De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 2 april pagina 5

2 april 1927 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND EEN NIET ONVERDIENSTELIK, MAAR ONVOL DOEND DOORWERKT ' PROEFSCHRIFT DOOR MR. DR. G. VAN DEN BERGH NA DE BEETHOVEN?HERDENKING Teekeninif aoor de Groene Amsterdammer" door L J. Jordaan ( Vertegenwoordigend Stelsel door Mr. Dr. J N. J. C. M. Kappeyne van de Coppello) T) ovengenoemd proefschrift, ongeveer 150 bladJJ zijden tellende, valt in drie scherp gescheiden, vrij wel los naast elkaar staande delen uiteen. Het eerste deel, dat ruim de helft van het geschrift in_neemt, behandelt de herziening van het kiesrecht, het tweede de werkwijze van het parlement, terwijl in het derde deel de instelling van nieuwe regelgevende organen wordt besproken. Ieder dezer drie delen zou stof te over voor een afzonderlik proefschrift kunnen leveren. Het behoeft dan ook niet te ver wonderen, dat de behandeling der twee laatst ge noemde delen al zeer summier moet worden genoemd, te meer waar een vrij uitvoerige en toch feitelik buiten het kader van dit werk vallende bespreking wordt gewijd aan de plaats van de nieuwe organen met betrekking tot de systematiek van het staats recht. Wat naast deze zeer misbare" teoretiese be schouwingen, over de werkwijze van het parlement en over aard en taak der nieuwe organen wordt gezegd, ware misschien voldoende voor een tijd schriftartikel, maar stellig niet voor een akademies proefschrift. Wij zullen de hier gegeven vage en niet zeer nieuwe aanduidingen dan ook maar laten voor wat zij zijn, om wat meer aandacht te wijden aan het ietwat beter doorwerkte eerste deel van het werkje: de herziening van het kiesrecht. In dit deel yalt ongetwijfeld meer te waarderen. Op niet onverdienstelike wijze worden in het eerste en tweede hoofdstuk getrapte verkiezingen en organiese vertegenwoordiging bestreden. In het derde hoofdstuk bespreekt schrijver het voor en tegen van een distriktenstelsel. Hij ziet hier naast belangrijke nadelen het voordeel van een gemakkeliker omzetten van de meerderheid van het parlement. Merkwaar digerwijze geeft schrijver aan het Engelse stelsel (relatieve meerderheid, dus geen herstemmingen) boven het vroeger hier te lande bestaande (absolute meerderheid, herstemmingen) de voorkeur. Als een van de gronden voor deze voorkeur voert hij aan (blz. 38), dat het Engelse stelsel kan voorkomen, dat een minderheid der kiezersmassa een meerderheid in het parlement weet te verkrijgen. Zulk een stelling is toch wel buitengewoon kras, wanneer men weet, dat de zeer grote meerderheid in het parlement van de huidige konservatieve regering slechts op een minderheid van ongeveer 45 pCt. der kiezers steunt, terwijl invoering van herstemmingen (eventueel in de meer moderne vorm van de alternative vote") juist voor een belangrijk deel aan dit bezwaar tegemoet zou komen. Natuurlik zijn er teoretiese en praktiese voorbeelden aan te voeren, waarbij een verkiezing zonder herstemmingen een juister beeld zou hebben gegeven, dan een met herstemmingen, maar in het algemeen zal toch wel geen ernstig mens willen be weren, dat het Engelse stelsel op grond van een laat ons zeggen meer evenredige uitslag boven herstemmingen de voorkeur verdient. In het vierde hoofdstuk vinden wij een principiële verdediging van de evenredige vertegenwoordiging: geen ander systeem komt zozeer het ideaal van politieke rechtvaardigheid nabij". Wat het stelsel betreft spreekt schrijver zich allereerst uit voor de vaste kiesdeler. Met dit waarlik niet onbelangrijke principe is schrijver in twee en een halve bladzijde gereed. Ik mis hierbij iedere aanduiding van wat voor mij het hoofdbezwaar tegen dit systeem is: dat n.l. wel een redelike verhouding verkregen wordt tussen de partijen, welke zetels verwerven, maar dat de juiste verhouding tot het totaal aantal uitgebrachte stemmen eerder dan in het bestaande stelsel verloren kan gaan. Dientengevolge wordt het gevaar, dat een grote minderheid de meerderheid der zetels verwerft, vergroot. Bovendien doet het mij leed, dat de schrijver geen woord wijdt aan het zeer verwante stelsel van de variabele kiesdeler met een variabel aantal zetels, waarbij ook alleen aan volle kiesdelers zetels worden toegewezen. Dit stelsel heeft vrijwel alle voordelen van de vaste kiesdeler en het kent niet het gevaar van een belangrijke vermindering van het aantal leden. Helaas is ook deze schrijver slachtoffer geworden van de proportionalitis epidemica. Hij heeft zich, als zovelen vóór hem, geroepen gevoeld het grote aantal KONINKLIJKE BAZAR 82, ZEESTRAAT DEN HAAG WAAR "SHOPPING" WORDT EEN VERFIJND GENOEGEN WAT VINDT U HET MOOISTE WERK VAN BEETHOVEN?" DE BEETHOVEN-RAG, I'M SUKE!" E.V. stelsels nog met een van eigen vinding te ver meerderen. Hij deelt het bezwaar van velen tegen het hier te lande bestaande stelsel: de vrijheid van keuze zou, wat de persoon van de gekozene betreft, niet voldoende worden geëerbiedigd. Zie hier zijn ge neesmiddel: de kandidaten zullen voortaan gesteld worden door niemand anders dan.... door zichzelf. Zij moeten daarbij een verklaring overleggen, tot welke partij zij behoren. Weigert het partijbestuur deze verklaring af te geven, dan kan deze worden vervangen door een verklaring van.... de rechter. Daartoe is een wettelike regeling van het partijwezen nodig. Niet onaardig voor de heer Wijnkoop. De namen van alle aldus gestelde kandidaten worden gepubliceerd. Deze lijst geldt voor het gehele land. Ieder kiezer stemt door op een blanko biljet de naam van zijn uitverkorene onder deze kandidaten te schrijven. Men stemt slechts op n kandidaat. De stemmen van de kandidaten van dezelfde partij worden bijeengeteld. Met behulp van de vaste kies deler worden de zetels verdeeld. Voor de aldus aan iedere partij toegewezen zetels zijn gekozen de kandi daten met de meeste stemmen. Dit laatste is onvergefelik: het moest nu toch wel voldoende bekend zijn, dat een aanwijzing der gekozenen zonder stem menoverdracht altijd uit den boze is. De rest van het stelsel is daarentegen vcrgefelik, omdat zelfs een misplaatste grap toch altijd nog een grap is. En in dit geval zelfs een niet onver dienstelike grap. Ik hoop, dat deze stellig niet onbe kwame schrijver nog eens gelegenheid zal vinden in volle ernst naar vervolmaking van ons kiesstelsel te streven. TENTOONSTELLINGEN Museum voor Egypt. Kunst, Leiden. Amarnakunst. Tot 16 April. Kunstzaal Willem Brok, Hilversum. Schilderijen van H. M. Krabbé. Tot 30 April. Kunstzaal D. G. Santee Landweer, Amsterdam. Grafisch werk van Aart van Dobbenburgh. Tot l Mei. Kunsthandel Opgang", Amsterdam, Beeldhouw werken en teekeningen van Jaap Kaas. Tot 9 April. Stedelijk Museum, Amsterdam. Toegepaste Kunst van Ned. Indië, verzameling W. O. J. Nieuwenkamp. Tot 17 April. Rijksmuseum, Amsterdam. Egyptische Kunst. Tot 15 Mei. Kunsthandel B. L. Voskuil Jr., Amsterdam. Schilderijen van M. J. B. Jungmann. Tot 16 April. De Bron te 's Gravenliage. Tentoonstelling Glas werk van Lebeau. Tot 15 Apiil. J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam-R'dam-Den Haag. DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl