De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 26 maart pagina 16

26 maart 1927 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2599 HOE KWAM' DE RU\TER AAN DIEN ONVERDIENDEN BIJNAAM DE SCHRIK DES CROOTEN OCEAANS"? DOOR J. F. L. DE BALB1AN VERSTER DR. R. A. KOLLEWIJN 1857?1927 DOOR PROF. DR. J. T. SALVERDA DE GRAVE OP 30 Maart a.s. hoopt de ere-voorzitter der Ver eniging tot vereenvoudiging onzer Spelling" zijn zeventigste verjaardag te vieren. Zijn gezondheid heeft hem gedwongen, vroeger dan hijzelf en zijn vrienden het wenschten, uit het volle leven te treden, en van het drukke Amsterdam naar het stille Helmond te verhuizen; maar wij blijven aan hem denken, en zijn geest werkt door, onder zijn leerlingen en onder de spellinghervormers. Men zal het de tegenwoordige voorzitter van de Vereniging tot vereenvoudiging onzer spelling" vergeven wanneer hij in deze regelen dr. Kollewijn vooral huldigt voor zijn schitterend initiatief, dat geleid heeft tot het oprichten dezer Vereniging en tot een beweging die sedert dien steeds in kracht is toegenomen. Het zal een grote voldoening voor hem zijn geweest, in de laatste tijd uit de dag bladen te hebben vernomen dat het belang der spellingsvereenvouding meer en meer wordt erkend, en het zou een grote vreugde voor ons zijn als hij zelf getuige mocht worden van de bekroning van zijn werk. Maar wat er ook moge geschieden, de beloning ervoor heeft hij gevonden, behalve in de overtuiging zich nuttig te hebben gemaakt jegens de gemeenschap in de stadige groei der Vereniging en in het langzaam doordringen van zijn gezonde denkbeelden over spelling onder ons volk. Ook al ontheelt hij zich niet dat er altijd bij velen verzet zal zijn tegen wat'strijdt met hetgeen zij op school hebben geleerd, toch zal hij verzekerd blijven dat vereenvoudiging der spelling op de duur moet komen. Hij heeft heel wat moeilike tijden doorgemaakt, en zij die met hem hebben samen gewerkt herinneren zich met bewondering zijn door zettingsvermogen en zijn onversaagdheid, des te treffender wegens zijn uiterlike kalme hoffelikheid en de zachtheid van zijn karakter. Er was veel kennis en veel talent nodig om met succes de strijd aan te binden met een spellingsysteem dat voor velen juist door zijn moeilikheid bekoring bezat; wie offerde gaarne op wat hij op school ten koste van zoveel inspanning meende zich te hebben eigen gemaakt? Van alle kanten viel men hem aan, met argumenten die eruit zagen alsof zij enig gewicht hadden, en die vaak des te moeiliker te ontzenuwen waren omdat zij uiterlik zo mooi leken; maar Kolle wijn stond op de bres, met zijn vereenvoudigers arsenaal"; hij heeft ook zijn medestanders gewapend, door dit Vereenvoudigers Arsenaal te doen drukken, en ik ken geen lectuur die onderhoudender, geen bestrijding die afdoender is dan die opsomming van alwat men tegen de Vereenvoudiging heeft aan gevoerd en de victorieuze antwoorden waarmede Kollewijn die aanvallen afslaat. Moge op zijn 70e verjaardag deze korte hulde van de vereenvoudigers" aan hun voorman en vriend de jubilaris overtuigen dat hij hun even nabij is als toen hij hen zelf aanvoerde. Amsterdam. OP 18 Maart j.l. was het 250 jaar geleden, dat het stoffelijk overschot van Michiel Adriaensz. de Ruyter, na een luisterrijke begrafenis in de Nieuwe Kerk te Amsterdam te ruste werd gelegd. Vier jaren daarna, in 1681, is het door Rombout Verhulst ont worpen en uitgevoerde, grafmonument gereed ge komen. Op last van de Algemeene Staten is toen, met gulden letteren in den zwarten toetssteen, het lange Latijnsche epithaphium gegrifd, dat buiten den eigen lijken tekst^wordt afgesloten met de woorden: IMMENS I. TREMOR. OCEAN1. Het groote werk van Qerard Brandt, De Ruyter's levensbeschrijver, heeft eerst in 1687 het licht gezien. De schrijver zelf heeft de verschijning niet beleefd, want twee jaar te voren was hij gestorven. Zijn beide zonen hebben het voltooid. Aan het slot vindt men de volledige beschrijving van het monument met alle Latijnsche opschriften en de vertaling in het Neder landsen. De bovenstaande drie woorden zijn verdietscht in: DE SCHRIK.DES GROOTEN OCEAANS. In vele boeken en geschriften, in schoolboeken vooral, kan men lezen dat De Ruyter dien bijnaam voerde en nog wel als een eeretitel. Het is verklaarbaar en het wordt ook vergeeflijk, omdat zelfs een voor ganger als Jhr. Mr. J. C. de Jonge het zoo heeft op gevat. In zijn Geschiedenis van het Nederlandsche Zeewezen" (tweede druk van 1859, deel 11, blz. 612) oordeelt hij te midden van een lofspraak op den admiraal: Hij was in waarheid, zoo als hij op zijn grafschrift genoemd wordt: De schrik des groeien Oceaans". In waarheid? Werkelijk? Ieder die het leven en de handelingen van den grooten admiraal kent en hem daarbij heeft leeren bewonderen, moet tot de over tuiging komen, dat zulk een titel hem niet past en hem onrecht doet. Iets dergelijks doet denken aan Attila, de geesel Gods". Veeleer ware zulk een bij naam toepasselijk op een echten piraat, een zee schuimer als Simon de Danser of Klaas Compaen, orn niet te spreken van sommige Duinkerkers, of van den half legendarischen Captain Kidd. Neen, de waarheid is anders. De tijdgenooten heb ben stellig niet bedoeld De Ruyter dien bijnaam te geven en zij konden niet voorzien dat het nageslacht dat wel zou doen. Op 29 Augustus 1666, na den vierdaagschen zeeslag en den beroemden terugtocht, waarvan vele Fransche edellieden getuigen waren geweest, kwam de Fransche Gezant Graaf d'Estrades, aanDe Ruyter verscheidene eereteekenen uitreiken in opdracht van Lodewijk XIV. De hoogste dezer onderscheidingen, uit naam van den Koning als grootmeester dier orde overhan digd, was het zeldzame ridderteeken van Saint Michel, hetzelfde eereblijk dat te voren ook was toe gekend, na den slag bij Duins in 1639 aan Maerten Harpertszoon Tromp, en na de verovering van Duin kerken in 1646 aan Witte Corneliszoon de With. Deze orde was reeds in de 15e eeuw gesticht door Lodewijk XI, ter eere van Sint Michaël, den schuts patroon van Frankrijk (in Normandié' bepaaldelijk die van de zeevaarders). Elk jaar hielden de ridders op St. Michielsdag, 29 September, een kapittel op den Mont Saint-Michel. Het ordeteeken bestond uit: een gouden keten met zilveren schelpjes versierd en daar aan de eigenlijke ridderorde (,,le byou"), welke te midden van een, weder door schelpjes afgewisselden, cirkelvormigen rand, een figuratie vertoont van het wangedrocht dat wordt gedood door den aartsengel. Hij, de aanvoerder van de Hemelsche Heerscharen, voor de Christenheid de beschermer der Kerk, was de overwinnaar der booze machten. Zijn strijd met het monster symboliseerde de zege van den geest over de stof. Deze voorstelling was ontleend aan de Apocalyps, waar de Aartsengel worstelt met Satan. Anders dan Sint George, die een gewonen, een landdraak versloeg, doodde St. Michaël een schijngestalte des duivels in de gedaante van een monster dat de zee onveilig maakte. Daarop nu, op dat zeegedrocht, een schrik van den onmetelijken oceaan", slaat het devies dat onder het ordeteeken is aangebracht: £_ IMMENSI TREMOR OCEANI 1) Ten tijde van De Ruyter's dood en begrafenis waren de herkomst en de beteekenis van de woorden zeer goed bekend. Onder de vele berijmde grafschriften en lofgedichten, welke bij Brandt zijn afgedrukt, komt een lang poëern voor van A. Moonen rnet een afzonder lijk, zesregelig versje op De Ridderlijke Orde van Sint Michiel". Met een toespeling op zijn voornaam Michiel, wordt De Ruyter hier bij uitstek waardig gekeurd om de orde te dragon, omdat hij evenals zijn naamgenoot Sint Michaël, een held des geloof s was, die met onweerstaanbare kracht de ongeloovigen bestreed en daarbij eiken ,,zeedraek" doodde. De beperking is duidelijk. In de/e dichterlijke gelijk stelling wordt gedoeld op onchristelijke vijanden als BOUWT IN IJLT OOSTERPARK BILTHOVEN INLICHTINGEN VERSTREKT DC DIRECTIE TELEF INT. N? MONUMENT VOOR Dr, P. J. H. CUYPERS Hef uil voerend comitévoor de huldiging van de nagedachtenis van dr. P. J. H. Cuypers heeft een oproep tot alle Nederlanders gericht om steun voor hef te stichten monument. Hef comitékreeg de toezegging dat H. M. de Koningin als beschermvrouwe zal optreden; eere voorzitters zijn mr. M. A. M. Waszink, minister van O. K. en W., mr. E. O. J. M. baron vanHövell tot Wesferflier, commissaris der Koninginin Limburg en mgr. L. Schrijnen, bisschop van» Roermond. Deze oproep dient van harte gesteund ! Onder voorbehoud. Vergissen we ons niet, dan deelden de bladen voor eenigen tijd mede, dat de ontwerper van dit monument reeds aangewezen is. In ieder opzicht is het eigenaardig, dat in dezen oproep door het comitéomtrent zijn plannen niets. medegedeeld wordt. Het zou een ongehoord feit zijn, indien de ontwerper reeds verkozen was, daar, zoo ooit, hier een nationale wedstrijd onder de Nederlandsche kunstenaars be hoort uitgeschreven te worden. De vele leerlingen van Dr. Cuypers, evenals de leerlingen van dezen hebben daar recht op. Ook Holland zelf. Men geve aan dezen oproep dus geen gehoor, alvo rens hieromtrent zekerheid verkregen is. H. J. M. WALENKAMP C*. DEBESTEVARIfïA de Barbarysche zeeroovers en hun schepen, niet op anderen. De hoogdravende poëet geeft duidelijk blijk het ordeteeken en zijn beteekenis te kennen, maar het devies past hij niet toe op de Ruyter. De woorden Immensi tremor'oceani" zijn 'zeker niet handig en te onpas onder het grafschrift geplaatst, opdat zij de herinnering zouden wekken aan een hoog eerbewijs dat De Ruyter was ten deel gevallen, maar zij sloegen niet, en kunnen niet slaan, op zijn persoon en zijn daden. Dit is wel het geval met de elders op het monument aangebrachte lof spraak: Intaminatus fulget honoribus" (hij blinkt in onbezoedelde eere). 1) In de verzameling van de Kweekschool voor de Zeevaart op de Prins Hendrikkade berust nog de deco ratie die de Ruyter heeft gedragen. De keten echter ontbrcekt^cn ook het devies is niet bewaard gebleven. ' ? ?-^~~~£:qORSETlÈRE !ËT* ? '"'?'. fóEERSGRACHT 772AM5TERDAM l - '., STELEF,>7J51ET ' fc- ATïLlEKVODBREF&BATiËN ,IN DENHAAG CLRCN VRIJDAG HOTEL.CENTRAL

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl