De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 23 april pagina 17

23 april 1927 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2603 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 APRIL 1927 17 Muziek in de Hoofdstad BOUWKUNST door CONSTANT VAN WESSEM Holl. Kamermuziekvereeniging DAT de musici van onzen tijd zich aan de muziekbeoefening van onzen tijd moeten aanpassen wordt langzamerhand wel duidelijk. De oprichting van deze Hollandsche kamermuziekvereeniging" is er weer een blijk van. Wij zagen reeds op verscheidene concerten van het Concertgebouwsextet, het ensemble, dat eigenlijk het eerst in een behoefte" poogde te voor zien, hoe-de leden van dit ensemble gedwongen werden steeds meer medewerkers te zoeken, om de uitvoe ringen van vooral moderne muziek voor kamerorkest of klein orkest geschreven mogelijk te maken. Wij bezaten reeds in van Warmelo's Klein orkest" een ensemble, dat in streven gelijk te stellen was met de nieuwe Kamermuziek-vereeniging. Waar is dit ensemble gebleven? Wij zagen verscheidene van zijn leden thans mede spelen in het nieuwe ensemble. Het kleine orkest is een eisch van onzen tijd. Niet alleen ter wille van de kleine bezetting waarmede LIEN KORTER, die Woensdag j.l. te Amsterdam debuteerde de klassieken van voor de 19e eeuw hun concerten arrangeerden, noch van de duurte van een groot orkest tegenwoordig, zooals pessimisten het wel eens hebben willen voorstellen. Neen, de moderne com ponist schrijft voor klein orkest, omdat hij niet meer naar klankvulling streeft, naar zoo breed mogelijke geluidsontwikkeling, maar naar klankrytóom, door ieder instrument bij het gebruik te beoordeelen naar zijn individueel klankkarakter. Vertiendubbelde violen komen in het moderne orkest niet meer voor. Eén viool klinkt evengoed als tien. Citeeren wij Collaer: Wanneer tien violen hetzelfde spelen, zijn toch de trillingen niet geheel gelijk. Dit verzwakt de werking der toongolven en de nuances gaan verloren. Een solo instrument heeft het voordeel, dat het een meer weelderigen, uitdrukkingsvolleren toon kan laten klinken en karakteristieker werkt. Daarom ontwikkelt een orkest, dat uit soloinstrumenten bestaat een wezenlijk grooteren klankrijkdom dan het vroegere orkest, niettegenstaande diens verdubbelingen en verdriedubbelingen van groepen en aantal. De con centratie van het moderne orkest tot op enkele in strumenten van solistisch karakter is thans een feit geworden. Het aanwenden van het solistische instrument brengt den modernen componist er toe zich meer ingaand met de uitdrukkingsmiddelen van dat instru ment bezig te houden, bij het componeeren diens individueel karakter te handhaven en in zijn composi ties nuancen en effecten te brengen, die een nieuwe expressiviteit aan de muzikale gedachte geven. Ongetwijfeld heeft het moderne orkest voor de vermeerdering der uitdrukkingsmiddelen van be paalde instrumenten, vooral de blazers en het slagwerk, veel geleerd van den jazzband. In dit licht bezien is Strawinsky's Ragtime voor elf instrumenten" een zeer belangwekkende compo sitie. Zij geeft als het ware het raderwerkje van een nieuwe expressiviteit, geïnspireerd op de effecten van den jazzband, doch vrij van diens sentimenta liteit. Een van onze critici heeft haar inhoud ontstel lend leeg" genoemd, en deze muziek is ook meer amuGerzoe's Nieuwe Gebomw door H. J. M. WALENKAMP D , E ontzaglijk hooge, steeds maar stijgende, als aan geen limiet gebonden grondprijzen in de Centra der groote steden, veroorzaken, dat het nuttig effect der voor bebouwing beschikbare terrein oppervlakten als 't ware tot op den millimeter moet worden uitgebuit. En daar dergelijke oppervlakten in lengte en breedte absoluut begrensd zijn, spreekt het van zelf, dat de onstilbare ruimtehonger uitslui tend door het steeds hooger en dieper gaan bouwen kan verzadigd worden. Een kinderlijk optelsommetje toont reeds onmidde lijk, wat elke verdieping mér voor de inwendig beschikbare ruimte te beteekenen heeft. Het beteekent niet meer of minder, dan het telkenmale wederom geheel benutten van het oorspronkelijk beschikbare grondoppervlak bij elke nieuwe verdieping. Doch dit niet alleen. Want hoe hooger de verdiepingen gelegen zijn, hoe waardevoller voor verschillende typen van groote moderne gebouwen zij worden, daar licht- en luchttoevoer bij het ten hemel stijgen steeds idealer worden ! Hoe hooger dus een verdieping, hoe onbelem merder het licht en hoe zuiverder de atmosfeer er zijn. Mochten in vroeger tijden de bovenverdiepingen der gebouwen door het ernstig bezwaar van het trappenklimmen als minderwaardig gerekend worden, sedert de uitvinding en de groote vervolmaking van het liftsysteem is dit bezwaar nagenoeg geheel onder vangen. Nu de uitstekend en vlug werkende liften in alle moderne groote gebouwen hun onverpoosde functies verrichten, zijn de bovenste verdiepingen de waardevolste in die gebouwen, waar de bizondere aard der werkzaamheden den best mooglijken toevoer van veel en onbelemmerd licht vereischen. * * * In Oerzon's nieuw gebouw tusschen Spuistraat en Singel zijn de voornaamste ateliers (die waar het in de eerste plaats op veel en uitstekend licht aankomt) dus terecht op de hoogste verdiepingen geïnstal leerd. Architect Adriaan Moen, de ontwerper van het bouwwerk, die ons op zijn werk rondleidde, voerde ons zonder bedenken van den beganen grond dan ook, alsof dat zoo vanzelf sprak, met de liftkooi direct naar de bovenste verdieping. Er heerscht daar een echt aangename, opgewekte sfeer, die natuurlijk hoofdzakelijk aan de goede, gelijkmatige lichtverdeeling moet toegeschreven worden. Van hoeveel gewicht deze oordeelkundige lichtverspreiding voor een modeatelier (waar alles op juist zien en zuivere vorm- en kleurafwerking aankomt) is, behoeft niet nader aangeduid te worden. Het is bizonder interessant, in dit gebouw waar te nemen, hoe de lichttoevoer bij het dalen van elke verdieping geleidelijk iets vermindert. Dit is een natuurlijke trapsgewijze afdaling, door den ontwerper uitstekend benut, door in de benedenverdiepingen hoofdzakelijk de uitgestrekte opslagplaatsen op te stellen, waar de ontzettende voorraad stoffen be waard wordt, welke boven in de ateliers verwerkt of in de magazijnen verkocht worden. Op de parterre zijn het groote bediendenkantoor, het privékantoor en de groote vergaderzaal gevestigd. Deze verdieping werd daarom hoofdzakelijk ook met het oog op den lichttoevoer veel hooger dan de andere genomen. Een bouwwerk als dit heeft uit den aard der zaak uitsluitend een zaaklijk" karakter. Luxe in den bouw zal men er tevergeefs zoeken. Het is een atelier, een opslagplaats en kantoorgebouw tegelijkertijd; dit alles spreekt duidelijk uit zijn geheele type en voorkomen. Alles is tot het strikt praktische beperkt. En toch maakt het geheel een flinken, royalen indruk, daar alle toegepaste materialen, hoewel sober, doelmatig en deeglijk zijn. Alles is natuurlijk brand vrij geconstrueerd. Gewapend beton, ijzer en glas voeren als bij alle moderne gebouwen den scepter. De buitengevels zijn echter in baksteen uitgevoerd, met een plint en hier en fiaar banden van gegoten steenslag om het geheel te verlevendigen. Dat hier baksteen toegepast werd, vond zijn grond in het waardeerbare streven, niet al te zeer uit de bestaande oude stadssfeer in dit gedeelte der stad te springen. Het gebouw, nieuw als het nu nog is, past zich reeds thans, wat zijn kleurwerking betreft, goed bij zijn omgeving aan; en binnen enkele jaren zal het natuurlijk nog beter in den algemeenen toon opge nomen worden. Het eenig bezwaar, dat men tegen het uiterlijk aspect van het bouwwerk kan laten gelden, is dat het zich te veel boven zijn omgeving verheft. (Dit geldt vooral voor den hoogen uitbouw aan de Singelzijde bij den hoek van de Raamsteeg.) In dit opzicht is het echter heilig boven verschillende andere groote werken van den laatsten tijd te Amsterdam. We zullen hierover verder maar zwijgen. Alleen dit: Eén van de twee: of de Gemeente zal spoedig geheel andere bepalingen dan de thans geldende ten opzichte der bouwhoogten in de Oude Stad moeten vaststellen; of zij zal hoogere bebouwing zonder bepaalde uitzondering moeten toestaan. In het laatste geval wordt de onovertroffen, ter wereld nige schoonheid der grachten langzaam maar onherroepelijk vernietigd. Gerzon's nieuwe bouwwerk aan den Singel moet, wat zijn hoogte betreft, ten opzichte van enkele andere nog bescheiden genoemd worden, maar dat het de grachteenheid schaadt, kan niet ontkend worden. Afgescheiden van dit laatste echter moeten wij constateeren, dat Amsterdam hier een deeglijk mo dern bouwwerk rijker geworden is. De hoofdkenmer ken ervan, zooals gezegd, zijn eenvoud en ongezocht heid: vooral dit laatste is ons uitermate sympathiek. Vóór alles spreekt er een echt zaaklijke geest uit. Wars is het van aanstellerij, onsmaaklijke pompeus heid of opgeschroefde reclamezucht. Dit wil in dezen tijd, en op dit gebied, heel wat zeggen. sant en vernuftig, dan diepzinnig, maar zij is veel meer dan een overmoedige grap of een modernisme a tort et a travers: constructief zoowel als door een ondanks allésoberheid der middelen groote expansiviteit is zij een interessante studie in herschepping naar den tijdgeest" van oude instrumentale dans vormen geworden. Nog sterker op de klank-plastische werking ingesteld is Malipiero's Ricercari" (Onderzoekingen) inderdaad onderzoekingen, doch hier nog zonder een bereiken, want deze klankstudien blijven boeien zonder te bevredigen. Toch is dit werk belangrijker dan Roussel's nieuwe Serenade", voor vier instrumenten, die zonder vee! nieuws de voetsporen der polytonalisten volgt, en blijft zweven tusschen het impressionisme en de nieuwe zakelijkheid" van heden. Deze drie werken in eerste uitvoering vormden het moderne deel van het programma, dat de Hollandsche Kamermuziekvereeniging op haar eerste concert verleden Donderdag uitvoerde en waarin de stukken van Malipiero en Strawinsky door Paul F. Sanders werden gedirigeerd. Het gedeelte voor de pauze was gewijd aan Rameau en Mozart. De suite uit Ramenau's ballet Les indes galantes" en bewerkt door Dukas, is een aange name muziek zonder veel pretentie, die onder leiding van P. Tiggers een beetje stroef nog liep". Het beste van het geheele programma werd echter de uitvoering van Mozart's concert voor harp en fluit, mede door de meesterlijke voordracht der solopartijen door Rosa Spier en Feltkamp, een uitvoering, die in zekeren zin die van het Concertgebouwsextet nog overtrof, daar de Aula van het Koloniaal Instituut meer expansie toelaat aan het geluid van een klein orkest, dan de al te gevoelige acoustiek van de kleine zaal Concertgebouw, die gauw drukt". Alles bij elkaar hebben wij niet dan de grootste waardeering voor wat door de Hollandsche Kamer muziekvereeniging met dit concert Is geëntameerd. Het spreekt van zelf dat dit ensemble, dat Is samengesteld uit orkestleden van het Concertgebouworkest en andere uit den aard minder in samenspel gerouti neerde medewerkers, nog in hechtheid van samenspel moet groeien, wat in het bijzonder moeilijkheden geeft bij uiterste slagvaardigheid eischende composities als Strawinsky's Ragtime. DIT MERK IS EEN WAARBORG VOOR ONOVERTROFFEN REPRODUCTIE EN ONGEËVENAARDE AFWERKING. N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY, AMSTERD. VEERKADE 22 A DEN HAA«.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl