De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 9 april pagina 1

9 april 1927 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

F)e roene db>c_xAVêekbIcid voor Nederland .. ainda vyftiffjaar aan de a pit a der ?weekbladen . . . ." ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren. H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF Secretaris der Redacties C. F. VAN DAM Uitg.t N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM TOE AND HEEL Socfcs OPGERICHT IN 1877 No. 2601 ZATERDAG 9 APRIL 1927 NAAR AANLEIDING VAN DE STATENVERKIEZING IN deze week hebben wij ons weer kunnen kwijten van den plicht om ons ter uitoefening van ons kiesrecht bij het stembureau aan te melden", zooals het tweede lid van art. 72 der Kieswet bepaalt. Tot meer zijn we niet gebonden; maar de meesten, die de ?wandeling naar het stembureau hebben gedaan, zullen tevens gebruik hebben gemaakt van hun kies recht en hunne stem hebben uitgebracht op den een of anderen candidaat van de verschillende lijsten. Gewoonlijk zal dan No. l van die lijst de uitver korene geweest zijn. De meeste partijen noodigen de kiezers er ook toe uit om zich niet het hoofd te breken met de vraag, welken candidaat van de lijst zij het liefst gekozen zouden zien, maar eenvoudig het vier kantje rood te maken vóór den naam van den eersten, <lie immers door de partij tevens de beste is gekeurd. Alleen enkele partijen verzoeken u slechts, uwe stem uit te brengen op n der candidaten van de lijst, en herinneren u daarmede aan de gelegenheid, die u ?wordt geboden om van uw voorkeur te doen blijken. Er zijn gelukkig nog altijd menschen, wier afkeer van het kudde-gevoel hen noopt, op een ander dan No. l te stemmen, als de voorman van de lijst hun niet de meest aanbevelenswaardige toeschijnt; maar met deze vrijwel Platonische uiting van hun vrijheidszin moeten zij zich dan ook tevreden stellen; practische gevolgen kunnen zij er gewoonlijk niet van verwachten; de overgroote meerderheid der kiezers heeft geen voorkeur voor een bepaalden candidaat en stemt dus maar op No. 1. Zoo zal het ook deze week wel weer gegaan zijn. Op dit oogenblik zijn de Staten-verkiezingen, die niet in alle provincies op denzelfden dag worden gehouden, nog niet afgeloopen; maar bij het verschijnen van dit nummer zullen de lezers den uitslag dier verkiezingen ..voor het geheele land reeds kennen. 2>ij zullen er minder nieuwsgierig naar zijn geweest dan tief^r den uitslag van de stemming in de Eerste Kamer ov®r het Nederlandsch-Belgisch tractaat. In de eerste--plaats; SWJ&it, bij de tegenwoordige wijze van verkiezing, groote\V'Jzigingen van de getalssterkte der partijen in het algemeen zijn uitgesloten, en in het bizonder in de periode, die wij nu beleven, waarin geen groote politieke vraagstukken de harts tochten in beweging brengen. Maar dan verder, omdat de Provinciale Staten, zoo zij niet tevens de kiescolleges voor de Eerste Kamer vormden, aan de meeste menschen zelfs geen gang naar het stembureau zouder/i waard zijn. Het is nu eenmaal zoo, dat de gemiddelde kiezer, de man of de vrouw ! dus, die in de openbare zaak althans nog eenig belang stelt, drt wél doet ten op zichte-van het geheele land en van de gemeente, waar hij woont, maar niet van zijne provincie. Toch is in de laatste tientallen jaren de beteekenis van de werkzaamheid der Provinciale Staten zeer toegenomen. Vraagstukken van electrificatie, van verbetering der afwatering, van wegenaanleg en op heffing van tollen, van subsidieerMg van volksuniver siteiten en openbare leeszalen, van werkverschaffing komen er herhaaldelijk aan de ordeBij deze kwesties komt het hoofdzakelijk aan op technische kennis, op ervaring in waterschapszaken, iop vertrouwdheid met gewestelijke toestanden; maar geheel van politiek gespeend zijn zij niet; bij de toe kenning van subsidiën, bij de regeling der rechts positie van het provinciaal personeel, bij maatregelen tot bestrijding der werkeloosheid is het niet onver schillig, tot welke politieke partijen de leden der Staten behooren. In den jongsten tijd hebben bovendien de door en uit de Provinciale Staten gekozen Gedeputeerden een veel grooter beteekenis gekregen, omdat hunne be moeiing met de besluiten van de gemeentelijke be sturen zich veel verder uitstrekt dan vroeger het geval was. Herhaaldelijk komt het voor, dat zij hunne goedkeuring onthouden aan de gemeentelijke be grooting of aan besluiten van den gemeenteraad, die tot vermeerdering der gemeentelijke uitgaven leiden, wanneer zij van meening zijn, dat de financieele draagkracht der gemeente zulke besluiten niet ge doogt, of dat een juist gemeentebeheer tot wijziging van de begrooting noopt. Hoe langer hoe meer oefenen de Gedeputeerden een soort van voogdij over het gemeentebestuur uit. De vraag, of hiermede inbreuk wordt gemaakt op de autonomie der gemeente, en of het wenschelijk is, dat aan de gemeenteraden de volle verantwoordelijk heid wordt gelaten voor de financieele besluiten, die zij binnen den kring van hunne wettelijke bevoegdheid nemen, heeft niet alleen een zuiver theoretischen kant. In de practijk richt het veto der Gedeputeerden zich dikwijls tegen besluiten, die door een democratische meerderheid in een gemeenteraad zijn doorgedreven en betrekking hebben op sociale maatregelen, op vermindering of kwijtschelding van pensioenaftrek, op het toekennen van vacantiegeld, op het scheppen van gelegenheden tot werkverschaffing enz. Zoo is ook hierdoor de politiek in het provinciaal bestuur binnengeslopen en trachten de democratische partijen haar invloed op de samenstelling der Staten, en daar door op die van de Gedeputeerden, ook hierom te ver meerderen, omdat zij de Gedeputeerden van thans als een rem beschouwen voor de verwezenlijking van hun wenschen. Maar de grootste politieke beteekenis ontleencn de Staten toch nog altoos aan de omstandigheid, dat zij de leden der Eerste Kamer verkiezen. ? Geen wonder dat men, nu zoo kort geleden de Eerste Kamer in het centrum der belangstelling heeft ge staan, getracht heeft den animo voor de deelneming aan de Statenverkiezingen aan te wakkeren, door den kiezers voor oogen te houden, dat zij, via de Provin ciale Staten, ook over de samenstelling van de Eerste Kamer beslissen. De Vrijheidsbond heeft er zelfs uitdrukkelijk de aandacht op gevestigd, dat de afgevaardigden van deze partij, zoowel in de Tweede als in de Eerste Kamer, zonder uitzondering tegen het NederlandschBelgisch tractaat hebben gestemd; terwijl alle andere partijen in dat opzicht verdeeld waren, heerschte in den Vrijheidsbond hieromtrent volmaakte eenstem migheid. Men kan begrijpen, dat de Vrijheidsbond deze reclame niet heeft versmaad: alle beetjes helpen; maar voor de kiezers, die voo,r deze partij moesten worden gewonnen, zou het belangrijker geweest zijn, te vernemen of in den Vrijheidsbond ook eenstemmig heid heerscht over de gedragslijn, die Nederland voortaan ten opzichte van Belgiëzal moeten volgen. Verworpen is het tractaat reeds; daarvoor behoeft de Eerste Kamer dus niet meer te zorgen; zoo men de kiezers naar de stembus wilde brengen, onder de leus: zorg dat je een Eerste Kamer krijgt, die goed in INHOUD: i. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 9. 10. II. 12. 13. 15. 16. 17. 18. 19. 20. Prof. Dr. G. W. Kernkamp, Naar aanleiding van de Statenverkiezing. Dr. W. A F. Bannier, Een kostelijk boek C. van Wessem, Boeken der Muziek Joh Braakensiek, De huldiging van Dorus Rijkers Dr B. Rartschinsky, Het Bonapanistiscti gevaar in Rusland. Prof Dr. H Brugmans, Amsterd. bijzonderheden H. Middendorp, Boekbespreking. Mr. H. Giltay, Levensvragen van het socialisme ??L J. Jordaan. De eeuwige woestijnzandruiter. Annle Salomons, Bijkomstigneden Dr. Jac. P Thljsse, Uit de natuur. Red. Elis M. Rogge. Voor Vrouwen. LuigiPirandello, Over zichzelven A Plasschaert, Schilderkunst Mr H. G Koster, Jong Nederland. Prof. Dr. J Prinsen, Boekbespreking?A. Kann, N. Duitsche boeken. J. W. F. Werumeus Buning, Kroniek van den Dans O. v. Tussenbroek, Toegepaste Kunst. Paul Sabel, Financiën. C. van Wessem, Muziek?H. SchoJte, Comoedia. F. De Sinclair, Een zeldzame dicMer-figuur Joh. L.. Mijn Film. O. van Tussenbroek, Boekbespreking. Alida's croquante croquetjes?Uit het Kladschrifl van Jantje Melis Stoke, Ind. opwellingen en Rijmkronyck. Charivarius, Charivarta. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek: Belgiëvraagt Engeland's bemiddeling de leer is ten opzichte van onze betrekkingen met België, dan hadden de verschillende partijen met een positief programma voor den dag moeten komen, waaruit bleek wat zij dan wél wilden. Dit hebben de overige partijen niet vermogen te doen, omdat zij daaromtrent verdeeld zijn; maar ook de Vrijheidsbond, die zoo eenparig was voor het verwerpen, heeft nage laten aan te geven, wat hij dan in plaats van het verworpen tractaat wou stellen. Trouwens, in vijf provinciën zullen de thans gekozen Staten, tenzij er Kamerontbinding plaats heeft, geen invloed uitoefenen op de samenstelling der Eerste Kamer, omdat de door deze provincies aan gewezen Eerste Kamerleden eerst in 1932 aftreden, en de zittingsduur van de thans gekozen Staten reeds in 1931 ten einde loopt. Voor het toch inderdaad niet geheel onbelangrijke vraagstuk van onze betrekkingen met Belgiëheeft de uitslag der Statenverkiezing dus niet de minste beteekenis, omdat ook in die provincies, waar de ver kiezing van deze week wél belang heeft voor de samenstelling der Eerste Kamer in de naaste toe komst, de kiezers eenvoudig op de lijst van een partij hebben gestemd, zonder iets te weten van de meening dier partij, of van den candidaat der lijst, op wien zij hunne stem uitbrachten, over de oplossing, die aan het conflict met Belgiëmoet worden gegeven. KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl