De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 9 april pagina 18

9 april 1927 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

18 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2601 AALTJE'S CROQUANTE CROQUETJES DOOR ALIDA ZEVENBOOM UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE Juffrouw Ali AH".... Vindt u niet dat er iets van het voorjaar inzit? Net of je door het Vondelpark wandelt en de vogeltjes hoort kwinkeleeren? Ali"... Nou, ja, hij zei wel juffrouw" er voor, maar als u hem dat Ali" had hooren zeggen, dan was het u, net als mij, door merg en been gegaan en dat in den schoonmaaktijd Het is toch wel een bizondere man. Als bij wijlen mevrouw schoongemaakt werd, dan was meneer in geen velden of wegen te zien en zijn humeur was net een schip met zure appelen. En zelfs meneer Pierre die toch altijd even opgewekt was, kon dan wel eens een hartig woordje spreken. Maar nooit tegen mij, dat moet ik hem ter eere nageven. En nu Ali", terwijl de kleeden zijn opgenomen en de schilders binnen- en buitenshuis aan den gang zijn en al de stoelen op elkaar in de eetkamer staan en wij in het kantoortje eten. Een mensch mag zich niet aan ijdele gedachten overgeven, zei dominee Koffieberg van de week nog maar een mensch is geen aardappel, dat zeg ik. En Ali" is een verkorting, zoo iets als ik tegen hem zou zeggen: Meneer Bobbie". Stel je voor. Ik schrijf ervan als ik er aan denk en toch als hij mij zoo noemt waarom zou ik dan niet Ik geloof, als de schoonmaak voorbij is, dat ik me maar eens op een avond, als wij knus bij elkaar zitten, verspreken moet en meneer Bobbie" moet zeggen. Ik kan dan altijd zien hoe hij het opneemt. Ziet u het al in de krant staan: Verloofd.Alie Zevenboom en Bobbie Grijpsfuiver. Ik mag er toch niet aan denken want het zou zondige gedachten opwekken en dominee Koffieberg heeft gelijk. Er lag een kaart voor de modeshow en meneer vond dat ik best gaan kon, al was dan al dat werkvolk over de vloer. Ik moet eerlijk zeggen dat ik mijn oogen uit heb gekeken. Hoe durven vrouwen zoo iets te dragen en nog wel fatsoenlijke. Dat had mevrouw zaliger moeten beleven ! Ze zou het bestorven hebben. Ik weet nog dat ze een crinoline droeg. Ik was toen een heel jong ding en alleen voor de schel. Nu gaat alles door de telefoon. Ik was dus zooveel als de telefoonjuffrouw van nu maar het was geen gemeentewerk en ik was maar een dienstbode". Wat is dat allemaal toch veranderd en als ik nu een dienstbode in de krant vraag, dan moet ik adverteeren: hulp in de huishouding" an ders komt er geen kip op. Hulp in de huishouding !" Om de wanorde nog een tikje grooter te maken. Ik ken dat. En een crinoline was al eigenlijk on zedelijk. Ik hoor het dominee Hoogerzeil nog zeggen. Het vlechtwerk des duivels'' noemde hij het. Maar het stond toch wel aardig als onder zoo'n schommelende klok mooie witte kousen uitkwamen en nu zag ik dat een van die modellen ook een soort crinoline aan had, een die alleen in de breedte uitstond. Op het kaartje stond Reveil d'amour". Meneer heeft me uitgelegd wat het beteekende en ik kon het niet helpenVnaar ik dacht in eens aan Ali". En nu hebben wij?nogfmaarjén=lentedag gehad ! En^wèet u nog de mode derjtournures? Meneer Pierre had er een liedje>op dat, geloof ik, erg onfatsoenlijk was. Want, hij zong het nooit als mevrouw in de buurt was maar meneer lachte er altijd om en neuriede het wel mee ook. Het was iets van: ,, Queue de Paris Ri de que Peu Peu de que Ri Pa de Ri queue! Als ik maar durfde zou ik Bob.... meneer vragen wat het beteekent. Er was ook een costuum dat heette: Frissen des bois" ! Rilling in het bosch", zei meneer. Net wat ik in het Vondelpark van de week had. Nee, de avondlucht is op mijn leeftijd niet goed voor een mensch maar wat is tegenwoor dig eigenlijk leeftijd? Dat zit hem in de relativiteits theorie, zei meneer. Alles is betrekkelijk en als het nog eens zoo wordt dat de mensch 140 jaar wordt, dan is een vrouw van drie-en-veertig dat heb ik hem opgegeven als mijn leeftijd, toen ik me bij hem presenteerde eigenlijk in haar eerste jeugd. En of het nu kwam doordat ik op de modeshow een glas witte port gedronken had, weet ik niet, maar ik voelde dat meneer me aankeek zooals meneer Pierre ook wel eens kijken kon. Ik zal morgen een heerlijk soepje voor hem maken.... ,,Chant de Mai" was een japon, waar niets van een rok aan zat, maar eerder een broek leek. Ik vond me zelf toch eigenlijk wel zondig bij al die wereldschheden zoo maar te zitten en taartjes te eten maar moest het er niet van komen nu de vrouwen zooveel van hun beenen laten zien? De duivel zal nog wel verdergaan ook, zei dominee Koffieberg, voor hij zal worden uitgedreven maar dan zal de overwinning ook zooveel te schooner zijn. Maar de tegenkrachten zijn al aan het werk en wij zullen moeten getuigen en daarom zal het goed zijn als onze zusters zich den volke vertoonen gansch gesloten tot den hals en met rok ken tot op den grond." Kenners zeggen: MIJ smaakt allén een BROCHES Cigaret" Maar dacht u dat er n zuster van onder de zestig den moed heeft zich zoo bloot te geven aan de op- en aanmer kingen van haar andere zusters, die niet gesloten zijn tot aan den hals en die beenen hebben dewelke een prooi des duivels zijn, want u mag zeggen wat u wil maar sinds de rokken kort zijn zie je geen kromme beenen meer en ook geen afgezakte kuiten en het wil er bij mij niet in dat daar geen duivelskunsten bij te pas zijn gekomen. Ik zal er Maandagavond dominee Koffieberg eens over spreken. PEEK & CLOPPENBURG Voornaamste Kleedinqinrichtin op elk gebied

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl