De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 2 april pagina 9

2 april 1927 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2600 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VROUWEN OVER MANNEN Teekeahig roof de Groene Amsterdammer'' door W. Heskes EEN VROUWELIJKE GRIFFIER DOOK M. BOISSEVAIN?PIJNAPPEL HERMAN KLOPPERS DOOR TOP NAEFF OORSPRONKELIJK, toen deze rubriek nog naar de Paradijs-orde: Mannen over vrouwen" tieette, heb ik den inhoud altijd als een pure galanterie beschouwd van een hij" jegens een zij". Nu men, «m met den tijd mee te gaan, er min of meer een schrikkeldans van gemaakt heeft, waarbij de zij" wordt 'uitgenoodigd tot zekere avances jegens een hem", iet de zaak er bedenkelijker uit. Ik wil bekennen, ?dat ik mij in dezen niet zoo heel gemakkelijk uit mijn dramatische tent heb laten lokken waar we ons met galanterieën niet ophouden om recht op den man .af en zonder dat hij er voor behoeft te jubelen of te sterven Hij" de lezer heeft het al begrepen, discretie ?wordt verzocht noch verzekerd hij is ditmaal Herman Kloppers, en over den eersten schroom heen, moet ik er dadelijk bijvoegen, dat men nauwelijks '«en gelukkiger keuze voor mij had kunnen doen. Een onzer jongere tooneelspelers, die mij als persoon lijkheid altijd boeit. Minder misschien wegens hetgeen men de gratie Gods noemt tot dusver waren de -rollen, Kloppers toebedeeld, meer op het intellectueele, dan op het intuïtieve gericht dan wegens :zijn scherp indringend vermogen en de gave om uit een, schier naar den letter ontleed karakter, een nochtans levende figuur op te bouwen. Ik schrijf nochtans", omdat het gevaar voor doodwerken hier l'ennemi du bien is, en het bij Kloppers daarentegen verrast, dat hij zoo methodisch te werk kan gaan, zooveel kan vijlen en slijpen, zonder het leven aan te tasten. Zijn architectonisch gevormde figuren blijken ten slotte toch menschen, zij het op het kantje af soms Kenmerkend is de zorg door hem aan het uiterlijke besteed. De illusie voor het oog datgene wat de tooneelspeler met zijn middelen voor een groot deel in zijn macht heeft tracht hij volkomen te doen zijn, en tevens een volledige transformatie van zijn dagelijksche perspon. De kunst van het grimeeren een kunst die vele jongeren niet meer verstaan en daarom ouderwetsch noemen vindt in dezen - tooneelspeler, wiens opvattingen overigens niemand onmcdern kan heeten, een voorbeeldig beoefenaar. Van den aanvang af gelooven wij in het, door den auteur aangegeven, door den acteur voltooid per sonage. Zonder programma is het in het eerste half uur dikwijls niet mogelijk te ontdekken, dat in diens huid zoowaar weer Herman Kloppers schuilt. Het sterkste staaltje van deze, haast crimineele ver mommingskunst bood zijn Horlogemaker" in van Riemsdijks Kleine Apostel".Een prachtig doorwerkte, fel-levende kop, waarvan elke trek de sjovele, benauw de ziel van den armen kerel weergaf, en een onher1 kenbare stem. ER is een tijd geweest, dat in wetten en verorde ningen gesproken werd over burgemeester, notaris, griffier, kiezer zonder dat iemand aan de mogelijkheid dacht, dat hiermede evengoed eene vrouw als een man bedoeld kon worden; totdat eene vrouw het dorst bestaan den eisch te stellen, dat zij als kiezer zou worden toegelaten. In 1887 werd dientengevolge uitdrukkelijk de vrouw als kiezer uitgesloten. Er volgde een tijd, waarin telkens de quaestie werd opgeworpen of eene bepaalde redactie toelating van vrouwen tot een ambt uitsloot of niet. Dr. A. Kuyper nam toen maar het zekere voor het onzekere en stelde eenige uitdrukkelijke uitsluitingen voor. Bij wijziging van de Gemeentewet in 1904 werden vrouwen uitgesloten van het ambt van burgemeester, secretaris of ontvanger der gemeente, in 1905 volgde de wijziging der Provinciale Wet waarbij bepaald werd, dat tot griffier alleen benoem baar zou zijn een mannelijk Nederlander, en in 1906 werd het consulair reglement in denzelfden geest gewijzigd. Dit geschiedde in een tijd toen in het buitenland reeds vrouwen werden aangewezen tot burgemeester, meest in kleinere plaatsen waar zij goed bekend waren met de plaatselijke verhoudingen. In 1917 werd de verkiesbaarheid van de vrouw in de Grondwet opgenomen. Zij we. d daardoor benoembaar tot Gemeenteraadslid en daarmede werd tevens de mogelijkheid geopend dat eene vrouw tot wethouder benoemd kon worden, hetgeen ook inder daad geschiedde. De gemeentewet bevatte eene bepaling, dat onder sommige omstandigheden een wethouder den burgemeester van rechtswege ver vangt en ziet daar nu de gekke situatie geschapen, dat de vrouw, die in 1904 uitdrukkelijk werd uitge sloten van het burgemeestersambt, in 1917 van rechtswege plaatsvervangend burgemeester kon wor den. In 1920 werd hier een einde aan gemaakt door de bepaling, dat de plaatsvervanger telkens zou worden aangewezen. Hiermede was intusschen de zaak niet uit. Er werden vrouwen tot plaatsvervangsters aange wezen en zij hebben meer dan eens een burgemeester moeten vervangen. Thans is ingediend een Ontwerp van wet tot wijzi ging en aanvulling van de Provinciale Wet, waarin wij als eerste wijziging vinden, dat de eisch manne lijk" voor griffier weer verdwijnen gaat en gelezen zal moeten worden: Tot griffier is alleen benoembaar hij, die Nederlander is enz. en tevens een bepaling omtrent zwagerschap en huwelijk met den Commissa ris of een der leden van Gedeputeerde Staten. Indien Artikel I van deze voorgestelde Wet wordt aangenomen zal dus voortaan een vrouw tot griffier benoembaar zijn. Is er reden ons te verheugen over deze voorgestelde wijziging? Ik meen van ja. E pur si muove zeide Galilei van de zon. Niettegenstaande er nog steeds felle bestrijders zijn van de gelijkheid van man en vrouw voor de wet, komt die gelijkheid toch steeds naderbij, zij het dan niet in rechte lijn. Wat dit wetsontwerp zoo welkom' maakt, is dat het is ingediend door eene Regeering, die hoewel zich niet rechts noemende, toch in geen geval links mag heeten, eene Regeering, die gesteund wordt door de Anti-revolutionnairen. Het geldt hier meer het principe dan de verwezenlijking, die nog lange jaren op zich kan laten wachten. Vooreerst is er nergens eene vacture zoover mij bekend. Maar gesteld er komt er een, dan is het nog niet gezegd, dat ge deputeerden van die Provincie een voordracht zullen maken waarop de naam eener vrouw voorkomt en dat in de Staten eene meerderheid wordt gevonden voor eene benoeming. Om het zoover te brengen zal het waarschijnlijk noodig zijn, dat vrouwen werken op provinciale griffies, niet alleen in de lagere, maar ook in de hoogere rangen. Zet eens een vuist als je geen hand hebt. Als de geschikte vrouw er is zal zij ook wel eens benoemd worden. Indien zij gepasseerd wordt, dan zal zij dat te wijten hebben aan de groote menigte der nog steeds onverschillige vrouwen. Sinds de vrouw het kiesrecht heeft, mag er niet meer gesproken worden van achteruitzetting der vrouw door den man. Wanneer het gebeurt en het ge beurt nog dan komt dat omdat de vrouwen zelven elkaar niet steunen en vooruithelpen. Zij kunnen er voor zorgen, dat het getal harer vertegenwoordigsters in de regeeringslichamen steeds toeneemt. Het kan gebeuren, dat man en vrouw diametraal tegenover gestelde meeningen hebben over zaken die speciaal de vrouw aangaan, dan moeten er vrouwen zijn om haar eigen standpunt te verdedigen. Het komt nog veel te dikwijls voor, dat vrouwen hare verontwaardiging alleen in woorden luchten, wanneer een gemeenteraad of een ander lichaam eene vrouw achterstelt bij een man, omdat zij vrouw is, niet om haar karakter of capaciteiten. Laten deze vrouwen bij verkiezingen er liever op letten op wie zij haar stem uitbrengen, dan zal de achterstelling der vrouw heel gauw tot het verleden behooren. Wij mogen juichen over eene voorgestelde wets wijziging, omdat die in de goede richting gaat, van belang wordt deze wijziging pas, indien vrouwen zich bekwamen voor zulk werk en in haar streven gesteund worden door andere vrouwen. Gebeurt dit niet, dan blijft de wijziging een doode letter. Nog steeds zijn vrouwen niet benoembaar tot scheidslieden. Hoewel b.v. de Provincie tal van vrouwelijke ambtenaren kent, is het scheidsgerecht uitsluitend uit mannen samengesteld. ledere vrouw in Nederland die met het gerecht in aanraking komt wordt daar berecht door een man, zelfs ieder kind. De mogelijkheid van een vrouwelijke griffier is weer een stapje op den weg, die leidt naar de vrouwelijke rechter. Daarom verheugen wij ons. Zonder dat Kloppers zich naar voren dringt, zijn algemeene ontwikkeling en goede smaak behoeden hem daarvoor brengt hij een tweede-plans-figuur onwillekeurig naar het eerste, en komt het ook soms voor dat hij, volstrekt onopzettelijk, louter door het feit dat hij, in den stijl van het werk doorgedrongen, er dit relief aan geven moest, uit het ensemble springt. Bij De held van het Westerland" was dit het geval. Zijn boerenvrijer" werkte, in den stijl van Sygne's werk, grotesk,'doch deze stijl bleek on verzoenlijk met de naturalistische opvatting, waarin het stuk voor het overige gespeeld werd. In Een van ons" (Galsworthy) was het een gewone societeitsmijnheer, dien hij zóó raak op zijn beenen zette, dat we veel liever naar die verrukkelijke nulliteit keken, dan naar den joodschen of christelijken held van het spel. Doch ook in dit geval mogen we vragen: Aan wien de schuld ? Men zou dezen acteur feitelijk eens in een ander milieu moeten zien, in een milieu als de Parijsche Studio" bijvoorbeeld, om uit te maken of, wat hier les défauts de ses qualités schijnen, inderdaad gebreken mogen heeten, en of dit talent saprijkgenoeg zal zijn en het noodige lan zal bezitten voor de karakterrol van grootere afmetingen. Vooralsnog gaat, zou ik zeggen, de fantasie bij Kloppers?die daarom nog niet litterair" mag worden genoemd, want ze is van aanleg theatraal en steeds op het theater gericht overwegend van het verstand uit en treft daarin soms een element van berekening, als van een marionet, die in dit geval zichzelf aan de touwtjes houdt. Maar ik zou niet durven voor spellen, of dit zich-bewust-blijven op den duur de overgave van het hart zal belemmeren, of dat we hier te doen hebben met een voorbereidend stadium in de leerschool van het tooneel, met een kunstenaar, die zijn eigen wegen zoekt, en in wiens ernstig werk wij derhalve de studie hebben te zien. Kloppers eigenaardige gaven zijn het best tot hun recht gekomen in de rol, die voorloopig wel zijn belang rijkste zal blijven: de Dauphin, in Shaw's St. Joan". Een rol, waarmede noch de Engelschman, die haar creëerde, noch Pioëff, die haar te Parijs speelde, ook maar eenigszins raad hebben geweten, werd in Nederland de vreugde van de voorstelling, zoo stellig gevoelden wij, dat het dit moest zijn, deze tot mensen herleide bizarrerie van Shaw's geest, dit aureool van menschelijkheid om de caricatuur heen. Hij deed ons beseffen, dat Shaw in zijn felsten spot een dichter blijft. Of in Herman Kloppers met zijn idealen en be ginselen een leidende kracht steekt? Aan zijn werk in De gele Mantel", waarvan hij de ziel was, zou men gelooven en hopen: misschien. Dit spel stelde echter uitzonderlijke, experimenteele eisenen, en bood buitengewone kansen. Het mocht speelgoed blijven. En een knap metteur-en-scène is nog geen regisseur. Maar graag zouden we hem een arbeidsveldje toewenschen, waar idealen in het algemeen wat ruimte vonden, en waar de intensiteit van het werk minder onder de bedrijvigheid behoefde te leiden dan bij de officiëele gezelschappen. Sedert ik dit schreef, is het Moskauer K nstlertheater met haar doorwerkte voorstellingen naar ons land gekomen, en een van de merkwaardigste gevolgen van dit optreden is voor mij geweest, dat wij verscheiden van onze eigen tooneelspelers hooger hebben leeren schatten bij de gedachte wat zij onder een dergelijken hoogdruk" zouden kunnen praesteeren. Het gaf mij een zekere voldoening deze rollen in mijn verbeelding te verdeelen", en tot de slotsom te komen, dat niet alleen in Rusland, maar ongetwijfeld ook in Nederland stille krachten schuilen, die tot zulk een ensemble zouden zijn op te leiden. En her haaldelijk heb ik toen bij deze onschuldige fantasieën Herman Kloppers gestalte zien geven aan verschil lende personages, die hij voor mijn geestesoog, ik durf zeggen, met veel succes tot leven bracht. Boter met Rijksmerk geleverd door OUD-BUSSEM" is het beste van het beste. Verzending per postpakket door het geheele land. TELEFOON 139 Post-adres: NAARDEN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl