Het beseft, dat de mensch bij brood alleen niet kan leven. De oude socialisten bekommerden zich over het algemeen niet veel om de cultuurvraag. Het prole tariaat moest eenvoudig zijn historische taak: de omzetting der kapitalistische productiewijze in een socialistische, volbrengen, en dan zou op den nieuwen onderbouw" vanzelf een nieuwe geestelijke boven bouw", een nieuwe moraal, een nieuw recht, een nieuwe kunst enz. ontstaan. Het verloop der Russische revolutie heeft de abso lute onjuistheid dezer sociale prognose op ondubbel zinnige wijze in het licht gesteld. Toen het proletariaat de macht had veroverd en met den socialistischen opbouw" wilde beginnen, bleek dat een aparte materiëele onder-"en,,geestelijke bovenbouw"slechts in de boekjes en hoofden der marxisten hadden be staan, maar dat de maatschappelijke werkelijkheid een uiterst samengesteld complex was van verhoudin gen tusschen levende menschen, zoowel ideëele" (mo raal, recht) als materiëele", die niet van elkander waren te scheiden. Men bemerkte,dat nieuwe productie verhoudingen slechts konden ontstaan, indien er tevens een nieuwe moraal kwam en een nieuw recht. Met andere woorden: dat een nieuwe productiewijze nieuwe menschen veronderstelde. Staatsdwang en electriciteit bleken niet voldoende. Dit inzicht schrikte de Russische ideologen echter niet af. Zij beschouwden het socialistisch probleem als een technisch" pro bleem en meenden in de marxistische theorie een in strument te bezitten, dat hen tot het construeeren" van de nieuwe maatschappij in staat stelde. Met behulp van dit tooverwapen zouden zij niet alleen een nieuwe productiewijze, maar ook een nieuwe moraal, een nieuw recht en zelfs een nieuwe kunst ("Proletkult") maken. Dat deze poging op mislukking moest uitloopen, spreekt vanzelf. Men kan een nieuwe maatschappij evenmin construeeren als een poedel of een appelboom (Oppenheimer). Ik wil er hier in het voorbijgaan op wijzen, dat men voor een goed begrip der Russische revolutie niet zooals meestal gedaan wordt kan volstaan met een kritische beschouwing van het Bolschewistisch uto pisme. Ook met betrekking tot de Russische gebeur tenissen geldt nog altijd Marx' geniale uitspraak, dat men een omwentelingsperiode evenmin uit haar be wustzijn kan verstaan, als men een individu kan beoordeelen naar wat hij zichzelf dunkt." Het Bolschewisme is slechts het verstandelijke, aan het Westen ontleende bovenbewustzijn" van de Rus sische revolutie. De eigenlijke drijfkrachten, die de Russische massa's tot zooveel gruwelen maar ook tot zooveel prachtige heroïek in staat stelden, zijn van emotioneelen aard en wortelen diep in de Russische volksziel. Ik geloof, dat Fridtjof Nansen de kern der zaak heeft getroffen, toen hij schreef, (?Russland und der Friede"), dat de Russische revolutie daarom van het Westen haar bewustzijnsinhoud moest leenen, omdat de Russische volksziel haar eigen uitdrukkings vorm nog niet heeft gevonden. Als wij aan Rusland denken, denken wij meestal aan het Roode Rusland. Maar het communisme is in Rusland slechts een dun, schei-gekleurd, kunstmatig vlies. Het communisme in marxistischen zin is even vreemd aan de Russische ziel als het kapitalisme dit was. Beide zijn Westersche import. Het echte Rusland is niet het Rusland van Lenin en Trotzky, maar dat van Dostojewsky en Tolstoy. De Russische cultuur staat nog aan haar begin. Zij is nauwelijks geboren. Maar als zij gaat groeien, zal zij de roode schaal verbreken en haar eigen levensvormen scheppen. Dan zal het Bolschewisme niet meer zijn dan een historische herinnering. Een der belangrijkste socialisten, die door den wereldoorlog en de daarop aansluitende revolutie tot herziening hunner maatschappij- en cultuurbeschouwing zijn gebracht, is de Belg de Man. In zijn laatste geschrift Der Sozialismus als Kulturbewegung" legt hij speciaal op de cultureele zijde van het vraagstuk den nadruk. Praktische ervaring en theoretisch onderzoek heb ben de Man doen inzien, dat de verovering der staatsmacht door de arbeidersklasse nog geen enkelen waarborg biedt voor het ontstaan eener nieuwe cul tuurgemeenschap. Want hij moet erkennen, dat de socialistische arbeiders in het Westen althans , naarmate zij door hun strijd hunne materiëele levens voorwaarden verbeterden, steeds meer.... kleine burgertjes zijn geworden. De arbeider nadert, in kleeding, woning, levenswijze en mentaliteit steeds meer tot den bourgeois", dien hij op politiek en ekonomisch terrein bestrijdt. Maar dan is er ook geen enkele reden om aan te nemen, dat de verheffing van het proletariaat tot heerschende klasse een nieuwe cultuurgemeenschap zou beteekenen. De voornaamste drijfveer in den huidigen klassenstrijd is het eigen belang, de arbeider wil het even goed" krijgen als de bourgeois. Hoe zou hieruit ooit een nieuwe, hoogere DE UITWERKING VAN HET NEDERLANDSe H-BELGISCH TRACTAAT IN ONZE POLITIEKE PARTIJEN TeekeninS voor ,,de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan INWENDIGE ROERING samenlevingsvorm kunnen ontstaan? Dit is, zegt de Man, alleen mogelijk,wanneer de arbeidersbeweging door een nieuw socialisme bezield wordt, wanneer in de plaats van het oude belangen-socialisme een Gesin/!«/;gs-socialisme komt, wanneer in de arbeidersklasse een nieuw levensgevoel, een nieuwe cultuur-idee geboren wordt. En van deze nieuwe geboorte meent hij reeds de eerste teekenen te ontwaren. Hier en daar, vooral onder de jongeren, leeft al het nieuwe socia listische levensgevoel, dat zich in een nieuw ideaal en een nieuwe levenshouding uitdrukt. In den groei en de doorwerking van dit nieuwe levensgevoel ligt de eenige hoop voor het Socialisme en de wereld. Ik aarzel hier met mijn kritiek. Want ik wilde niets liever, dan dat ik de Man's optimisme kon doelen. Maar ik geloof, dat ook hij nog niet diep genoeg peilt en ontleedt. Want waarop grondt hij zijn over tuiging, dat het nieuwe levensgevoel, de nieuwe cultuur-ziel gaat geboren worden? Op het feit, dat in som migen hel brandt de vlam van het zuiver-socialistische" ideaal. Aan het oprechte idealisme dezer weinigen twijfel ik niet. Ook niet aan de mogelijk heid, dat deze vlam grooter zou worden en een mach tige beweging doorgloeien. Maar een ideaal ik wees erop in mijn vorig artikel is geen onfeilbare gids. Ook de Man's zuiver-socialistisch" ideaal draagt een regressief karakter. Ook hij streeft nog in de eerste plaats naar een Gemeenschap, die aan al hare leden een behoorlijk materieel bestaan waarborgt", m,a.w. ook hij wil, met behulp eener oneindig vervolmaakte techniek, de toekomstige menschheid een zorgeloos kind-bestaan verschaffen. Eerst" moet een bepaalde materiëele verzadigingsgraad" bereikt zijn. Dan" krijgen de menschen vrijen tijd voor hoogere cultuur. Hiermee verraadt de Man zijn gemis aan begrip van wat cultuur is. Hij vervalt in de oude dwaling van de scheiding van den ekonomischen onder- en den geestelijken bovenbouw. Het menschelijk leven vormt n onscheidbaar geheel. Alle levensfuncties, de arbeid, de wetenschap, de moraal, de kunst, staan in den nauwsten organischen samenhang en zijn de uitdrukking van nzelfde cultuurziei. Daardoor vertoonen alle levensuitingen eener cultuur eenzeifden stijl, eenzelfde structuur. Spengler heeft dit op onge venaarde wijze aangetoond. En nu is voor elke groote, levende cultuur dit het typeerende, dat zij zich spontaan verwezenlijkt, dat zij organisch groeit. Op geestelijk gebied wordt dit door de Man ingezien. Maar hij meent, dat de materiëele grondslag der maatschap pij gemaakt kan worden. Of dit onmogelijk is? Ame rika schijnt te bewijzen, dat het mogelijk is. De menschelijke arbeid wordt in het land van Ford meer en meer gemechaniseerd, het productie-proces meer en meer gerationaliseerd. En het oude Europa doet al zijn best het Amerikaansche voorbeeld te volgen. Maar dit bewijst, dat n in Amerika n in WestEuropa de cultuurziei dood is, dat, zooals Spengler zegt, het Verstand tot heerschappij is gekomen, weil die Seele abdankte". Op den grondslag van een totaal vermechaniseerden, vreugdeloozen arbeid, ver van de Natuur, kan een levende geestelijke cultuur evenmin opbloeien als een denne/aadje op een steenrots. Het cultuurlooze Amerika is er het sprekendste voorbeeld van. En daarom is ook de Man's jong-socialistisch" ideaal onmachtig tot waarlijke cultuurschepping. Als zijn droom werkelijkheid werd, zou dit geen nieuwe cultuur beteekenen, maaar een cultuurlooze Makkcrschap in Ordelijke Ellende." *) *) Het woord is van den psyclwanalyticus Starcke. TABA SIGAREN ZIJN TOCH DE BESTE *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl