Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
D E B E S S A R A B I S C H E
KWESTIE
DOOR DR. JAN ROMEIN
DE ONRUST OP D E N, B ALK A N
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensick
De zuil van Tra/anus Bessarabië, de
invalspoort BessarabiëRussisch
Een protesl uit 1912 Bessarabiëdoor
Roemeniëveroverd Het tijdstip der
Italiaansche ratiBcatie van, het verdrag
van Parijs Roemeensche vloolbouw
Moskousche zenuivachtigheid".
SCHOOLKENNIS beklijft niet, en speciaal het
onderwijs in de geschiedenis schijnt het levend
toewijs te willen leveren van zijn eigen leering, dat
.alles vergankelijk is. Maar de zuil van Trajanus heeft
:toch op ons allen een blijvender indruk gemaakt, al
?was het alleen om de poppetjes er op, waarin wij onze
-belangwekkende voorvaderen nuenden te zien
afgeibeeld. Bekend is ook, dat de Trajanus, ten wienseere
?die zuil werd opgericht, de keizer was onder wien,
ongeveer 100 jaar na onze jaartelling, het Romeinsche
.Rijk zijn grootste uitgebreidheid kreeg.
Op die zuil nu, die ons (nu 's keizers eigen
tnemoiries en andere geschiedwerken daarover ver
loren zijn gegaan) over den Dacischen oorlog moet
inlichten, komt een afbeelding voor van een
Romeinschen grenswal, waarvan men de resten meent te
hebben teruggevonden tusschen de twee rivieren, die
?wij nu de P.oet en de Dnjestr noemen, het gebied van
het tegenwoordige Bessarabiëdus verdeelend ineen
Zuidelijke helft die tot het Romeinsche Rijk behoorde
«n een noordelijke, waar als voorheen de baibaren
onafhankelijk huisden.
NS;Het is geen toeval dat juist daar die wal werd aange
legd. Het gebied, waarover wij spreken, was reeds
-vóór Trajanus een invalspoort van barbaren in het
Rijk en het is dat, ondanks hem, gebleven, ja, met de.
verzwakking van het Rijk en het aanzwellen van den
?volken-vloed uit Midden-Azie steeds meer geworden.
Toen de Daciërs zelf, zoo goed en zoo kwaad als
het ging, onderworpen waren, kwamen de Scythen.
Na de Scythen de Qeten, die tegenwoordig weer op
gezag der oude schrijvers met de oten vereenzelvigd
?worden, al onderscheidde een vorige generatie nog
«cherp tusschen de Slavische Qeten en de
Oermaansche Goten. Na de Goten in de 3e eeuw, kwamen er
:ïn de 4e eeuw de Hunnen, van wier beweging wij, gelijk
bekend, de groote volksverhuizing rekenen te be
ginnen. En na de Hunnen een onafgebroken stroom
?van volken, plunderend en dan wel zich vestigend,
?maar steeds een gevaar blijvend, nu niet meer voor
liet geheele Rijk, maar voor het Oost-Romeinsche of
?Byzantijnsche Rijk: de Awaren, Bulgaren, Slaven,
onder wie de Bessi, die er in de 7e eeuw hun steden
'bouwden en hun naam aan het land gaven. In de
?9e eeuw Hongaren, in de 10de Petsjenegen, in de lle
'Koemanen, in de 12de Oezen en Pulowtzen en hoe
ze verder heeten mogen. Allen door diezelfde
Bessaraiische poort, aangelokt door de schatten achter den
.Donau.
De heele geschiedenis van Bessarabië, hoe leerrijk
«ook, kunnen wij echter zelfs in vogelvlucht hier niet
nagaan; genoeg als men weet, dat het land, sinds de
Osmaansch; Turken het in 1503 bezetten een halve
?eeuw dus nadat Konstantinopel Stamboel geworden
?was in de talrijke oorlogen tusschen de Turken en
Russen steeds van de eene hand in de andere overging.
Van 1812?1856 Russisch, werd het na den
Krim?oorlog, althans gedeeltelijk en nominaal weer Turksch,
?totdat het eindelijk in 1878, naar het scheen definitief,
«en Russisch goevernement werd.
Wat die annexatie van Bessarabiëdoor Rusland
betreft, waar nu niet meer Turkije, maar Roemeni
?het slachtoffer van werd, is het in de omstandigheden
van nu niet onaardig te herinneren aan een artikel
van Rakowsky, denzelfde die nu de gezant van
Rusand in Parijs is, maar destijds een uitgeweken com
munist was. Bedoeld artikel is in 1912 in een
Roe?meensch blad verschenen en bevat een protest tegen
-deze Russische gewelddaad tegenover Roemenië.
Sindsdien zijn echter de rollen verkeerd. De druk,
vroeger op Bessarabiëuitgeoefend door de
russificeerende politiek der tsaren, die Rakowsky zijn protest
:1n de pen gaf, is inmiddels vervangen door den
romani:seerenden druk der Roemeensche Bi jaren.
Want de schijn van 1878 bedroog. De geschiedenis
?kent definitieve regelingen alleen op het papier. Toen
:in December 1917 de wapenstilstand tusschen Rus
land en Duitschland gesloten was, stroomden de
-alleen naar vrede verlangende Russische troepen als
van alle grenzen ook uit Bessarabiëweg. De veertien
'dagen tevoren door de Sfatoel Tserej (de nationale
vergadering van Bessarabië) gestichte democratische
republiek van Moldavië" werd aan haar prille lot
?overgelaten, en dat lot was beslist toen diezelfde ver
gadering in Maart 1918 uit vrees voor de bolsjewiki,
?de Roemenen in het land riep. Bessarabiëwerd
Roemeensch.
De nieuwe toestand werd bij een te Parijs gesloten
verdrag van October 1920 vastgelegd. Engeland,
Frankrijk, Italiëen Japan vonden dat Roemeni
'Bessarabiëverdiend had, niet in de laatste plaats
-waarschijnlijk om de hulp die Roemeniëverleend had
ibij het vertrappen der Hongaarsche revolutie. Men
iherinnert zich wellicht hoe bij die gelegenheid de
iRoemenen zelfs Boedapest hadden bezet en ook
DE KNUPPEL IN HET HOENDERHOK
behouden wilden. Had men hen dit niet willen toe
staan, des te meer reden was er nu voor een be
looning" met Bessarabië.
Engeland en Frankrijk ratificeerden dit verdrag
respectievelijk in Mei 1922 en Maart 1924. De nu
8 Maart 1927 gevolgde ratificatie door Italiëheeft
al deze gebeurtenissen weer in de aandacht der
wereld teruggeroepen.
* * *
Maar waarom? Juridisch belang heeft deze rati
ficatie niet. Het verdrag van Parijs eischt voor zijn
rechtsgeldigheid de bekrachtiging der vier
onderteekenaren en zoolang Japan het verdrag dus niet
geratificeerd heeft, blijft het ongeldig". Anderzijds
zou zelfs de ratificatie door Japan in den bestaanden
toestand geen wijziging brengen. Roemeniëheeft
Bessarabiëbezet en houdt het bezet en Rusland, dat
het verdrag niet erkende, zal het dus ook de ratifi
caties niet doen.
Waarom de opwinding niettemin begrijpelijk en
gewettigd is, is dan ook niet Italië's ratificatie als
zoodanig, maar het oogenblik waarop zij komt: het
oogenblik namelijk van sterke spanning tusschen
Engeland en Rusland.
Die spanning is bekend. De anti-bolsjewistische
uitlatingen van Winston Churchill bij zijn bezoek in
Februari j.l. aan Rome, liggen nog even versch in het
geheugen als de Engelsche nota aan Rusland en het
daarop gevolgde protest van Rusland. Van die
spanning heeft Mussoiini, wiens buitenlaiidsche
politiek bijzonder bedreven is in het aangrijpen van al
dergelijke conflicten, gebruik gemaakt om door een
daad nog eens weer van zijn loyale gezindheid tegen
over Engeland te getuigen. Terecht schrijft het zeker
niet heftige Journal de Genève" in zijn nummer van
11 Maart dat de buitenlandsche politiek van Musso
iini zich inspireert op het verlangen diensten aan
Engeland te bewijzen".
Daarom de ratificatie juist nu.
Maar ook dit zou op zichzelf nog zoo erg niet zijn,
indien het niet tegelijk weer een uiting was van de
allerminst geruststellende belangstelling van Musso
iini voor Roemenië. Voor het Roemenië, dat zich,
niet buiten deze Italiaansche belangstelling om, een
nieuwe vloot heeft besteld. De Balkan-correspondent
van de N.R.C, berichtte er den 14den Maart over aan
zijn blad: 4 kruisers, 16 torpedojagers, 24 duikbooten
en 16 kleinere vaartuigen; de contracten gegund aan....
Engelsche en Italiaansche firma's.
* * ' K.." l
* 11
Is het wonder, dat, gezien deze bijomstandigheden,
Rusland de ratificatie door Italiëvan het verdrag van
Parijs als een vijandige daad beschouwt? Het heeft
indertijd met denzelfden Avereskoe, die nu minister
president van Roemeniëis, de Bessarabische kwestie
willen regelen. Het was destijds bereid op het voorstel
van Avereskoe in te gaan, dat Rusland de Roe
meensche rechten op Bessarabiëzou erkennen, waar
tegenover Roemeniëdan de Sowjet-regeering erken
nen zou. Maar Roemeniëzwichtte voor dreigemen
ten van Frankrijk, dat tot geen prijs een erkenning
der Russische regeering wilde. Dat alles was echter
in 1921. We schrijven nu zes jaar later en in dien
tusschentijd hebben alle regeeringen, waar het op
aan komt, de Russische regeering erkend. Zou dan
nu Rusland bereid zijn Bessarabiëin Roemeensche
handen te laten zonder eenige tegenprestatie? Nie
mand die het verwachten kan. De tegenprestatie zou
op zijn minst moeten opwegen tegen wat een erken
ning in 1921 den Sowjets waard was. Op zijn minst,
want Rusland is nu zooveel maal sterker als er sinds
dien jaren voorbijgegaan zijn. Maar juist omdat nie
mand verwacht, dat Rusland zich zonder meer bij
den bestaanden toestand zal neerleggen, ziet de
Roemeensche vlootbouw er te dreigender uit.
Zij is van overigens gezaghebbende zijde als
Moskousche zenuwachtigheid" afgeschilderd, de in
Rusland algemeene overtuiging, dat Engeland bezig
is met een omsingeling der Sowjet-Republieken. Het
is gezegd en herhaald met de berlegenheit" van
kenners, die verdere bewijzen overbodig maakte. En
bewezen is het inderdaad niet, dat voor die Russische
zenuwachtigheid geen enkele grond is. Evenmin
trouwens als bewezen is, dat het wel zoo is. Zulke
dingen laten zich niet bewijzen". Maar dit lijkt ons
zeker, dat degenen die meenen, dat er wel zoo iets in
Downing-street in de maak is, voor hun overtuiging
een sterken steun kunnen vinden in de hier-besproken
ratificatie, gecombineerd met de Roemeensche
oorlogstoebereidselen, die men er toch bezwaarlijk van los
kan maken.
Waar echter de kwestie der Russische omsinge
ling" in belang de Bessarabische kwestie verre te
boven gaat en zij bovendien zooveel veelzijdiger en
ingewikkelder is als zij belangrijker is, is het misschien
dienstig teneinde den lezer een ruimer oordeel mogelijk
te maken, haar niet hier incidenteel, maar in e u
volgend artikel afzonderlijk te behandelen. De theor c
der Moskovische zenuwachtiglu-id" kan men alleen
op haar juistheid toetsen door naar de argumenten
dier zenuwachtigheid te luisteren.
DEN HAAG
AMSTERDAM
ROTTERDAM
B O U C L
LOOPERS
5 O CM. f*
BREED 2,_
PER MTR. <fl».15
70 BREED 2.85
STALEN FRANCO
frHPER