De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 26 maart pagina 3

26 maart 1927 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND D E B E S S A R A B I S C H E KWESTIE DOOR DR. JAN ROMEIN DE ONRUST OP D E N, B ALK A N Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensick De zuil van Tra/anus Bessarabië, de invalspoort BessarabiëRussisch Een protesl uit 1912 Bessarabiëdoor Roemeniëveroverd Het tijdstip der Italiaansche ratiBcatie van, het verdrag van Parijs Roemeensche vloolbouw Moskousche zenuivachtigheid". SCHOOLKENNIS beklijft niet, en speciaal het onderwijs in de geschiedenis schijnt het levend toewijs te willen leveren van zijn eigen leering, dat .alles vergankelijk is. Maar de zuil van Trajanus heeft :toch op ons allen een blijvender indruk gemaakt, al ?was het alleen om de poppetjes er op, waarin wij onze -belangwekkende voorvaderen nuenden te zien afgeibeeld. Bekend is ook, dat de Trajanus, ten wienseere ?die zuil werd opgericht, de keizer was onder wien, ongeveer 100 jaar na onze jaartelling, het Romeinsche .Rijk zijn grootste uitgebreidheid kreeg. Op die zuil nu, die ons (nu 's keizers eigen tnemoiries en andere geschiedwerken daarover ver loren zijn gegaan) over den Dacischen oorlog moet inlichten, komt een afbeelding voor van een Romeinschen grenswal, waarvan men de resten meent te hebben teruggevonden tusschen de twee rivieren, die ?wij nu de P.oet en de Dnjestr noemen, het gebied van het tegenwoordige Bessarabiëdus verdeelend ineen Zuidelijke helft die tot het Romeinsche Rijk behoorde «n een noordelijke, waar als voorheen de baibaren onafhankelijk huisden. NS;Het is geen toeval dat juist daar die wal werd aange legd. Het gebied, waarover wij spreken, was reeds -vóór Trajanus een invalspoort van barbaren in het Rijk en het is dat, ondanks hem, gebleven, ja, met de. verzwakking van het Rijk en het aanzwellen van den ?volken-vloed uit Midden-Azie steeds meer geworden. Toen de Daciërs zelf, zoo goed en zoo kwaad als het ging, onderworpen waren, kwamen de Scythen. Na de Scythen de Qeten, die tegenwoordig weer op gezag der oude schrijvers met de oten vereenzelvigd ?worden, al onderscheidde een vorige generatie nog «cherp tusschen de Slavische Qeten en de Oermaansche Goten. Na de Goten in de 3e eeuw, kwamen er :ïn de 4e eeuw de Hunnen, van wier beweging wij, gelijk bekend, de groote volksverhuizing rekenen te be ginnen. En na de Hunnen een onafgebroken stroom ?van volken, plunderend en dan wel zich vestigend, ?maar steeds een gevaar blijvend, nu niet meer voor liet geheele Rijk, maar voor het Oost-Romeinsche of ?Byzantijnsche Rijk: de Awaren, Bulgaren, Slaven, onder wie de Bessi, die er in de 7e eeuw hun steden 'bouwden en hun naam aan het land gaven. In de ?9e eeuw Hongaren, in de 10de Petsjenegen, in de lle 'Koemanen, in de 12de Oezen en Pulowtzen en hoe ze verder heeten mogen. Allen door diezelfde Bessaraiische poort, aangelokt door de schatten achter den .Donau. De heele geschiedenis van Bessarabië, hoe leerrijk «ook, kunnen wij echter zelfs in vogelvlucht hier niet nagaan; genoeg als men weet, dat het land, sinds de Osmaansch; Turken het in 1503 bezetten een halve ?eeuw dus nadat Konstantinopel Stamboel geworden ?was in de talrijke oorlogen tusschen de Turken en Russen steeds van de eene hand in de andere overging. Van 1812?1856 Russisch, werd het na den Krim?oorlog, althans gedeeltelijk en nominaal weer Turksch, ?totdat het eindelijk in 1878, naar het scheen definitief, «en Russisch goevernement werd. Wat die annexatie van Bessarabiëdoor Rusland betreft, waar nu niet meer Turkije, maar Roemeni ?het slachtoffer van werd, is het in de omstandigheden van nu niet onaardig te herinneren aan een artikel van Rakowsky, denzelfde die nu de gezant van Rusand in Parijs is, maar destijds een uitgeweken com munist was. Bedoeld artikel is in 1912 in een Roe?meensch blad verschenen en bevat een protest tegen -deze Russische gewelddaad tegenover Roemenië. Sindsdien zijn echter de rollen verkeerd. De druk, vroeger op Bessarabiëuitgeoefend door de russificeerende politiek der tsaren, die Rakowsky zijn protest :1n de pen gaf, is inmiddels vervangen door den romani:seerenden druk der Roemeensche Bi jaren. Want de schijn van 1878 bedroog. De geschiedenis ?kent definitieve regelingen alleen op het papier. Toen :in December 1917 de wapenstilstand tusschen Rus land en Duitschland gesloten was, stroomden de -alleen naar vrede verlangende Russische troepen als van alle grenzen ook uit Bessarabiëweg. De veertien 'dagen tevoren door de Sfatoel Tserej (de nationale vergadering van Bessarabië) gestichte democratische republiek van Moldavië" werd aan haar prille lot ?overgelaten, en dat lot was beslist toen diezelfde ver gadering in Maart 1918 uit vrees voor de bolsjewiki, ?de Roemenen in het land riep. Bessarabiëwerd Roemeensch. De nieuwe toestand werd bij een te Parijs gesloten verdrag van October 1920 vastgelegd. Engeland, Frankrijk, Italiëen Japan vonden dat Roemeni 'Bessarabiëverdiend had, niet in de laatste plaats -waarschijnlijk om de hulp die Roemeniëverleend had ibij het vertrappen der Hongaarsche revolutie. Men iherinnert zich wellicht hoe bij die gelegenheid de iRoemenen zelfs Boedapest hadden bezet en ook DE KNUPPEL IN HET HOENDERHOK behouden wilden. Had men hen dit niet willen toe staan, des te meer reden was er nu voor een be looning" met Bessarabië. Engeland en Frankrijk ratificeerden dit verdrag respectievelijk in Mei 1922 en Maart 1924. De nu 8 Maart 1927 gevolgde ratificatie door Italiëheeft al deze gebeurtenissen weer in de aandacht der wereld teruggeroepen. * * * Maar waarom? Juridisch belang heeft deze rati ficatie niet. Het verdrag van Parijs eischt voor zijn rechtsgeldigheid de bekrachtiging der vier onderteekenaren en zoolang Japan het verdrag dus niet geratificeerd heeft, blijft het ongeldig". Anderzijds zou zelfs de ratificatie door Japan in den bestaanden toestand geen wijziging brengen. Roemeniëheeft Bessarabiëbezet en houdt het bezet en Rusland, dat het verdrag niet erkende, zal het dus ook de ratifi caties niet doen. Waarom de opwinding niettemin begrijpelijk en gewettigd is, is dan ook niet Italië's ratificatie als zoodanig, maar het oogenblik waarop zij komt: het oogenblik namelijk van sterke spanning tusschen Engeland en Rusland. Die spanning is bekend. De anti-bolsjewistische uitlatingen van Winston Churchill bij zijn bezoek in Februari j.l. aan Rome, liggen nog even versch in het geheugen als de Engelsche nota aan Rusland en het daarop gevolgde protest van Rusland. Van die spanning heeft Mussoiini, wiens buitenlaiidsche politiek bijzonder bedreven is in het aangrijpen van al dergelijke conflicten, gebruik gemaakt om door een daad nog eens weer van zijn loyale gezindheid tegen over Engeland te getuigen. Terecht schrijft het zeker niet heftige Journal de Genève" in zijn nummer van 11 Maart dat de buitenlandsche politiek van Musso iini zich inspireert op het verlangen diensten aan Engeland te bewijzen". Daarom de ratificatie juist nu. Maar ook dit zou op zichzelf nog zoo erg niet zijn, indien het niet tegelijk weer een uiting was van de allerminst geruststellende belangstelling van Musso iini voor Roemenië. Voor het Roemenië, dat zich, niet buiten deze Italiaansche belangstelling om, een nieuwe vloot heeft besteld. De Balkan-correspondent van de N.R.C, berichtte er den 14den Maart over aan zijn blad: 4 kruisers, 16 torpedojagers, 24 duikbooten en 16 kleinere vaartuigen; de contracten gegund aan.... Engelsche en Italiaansche firma's. * * ' K.." l * 11 Is het wonder, dat, gezien deze bijomstandigheden, Rusland de ratificatie door Italiëvan het verdrag van Parijs als een vijandige daad beschouwt? Het heeft indertijd met denzelfden Avereskoe, die nu minister president van Roemeniëis, de Bessarabische kwestie willen regelen. Het was destijds bereid op het voorstel van Avereskoe in te gaan, dat Rusland de Roe meensche rechten op Bessarabiëzou erkennen, waar tegenover Roemeniëdan de Sowjet-regeering erken nen zou. Maar Roemeniëzwichtte voor dreigemen ten van Frankrijk, dat tot geen prijs een erkenning der Russische regeering wilde. Dat alles was echter in 1921. We schrijven nu zes jaar later en in dien tusschentijd hebben alle regeeringen, waar het op aan komt, de Russische regeering erkend. Zou dan nu Rusland bereid zijn Bessarabiëin Roemeensche handen te laten zonder eenige tegenprestatie? Nie mand die het verwachten kan. De tegenprestatie zou op zijn minst moeten opwegen tegen wat een erken ning in 1921 den Sowjets waard was. Op zijn minst, want Rusland is nu zooveel maal sterker als er sinds dien jaren voorbijgegaan zijn. Maar juist omdat nie mand verwacht, dat Rusland zich zonder meer bij den bestaanden toestand zal neerleggen, ziet de Roemeensche vlootbouw er te dreigender uit. Zij is van overigens gezaghebbende zijde als Moskousche zenuwachtigheid" afgeschilderd, de in Rusland algemeene overtuiging, dat Engeland bezig is met een omsingeling der Sowjet-Republieken. Het is gezegd en herhaald met de berlegenheit" van kenners, die verdere bewijzen overbodig maakte. En bewezen is het inderdaad niet, dat voor die Russische zenuwachtigheid geen enkele grond is. Evenmin trouwens als bewezen is, dat het wel zoo is. Zulke dingen laten zich niet bewijzen". Maar dit lijkt ons zeker, dat degenen die meenen, dat er wel zoo iets in Downing-street in de maak is, voor hun overtuiging een sterken steun kunnen vinden in de hier-besproken ratificatie, gecombineerd met de Roemeensche oorlogstoebereidselen, die men er toch bezwaarlijk van los kan maken. Waar echter de kwestie der Russische omsinge ling" in belang de Bessarabische kwestie verre te boven gaat en zij bovendien zooveel veelzijdiger en ingewikkelder is als zij belangrijker is, is het misschien dienstig teneinde den lezer een ruimer oordeel mogelijk te maken, haar niet hier incidenteel, maar in e u volgend artikel afzonderlijk te behandelen. De theor c der Moskovische zenuwachtiglu-id" kan men alleen op haar juistheid toetsen door naar de argumenten dier zenuwachtigheid te luisteren. DEN HAAG AMSTERDAM ROTTERDAM B O U C L LOOPERS 5 O CM. f* BREED 2,_ PER MTR. <fl».15 70 BREED 2.85 STALEN FRANCO frHPER

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl