De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 9 april pagina 13

9 april 1927 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2601 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 KRONIEK VAN DEN DANS DOOR J, W. F. WERUMEUS BUNING XLI. Laban-groep Twijfelingen, en een op te maken balans EVENMIN als men twee schilders zou mogen beoordeelen naar twee willekeurige doeken, mag men de beteekenis van Mary Wigman, Laban en hun dansgroepen afwegen naar wat zij op twee avonden brachten, met uit schakeling van hun verder, uitvoerig werk. Het is mogelijk dat, bij de snelle ontwikkeling, deze beide voorgangers reeds achter zijn geraakt en dat jongere groepen, die zich van hen afscheidden, belangrijker en zuiverder werk kunnen laten zien; het is evenzeer mogelijk dat wij het in Nederland niet troffen met het uitgevoerde en dat het Wigman- en Laban-repertoire rijker is dan men na de Amsterdamsche uitvoeringen, zou kun nen meenen. Maar dat neemt niet weg dat wij, waar de faam deze groepen sinds jaren als het allerbeste uitriep van wat de moderne Duitsche dans kon geven, bij wat wij zagen teleurgesteld werden. Niet zoozeer in wat de scholing betrof: deze dans-amazonen van Wig man waren goed gedrild, deze Labandanseressen kenden haar vak; maar het eindresultaat, dat wat er gedanst werd, bleef in beide gevallen, hoezeer ook ver schillend, onbevredigend. Op verschil lende wijze, in verschillende genres, hebben n ballet, n Javaansche dans, n negers en Spaansche dans, ja zelfs het technisch onvolmaakte volksdansen der A.J.C, en het uit de gymnastiek groeiende dansen van andere kringen, ons meer van een waarachtig dansen gegeven dan deze groepen. Is het omdat wij hen zagen door den mist van hun uitvoerige theorieën, belast en beladen met hun verklaringen en idealen? Ik geloof het niet; want de enkele maal dat wij zuiver balletdansen zien, bloeit dat ook boven technischen commentaar uit, en zoowel Argentina als Jodjana dansen ons alle belemmerende kennis van Spaansch en Javaansch dansen in een ommezien uit hoofd en oogen. Het is veeleer dat men in deze Duit sche groepen zoo streng theoretisch naar een einddoel jaagt, zooveel vooropgezet willen in den dans mengt, dat de sfeer waarin dit dansen zich afspeelt troebel en zwaar wordt en de beweging geen deel meer vindt aan die spontane stuw kracht, zonder welke geen dans nog ooit leefde. Dat toch zag men bij Mary Wigman's uitgesproken neiging om een danscultus, een extatisch dansen in het leven te roepen in een hedendaagsche wereld die zich daartoe nog geenszins geroepen voelt, dat zag men in Laban's gedanst tooneel, waar figuren als de nar, de non, de hetaïre min of meer bedachte figuren blijven, waar een ijdele koning als Jodjana's Kelono, die in ras en gedachte verder van ons af staat, ons volkomen als levende gestalte aandoet. Dansdrama, danstooneel groeit slechts langzaam uit een samenleving. En, zoo men meent dat het die samenleving kan doen groeien, dat het bevruchtend wer ken kan dan zal het toch eigener, waarachtiger, minder vooropgezet artis tiek moeten zijn dan wat hier voorals nog gegeven wordt. Wat men hier aan beweging ziet is bij beide groepen, het moge herhaald worden, streng van vorm, duidelijk van lijn: er is niets weeks, vaags of overgevoeligs aan. Het mist alleen en welk een gemis, niet alleen van den dans, een kern: religie, ritueel, algemeene gedachte waarom het kan kristalliseeren. Onze ontgoocheling kan dus wellicht mettertijd, wanneer dit streven zich handhaaft, nog veranderen; maar voorloopig twijfelt men aan deze toekomst. Temeer waar de techniek hier nog altijd een staalkaart is van vele experimenten, waaruit een eenheid te scheppen blijft. Zoo plaatsen [b.v. de Wigman-danseOcllool voor Danskunst en Vrije Beweging onder leiding van ?A.en ILvan der Vies - Szantó Prospectus op aanvrage 1ste Helmersstraat 100 Amiterdam LABAN-GROEP ressen den voet vaak'.buitenwaarts, in balletposities; maar 'waar het ballet dat van uit het vrije heupgewricht doet (en dehors), is hier die heup vaak nog vast: de knie draait daardoor teveel geforceerd, de voet evenzeer; men zou er een bekwaam ballet- of medicijnmeester wel eens op willen interviewen of hier geen gevaarlijk forceeren aanwe zig is Binnen enkele weken wacht ons de tegenhanger van dit moderne Duitsche dansen: Pavlova, naar men zegt de volmaakste balletdanseres. Dank zij haar komst en den cyclus van den Kunstkrjng hebben wij dan in n-jaar|een uiterst veelzijdig repertoire voor oogen gehad, een overzicht van veel wat er op dans gebied leeft en er zal een balans moeten worden opgemaakt. In afwachting daarvan kan men vast stellen dat het belangrijkste van dit jaar nog altijd voortdurende groei in de breedte is: ontwikkeling van gymnastiek en volksdans, toename van dansscholen en groepen, en, daarboven, de erkenning van de waarde der groote tradities, ver tegenwoordigd door Russisch ballet, Javaansche (Jodjana) en Spaansche dans (Argentina), die door geen modern streven vooralsnog in hun groote zuiver heid en vervoering van dansen geëven aard zijn, TOEGEPASTE KUNST DOOR OTTO VAN TUSSENBROEK Tentoonstelling Lebeau-Glas. Aan den kunstenaar Chris Lebeau is het voorrecht beschoren al wat er uit zijne altijd bezige handen komt en welke werkwijze hij ook toepast, te adelen door volste overgave en toewijding. Zijne opmerkelijke veelzijdigheid voerde nimmer tot oppervlakkigheid en zoo kan men in zijne, met een voor een Europeaan welhaast bovenmenschelijk geduld vervaardigde batiks uit vroeger jaren; in zijne ragfijne tafellinnenontwerpen (van Dissel); in zijne houtsneden, aanplakbiljetten en teekeningen; in zijne behangselpapier-motie ven(Hoff en Torn); in wandschilderingen, gebrandschilderd glas in lood en glazen sier- en gebruiks voorwerpen (Leerdam en later Bohemen) telkens weer bewonderende sterke en toch steeds weder zeer gevoelige per soonlijke en oorspronkelijke beheersching der materie, waarbij een zuiver begrip der stijlkundige bewerking het eindresultaat ten goede komt. Voor de vierde maal is Lebeau in de kristalglas-fabrieken van Moser in Bo hemen gaan werken en thans is door de goede zorgen zijner echtgenoote in de Bron" te 's-Gravenhage een deel der fraaie werkstukken met een zeld zaam verfijnde smaak uitgestald. Op dof-zwarten ondergrond, op als spinrag zoo teêre, handgeknoopte kleedjes van eene Tsjechische kunstenares zijn de stil-glanzende vazen en kommen en schalen neergezet. Uit een wonderlijke, melkwitte vaas van archaïschen vorm rankt een bos smetteloos blanke witte pauweveêren Er zijn stukken bij met opzettelijk ruw-gehouden voet als van bergkristal, waaruit als een vreemde bloem de geaderde kelk oprijst; er zijn ranke en slanke flesschen in gestolden druppelvorm (hoe mooi werd hierin het karakter van de zgn. paraison" be waard !); bakken en schalen welker rand werd omgestulpt en zoo speelde Lebeau met de willige, maar toch weer zoo moeilijk te beheerschen glas-massa, zoekend en vindend tal van nieuwe mogelijkheden in vorm, kleur en be werking. Het dient erkend: wat Lebeau uit den vreemde aan eigen werkstukken mee naar huis bracht stelt hem, naast het vele schoons dat in Nederland op het gebied der glaskunst geboden wordt, onmiskenbaar op het allereerste plan. Maar nog is deze werker niet tevreden. NIEUWE UITGAVEN W. KRAMER EN DR. N. VAN DER LAAN, Dietsclie Lusthof. Letterkundig leesboek voor de hoogere klassen van scholen voor middelbaar en voorberei dend hooger onderwijs. Eerste deel. Rotterdam, Nijgh en van Ditmar's uitgeversmaatschappij. BRANCO VAN DANTZIG, Over spraakge breken en hunne bestrijding ! Er bestaat thans een behoefte aan een beknopt Nederlandsen werk over spraakgebreken, omdat de belangstelling in alles wat het spreken betreft is toegenomen en het niet iedereen moge lijk is de omvangrijke in het Duitsch geschreven boeken te lezen. De schrijf ster heeft een dertigjarige ervaring als leerares in spreken en zingen en heeft reeds eerder vakkundige publicaties gedaan. Uitgever P. Noordhof te Groningen. LABAN-GROEP J, A. BOSKAMP S Zo Meubelen OVERVEEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl