Historisch Archief 1877-1940
2
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2600
OPGERUIMD
DOOR DR. E. BONEBAKKER
OPGERUIMD, dat waren de huishoudingen van
onze groot- en overgrootmoeders. De marmeren
gangvloeren waren geschuurd, de trappen gedaan",
't koperwerk gepoetst, 't plaatsje geschrobd, geharkt
het tuingrint alles op zijn vaste plekje opgeruimd.
Dat is nu anders, 't Kan ons niet meer zooveel
schelen; en, al kón 't ons nog schelen: 't kan de
dienst:meisjes niet meer schelen; wij kunnen hun ook niet
meer schelen. Daarom gaat 't in huis tegenwoordig
niet meer zoo opgeruimd toe. De meisjes zingen zelfs
nooit meer bij 't huiswerk, zooals vroeger 'n heelen
middag, uit volle borst, met lange aandoenlijke halen.
Zoo opgeruimd als 't toentertijd in huis was, kon
je 't op straat alleen maar te Broek-in-waterland zien.
In 't stadsbeeld van mijn kinderjaren zag je op de
hoofdgrachten nog wel etensafval achter 'n iep liggen
met 'n sjofelen hond erbij aan 't knauwen van 'n
knook; vluchten musschen, haver pikkend uit
paardenvijgen; slampampers die zich liepen te schurken.
En 't was toen nog niets moeilijk om een oploopje te
maken: op een zonnige dag stond je met je 3ën
jongens in de lucht te kijken, te wijzen, te zwetsen,
en al gauw stonden er 50 menschen op 'n kluit naar
't" gevecht te zien van sperwer en duif. Dat is nu
alles opgeruimd. De verkeersagent beweegt de voer
tuigen, roept op, stopt, beweegt weer voort en doet
wegglijden wat er fietst en tuft in 't grove en in 't fijne,
zelfs dat bedaarde douairière-coupétje met
bijnavleeschkleurige livreien op den bok is 'n meebewegend
deel in 't stadsmekaniek geworden van 't zich al maar
opruimend verkeer. De politie-motor-brigade doet de
rest, ziet elke overtreding vóórdat ze wordt begaan en
is present ter bekeuring.
Zelfs in onze dagen moet je nog iets kunnen
gelooven; kun je dat, dan geloof je ook werkelijk dat
alles in orde is in zoo'n stad met zijn asfaltstraten,
zindelijk en glad, opgeruimd.
De kinderen heeft men zelfs opgeruimd, 't Was
vroeger wel aardig op straat voor kinderen. Voor de
groote-menschen waren ze niet altijd aardig. Maar
voor de kinderen zelf was 't aardig. Den Haag heb ik
nog gekend, 45 jaar geleden, met maar 12 dienders en
n kommissaris, onder de hooge-zije. Toen waren
daar de stadsooievaars van de Riviervischmarkt ook
nog niet opgeruimd die nu op l pensioenpoot in de
Diergaarde staan. De vischmarkt zal er ook wel gauw
aan gaan, net als de huisjes om de Groote kerk daar
schuin tegenover opgeruimd werden, en de
Driehoekwijk erachter. Daar kon je roov.ertje spelen en ver
stoppertje; ook in de 3 Kloosters tusschen ons Oim
en de Munt te Amsterdam! Op Zaterdagmiddag
werden de stoepen en puien gedaan door dienstmeisjes,
met glazenspuiten en donkergroene emmers met
koper-beslag, rood van binnen. Een rinkelend
glanzenfeest als we dat spul de kelders inkiepten. Dat is nu
alles opgeruimd. De stoepen zijn trottoirs geworden,
Heyneken doet de puien; een enkel dienstmeisje
poetst nog de belleknop; de jongens zijn uit fietsen,
uit padvinden of op 't voetbalterrein. In dien ouden tijd
werden veel straten gemaakt; daar kwamen steenen
aan te pas en zand. De steenen waren geschikt om in
't water te plompen, en dan 't zandgenot! Waar men
huizen van baksteenen bouwt ontstaan nog van die
paradijzen, en de kleintjes.tot 12 jaar zijn er bij elkaar.
Maar 't wordt meer en meer alles betonbouw en
asfaltwegdek; daarmee wordt ook dit straatplezier
opgeruimd. Tollen gaat niet meer op straat; vroeger
waren er tolrazernijen, in elk vóór- en najaar n;
we hebben ook een vlaag gehad van blikken krekels,
kri-kri's heeten ze; en 'n kleppersperiode, echte
VT. EXTRA
30e*
VM. EXTRA
vP. EXTRA
50c p- i ns
OiDENKOTTS;
geurmakerij. 't Was zoo tusschen 1875 en '80. Opge
schoten jongens versierden een zomeravondgrachtje
met gefluit op de occarina. Maar dat mag niet meer.
De straat met de jongens en de kinderen en hun
melodieën zijn nu opgeruimd.
Op 'n aardige manier opgeruimd te Amsterdam.
Daar heeft 'n scheepstimmerman van de eilanden,
de oude Klaren, een kinderspeeltuin gesticht: aan de
Czar-Peter-straat. Voor de kinderen", 't Is zoowat
?25 jaar geleden. Hoeveel van die speeltuinen zijn
er nu? Twintig? Vijfentwintig? Veel in elk geval.
In de oude stad, waar nog maar een pleintje was
uitgespaard, daar is nu zoo'n kinderspeeltuin; bijv.
op 't Karthuizerskerkhof; in de nieuwe wijken heeft
men er bij de stadsuitbreiding tijdig op gerekend.
Moeders en kinderen wuiven elkaar toe: Moeder uit
haar bovenkamer bij d'r werk, en 't kind bij z'n spel,
wat zijn werk is. Zoo'n tuin is de kinderkamer van 't
stadskwartier. En hoeveel mooi ontwikkelings- en
gezelligheidswerk is daaruit opgeschoten ! Dat is
onder al 't hedendaagsche opgeruim 'n mooie op
ruiming. Voor mij bijna de belangrijkste beziens
waardigheid van de stad.
Den Haag heeft de kinderen anders opgeruimd.
Daar zijn ook veel parken en plantsoenpleinen en
groene hofjestuinen, heel bijzonder wel verzorgd.
Meer af dan 't stadstoilet van den Haag, koelanter
ordelijk dan 't verkeer daar tot in alle buitendeelen
van de gemeente kan 't trouwens nergens zijn, heb
ik 't ook nergens gezien. En nét zóó afjes maar zelden.
Er is niets meer niet opgeruimd. Zelfs alle gezellige
ongerechtigheden zijn weggepoetst. Pas is men een
krantenkiosk met politie- en brandtelefoon voorbij
of de volgende wenkt al van niet ver. Een gadeloos
propere en regelmatige tramdienst, ideaal geluidlooze,
zachte, ruime autobussen. Geen enkele moord (behalve
die paar die niet opgehelderd worden). En sinds 'n jaar
of 3 is er niet n bal meer op straat geworpen door
een kind. De kinderen zijn er zóó opgeruimd ! Eenig
gewoon. Op straat wordt ook niet meer gestoeid, in
de parken-met-paden niet meer gespeeld; kinderen
/onder geleide mogen er niet eens in. Een narrig
ingezetene vond dat voor kinderen zonder geleide de
parken juist 't meest noodig zijn; maar dan verliezen
die immers hun opgeruimdheid, 't Best zijn de hofjes
geslaagd, zooals 't Ajuinenhofje, dicht bij
hetGoudenregenplein (in 't verre Westen), 'n Keurig hofje. Om 't
middenstuk heen gesmede versperringen met
kippengaas en prikkeldraad; toch niets oorlogsfrontachtig.
Daarbinnen erlangs altijd-groene heesters, dan
a.fschuinend gras naar 't langwerpig-vierkant midden
vak: een grasvijvervlak. Welig gras, effen geschoren
gras, smetteloos gras. Twee trapjes, elk van twee
treden, vroolijke baksteentrapjes breken den eenen
toon van al dat groene gras. Baksteen doet" 't toch
altijd. Die treedjes zijn er tegen 't afkalven, als de
tuinman z'n sproeislang komt aankoppelen, de gras
machine laat rijden, de madeliefjes wiedt. Anders
mag er niets levends binnen. Alleen verleden Zondag,
na de koffie, werd een hond gezien die de versperring
,,nam". Hij rende over 't gras musschen na. Toen
hurkte hij. Van meer dan n kant knalde 't ontsteld
van: ,,Kastor, ondeugende hond, wil je wel eens"....
en zoo meer. Kastor bleef 't er een poosje plezierig
vinden, toen weer 'n zet.... In 't grasvijverperk lag
iets; het werd dien dag niet meer opgeruimd. Ik weet
niet hoe 't is afgeloopen. Maar dartelende kinderen
heb ik daar niet gezien. Heelemaal nergens in den
Haag. Wel kinderen gezien, kinderen genoeg, maar
wandelende om dit of dat grazen hofje heen, of wande
lende met hun Pa in 'n padenpark. Vier jaar geleden
schreef de Burgemeester de Hoofden van scholen aan,
dat ze de kinderen op school de
baldadigheid-opstraat zouden afleeren. 't Is gelukt. De baldadigheid
is hélemaal opgeruimd. De kinderen hebben zich
bij de stadsorde aangepast. Toen we omstreeks 1885
begonnen te fietsen, viel elke boerenbond op je beenen
aan; geen hond die er nu nog naar kijkt. Zoo is 't de
Haagsche Overheidspedagogiek gelukt maar
gauwer de kinderen 't ballen, huppelen, stoeien en
alle verdere straatschenderij af te loeren. Het vroegere
Haagsche kind is nu in 't Gemeentemuseum geplaatst,
naast zijn oude tegenpartij, die ne hooge-zije.
Toch hebben de Amsterdamsche kinderen 't beter
in hun buurtspeeltuinen. 't Haagsche gemeente
bestuur moest 't er eens op wagen met een proef om
de kinderen toe te laten waar de hond en de musch
niet te weren zijn. 't Fluweelen gras zou eraan gaan,
maar ik wed, men zou schik krijgen in de speeltuinen
voor de kinderen".
Dan mochten ook in den Haag de kinderen weer
kinderen worden. En in 't Museum kon dat eene
nieuwe nummer worden opgeruimd.
N.v.v/?F.VANDERHEIDE
HILVERSUM
'80RAVELANDSCHEWEO. TEL. llöO.
VRAAGT U EENS TEEKEN INGEN
EN PRIJSOPGAAF VOOR HET
SMAAKVOL INRICHTEN VAN
uw LANDHUIS OF VILLA.
BEKNOPT PROSPECTUS FRANCO,
BOEKBESPREKING
Adèle Withof. Zonnekinderen. Amsterdam,
z.j. P. N. van Kampen en Zn.
De schrijfster van Het milde leven" geeft in dit
boekje weer een aantal opstellen, waarin zij de re
sultaten van haar nadenken over geestelijke waarden
neerlegt. Geestelijke waarden, wel te verstaan, voor
den mensch van dezen tijd. In het rijk van den geest
is de valuta net zoo goed aan schommelingen onder
hevig als in de sfeer van het aardsche; de stabilisatie
kost moeite, in beide gevallen. De beurskoningen
van de negentiend'eeuwsche filosofie hebben heel wat
geestelijke koersen gevaarlijk omlaag gedreven. De
mensch van later moest er de ontreddering van door
leven. De schrijfster van dit boekje gaat de verschillen
niet uit den weg, tracht ook niet, als menige
quasimoderne voorlichter, met een vloed van leege woorden
om de dingen heen te praten. Zij stelt, om een voor
beeld te noemen, het medelijden bewust op de tweede
plaats; het medelijden, eenmaal de deugd bij uit
nemendheid. Heette het vroeger niet: medelijden en
erbarmen maakt het schepsel God-gelijk? De schrijf
ster verheerlijkt den trotschen mensch; hij, die het
medelijdui als een verachtelijken aalmoes beschouwt.
Zeker zal menigeen, die aangedaan is door de wan
keling der geestelijke waarden van onzen tijd, in deze
bladzijden hulp kunnen vinden, om zichzelf wat duide
lijker te zien. Zelfverwezenlijking is voor de schrijf
ster levensdoel; zij zal wel de eerste zijn om toe te
geven dat die gedachte niet nieuw is, maar haar inter
pretatie geeft er nieuwe frischheid aan. Wij zijn
geroepen tot zelfverwezenlijking. Liefde is de weg.
In haar wordt beleefd het mysterie van nzijn in
onderscheidenheid. Als wij liefhebben, treden wij
buiten onzen persoon, ons leven vloeit saam met het
leven van het geliefde; wij leven in het andere, het
andere in ons; wij hebben ons gevonden in het andere.
In dat nzijn genieten wij ons verruimd, vcrinnigd en
versterkt levensbesef. Dat is geluk. Van iedere geluks
ervaring is die genieting de essentie."
Er zou over te strijden zijn, in hoeverre in een
dergelijke notitie een oud dogma is ondergeschoven.
Trouwens, zulke plaatsen zijn er meer in het hoekje.
Ook behelpt de schrijster zich nog al eens met
gevoelsargumenten, die mij, hoe fijn ze vaak zijn uitgedrukt.
toch niet op hun plaats lijken, omdat ze te doezelig
zijn; men zou een sterker betoogtrant en een scherper
terminologie wenschcn.
Maar het boekje heeft ongetwijfeld waarde. Het is
beter dan Het milde leven." Ik noteer hier nog al>
een mooie eigenschap dat de schrijfster haar ideeën
nergens apodictisch opdringt, maar ze veeleer met
een zekere schuchterheid voorstelt; dat geef! een
aparte bekoring aan haar werk.
HERMAN MIDDENDORP
Hotel Duin en Daal" - Blocmcndaal
Str. koud en warm water op alle kamers
PRIVÉBADKAMERS - Telefoon 22223
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE REDACTIE
INTE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN ,,D E
GROENE AMSTERDAMMER", KEIZERS
GRACHT 333, AMSTERDAM.
BATENBURG 6 FOLMER
(G. W. FOLMER)
DEN HAAG,
HUYGENSP ARK 22
BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS
MET SAFE-INRICHTING
VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE
INTERNATIONALE TRANSPORTEN