Historisch Archief 1877-1940
No. 2599
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
SPIRITISME EN
NATUURWETENSCHAP
DOOR MR. H. G. KOSTER
DE DRAMATISCHE KUNST IN AMSTERDAM
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
DE beoefening van spiritisme, clairvoyance, tele
pathie, astrologie, handlezerij, kortom van
occultisme is in de laatste tien jaren tot een te voren
ongekende verbreiding gekomen. De oorzaak van dit
verschijnsel behoeft niet ver te worden gezocht. De
vermeerderde belangstelling voor occultisme en wat
daarmee samenhangt, is een oorlogsverschijnsel,
evenals de toeneming der tweelingsgeboorten, de
woningnood, de duurte en de danswoede. Tijdens de
Napoleontische oorlogen nam de waarzeggerij zulke
afmetingen aan, dat Napoleon het noodig achtte het
voorsp2llen van de toekomst bij afzonderlijke wet te
verbieden. De vermaarde waarzegster Madame
Lenormand verbande hij uit Frankrijk. Ook in den tijd, die
onmiddellijk op deze oorlogen volgde, woekerde
allerlei soort van mystiek over Europa. Het is zeker
geen toeval, dat onmiddellijk na den Amerikaanschen
burgeroorlog het spiritisme zijn zegetocht over de
wereld begint. De theosofie van H.P.BIavatsky duikt
in Europa op na den oorlog van 1870/71. In den wereld
oorlog verbreidt zich allerwege het geloof aan den
wereldleeraar, de zoogenaamd Vrije Katholieke Kerk
Wordt gesticht, de Rubini-telepathie, de
Soefi-beweging en het Coué-isme waren op ieders lippen.
Het verband tusschen oorlog en occultisme is zonne
klaar. Duizenden verkeeren in bange onzekerheid om
trent het lot hunner dierbaren. Is het niet verklaarbaar,
dat zij naar de verschillende soorten van waarzeggerij
grijpen tot stilling van hun martelende onrust? Dui
zenden verliezen hun geliefde betrekkingen door den
dood. Het mysterie van leven en sterven wordt ook
voor de oppervlakkigsten een punt van overdenking.
De heerschende godsdiensten zijn niet meer in staat de
geestelijke behoeften van een sceptisch geslacht te
bevredigen. Niets ligt meer voor de hand, dan dat de
ontroostbaren zich wenden tot het spiritisme: tot een
leer, die meent het bewijs te kunnen verschaffen van
de persoonlijke onsterfelijkheid en de mogelijkheid
biedt met de afgestorvenen in verbinding te treden.
Wanneer wij de geschriften der spiritistische propa
gandisten eens nagaan, valt het op dat, hoezeer de
argumentaties ook onderling verschillen, n argument
bij allen terug te vinden is. Dit argument bestaat
hierin, dat een beroep gedaan wordt op de aanwezig
heid van verscheiden beroemde natuur- en scheikundi
gen in de gelederen der spiritistische voorhoede. Conan
Doyle, de schrijver der Sherlock Holmes-romans,
sinds eenigen tijd tot het spiritisme bekeerd en in
Engeland thans een ijverig apostel, raakt niet uitge
praat over de vermaarde natuurkundigen, die het
spiritisme aanhangen. Ook in de spiritistische artikelen
van den Nederlandschen letterkundige en journalist
Mr. C. P. van Rossem, verschenen in Ellerman's Nieuw
Magazijn Nova (nrs. 4, 5, 6, 7 en 8), galopeeren de
natuurkundigen als paradepaarden lustig rond. Het
nieuwste paradepaard der spiritisten is de Engelsche
natuurkundige Oliver Lodge. Van ouder datum
dagteekenen zijn vakgenoot James Crookes, de wiskundige
Zöllner, de astronoom Schiaparelli, de zo
loogbotanicus WaMace en nog enkele anderen.
Wij denken er niet aan, in dit beknopte opstel te
treden in een weerleggingderspiritistische argumenten.
Wij wenschen het spiiitisme niet te bestrijden.
Volgaarne erkennen wij, dat er meer mysteriën in hemel
en aarde zijn, dan waarvan de schoolsche wijsheid
heeft gedroomd. Alleen willen wij over het ne zoo
even bedoelde argument, dat men bij alle schrijvers
aantreft, enkele (objectieve) opmerkingen maken.
Wij Willen aantoonen, dat het beroep op de instemming
van beroemde natuurkundigen een ongerijmdheid is.
Het wél-overtuigd zijn der natuurkundige
celebriteiten is geen argument pro, hun niet-overtuigd-zijn
geen argument contra het spiritisme. Waarom niet?
Ziet hier ons antwoord: er is ter wereld geen enkele
geloofsrichting van beteekenis, of zij kan bogen op enkele
beroemde natuurkundigen onder haar aanhangers. Louis
Pasteur, een der grootste natuurgeleerden, die ooit
geleefd hebben, was vroom katholiek. Is dat nu een
argument vóór de objectieve juistheid der katholieke
leerstellingen? Van der Waals en Bakhuis Roozeboom,
de eerste wereldberoemd natuurkundige, de tweede een
bijna even vermaard scheikundige, waren streng
geloovige calvinisten. Is dat nu voor ons een reden om
het calvinisme als uitsluitende levenswaarheid te
aanvaarden? Natuuilijk niet! Maar waarom pleit het
dan wel vóór het spiritisme als James Crookes of
Oliver Lodge tot de spirit/sfisc/iegeloovigen toetreden?
Koddig is, dat men in de spiritistische propaganda
geschriften bij den naam van Crookes altijd de ver
melding vindt, dat hij de ontdekker is van het ele
ment thallium en de Crookes'sche buis of lichtmeter.
Alsof het ontdekken van een element en het uitvinden
van een meetinstrument, een brevet zijn voor het
bezit van een onbetwistbaar oordeel inzake de on
sterfelijkheid der menschelijke ziel ! De spiritistische
apologeten zien niet in, dat iemand een bolleboos kan
zijn op het gebied van fysica of chemie en toch op
godsdienstig terrein geloof kan hechten aan de
absurdste Wonderverhalen en aan de zinledigste dogma's.
Het is van algemeene bekendheid, dat Newton vast
geloofde aan het bestaan van spoken !
Teneinde te mogen meespreken over een vraagstuk
DE GEVANGENE
als dat der onsterfelijkheid van de menschelijke ziel,
moet men zekere wijsgeerige scholing genoten hebben.
Juist die wijsgeerige scholing ontbreekt den meesten
natuurkundigen van onzen tijd. Een probleem ais het
spiritistische is geen fysisch of chemisch, maar een meta
fysisch en filosofisch probleem. Het paradeeren in
schooljongensterminologie opscheppen" met de
namen van enkele beroemde natuurgeleerden, zooals
dit door de spiritisten pleegt te geschieden, berust op
de geweldige overschatting der natuurwetenschap,
Welke de negentiende en twintigste eeuw in zoo hooge
mate eigen is. Reeds Goethe heeft met die over
schatting in zijn Faust den spot gedreven. De natuur
kunde heeft inderdaad vele raadselen ontsluierd en
bijgedragen tot de volmaking der techniek, maar
daarom is zij nog geen hoogste rechter in alle levens
vragen. Neen, zoude inderdaad het oordeel der spiri
tistische natuurgelecrden iets beduiden, dan diende
eerst zielkundig onderzocht te worden hoc deze
geleerden tot hun spiritistische overtuiging gekomen
zijn. Nu is uit dit oogpunt het voorbeeld van Oliver
Lodge Wel zeer ongelukkig gekozen. Deze bejaarde
geleerde heeft in den wereldoorlog zijn zoon (Raymond
Lodge) verloren. Wat is nu natuurlijker dan dat een
van smart gebroken vader zich aan den stroohaltn
van het spiritistisch experiment" vastklampt om
zich te troosten over het verlies van zijn geliefd kind?
En wat het voorbeeld van Crookes betreft? Men leze
Crookes' boekje Researches in the Phcnomeiia of
Spiritualism" en als men onbevooroordeeld is, zal
men spoedig inzien: Crookes is het slachtoffer ge
worden van een zeer sluwe bedriegster (het medium,
miss Cook), die klaarblijkelijk misbruik gemaakt
heeft van de sterk-sensueele aantrekking, Welke zij
op den geleerden onderzoeker uitoefende. Hoezeer
Crookes zich heeft laten meeslepen door zijn zinnelijk
heid, blijkt wel uit zijn eigen bekentenis in het zoo
even genoemde boekje; hij verklaart daar, dat hij niet
kon nalaten in het duister van de séancekamer de
gematerialiseerde geesttsgestalte (Katie) te zoenen.
Ten slotte: gesteld eens, dat de natuurkundige weten
schap wél bevoegd was uitspraken te doen in zake
de onsterfelijkheid der ziel (hetgeen wij ontkennen),
dan tóch beteekent een beroep op deze enkele ge
leerden nog niets, waar immers de ovcrgroote meerder
heid hunner er anders over denkt. Het is zeer goed
mogelijk, dat eens de toekomst de spiritisten in het
gelijk zal stellen. Doch als zij hun zaak brengen voor
de rechtbank der natuurkunde, staan zij gelijk met
iemand, die aan den Hoogen Raad zou willen opdragen
de beslissing over de kwesties, waartoe de wet der
zwaartekracht of de vioeibaarmaking van het helium
aanleiding geeft !
VAN NELLE'S TABAK
KWALITEIT