De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 2 april pagina 17

2 april 1927 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No; 2600 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 U I T G F \J JLs A A DOOR BARBAROSSA MET TEEKENINGEN VOOR DE GROENE AMSTERDAMMER" OP DE LEI VAN JANTJE De Stadsschouwburg Vlak voor de verkiezingen nog een nieuw lid, in de plaats van den overleden Overst de heer Kenther, redacteur van Het Volk". Vermoedelijk hebben er nog nooit zooveel journalisten in den Raad gezeten. Daar zijn Ed. Polak, ook vroeger aan 't Volk verbonden en nu nog, in .zijn verloren oogenblikken een ge waardeerd medewerker aan De Noten kraker" en daar zijn al de andere wet houders geaccrediteerde medewerkers van ,,de Telegraaf" en verder Ketelaar, Klaas de Vries, Majoor Solkesz, Boek man, den Exter en wie al niet die de eer genieten hun artikelen in De Telegraaf" te zien -verschijnen en die derhalve een sieraad zijn van het nobele gilde der journalisten, om van Wierdels van ,,De Tijd" maar te zwijgen. Neen wat intellect betreft, staat deze Raad bijster hoog en het zou jammer zijn als hij niet en bloc" werd herkozen. Na de dankrede van den Burgemeester aan het adres van den heer van Aalst, die zijn burgerzin heeft geuit, met het aanbieden van een huis aan de Gemeente Amsterdam wie stelt dergelijke reden toch samen? deze is wel heel slecht en beroerd, had Wijnkoop als vader van het voorstel om nieuwe sollicitanten op te roepen, het eerst het woord en het werd een vrij labberdaansche redevoering. Hij kwam uit het kreupelhout van het geknoei en geïntrigeer niet uit en in plaats van flink om zich heen te hakken, verloor hij zich op allerlei dwarspaadjes, nadat hij als conclusie gesteld had, dat Wierdels lichtelijk onwaarheid had gesproken en Verkade den Raad lichtelijk om den tuin had geleid. Beter van leer trok Boekman. Hij liet geen stuk heel van Verkade en Verbeek, nagelde het achterbaksche geknoei vast, verweet den heeren karakterloosheid, sprak van heimelijke Roomsche cen suur", van een der vele brieven van het Ver. Tooneel" als van een biecht, want zondigden zij, volgens hun eigen verklaring, niet in onwetendheid" en hij ging zoo te keer dat iedereen verwachtte: en wat er ook gebeurt, nooit en te nimmer meer het Ver. Tooneel in den Stadsschouwburg!" Maar hij legde zich nog eens om, trok zijn straks zoo fier wapperenden staart tusschen de beenen en kroop op den buik naar de voeten van den Machtige, die, als laatste noodschot, van Verkade en Verbeek de verklaring had verkregen, dat zij voortaan o, zoo zoet" zouden zijn. Tot zelfs in de eigen fractie was men ontdaan over den zonderlingen draai van den leider en direct staken de kop pen bij elkaar. Boekman zelf was nog het meest ontdaan over zijn speech en scheen zich bij zijn partijgenooten te verontschuldigen over het effect van zijn rhetorischen kronkel. Ketelaar was een en al verontwaar diging en het laatste briefje van de heeren deed voor hem, wat de betrouw baarheid der heeren betreft,dedeurdicht. Hun gekronkel maakte hem draaierig en hij sprak van een hoogst onzedelijk drama, dat Verkade en Verbeek met hulp van de Roomsche fractie hadden opgevoerd. Na het diner overal roode koonen, levendige tongen en schitterende oogen. Wibaut zat in den stoel"?de Burge meester nam deel aan een familiefeest en het woord was aan Wierdels, die de brochure, Hoe blijf ik jong en schoon" dichtsloeg otn zijn loslippigheid goed te praten. Zooals wij allemaal vooruit wisten, was hij dood-onschuldig. De fractie wil niemand iets opdringen, de fractie was aan niemand gebonden, de R. Katholieken verlangen niet den baas te zijn, de fractie heeft nooit geklaagd over een of ander stuk, behalve dan de Gevangene", de fractie was niet begon nen, had niets uitgelokt, want Verkade en Verbeek hadden zich opgedrongen, nooit was de fractie openhartiger en nooit was Ferdinand oprechter. Boissevain sprak plechtig, achtte het geheim van Wierdels' loslippigheidnog geheimer dan voor diens redevoering en sprak in het algemeen over den gouden band tusschen Kunst en Over heid, waartegen hij tal van bezwaren had en was hij het niet, die Royaards, bij diens eerste sollicitatie naar den Stadsschouwburg, waarschuwde dat zijn kunst er ten gronde zou gaan? Vandaar dat hij er voor was de verhou ding tusschen Gemeente en den be speler van den Stadsschouwburg eenigszins te schoeien op de leest van GemeenteConcertgebouw. Resumeerend verklaar de hij zich tegen drie jaar VerkadeVerbeek en wenschte nieuwe sollici tanten op te roepen voor het bespelen van den Stadsschouwburg voor n jaar en daarna verandering in de ver houding tusschen bespeler en gemeente. De anti-revolutionnair Baas stelde een pijnlijke vraag: is met het laatste schrij ven van het Ver. Tooneel vervallen de restrictie die zij in 1924 maakten, waarbij zij beloofde de gevoelens van Jan en alleman te zullen sparen? Het verdere debat draaide om deze vraag en alles wachtte er op wat Romme enWibautdaaromtrentzouden verklaren. De jeugdige Katholieke leider sprak vele woorden, maakte lange zinnen, waarvan de kop niet precies paste aan den staart, hij wist de zaak knap te ver duisteren, legde de brieven van Verkade en Verbeek zoo uit dat het alles even onnoozel scheen. Maar minder onnooze was zijn beschuldiging, dat B. en W. der directie hun laatste schrijven hadden a/gedwongen. Doch geniaal was zijn uitlegging van dit afdwingen", waarin hij zag een censuur op de handelingen van de leiders van het Ver. Tooneel! En nu Wibaut? Hij noemde den eersten brief ongepast, den tweeden onvoldoende als verdedigende een zwak ke zaak, den derde voldoende, doch niet duidelijk genoeg en ten slotte de ver klaring als afdoende. Van dwang is geen sprake geweest. En was er nu strijd tusschen de verklaring van 1924 en 1927? Neen, zegt Wibaut, want als er opzet zou zijnomeenige?geloofsrichting' te kwetsen, dan zouden B. en W. in grijpen. En Allerzielen" dan van zijn partijgenoot Heijermans, dat overal door de Katholieken geweerd wordt, waar zij maar kunnen? Zou Wibaut ingrijpen als Verkade dit zou willen opvoeren? Doch niettegenstaande alles, ver trouwen B. en W. de firma nog vol komen, want Af) door haar gemaakte fout werd begaan omdat volgens hun meening het vaste bespelen van den schouwburg op het spel stond, wat voor hen de ruïne zou beteekenen en dus Na de menschelijke rede van den wet houder was het pleit beslechten in triomf trekt de firma, die door al de raadsfracties als onbetrouwbaar is gesignaleerd, den Stadsschouwburg weer binnen. Is het een gelukwensch waard?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl