De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 16 april pagina 1

16 april 1927 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

rooie Amsterdamracr eekbladvoor Nederland .. sinds vffftiffjaar aan de apita der weekbladen . . . ." ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren i H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF Secretaris der Redactie, C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333; Uitg.t N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM TOJE AND HEEL Sodb OPGERICHT IN 1877 No. 2602 ZATERDAG 16 APRIL 1927 De Ontwapenings conferentie Uitgesteld IN een artikel, getiteld Engeland en de Volken bond" (4 Dec. 1926), hebben wij Engeland ervan beschuldigd, hoe langer hoe meer afvallig te worden van de Volkenbondsidee. Aan Engeland zoo brachten wij toen in her innering is de mislukking te wijten van het protocol van Genève (1924). Op de Britsche Rijksconferentie van 1926 besloten Engeland en de Dominions, dat het nog ontijdig zou zijn, de verplichting te aanvaarden om rechtsgeschillen te onderwerpen aan de beslissing van het Internationale Gerechtshof te 's Gravenhage. En wederom rust hoofdzakelijk op Engeland de schuld, dat de commissie, die de laatste weken te Genève heeft vergaderd ter voorbereiding van de ontwapeningsconferentie, zoo goed als onverrichter zake uiteen zal moeten gaan. Op de laatste Volkenbondsvergadering, die van September 1926, was de verwachting uitgesproken dat een speciale conferentie over het ontwapenings vraagstuk, zou kunnen worden gehouden vóór de eerstvolgende Volkenbondsvergadering, die van Sept. 1927 Aan een commissie werd de taak opgedragen het voorbereidende werk voor deze conferentie te verrichten; zij zou den tekst moeten vaststellen van de ontwerp-overeenkomsten in zake ontwapening'en aan den Volkenbondsraad een advies uitbrengen over den datum, waarop de ontwapenings-conferentie zou kunnen worden bijeengeroepen. Aanvankelijk zou deze commissie in Januari 1927 een begin maken met haar arbeid. Maar opnieuw stak Engeland een spaak in het wiel; het bewerkte, dat de commissie eerst in de tweede helft van Maart . zou bijeenkomen. Reeds toen was het te voorzien, dat deze verschuiving van datum het onmogelijk zou maken, de ontwapenings-conferentie in den zomer van 1927 te doen houden. Deze verwachting is nu bevestigd. Na verscheiden weken te hebben vergaderd, is de commissie er niet in geslaagd, de ontwerpen voor de ontwapenings-overeenkomsten op te stellen; in de laatste maanden van het loopende jaar zal zij een tweede poging daartoe ondernemen; de ont wapenings-conferentie zal dus voorloopig nog niet kunnen worden samengeroepen. Zoowel bij hare beraadslagingen over de beperking van de uitgaven voor de landsverdediging als bij die over de vermindering van de sterkte der vloot mocht het aan de commissie niet gelukken een formule te vinden, waarmede al hare leden zich konden ver eenigen. Wat het eerste onderwerp betreft, hieromtrent werd alleen aangenomen de verplichte toezending aan den Volkenbond van uniforme staten over de militaire uitgaven: het beginsel dus van de publiciteit dezer uitgaven. Over de wijze, waarop men tot beper king ervan zou geraken, liepen de meeningen zeer uiteen. Frankrijk diende twee voorstellen daartoe in: het eerste hield in, dat voor eiken staat het maximum zou worden bepaald van zijn totale militaire uitgaven; het tweede wilde eveneens een maximum vastleggenvan het bedrag, dat zou mogen worden besteed voor de vervaardiging, den aankoop en het onderhoud van oorlogsmateriaal. Het eerste voorstel werd onder bloemen begraven: de commissie achtte een dergelijk besluit zeer wenscheiijk, maar verklaarde zich onmachtig dezen haren wensch te verwezenlijken! Naar aanleiding van het tweede voorstel ontspon zich een debat. Wat Frankrijk wilde, zoo merkte de Duitsche afgevaardigde, graaf Bernstorff, op, zou slechts tot een indirecte beperking van het oorlogs materiaal leiden; beter zou het zijn, dat rechtstreeks te doen, door voor iederen staat vast 'te stellen het maximum aantal van kanonnen, tanks, geweren enz. benevens van de daarvoor benoodigde munitie. Dit verschil van meening over de wijze van beperking had ten gevolge, dat er heelemaal niet beperkt werd! Niet anders ging het bij de beraadslagingen over de bewapening ter zee. Hier stonden Engeland en Frankrijk scherp tegen over elkander. Het laatste land wenschte een beperking van de geheele tonnenmaat der vloot, Engeland daarentegen een beperking, waarbij rekening werd gehouden met de verschillende klassen der oorlogsschepen; ook wilde het volstrekt niet treden in een beperking van het personeel der vloot, zooals Frankrijk had voor gesteld. Ondanks enkele concessies, die Frankrijk aan het standpunt van Engeland deed, bleef de laatste mogendheid weigeren met het Fransche compromis voorstel mede te gaan; zoo bereikte de commissie ook geen resultaat over de vermindering van de sterkte der vloot; vooral onder'den indruk hiervan besloot zij, voorloopig haar werk te staken en dit in October of November voort te zetten. Men kan een aantal redenen aanvoeren, waarom Engeland zich zoo halsstarrig tegen elk compromis heeft verzet: voor dit rijk is de vloot het voornaamste wapen, zoowel ter verdediging als ten aanval; van de sterkte zijner vloot, en hiervan alleen, hangt het af, of het in oorlogstijd de verbinding met de Domi nions en de koloniën kart onderhouden en of het zich den toevoer kan blijven verzekeren van levens middelen en verdere benoodigdheden. Maar deze en soortgelijke redenen zullen altoos gelden; indien Engeland zich uit dezen hoofde niet wil vereenigen met maatregelen tot beperking van de sterkte der vloot, dan zal het nooit zijne toestem ming daartoe geven. Eveneens heeft men de mislukking van het werk der voorbereidingscommissie op rekening willen stellen van den internationalen toestand van dit oogenblik, die sommige mogendheden eerder op ver meerdering, dan op vermindering van hare bewa pening bedacht doet zijn. Wanneer men echter met het bijeenroepen van een ontwapeningsconferentie zal moeten wachten, totdat de barometer van den internationalen toestand bestendig mooi weer" aanwijst, moet men die con ferentie voor de naaste toekomst maar uitvlakken; en met zekerheid kan men wel zeggen, dat de com missie, wanneer zij in October of November a.s. hare werkzaamheden zal hervatten, dit niet zal doen onder omstandigheden, veel gunstiger dan die van dit voorjaar. Laten wij liever het kind bij zijn naam noemen en «rkennen, dat er nog geruimen tijd slechts een uiterst geringe kans zal bestaan, dat de groote mogendheden het met elkaar eens worden over een beperking der DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling Per No, 25 Cent. Advertentie^ ? 0.75 per regel Po&tgiro 72880, Gem.-Qiro O 1000. INHOUD: 1. Prof. Dr. O. W. Kernkamp, De ontwapenings conferentie uitgesteld. 2. Wlnston Churchill, Bij de grenadiers aan het front. 3. Dr. J. B. Matiger, De Romanows Joh. Braakenslek. De ontwapeningsconferentie uitgesteld. 4. Wybo Meyer, Posters and Publicüy. > 5. Dr. U. Huber Noodt, De helm met de witte pluimen L. J. Jordaan, Churchill's milltoenenrede. Annie Salomons, Bijkomst igheden. Dr. Jac. P. Thljsse, Uit de natuur. Red. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen. A. Defresne, Nieuwe verzen O. van Tussen broek, Schimmenspelen. Plasschaert, Schilderkunst. Gerzon's nieuwe gebouwen. J. Vojkuil, Toege paste Kunst Prof. Dr. W. Martin, Ons historisch instituut te Rome. L. J. Jordaan, Bioscopy Mr. M. F. Hennus, Schilderkunst. Jhr. Mr. H. Smlssaert, Op den Econom. Uitkijk. Melis Stoke, Indische opwellingen en Kijmkronyck. Barbarossa, Uit den Gemeenteraad, met teeken. van jantje. Uit het Kladschrift van Jantje C. van Wessem, 6. 9*. 10. II. 13. H. 15. 17. 19. 21. 20. 22. 23. 24. Muziek H. Scholte, Comoedia. Luigi. Pirandello, In 't hotel is er n gestorven. O v Tussenbroek, Bouwkunst op Bati Joh. L., Mijn Film. Cel 2, Telefoon Charivarlus, Chartvarla. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, De Groote Mogend heden en China. bewapening, die van eenige beteekenis zal zijn Wat werd er gezegd, toen het protocol van Genève de driedubbele leus had aangegeven: arbitrage, beveiliging, ontwapening? Dat deze volgorde verkeerd was, en men eerst moest beginnen met een poging tot gedeeltelijke ontwapening. Wat wordt thans in Engeland verkondigd, nu, grootendeels door Engelsche schuld, de ontwapening een hersenschim dreigt te worden? Dat men beter doet, zich voorloopig te wijden aan het werk der moreele ontwapening"; dat men zijn aandacht vooral moet concentreeren op het vinden van rationeele middelen tot minnelijke regeling van internationale geschillen en tot een eensgezind op treden tegen een staat, die den vrede mocht bedreigen; dan zal het vraagstuk van de ontwapening zich zelf regelen! En zoo worden wij van het kastje naar den muur gestuurd. Zoo wint het scepticisme veld. Zoo glijden wij weer naar beneden. En zien het machteloos aan, hoe de wedstrijd in bewapening voortduurt. En bij het uitstellen van de ontwapenings-confe rentie glundert Mars: Een krijgsman wint genoeg, al wint hij niet dan tijd". KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl