De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 23 april pagina 10

23 april 1927 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 APRIL 1927 No. 2603 De Amsterdamsche Stadsschouwburg . De Gemeenteraad en de (los')vaste bespeler T N den- zonderlingen driehoeks-strijd, in T den * Amsterdamschen Gemeenteraad uitgevochten, waarin Verkade en Verbeek, vechtende of meenende te moeten vechten voor hun broodje óók politiek wilden zijn, maar het of te veel of te weinig waren, en waarin zij welhaast de gevangenen van de Ge vangene" werden, in dezen strijd is ook de taak des vasten bespelers van den Stadsschouwburg ter sprake gekomen. Die taak had reeds vroeger de heer Verbeek, juist, meen ik, naar aanleiding van die zelfde Gevangene, ongeveer (ik heb hier de juiste bewoordingen niet bij de hand) aldus geformuleerd: de groote buitenlandsche tooneelsuccessen ook op het tooneel van den Stadsschouwburg te brengen. Dit nu lijkt mij de taak van den vasten bespeler" juist niet'te zijn. Het ideaal ??dus onbereikbare zou zijn, dat de vaste bespeler met groote buitenlandsche tooneelsuccessen, dus long runs" in het buitenland, niets te maken had, maar een tooneelrepertoire van eigen bodem vormde, dat het later tot long runs" in het buitenland zou mogen brengen ! Dit is onbereikbaar; maar wat wel bereikbaar is, althans bereikbaar behoort te worden gemaakt, is de vorming van een staand, dus blijvend repertoire, waartusschen natuurlijk ook wel nsdagsvliegen mogen voorkomen. Waar, en zoo, dit niet van eigen bodem kan geoogst worden, is het onverschillig, van waar zij de stukken hiervoor willen betrekken. Maar eisch is: werk van uit welk gezichtspunt dan ook bezien blijvende waarde. Nu zal toch wel niemand meenen, dat een long run", hier of in het buiten land, eenigen waarborg ook niet het tegendeel: men denke aan het weergaloos SUCCES van Cyrano", dat toch een prachtig stuk is voor de blijvende waarde van een stuk zou vermogen te schenken. Men zou juist kunnen volhouden, dat die veel (n.l. een long run, maar ook niet meer dan dat) belovende stukken voor onze niet- of minder-zwaar gesubsi dieerde gezelschappen (men denke aan Blanke Ballast bij het nieuw Nederl. Tooneel) in 't algemeen zouden moeten gereserveerd blijven. De woordvoerder van den Vrijheidsbond heeft in den Raad, ter verdediging van een voorstel om nu, in deze verwarring, over den Schouwburg voor niet langer dan n jaar te beschikken, betoogd, dat overheidsbemoeiing met tooneelkunst haar vrijheid beperkt, en onvermijdelijk moet leiden tot toestanden als bij het Théatre francais. Tegen deze zienswijze, waarvan herkomst in dit geval licht te bevroeden s, een zienswijze, waartegen wij vroeger elders dan op deze plaats, herhaaldelijk zijn opgekomen, willen wij ook nu nog eens waarschuwen. Wij zijn nog niet .bij benadering zoover, dat wij van Com die-franc,aise-sfeer" last zouden kunnen krijgen. Een traditie van drie eeuwen, zooals in Frankrijk bestaat en hier ontbreekt, kunnen wij niet uit den grond stampen. Tegenover de voordeelen, die traditie biedt om iets blijvends te bereiken, zullen wij te zijner tijd de misschien meer schijnbare, dan reëele nadeelen mee in den koop moeten nemen. (Overigens vergeet men niet, dat het publiek der Comédie franchise de scherpste censor is, scherper dan eenige overheid zou kunnen zijn; het lot van het belangwekkende stuk: Le tombeau du Soldat inconnu geeft hiervan een illustratie). Men bedenke, dat, hoe schoon de vrijheid ook is, men met vrijheid allén, nog geen goede tooneelkun t krijgt. In dit weekblad heeft Top Naeff reeds op de wanverhouding gewezen tusschen 's Raads zorg voor de vrijheid der Kunst, en zijn zorg voor de wijze, waarop de Kunst (met of zonder vrijheid) zal ge diend worden. De overheidsbemoeiing met de tooneelkunst is, het kan niet ontkend, een fiasco geworden. Het her haald gekibbel om den Stadsschouwburg is hiervan minder oorzaak dan symptoom. En de jongste strijd in den Raad moet zelfs blinden in dit opzicht ziende hebben gemaakt. Het doet er in dit opzicht niet toe, of Verkade en Verbeek wel of niet de tooneelkunst goed gediend hebben, wel of niet voldoende ruggegraat in dezen toonden te bezitten; of de katholieken wel of niet zedelijk gerechtigd waren, privatim te verkrijgen, wat hun publiekelijk dreigde te ontgaan; of de Raad wel of niet in dezen driehoek de juiste stelling innam. De fout ligt niet in hoofdzaak bij de personen, maar bij het stelsel. Er is in dit debat ook gesproken Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal Str. koud en warm water op alle kamers PRIVÉBADKAMERS - Telefoon 22223 ULLSTEIN KNIPPATRONEN v A-PWUA/ ONZE PRIJZEN: 15 40 60 Elegant en modern kunt U zich kleden, zonder dat men zal ver moeden dat U Uw kleding zelf vervaardigt. ULLSTEIN KNIPPATRONEN" maken dit mogelik, terwijl U er van verzekerd zijt steeds de laatste Parijse mode te dragen In Amsterdam uitsluitend verkrijgbaar bij GERZON van de verhouding van den Raad tot het sterk ge subsidieerde concertgebouw. De artistieke positie van het concertgebouw staat den hemel zij dank zóó vast, dat daartegen alle politiek, voorloopig althans, te pletter zou loopen. Het bestuur van het concertgebouw moge weer andere, ? en niet geringe ? moeilijkheden hebben, het vormt een noodzakelijken bufferstaat tusschen gemeentelijke subsidieerende overheid en artistieke leiding. Maar de artistieke positie van het vaste gezelschap van een stadsschouwburg welk dit nu ook op een gegeven oogenblik moge zijn staat nog volstrekt niet zoo onwrikbaar vast, dat de politiek daar niets tegen zou vermogen. En juist om tot die artistiek onwrikbare positie ooit te komen, moet het gezel schap van den stadsschouwburg, welk het ook moge zijn, jaren, misschien tientallen jaren lang met rust gelaten worden. Dit schijnt alleen mogelijk, als de Raad genoeg zelfverloochening bezit, om van het overgroot deel van den invloed, dien hij thans op den loop der zaken kan uitoefenen, afstand te doen, niet ten be hoeve van een Raadscommissie, die zich nooit buiten de stroomjngen in den Raad zou weten te houden, maar ten behoeve van een vaste uit de Burgerij gekozen commissie van personen, die geacht kunnen worden in tooneelkunst belang te stellen en op dit gebied bevoegd te zijn, aan welke commissie de be schikking over den stadsschouwburg en over de daaraan verbonden subsidie zou moeten toever trouwd worden. Dat reeds de keuze van deze com missie een vuurproef voor 't hier geschetste stelsel zou beteekenen, ontken ik geen oogenblik. Maar het schijnt de eenig overgebleven uitweg, indien men niet tot zuiver commercieele exploitatie, eenvoudige verhuring, van het gebouw wil overgaan. H. G. d. V. VAN NELLE'S TABAK KWAÜITEIT ALOM VERKRUGBAAR

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl