De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 19 maart pagina 7

19 maart 1927 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2598 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND UIT DE NATUUR: IN DEN HAAG DOOR DR. JAC. P. THIJSSE II NA de boschjes van Poot komen de boschjes van Pex. De avonturen van de eerste kunnen mis schien bijdragen tot het behoud van de laatste. Want er dreigt groot gevaar. Het is nu eenmaal onver mijdelijk dat tusschen den Loosduinschen weg, de Zeestraat en de Zee, een stad gebouwd zal worden voor zeventigduizend inwoners. Een voor-ontwerpuitbreidingsplan" voor deze bebouwing is dezer dagen gepubliceerd en ook, wanneer deze regelen in druk verschijnen, reeds door den Haagschen Ge meenteraad goedgekeurd. Misschien ook niet goed gekeurd of tenminste gewijzigd naar den zin van de minderheid in het College van B. en W. en daar over zou niemand zich heviger verheugen dan ik. Het gaat er hoofdzakelijk om de Westduinen, de boschjes van Pex, Meer en Bosch en het oude duinenterreintje ten Zuiden van Daal- en Bergschelaan en Pioenweg, waar nog heide groeit en brem. Het gaat om de na tuurruimte" voor een stad van zeventigduizend in woners, waaronder dus ook eenige duizenden kinderen die hier opgroeien tot jongelui en menschen en die voor hun zieleleven en geestesontwikkeling toch aller eerst behoefte hebben aan beweging in de vrije natuur en, zoo het er toe komen kan, omgang met de natuur, met de planten en de dieren, aanschouwing van de landschapsvormen, welbehagen in de schep ping. Ik geloof dat alle kinderen dit welbehagen ge voelen, sommige slechts duister en bijna onbewust, andere in verrukkelijke klaarheid. Ik heb het gevoeld, zoover mijn herinnering reikt en ik weet nog wel dat eer ik naar school ging, dus in mijn vijfde jaar, de margrieten langs den Maaskant bij Grave.de f romme lige blauwe grasklokjes van de heide, de meikevers in de doornhaag, de hooge boomen van de vestingwallen, de vogeltroepen langs de buiten zijn oevers getreden Raam, en zooveel anders nog, dingen waren om naar te verlangen en te herinneren, te herkauwen mocht ik wel zeggen. Nu bevat den Haag West heerlijke gelegenheden voor natuurgenot, natuuraanschouwen, en wel niet alleen voor den sympathieken persoon, dien we hier eventjes goedmoedig zullen aanduiden met den naam van natuursnuffelaar, maar ook voor elkeen, die onbevangen en zonder specialiseering landschapsschoon, bloemenpracht, vogelzang kan en wil genieten en dat is toch eigenlijk de groote meerderheid der menschen. Het is er tegenwoordig ook wel zoo mee gesteld, dat de meesten die boschjes van Pex, zooals ze daar nu staan, de zware boomen gevormd in jarenlangen strijd met den zeewind, het onderhout gezaaid door wind en vogels en daardoor van natuurlijke verscheidenheid en plaatsing, liever hebben dan een nieuwe park of plantsoen, hoe kunstig ook aangelegd. En dan gaat het ook heelemaal niet aan, om in die boschjes een verspreide bebouwing van villa's toe te laten, al zijn het dan maar enkele. Neen, die boschjes moeten in hun geheel bewaard blijven en de stede bouwer moet er rond om heen, naar buiten toe een geschikt plantsoen bedenken, dat den overgang vormt naar zijn huizenblokken. Gelukkig heeft zich in het vorig jaar een Algemeene Vereeniging voor Natuur bescherming voor 's-Gravenhage en Omstreken ge vormd, die hier en elders dankbaar en moeilijk werk kan vinden. Natuurlijk heeft zij ook onmiddellijk een adres tot den Raad gericht, om toch de boschjes van Pex en het Westduin onbebouwd te laten, het oude duin met hei en brem door haar te doen onder houden en ook om het uitzicht op het bosch van Meer en Bosch vrij te houden. Dit laatste is ook van zeer groot belang. Het is natuurlijk heel prettig om te verkeeren in een bosch, in een park, maar hoe heerlijk is het ook om van buiten : L. S. Onthoudt onzen naam wanneer ge Uw woning gaat inrichten. Meest gesorteerd huis in Nederland voor Comolete Ameublementen, Tapijten, Gordijnen, enz. Heerengracht 500 Amsterdam. Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer' door W. Heskes CHARLOTTE KiJHLER IN DE MEID" C O M O E D I A DOOR HENRIK SCHOLTE den statigen boomenwal te kunnen bewonderen en de fijne lijnen van de boomkruinen langs de lucht. Hetzelfde geldt, en misschien nog in sterker mate voor de omtrekken en plooien van het duin en de frissche graslanden langs den duinvoet. Daarom betreur ik het ook, dat in de uitbreiding de laan van Poot vlak langs den duinvoet gaat. De ontwerpers hebben dit ook wel ingezien en met een begrijpelijk schipperen van geven en nemen, halverwege Kijkduin een groot sportveld aan den duinvoet vrij gelaten. Door het West-duin is een groote rijweg geprojec teerd en daar kan niemand iets tegen hebben, want als je wat ouder wordt, dan wil je toch nog geen afstand doen van het aanschouwen van duin en zee en dat gaat dan heel genoegelijk met een voertuig. Als de weg niette breed wordt en zich gewillig laat leiden door de groote duinlichamen zelve, dan kan hij zelfs den fraaien bouw van het duin verduidelijken. Som mige hellingen kunnen ook wel bebossching ver dragen en zoo kan hier een bewonderenswaardig duinpark ontstaan. Maar dan ook in 's hemelnaam geen verspreide villa's". Een stad van zeventig duizend inwoners, en we mogen er voor de aangrenzende buurten nog wel zeventigduizend bij doen, heeft dringend behoefte aan een dergelijk park. We houden het in dezen dus weer met de minderheid van B. en W. De besten zijn dikwijls in de mi. derheid. Nu moet ge niet denken, dat ik dit uitbreidingsplan afkeur. Integendeel, er valt zeer veel in te prijzen. In het bijzonder verheug ik mij in het plantsoen, dat doorgetrokken wordt langs Sportlaan en Seghbroeklaan tot aan Meer en Bosch toe en dat langs Stadhoudereplein en Johan de Witlaan een verbin ding tot stand brengt van de buitenwereld tot in het hartje van den Haag, met Sorghvliet en de Scheveningsche boschjes. Dit is het gezonde beginsel van de straalsgewijze plantsoenen, die het mogelijk maken dat ook de binnenstad bezocht wordt door de wilde vogels en vlinders. Het plantsoen wordt tachtig meter breed, de beek gaat er midden door, zich hier en daar verwijdend tot langwerpige vijvers en dat geeft allerlei prachtige mogelijkheden voor echte, levendige beplanting. Misschien vinden de Haagsche Natuurbeschermers beleefd de vrijheid om ook in dit geval de Gemeente te dienen van advies, misschien zelfs niet ongevraagd. Nu zal misschien de meerderheid van B. en W. zeggen, dat zij die villa's in het West-duin en in de boschjes van Pex noodig heeft om de uitbreiding naar behooren te financieeren. In een van onze groote bladen is ook al het vermoeden uitgesproken dat, wat de Vogel- en Bloemenbuurt betreft, de gemeente 's-Gravenhage boven haar beurs zou leven en dat dit ook wel eens het geval zou kunnen zijn met de bewo ners zelve, die zoo keurig hun tuintjes onderhouden. Nu, wat de bewoners betreft, voor een groot aantal hunner kan ik dat gerucht met groote stelligheid tegenspreken en ik vertrouw ook wel dat de Gemeente 's-Gravenhage geld genoeg zal hebben, of desnoods kunnen leenen, om hier in West iets tot stand te brengen, dat in sommiger oog misschien moge doen denken aan royale overdaad, maar dat werkelijk niet anders is dan gewone, gezonde noodzakelijkheid. Vlaamsch Volks/ooneel; ,,Seeldekens uit het Leven van Sint Franciscus van Assisië", door Michiel de Ghelderode. A1TAT wij in deze opvoering waardeerden, is mis? * schien niet dat, wat het Volkstooneel ermee bedoeld heeft. In zijn beste momenten leek het ons een kleurig, Middeleeuwsch marktspel, met de kunst middelen eener moderne mechanika ten tooneele gebracht. Een religieuze revue, waarbij echter de in drukken van het oog niet tot het hart doordrongen. Want de vroomheid van Sint Franciscus, die toch waarschijnlijk groot, ernstig en blij bedoeld was, steeg geen oogenblik boven de kleine, eenigszins speelsche en altijd kinderlijke verrukking over een naïef bidprentje uit. De text met de groote monologgn, die zonder succes de eenvoudig-verheven geüachten uit de ,,Fioretti" trachtten na te ver tellen, had opzichzelf geen waarde. Maar deze text was evenals bij de Tijl-opvoering ondergeschikt gemaakt aan een soort scenische partituur". Het staketsel, dat thans bestond uit een aantal trap-bochten, gelijk men ze bij een huizen-afbraak tehoop ziet liggen, werkte in dit stuk minder gedurfdboeiend, minder veelzijdig, maar vooral ook minder gemotiveerd dan bij den Tijl", waar het aan de op voering soms die prachtig ruimtelijke vaart kongeveri. Hier bleef om de revue-termen te behouden-1het verhoogde tooneel in hoofdzaak voor de finales" bewaard, waarbij de handeling op de trappen stil stond in plaats van door een diagonale tooneelbenutting het tempo te versnellen. De winst van deze opvoering lag dan ook in de kleur en het lichteffect, die voor den primitieven toon en nu en dan voor zuivere momenten zorgden. Zoo werd de geestelijke bruiloft van Franciscus met de Armoe, waarbij de engelen liturgische samenspraken hielden en de afgezante des hemels in een schommel over het tooneel heenzweefde, een werkelijk zachtvroolijk en geenszins belachelijk tafereel. En toen bij Franciscus' dood een onwezenlijke zon opschoof achter de hooge katafalk en de levensgroote, gouden prenten der heiligen ter weerszijden, kon men dit eveneens aanvaarden zij het dan ook dat kerk en music-hall elkaar hier de hand moesten reiken. Het beste waren wel de eigenlijke beeldekens" waarbij Staf Bruggen als de plezante pater" de rol van voorlezer, in dit geval een soort Buzif.u, met de gewone revue-trucs vervulde. L)e Franciscusspeler Renaat Verheyen, die den heelen avond meer door zijn zuiver begrip en zijn gevoelig staan" dan door zijn niet krachtige stem getroffen heeft, deed hier, bij een voortdurende pantomime, een paar mooie dingen. De tafereeltjes waren aardig geënsceneerd, de Paus stond achter een plaat je, dat den Sint-Piet er verbeeldde, in Afrika was een charleston-neger, Franciscus be delde op de maat van O mijn lieve Augustijn" wat toch eigenlijk niet het lied van zijrf orde is en joeg een gymnastiseerenden duivel opzij, er ei was ook nog een grappige wolf op handen en voeten. Alles onschuldig circus en soms niet zonder een lieve aantrekkelijkheid, wanneer men bedacht bedacht! dat het Sint Franciscus gold. Grover van effect, maar door vlot spel eenigszins gered, was het tafereel in de rechtzaal, waar de rechter op een wiebelend podium, koekjes etend en onzin zwetsend, Franciscus richt en de advokaat beurtelings aanklager en verdediger is. De tendenz van deze charge is goedkoop, de symboliek hier gelijk elders hinderlijk wansmaak en zeker een Francisctisspel onwaardig. Voor de rest en met name in de sombere tooneelen na de pauze deze mise en scène moet het van de blijmoedigheid hebben ! vele mislukkingen. Men sprak over 't algemeen slecht en in het simultaanspreken tijdens de rumoerige tafereelen viel ook op de regie wel het noodige aan te merken. Zoo is bij elkaar de indruk van deze nieuwe Vlaamsche opvoering zér gemengd. Als ideaal, als uitkomst werkte dit experiment stellig negatief. Als tooneelmoiiclijkheid, bij wijze van afwisseling, intermezzo, had het intenties, aardige fragmenten en iets van fleurig, clownesk vermaak tusschen de grauwe eentonigheid van den psychologischen dialoog, dat wellicht met name om die tegenstelling welkom is. Cabaret La Gaité.- De Meid in 't Spel". Bij een nieuwe opvoering van deze ecnacter van Mevrouw Poons- van Biene ben ik in de gelegenheid om een dezen zomer gemaakt verzuim te herstellen. In een maand, toen niemand aan comediespelen dacht, heeft Charlotte Kohier deze diensboden-rol gecreëerd en er ondanks de ongunstige omstandig heden de aandacht op weten te vestigen. Inderdaad is deze rol sterk getypeerd en ietwat te virtuoosovermoedig gespeeld, een zeer goede aanwinst in het nog altijd dun-bevolkte rariteiten-kabinet van onzelevende tooneelspeclktmt. Zoodra de meid op het tooneel verschijnt, met een uitstekende en met zelfverloochening aangebrachte grime, is de zaal geïnteresseerd, willig tot een lach, tot een schaterlach op de hoogtepunten. En toch ontgaat de tragische noot, die hier als in soortgelijke rollen bij Charlotte Kohier nooit ontbreekt, den toe schouwer niet. Ook de leelijkheid heeft zijn aesthetika.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl