De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 26 maart pagina 15

26 maart 1927 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2599 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 DE KUNSTZIJDE-INDUSTRIE IN 1926 EN HARE VOORUITZICHTEN DOOR PAUL SABEL Courtaulds Lid verlaagt haar dividend van 25 % lof 221/, % ^OOALS bekend neemt CourtauldsLtd.,een toonaan^gevende plaats in de kunstzijde-industrie in, zoodat de verschijning van het jaarverslag der Engelsche maatschappij een welkome gelegenheid biedt zich inzicht in de positie der betreffende nijverheid om streeks het tijdstip van publicatie der jaarcijfers te verschaffen. Hoewel de aandeelen van Courtaulds hier ter beurze niet misschien ware het juister te .zeggen nog niet" verhandeld worden, is de be langstelling voor kunstzijde-aandeelen hier in het algemeen toch zoo groot, dat het stellig de moeite waard is kennis te nemen van den gang van zaken dezer met een kapitaal van 240 millioen gulden arbeidende onderneming. De vennootschap, die zich thans in zulk een wereldreputatie mag verheugen, is in 1904 opgericht onder den naam Samuel Courtauld & Co., Ltd., doch moest in 1913 gereorganiseerd worden, bij welke gelegenheid zij den tegenwoordigen naam Courtaulds Ltd. aannam. Behalve kunstzijde fabriceert zij ook andere textielwaren. Zij bezit fabrieken te Flint, Coventry, Nuneaton, Boeking, Braintree, Leigh, Bedford, Halstead, Halifax, Droyslden en Trafford Park, Manchester. Zij bezit $ 85.014.900 aandeelen in de American Viscose Corp. en voorts is zij bij een aantal andere kunstzijdefabrieken, o.a. bij de Russian Viscose Co., geïnteresseerd. Sedert de reorganisatie in 1913 heeft de maatschap pij, geregeld bevredigende dividendenden uitgekeerd. Zoo werd de uitkeering op de gewone aandeelen op gevoerd van 71/» % tot 25 %, terwijl bovendien nog verschillende keeren bonussen aan aandeelhouders konden worden uitgekeerd, o.a. een van 100% in gewone aandeelen in Januari 1920, een van 200% in aandeelen in November 1920 en een van 66 2/3 % in preferente aandeelen in Juli 1924. Wat nu de resultaten van Courtaulds Ltd. in 1926 betreft, zoo kan worden geconstateerd, dat zich daarin de moeilijkheden, waarmede de kunstzijdeindustrie in het afgeloopen jaar te kampen had, uiter aard weerspiegelen. Vooral de Engelsche kolenstaking heeft ernstigen invloed op het bedrijf uitgeoefend, rnaar ook andere omstandigheden waren oorzaak, dat de gunstige positie van het bedrijf in den aanvang des jaars geleidelijk verkeerde in een onbevredigende wegens sterke vermindering der bedrijfsomzetten. De weverijen hielden zich echter nog het best. Wel viel ook daarbij in den herfst een vermindering van omzetten waar te nemen, maar toch niet in zoo ernstige mate als te verwachten was. Er werd veel op voorraad gewerkt, waarbij de fabrieken tevens in .staat bleven te voldoen aan de uiterst beperkte vraag voor dagelijksch gebruik, welke zich voordeed. Tegen het eind van 1926 werden de voorraden echter te groot en thans wordt nog steeds aan beperking van den omzet de hand gehouden, alj ? beginnen de omzetten ook weder toe te nemen. ? Het jaar 1926 was voor de Engelsche kunstzijdeindustrie veelbelovend begonnen. Natuurlijk was men bekend.met de alom toenemende productie van garens maar men hoopte door matige prijsverlagingen de vraag te kunnen stimuleeren, ten einde aldus de grootere productie te doen opnemen, zooals in het verleden herhaaldelijk was geschied. De steenkolenstaking sloeg aan die verwachting echter den bodem in. In Juni van het afgeloopen jaar werd een prijs verlaging ingevoerd, die echter naliet een venneerdering der vraag in het leven te roepen, maar on getwijfeld bleef daardoor toch een groot deel van den afzet, die anders naar elders zou zijn gegaan, voor Courtaulds behouden. Aan de invoerrechten op kunst zijde schrijft de leiding der Engelsche maatschappij toe, dat zij in staat was haar positie op de wereld markt te behouden. i" De vraag naar kunstzijde in Engeland en het groot ste deel van Europa is den laatsten tijd in ongunstigen 2in beïnvloed door een wijziging in de mode, die thans niet bijzonder voor glanzende stoffeu gepor teerd is. Hiervoor kunnen echter wellicht de Engelsche invoerrechten op zijde verantwoordelijkwordengesteld. Toen Frankrijk van die rechten groote nadeelen vrees de voor zijn zijde-industrie, heeft het eenvoudig ver schillende modellen ingevoerd, waarbij kunstzijde overbodig werd, zoodat het geen last meer van de Engelsche invoerrechten had. Op ondergoederen, voering en meubelstoffen was de veranderde mode echter minder van invloed, zoodat de buitenlandsche afzet der producten van Courtaulds niet zoo sterk getroffen werd. Verder kan ook worden onder steld, dat in de mode wel weder een nieuwe wijziging zal intreden. i* Sedert het begin van 1927 neemt de omzet weder gaandeweg toe en deze omstandigheid, gepaard aan de teekenen van grootere stabiliteit in den wereldprijs van kunstzijde doet tot de meening overhellen, dat het ergste thans geleden is in de kunstzijde-in dustrie en dat de'vraag groot genoeg is om de groote voorraden, die over de geheele wereld aanwezig zijn, op te nemen en om tezelfdertijd de productieverB A T A V I A Tekst en teekening voor ,,de Groene Amsterdammer" door J. C. Sinia PRCENS in de oude stad. Een ,,gevalletje', dar ik op een van mijne zwerftochten ontdekte en in beeld bracht, doch waarvan ik niet meer weel Ie zeggen, waar hef precies was. t Boek mijner herinneringen liet mij in deze totaal in den steek. Maar wat doet dit er ook eigenlijk toe, het is wel echt het oude Batavia, zooals het zich overal en te allen tijde vertoont. Uit strak blauwe lucht, waarin blanke wolken koersen naar de verre zee, valt het verre licht, dal neerklotst op de wilgekalkfe muren der woningen, dat scheert langs de groen uitgeslagen pannen en schilterplekken werpt op het donkerg/anzend geboomte. Het bruin-troebele, dampende water schuurt traag en lusteloos langs rommelige oevers, waar tal van ongerechtigheden walgelijke geuren verspreiden en lekt aan de nog grootere smeerboel, welke op de hier en daar boven het water uitstekende moddcrbanken een ontijdige rustplaats gevonden heeft. Kleurig, maar geurig.... Dit laatste vooral. Zoo is hel oude Batavia. meerdering, waartoe de fabrikanten nog steeds in staat zijn, te absorbeeren. Wat Courtaulds betreft, zoo werd de nieuwe fabriek te Wolverhampton welis waar in den afgeloopen zomer voltooid, maar daar van werd tot dusverre toch niet meer in gebruik genomen dan noodig was om de organisatie in een te zetten. Het spreekt van zelf, dat de maatschappij het door de beschikking over deze fabriek in de hand heeft te allen tijde een grootere productie op de markt te werpen. De fabriek te Cornwall in Ontario (Canada) heeft van 1.1. zomer af geregeld op volle capaciteit gewerkt en haar productie verkocht. De bouw der fabrieken van Courtaulds te Keulen (Glanzstoff-Courtaulds) en te Calais vordert goed, zoodat mag worden aan genomen, dat deze binnen eenige maanden in werking kunnen worden gesteld. Terwijl Duitschland echter ongeveer het eenige land is, waar de kunstzijdehandel werkelijk levendig is, heeft de deflatie-crisis in Frank rijk een zeer gedrukten toestand in de industrie te voorschijn geroepen en het zal van de omstandig heden afhangen op hoeveel de aanvankelijke produc tie der fabriek te Calais wordt bepaald. Omtrent de kartelvorming in de Europeesche kunstzijde-industrie heeft de President der maat schappij, de Heer Samuel Cotirtanld, zich op de jaar vergadering als volgt uitgelaten. Op 27 Januari van dit jaar maakte de maatschappij bekend dat zij en de Vereinigte Olanzstoff-Fabriken te Elberfeld tezamen een overeenkomst hadden aangegaan rnet de Italiaansche Snia Viscosa, ten doel hebbende de samenwerking tusschen de drie maatschappijen op technisch en handelsgebied te bevorderen. Courtaulds nam in verband daarmede voor een belangrijk bedrag deel in het kapitaal der Snia Viscosa en kreeg dienten gevolge een vertegenwoordiger in den Raad van Beheer der Italiaansche maatschappij. Op bijzonder heden omtrent deze overeenkomst tusschen de drie maatschappijen kon de President niet ingaan, maar wel legde hij er den nadruk op, dat zij ten zeerste in het belang van de maatschappij was en dat, als thans meer vertrouwen in de stabiliteit der kunstzijdeprijzen is ontstaan, dit ongetwijfeld aan de wetenschap, dat die overeenkomst bestaat, moet worden toegeschreven. Wat de postie der kunstzijde-industrie in de Vereenigde Staten betreft, zoo is voor dat land het jaar 1926 teleurstellend geweest. Ondanks de toenemende concurrentie van den kant der Europeesche fabrieken zette het jaar goed in. Omstreeks het midden van den zomer trad echter ook daar een sterke inzinking in. De oorzaak noet worden toegeschreven aan de stij gende productie, samenvallende met, ten gevolge van de wijziging in de mode, verminderde vraag. Ook in Amerika kon overproductie aldus niet uitblijven. Sedert het begin van het jaar is thans echter ook bij de American Viscose Co. een verbetering te bespeuren, daar de omzetten toenemen en de prijzen constant blijven of zelfs neiging tot stijgen toonen, terwijl de voorraden aan het afnemen zijn. Men verwacht voor de Amerikaansche textielindustrie trouwens in het algemeen een herstel, aangezien deze tak van bedrijf, met uitzondering van den landbouw, de eenige in de Vereenigde Staten is, welke thans geen periode van hoogconjunctuur doormaakt. Omtrent de vooruitzichten der kunstzijde-industrie liet de President zich nog aldus uit. Vooreerst is men wel overtuigd, dat de prijzen van het product thans den bodem hebben bereikt. De koopers verlangen geen lagere prijzen, maar wat zij wel wenschen, is stabiliteit van het prijsniveau. Verder is een goede factor, dat het lage niveau, dat thans bereikt is, nieuwe velden opent voor de toepassing van kunst zijde op andere gebieden. De prijzen zijn het vorige jaar 15 a 25 % verlaagd, zoodat b.v. de prijs van prima viscose zijde thans slechts 15 a 20 0 van dien van natuurlijke zijde bedraagt, terwijl hij 25 0 lager is dan sajet en slechts 33 % hooger dan gemerceriseerde katoen. Merkwaardig is voorts nog, dat terwijl de prijzen van andere garens momenteel ongeveer 30 a 90 % hooger zijn dan vóór den oorlog, die van vis cose lager is dan toen. Bij deze vergelijking is geen rekening gehouden met het invoerrecht op kunstzijde in Engeland, dat meer een nieuwe belasting op den Engelschen verbruiker is en trouwens geen invloed heeft op den uitvoer. Een verdere verlaging van den kostprijs wordt niet waarschijnlijk geacht. De winst van Courtaulds beliep in 1926 £3.840.791 tegen £ 4.411.413 (na dotatie van £ 500.000 aan het pensioenfonds en £ 200.000 aan het assurantiefonds) in 1925. Na betaling van 5 % dividend op de £ 8.000.000 preferente en van 22 i/2 % (v.j. 25 %) op de £ 12.000.000 gewone aandeelen, en toekenning van £ 750.000 aan het reservefonds, dat daardoor tot £ 7.750.000 is gestegen, wordt £ 1.036.798 op nieuwe rekening overgebracht tegen het vorige jaar £ 1.046.007. Het pensioenfonds bedraagt thans £ 790.400 en het assurantiefonds £ 1.088.432.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl