Historisch Archief 1877-1940
16
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2600
DE FILM. ALS MIDDELAAR '
Beethoven". Cinema Palace
ELBESCHOUWD is het
leven toch nog zoo kwaad
n'et: daar heb je nu bijv.
de film! Mijn ervaring heef t
mij zoo langzamerhand
geleerd, dat je het
menschdom kunt verdeelen in
twee groote groepen: zij
die blij zijn, dat ze van een
film kunnen genieten en
zij, die zich verheugen,
omdat ze er niks aan vin
den. Is het geen voortreffe
lijke regeling op dit ondermaansche, dat de ontbering
minstens zoo veel genoegen geeft als het bezit
tenminste op het stuk van geestelijke goederen?
Hoe vaak sla ik niet met stil vermaak kennissen
gade, die naar mij toe komen met de mededeeling:
Ik heb je kritiek over de film Zus-en-zoo" gelezen
en ik ben eris wezen kijken maar ik kan er niks
aan vinden het zal natuurlijk wel aan mij liggen !"
O dat,, het zal wel aan mij liggen" met welk
een tevredenheid, met welk een stil welbehagen wordt
deze bekentenis gewoonlijk uitgesproken! Welaan
dan laten wij ons verheugen over een uitingsvorm,
die den menschen zooveel vreugde verschaft
hetzij omdat zij van haar houden, hetzij omdat
zij haar verfoeien !
Men kan er zeker van zijn, dat ook door deze Beet
hoven-film heel wat al of niet deugdzame veront
waardiging zal worden opgewekt. In de eerste plaats
bij hen, die meenen, dat de geheiligde persoon van den
grooten symphonicus niet bij een zoo minderwaardige
amusementsgelegenheid als de film hoort zij rus
ten in vrede Amen ! In de tweede plaats door de
muziekliefhebbers, die Sacrilège !" roepen, vanwege
het wonderlijke allegaartje, dat hun ooren te verduwen
krijgen. Wat dit laatste betreft ik heb mij er
steeds van onthouden in deze rubriek te spreken over
de muzikale illustratie" van de film, nademaal ik
haar nooit anders heb kunnen zien (op een doodenkele
uitzondering Potemkin"?na) dan als een nood
zakelijk kwaad. Het chronische gezeur over den
genialen dirigent X. en zijn wakkere schare" kwam
mij dan ook als tamelijk onnoozel, of niet heelemaal
onverdacht voor. Hoe dit zij het muzikale element
van de film-voorstelling is hier nimmer met enthousi
asme verdedigd. Aan den anderen kant voel ik niets
voor de heftige ontstemming over
Beethovenverkrachting" en dergelijke ijselijkheden. Het lijkt mij
nogal dwaas en nogal onredelijk men gaat nu een
maal niet naar de cinema, zooals men naar het Con
certgebouw gaat wie van een tien-mansstrijkje
dezelfde emotie verwacht als van het
symphonieorkest, die blijve liever thuis: de cinema is er in de
eerste plaats voor de film!
Overigens is het rfifet de menschelijke ontroering
wonderlijk gesteld zij weigert vaak te komen,
waar men haar het stelligste verwacht en verrast ons
soms op de onwaarschijnlijkste oogenblikken. Ik her
inner mij in dit verband altijd gaarne de rondborstige
bekentenis van een onzer muziek-critici, die ver
klaarde zijn eerste sterke affecten van ik meen
Berlioz' Damnation", een werk, dat hij nog niet
kende, te hebben gekregen bij de vertooning van
de ,,Faust"-film. Stel u voor de recensent, de meest
gepantserde muziekhoorder, besprongen door de
muzikale emotie, bij het hooren van een
bioscooporkestje ! En toch hoe begrijpelijk en hoe
menschelijk ! Want is niet dikwijls de ontroering het resultaat
van het wonderlijkste conglomeraat van indrukken?
Zoo kan de film los van haar absolute, cinemato
grafische beteekenis plotseling de rol van middelaar
(ik weet er geen beter woord voor) vervullen van
middelaar tusschen het individu en de ontroering:
zij induceert een stroom van indrukken, herinneringen
en gevoelens, die u de keel kan toewringen en de tranen
in deoogen brengen. En het is juist
deze,,Beethoven"film, die hiervan merkwaardige voorbeelden geeft.
Daar is een scène in deze film, waarin Beethoven
zich voor het eerst bewust wordt, dat zijn toenemende
doofheid hem van de wereld, van zijn levende,
strijdende medemenschen gaat afsluiten. Zooiets
als de gewaarwording van den gevangene, die voet
voor voet de zware celdeur ziet toedraaien, welke hem
in eenzaamheid en duisternis zal achterlaten.
Ziehier een gegeven, dat men bijna niet meer durft
neerschrijven uit angst voor plagiaat en
gemeenplaatsigheid zóó is het als bijna alles over
Beethoven herkauwd, afgezaagd en
doodgeschreven. Beethoven's doofheid sluit hem van de wereld af
het is zoo iets geworden als: 1600 Slag bij
Nieuwpoort een werktuigelijke repetitie van
zinlooze woorden. En de zondvloed van lyrische, psy
chologische en litteraire beschouwingen heeft het
zijne er toe bijgedragen, van dit geweldige
menschendrama een doode formule temaken, welker navrante
beteekenis niet meer tot ons doordringt. Onze
Beethoven-cultus geldt zoo langzamerhand, naar
ik vrees, uitsluitend den Beethoven van het bekende
masker den half-god. Onze gevoelens voor den
levenden mensch Beethoven zijn verstard in een cate
chismus van hoogdravendheden wie daarvan ern
stig wil doordrongen worden, die leze de bloemlezing
van Beethoven-ontboezemingen van allerlei meer of
minder bekende grootheden in de groote dagbladen
gepubliceerd ter gelegenheid van zijn honderdsten
sterfdag. Het is een gescherm met grooten Doove"
Koning der Symphonieën" en vooral met de kwa
lificatie Titan" (B. schijnt zoo zoetjes aan de eenige
ware, gepatenteerde Titan te worden !) dat het iemand
koud langs den rug loopt. En tusschen al deze rhetorica
bloeit even ons warme medelijden op bij het zien van
de onnoozele instrumentjes, waarmee de arme, tobben
de,ploeterende mensch zijn kwaal trachtte te bestrijden.
En ziet! nu vertoont deze film u eensklaps
in plaats van het strenge, starre Beethoven-masker
een levende, bewegende menschenfiguur, die glim
lacht, verliefd is en zich boos maakt die een hoogen
hoed draagt en wiens jaspanden in den wind wapperen
als de uwe of de mijne. Dezen aardschen sterveling met
denzelfden hang naar gezelligheid, vroolijkhcid, leven
??met denzelfden angst voor ziekte, eenzaamheid en
dood als de eenvoudigste onder ons, overkomt de
groote rarnp: doofheid ! Wij zien hem op de repetitie
voor het orkest staan in de wanhopige verwachting,
dat het ondanks zijn doofheid toch wel zal
gaan". Wij zien hoe de musici, totaal in de war gebracht,
er stuk voor stuk uitscheiden en de stakker, die van
ditalles niets merkt, vol ijver blijft door-dirigeeren
tot iemand uit zijn ontstelde en bedroefde omgeving
hem aan de mouw trekt en van de situatie op de hoog
te brengt. Dan legt hij met een gebaar van de uiterste
verslagenheid (zeer sober gehouden !) den dirigeerstok
in andere handen en vlucht de troostende, eeuwige
natuur in.
Dit scènetje roept voor ons, in zijn wrange, tragi
sche en tegelijk lachwekkende menschelijkheid, een
Beethoven op, die ons oneindig nader staat dan de
lexicon-grootheid. Wanneer voor onze oogen deze
schreiende, verslagen mensch hulpeloos
voortwankelt, struikelend en vallend om eindelijk zijn afgetobd
gezicht in de dorre bieren te begraven dan krijgt
het wonderbaarlijke Allegretto uit de Zevende door
het orkestje schuchter en stil ingezet, een nieuwe
beteekenis, die ons vervult met een wijd, warm
mededoogen, met een gevoel van genegenheid en'lief de,
voor den wel zeer menschelijken tobber, die uit de
harde misère van een alledagsleven, zooals wij allen
kennen, zijn onvergankelijke scheppingen wist op te
heffen.
Dit is volstrekt geen hemelstormend kunstwerk.
Er gebeuren cinematografisch absoluut geen merk
waardige of grootsche dingen de groote en eigen
lijk eenige troef in dit spel, is de beklemmende gelij
kenis, die Kortner van de Beethoven-figuur heeft
gemaakt. Het is op zichzelf een wonderlijke gewaar
wording, het Beethoven-beeld, dat in ons bewustzijn
is geprent, te zien leven en bewegen het roept in
zijn eenvoud en pretentieloosheid een wereld van
gedachten op, die lang verstikt waren onder de riemen
druks der Beethoven-literatuur. Wij staan plotseling
tegenover den mensch Beethoven - niet den romanheld
uit de Hevesyhistorie,noch het gemummif ieerde studie
object der muziek-historici maar den levenden
mensch lachend, als wij mokkend, als wij
strijdend, als wij een, dien wij gaarne de hand zouden
willen drukken, om hem te danken voor zijn
overstroomende goedheid.
Men moet, meen ik, deze film geenerlei pretenties
toeschrijven. Zij geeft geen dramatische synthese ?
hoe vluchtig of hoe beknopt dan ook. Waar zouden
wij ineens den grooten kunstenaar-scenarioschrijver
vandaan halen, die deze geweldige taak zou kunnen
volbrengen ! Zij is ik zei het reeds filmisch
volstrekt niet brandschoon: de treffende scène, die ik
boven beschreef, bijv.,wordt gevolgd door een storende,
detoneerende episode, waarin de verslagen componist
door een veldwachter wordt gearresteerd. Zoo is er
meer maar over het geheel treft deze film, voor het
groote publiek in elkaar gezet, door een onverwachte
soberheid en ernst.... ja, laten we maar zeggen:
piëteit. Wie de verschrikkelijke Levens van Groote
Componisten" heeft moeten doorstaan, die een tijd
lang het witte doek onveilig maakten, weet, dat het
ook anders kan !
Ik eindig, zooals ik begon menigeen zal veront
waardigd zijn over het feit \/an deze verfilming der
Beethoven-figuur laat het ons een troost zijn, dat
die verontwaardiging in den regel vergezeld gaat van
een groot gevoel van tevredenheid, juist over die ver
ontwaardiging. Aan den anderen kant ben ik er zeker
van, dat velen met een hoofd vo! gedachten en een
hart vol genegenheid voor dezen goeden en
merkwaardigen mensch naar huis zullen gaan getroffen
door een nieuwen, frisschen kijk op den componist,
wiens werk hun zoo vertrouwd is.
Zij zullen er den bescheiden middelaar, de film, dank
baar voor zijn.
KUNSTZAAL WILLEM BROK
HILVERSUM VAN LENNEPLAAN 6 TEL. 628
VAN 2 TOT 8 APRIL
TENTOONSTELLING
VAN PORTRETTEN IN
OLIE- EN WATERVERF
DOOR
H. M. KRABBE. /
Koldewey & Corbière
Leidschestraat 30 - Amsterdam
SPECIALITEIT IN:
Kinderbadkuipen Badtafels Baby bascules
Linnenmanden
Complete Badkamer
van af f 285.??.
Pritaa drukautomaat, Bad, Kranen, Bidet,
Waschtafel met marmer en spiegel.
G. J. DE KONING 8 ZOON
Keizersgracht 447, A'dam
liiffr novr P>G" die en' is
JUIir* yevr» kl. pens. prijs te
bet. en de huisvr. eenigsz.
behulpz. te zijn op kl. villa, mooi
dorp prov. Utr. Br. No. 291
Boe kh.RUITENBEEK Doorn.
W. L E T Z E R
LAREN
(GOOI)
Hoekhuis Brink naast Hotel Hamdorff
Telefoon 325
FIJNE VLEESCHWAREN
COMESTIBLES SCHOTELS
VOOR LUNCH
DINER SOUPER
Uitzending van Diners zeer billijk
en smakelijk.
GERARD B. RIJKE Jr.
BINNEN ARCHITECTUUR
KEIZERSGRACHT 559 - Telef. 30559
Complete Meubileering