Historisch Archief 1877-1940
DE.GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VOQlR.VRQUWEN
HET HEDENDAAGSCHE
W E E N E N
DOOR F. S. VAN BALEN?KLAAR
"P R zijn weinig plaatsen in Europa die zoo sterk
*-' de aandacht trekken van ons Nederlanders als
Weenen. Was dit reeds vóór den grooten wereld
oorlog zoo, omdat Weenen vooral toen bekend stond
als het Parijs van Oost-Europa, na den oorlog groeide
?de belangstelling tengevolge van nauwer aanraking
?met de bevolking; want nauwelijks valt er in Neder
land een stad of dorp te noemen, waar men zich niet
Jiet lot van arme Oostenrij ksche (voor het meerendeel
'Weensche) kinderen heeft aangetrokken.
Hoe grooter de stralenkrans was, die men zich
steeds dacht om de schitterende Keizerstad, des te
sterker was de indruk die de verhalen over ellende en
verval maakten, Dat deze verhalen menigmaal
«overdreven waren kan men gerust gelooven, óók al
?erkent men ten volle dat de toestanden tijdens en na
*den oorlog hier ellendig waren en in vele opzichten nog
:zijn. Maar de faam tracht steeds de werkelijkheid te
?overtreffen, en zoo ging het ook hier. Slechts een
?enkel voorbeeld. In de Hollandsche bladen deden
indertijd berichten de ronde, dat tengevolge van het
groote gebrek aan brandstoffen, alle boomen uit het
Wienerwald moesten worden omgehakt, waardoor
dit schoone woud aan de verwoesting werd prijs
gegeven. Wie hier maar eenigszins bekend is, lacht om
?dergelijke naïeve voorstellingen. Het Wienerwald zou
jiiet verdwijnen door het vellen van duizenden boomen,
'om de eenvoudige reden dat het er te groot voor is.
Het Wienerwald is een met bosschen overdekt
geibergte van een oppervlakte die zoowat overeenkomt
met onze provincie Zuid-Holland. Het he'eft
doorJoopend een hoogte van 3 a 400 Meter, met enkele
doppen die het tot 500 M. brengen. In het Westen
vindt men prachtige, uitgestrekte bosschen van
loof boomen, af wisselend met naaldhout, en hier en daar
schilderachtige stukjes weide in hetOosten is de bodem
rotsachtig en zijn de naaldboomen in de meerderheid.
Dorpen en stadjes liggen langs en tegen de
hellin,gen van het gebergte, en wel verre van verwoest te
zijn, is het Wienerwald de bron van vreugde en
gezondheid voor de Weensche bevolking, die er in
.den zomer zijn Sommerfrische" zoekt en zijn groote
?wandeltochten maakt, en in den winter ruimschoots
.gelegenheid vindt voor wintersport en sneeuwvermaak.
Gebrek aan plaatsruimte verbiedt mij om meerdere
staaltjes van overdrijving te noemen; dit eene is
'echter teekenend genoeg.
Hoe het dan thans in Weenen is?
De gewone toerist komt daar niet gemakkelijk
;achter. Want voor het uiterlijk is Weenen nog de
prachtstad met zijn schitterende paleizen, zijn rijke
.musea, zijn talrijke mooi aangelegde parken, zijn
monumenten en kerken, zijn Ring" en zijn vroolijke
.-winkelstraten. Het leven is er vroolijk, vooral in zijn
uiterlijk beeld, en wie op straat de goed gekleede
.menschen ziet, en de volle cafe's, wie schouwburg
?en concertzaal steeds bezet vindt, denkt weinig aan
.armoe en ellende. De Oostenrijker neemt over het
.algemeen de zaken niet zoo erg zwaar op. Hij is
ge.mütlich" en dat wil hier te lande vooral zeggen, dat
men zich niet graag inspant en het leven neemt zooals
?het nu eenmaal is. Ook hecht men in Weenen vooral
-aan het uiterlijk en leeft meer op straat dan in huis.
Niet enkel mannen, maar ook de vrouwen bezoeken
.geregeld hun Kaffeehaus en lezen daar haar krant.
En wie niet een paar maal per week naar een theater
:kan gaan, voelt zich arm en ellendig. Dit zijn de
"volkszeden, en het verklaart hoe de straten er steeds
vol zijn en vroolijk, en schouwburg en concertzaal
,goed bezocht.
Toch is er veel schijn in het uiterlijk zoo fleurig
^openbare leven. De chicgekleede dames die in de
.?schitterende winkelstraten pantoffelparade houden,
moeten zich menigmaal veel ontzeggen om den schijn
?van weelde naar buiten op te houden. De mooie
?etalages met kostbare luxevoorwerpen of kleeding,
.?meubels enz., vertoonen het beste naar buiten, maar
hebben niet altijd een voorraad die beantwoordt
,aan de uitstalling. En de prachtige paleizen, door wie
?worden ze bewoond? Menigmaal door rijke
industri?-eelen of menschen uit den geldhandel, soms door
?in den oorlog gevormde nieuwe rijken, maar zeer
dikwijls door den ouden vervallen adel. Menig
paleis heeft als bewoners arme graven of gra
vinnen, baronnen en baronessen, die geen grooter
?inkomen hebben dan hoogstens ? 1500 a ? 2000 per
jaar. Zij blijven in hun oude woning, omdat: lede
.huurwetten in de vaststelling van een zeer ge
ringen huurprijs gunstig zijn, en 2e de woning en
meubileering geen belastingobject zijn en dus het
bewonen van een moni huis geen grooter onkosten
.meebrengt. Maar wel verhuren deze verarmde families
kamers, vooral aan buitenlanders, om zoodoende hun
inkomsten te vermeerderen. Het is in Weenen niet
itnoeilijk om een gravin of barones als hospita te
heb.ben; velen van deze dames moeten als pensionhoudster
an hun levensonderhoud voorzien.
Dat bij dergelijke verarming van de bewoners het
onderhoud van woning en meubels achteruitgaat,
valt te begrijpen. Men heeft niet het noodige personeel
om alles in goeden staat te houden en verval en ver
vuiling zijn onvermijdelijk, terwijl de prachtigste
meubels menigmaal voor weinig geld te verkrijgen
zijn, omdat de eigenaar behoefte heeft aan con
tanten.
Er heerscht dan pok in handel en industrie nog
steeds groote malaise, en evenmin gaat het den
winkelstand goed. Het koopkrachtige publiek is maar
heel klein, vooral tengevolge van het feit dat er van
een welgestelde middenstand geen sprake is. De
ambtenaren zijn beslist arm en met de overige
intellectueelen is het niet veel anders gesteld. Met Kerst
mis en Nieuwjaar lokten, evenals andere jaren.de
schitterende etalages tot koopen uit; maar er werd
steen en been geklaagd over den geringen omzet. Nu
leeft men weer in de hoop, dat de Carnevalstijd iets
zal goed maken. Want Faschung" is wel het hoogte
punt in het Weensche winterleven van de uitgaande
wereld. Menigeen spaart maandenlang om in deze
weken goede sier te kunnen maken. En winkelier,
modiste, kleermaker, kapper, bloemist en wie al niet
meer, yaren er wel bij.
Het is dan op dit oogenblik de tijd van de groote
bals, iets wat wij in Holland niet kennen, al worden
er ook bij ons carnevalsfeesten en gecostumeerde
bals gegeven. Hier zijn de groote bals eigenlijk
representatiefeesten. Zoo is er bijv. het groote
Concordiabal, eigenlijk het bal van de journalisten.
Daar verschijnt de groote wereld, de eersten uit weten
schappelijke kringen, voorname artisten,
regeeringspersonen enz. en het bal wordt steeds geopend door
den president van de Oostenrij ksche republiek.
:, Dan zijn er nog de bals der Philharmoniker"
en der Schriftsteller", eveneens feesten in grooten
stijl.
Toch geraken deze schitterende dansfeesten in den
laatsten tijd een weinig op den achtergrond, om
plaats te makeri voor de Redoutebals, een instituut
dat bij ons geheel en al onbekend is. Op een redoutebal
vragen de dames de heeren en er zijn bepaalde voor
schriften voor de kleeding. Het voornaamste dezer
bals is de operaredoute, waarvoor thans de voorbe
reiding in vollen gang is. Het voorgeschreven kostuum
is voor de heeren rok met hoogen hoed en stok
(waarmee zij in de balzaal verschijnen), voor de dames
gewoon baltoilet, maar met verplicht masker, terwijl
dan meestal een pruik voor schitterende hoofdtooi
zorgt.
behalve deze officieele bals zijn er nog tal van
families, die eenmaal per seizoen hun Hausball"
geven. De Weensche huizen met hun groote, gewoon
lijk ineenloopende vertrekken leenen zich uitstekend
voor dergelijke feesten, waar het aantal gasten meer
malen tot in de vijftig of zestig loopt. Een kleine
merkwaardigheid moge hierbij nog vermeld worden
als typisch Weensch: De avond verloopt als elders
bij zulke gelegenheden; er wordt thee gepresenteerd
met gebak, verder wijn, limonade, champagne, ijs,
enz., en tegen 12 uur wordt het souper aangekondigd
waarbij men zich zelf bedient aan de rijk voorziene
buffetten. Daarna weer dansen en ronddienen van
ijs, champagne, e.d. Maar tegen 4 uur in den morgen,
als het feest ten einde loopt, wordt liet geliefde
Weensche gerecht binnengebracht, nml. warme
worstjes met bier, en de dames in schitterend avond
toilet smullen op ongegeneerde wijze mee van deze
tractatie.
Van deze mondaine vermakelijkheden die een kijkje
geven op het vroolijke Weensche leven afstappende,
wil ik nog iets vertellen van een meer serieuse instel
ling op muzikaal gebied, die eveneens eenig is in de
voormalige Keizerstad. Ik bedoel het instituut der
Sangerknaben", officieel genoemd
Sangerknabenconvikt der Hofburgkapelle".
Omstreeks het jaar 1500 door Keizer Maximiliaan
gesticht, bleef het Convikt door de eeuwen heen een
keizerlijke instelling en werd door het Hof onder
houden. Deze toestand bleef bestaan tot aan de
revolutie, toen met zooveel andere eeuwen-oude
zaken, ook de Sangerknaben verdwenen. Van 1918
1924 hoorde men niets meer van de instelling; maar
in laatstgenoemd jaar werd door Rektor Schnitt
van de voormalige Hofburgkapelle (tegenwoordig
Burgkapelle) het aloude instituut wederom in het
leven geroepen. Fondsen waren er evenwel niet voor
handen, doch de Rektor bekostigde alles gedurende
het eerste jaar van dit nieuwe bestaan uit eigen
middelen.
Nu weet men echter nog niet wie en wat de Sanger
knaben zijn. Het zijn jongens van 9?14 of 15 jaar
met buitengewoon goede stemmen, die, aanvankelijk
bestemd om des Zondags in de Hofburgkapelle te
zingen, tegenwoordig ook daarbuiten uitvoeringen
geven en niet uitsluitend van gewijde muziek. De
stemmen, waaronder zeer schoone vrouwenstemmen,
varieeren van bas tot sopraan, zoodat zij alle partijen
in een gemengd koor kunnen bezetten.
De jongens komen uit de lagere volksklasse, uit
zeer arme gezinnen. Zij worden geheel en al ver
zorgd en opgevoed in de Burgkapelle, waar de
rektor voor hen vader en moeder tegelijk is. Met de
grootste zorg wordt hun opvoeding geleid. Voorop
staat natuurlijk hun muzikale opleiding, in de eerste
plaats de zanglessen, waaraan minstens 8 uren per
week worden besteed. Bovendien moeten alle jongens
pianospelen leeren en mogen zij vioolles hebben;
voor elk dezer vakken zijn 2 uur per week bestemd.
KONINKLIJKE BAZAR
82, ZEESTRAAT DEN HAAG
EEN WANDELING DOOR DEN KON. BAZAR
GELIJKT OP HET DOORBLADEREN V. E.
ENCYCLOPAEDIE, EEN REIS RONDOM DE WE
RELD VAN KUNST EN KUNSTNIJVERHEID-,
Evenwel, zoo vertelde rektor Schnitt mij in een
onderhoud dat hij zoo vriendelijk was mij toe te
staan, zijn wij er van overtuigd, dat onze jongens
voor de toekomst meer noodig hebben dan enkel een
muzikale opleiding. De eigenaardige stemmen dezer
jongens zijn een bijzonderheid en er moet rekening
mee gehouden worden, dat deze bij het 14e of 15e
levensjaar verdwijnen, bij sommigen voor goed,
bij anderen een zeer sterke wijziging ondergaan. Het
gaat niet aan, de knapen dan maar weer in hun vroe
gere omgeving terug te sturen en verder aan hun
lot over te laten. Daarom moeten zij allen na de z.g.
Bürgerschule die van het 10e of lle jaar duurt tot
het 14e, de Mittelschule, d.i. Realschule of Gym
nasium, afloopen. pt de mooie stem blijft of ver
dwijnt, de jongens blijven tot hun 18e jaar verpleegden
van het instituut en er wordt voor gezorgd dat zij dan
op behoorlijke wijze hun brood kunnen verdienen over
eenkomstig de genoten opleiding. Het meerendeel
volgt een muzikale loopbaan, maar waar dit niet
mogelijk is, worden zij ambtenaar of komen in een
studievak, naar gelang van hun aanleg.
Zeer vele bekende musici in Oostenrijk en daar
buiten, waren vroeger Süngerknaben. Ook Haydn
en Schubert behoorden er toe en ontvingen hun op
leiding in den Hofburg.
De jongens hebben een druk bezet, maar prettig
en gezond leven. De prachtige woning van den Rektor
is hun tehuis, waar zij zich vrij en prettig bewegen
als in den familiekring. Veel vrijen tijd hebben ze
niet, maar een geregeld leven, goede voeding, sport
en wandelen zorgen voor een uitstekende gezondheid.
In den zomer gaan ze samen naar buiten naar
Zwitserland of Tyrol, om daar in de gezonde
berglucht nieuwe krachten te verzamelen voor het werk.
Zooals ik reeds zeide, zingen de jongens eiken
Zondag n keer bij den dienst in de Burgkapelle,
en bij sommige gelegenheden wordt een beroemd
kerkelijk muziekstuk ingestudeerd, gewoonlijk met
orkestbegeleiding. Ik hoorde hen in missen van
Schubert en Mozart, prachtig mooi. Voor het overige
zingen zij, behalve gewijde muziek, ook andere stukken
en zij geven in de stad en daarbuiten uitvoeringen
tegen entree. Hierdoor moeten de kosten voor hun
verpleging en opleiding worden goedgemaakt en
voor het eerst zijn zij in 1926 er in geslaagd deze zelf
te verdienen.
Enkele malen in het jaar studeeren zij een kleine
opera in. Zoo hoorde ik de jongens voor het eerst
in het groote Concerthaus, waar zij de aardige
nacter van Mozart, Bastien und Bastienne"
gecostutneerd en met uitstekende actie opvoerden. Deze
uitvoering wekte mijn belangstelling op voor de
Sangerknaben".
De jongen, die de rol van Bastienne" speelde en
zong, is de primadonna van het oogenblik. Deze
15-jarige knaap heeft een mooie sopraan, geen schelle,
hooge jongensstem, maar een echte vrouwenstem
met prachtig timbre. Volgens den deskundigen arts,
de jongens staan onder geregelde controle van
een keel-specialist heeft deze jongen echt vrouwe
lijke stemorganen en het is best mogelijk, dat hij
nog l a 2 jaar sopraan kan zingen. Maar dan kan
ook binnen een paar weken zijn stem omslaan in een
tenor. De jongen is zér muzikaal, maar houdt niet
van andere studie. Doch de Rektor wil hem slechts
een verdere muzikale opleiding toestaan, wanneer hij
de Mittelschule heeft afgeloopen, omdat hij, zeer
terecht, inziet dat een musicus meer moet kennen
dan bij zijn eigenlijk vak te pas komt, en een be
schaafd ontwikkeld mensch behoort te zijn.
Ik zou iedereen de kennismaking met dit mooie
zangkoor willen aanbevelen, en het deed mij bij
zonder genoegen te hooren, dat er plannen bestaan om
de Sangerknaben" ook in Holland te laten optreden,
waarschijnlijk in September van dit jaar. Als ten
minste de moeilijkheden van reis- en verblijfkosten
kunnen worden opgelost.
Maar nu wordt het tijd dit praatje te eindigen;
wie over het muziekleven in Weenen eenmaal begint,
zou urenlang kunnen doorpraten, iets wat echter niet
geoorloofd is in een weekbladartikel.
De voeding van een zuigeling
met KARNEMELK
van
OUD BUSSEM
~i" kost 30 cent per dag
-tKerkstraat 187 Telefoon 49344