De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 23 april pagina 5

23 april 1927 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2603 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 APRIL 1927 Amerika's Welvaart door Dr. JAN ROMEIN T) RAMATISCHE gebeurtenissen in de geschie*~* dénis hebben van oudsher meer de aandacht der menschen geboeid, dan de stille om zoo te zeggen nuchtere verschuivingen die zich op den bodem der historie afspelen. Dat is zoo gebleven tot op den huidigen dag, ondanks het feit, dat zich onder de beste historici reeds lang de overtuiging heeft baan gebroken; dat die verschuivingen juist door hun grondig en massaal karakter van meer wezenlijk belang voor den loop der geschiedenis zijn dan het drama aan de oppervlakte. Het succes waarin zich tegenwoordig de journalistiek zeer knappe, maar toch eigenlijk geen nieuws of nieuw inzicht brengende boeken van Emil Ludwig verheugen, is daarvan een nieuw doch overbodig bewijs. We weten wel, dat de verplaatsing van het financieele centrum der wereld van Amsterdam naar Londen in den tijd vanNapoleon, te zamen met het opkomende moderne industrialisme in Engeland in dienzelfden tijd de toekomst der wereld meer en dieper hebben beïnfluenceerd dan Jena en Austerlitz, of zelfs Leipzig en Waterloo, maar we lezen liever over Napoleon dan over de transacties aan de Londensche beurs uit zijn tijd. En toch kan men voorzeker zeggen, ook al zijn zulke alsen" in het ajgerneen gevaarlijk, dat de wereld er nu eender zou uitzien als Napoleon bij Jena verslagen was geworden of bij Waterloo had overwonnen, terwijl het even zeker is, dat de wereld er anders zou uitzien, nog op dit oogenblik, wanneer Engeland aan het begin van de 19de eeuw niet de leiding in het maatschappelijk productie-proces zou hebben genomen. Datzelfde geldt ook voor de gebeurtenissen van onzen eigen tijd. *» * » Er is vorig jaar een boekje verschenen, dat ons inziens bij het iestudeeren dier verschuiving, die wij op zichzelf hier als bekend en gegeven moeten voor onderstellen, gewichtige diensten kan bewijzen, en dat in elk geval een bijzondere plaats verdient in de onoverzienbare literatuur over het jongste Amerika en zijn verbluffende welvaart. Wij bedoelen het reis verhaal en rapport van de 8 Engelsche arbeiders- en vakvereenigingsmannen, die voor rekening van de Daily Mail" den 27sten Februari van het vorig jaar Liverpool verlieten om den lOden April weer in Hymouth te landen. In dien tusschentijd bereisden zij gedurende 33 dagen de Ver. Staten, bezochten er 13 steden, alle, op Washington na, industrieele centra van de hoogste importantie en met tegenwoordig over heel de wereld beroemde namen: New-York, Schenectady, Buffalo en Niagara, Detroit, Flint, Chicago, Gary, Baltimore, Pittsburg, Ambrudge, Cincinnati enz. Een volledig beeld van het leven in de Ver. Staten geeft dit boekje in zijn ruim honderd bladzijden dus allerminst. Gesteld al dat iemand dat zou kunnen, dan reikte de ontwikkeling dezer metaal-arbeidersuit-de-praktijk en hun natuurlijk eenzijdig gerichte belangstelling in elk geval niet zoo ver. Bovendien hebben zij zich binnen het nog ontzaggelijke terrein hunner bevoegdheid en belangstelling verdere be perking opgelegd, door voornamelijk te vorschen naar het geheim van de hoogt loonen in Amerika, dat zij met de scherpe intuïtie van den man en vooral den Engelschman-uit-de-praktijk als het kernprobleem van Amerika's welvaart hebben beschouwd. Zoo heeft ook hier de beperking tot de groote in dustrie en daarbinnen tot de hooge loonen, in die industrie betaald, besliste en grootere voordeelen opgeleverd, dan mogelijke nadeelen, zelfs al kan men niet zeggen, dat zij het geheim der hooge loonen en daarmee van Amerika's huidigen welstand hebben doorgrond. * * De hooge loonen zelf altijd in de groot-industrie en onder«de min of meer geschoolde arbeiders zijn onbetwistbaar. De hier genoemde blijken te variëeren van ? 82.80 tot ? 180 in de week, waarbij men volgens het rapport in aanmerking moet nemen, dat afgezien van huishuur en voedsel, de kosten voor levensonder houd niet belangrijk boven het Engelsche niveau liggen. De arbeiders en fabrikanten, door de commissie daaromtrent ondervraagd, bleken zonder uitzondering van meening, dat deze loonen beschouwd moeten worden als de oorzaak en niet als het gevolg der Ameri kaansche welvaart. De voorstelling is dan deze, dat door die hooge loonen de arbeidsprestatie geprikkeld is, de productie daardoor verhoogd, terwijl die ver hoogde productie een voldoend afzetgebied vond in de arbeidersklasse zelf, daartoe door die hooge loonen in staat gesteld. Met dien reeëlen geest, dieh de historicus ook al aantreft in de eerste debatten van het Huis van afgevaardigden in de eerste dagen der Amerikaansche republiek verbloemden ook nu die Amerikaansche fabrikanten de bedoeling der hooge loonen dus niet. Het woord philantrophie namen zij alleen in den mond om te betoogen, dat deze niet en nooit het uitgangs punt hunner handelingen was. Evenmin is het philan trophie van de fabrikanten, wanneer zij licht en lucht in hun moderne fabrieksgebouwen aanbrengen, leunDuitschiancPs Herleving LICHT- EN SCHADUWZIJDEN stoelen voor de machinisten, waar zij op kunnen uit rusten als de machines eenmaal draaien, of houten vloeren, zoodra gebleken was dat het niets meegevende cement eerder vermoeidheidsverschijnselen wekte, of restaurants en auto-parken voor hun personeel, waar n firma zelfs / 12.000 per maand op toelegt. Al deze dingen van de hooge loonen af tot de goedkoope restaurants, bonussen, winstdeeling, bad, telefoon en auto toe zijn niet nieuw, maar duidelijker dan tevoren blijkt uit dit rapport dat al deze maat regelen, die men gewoonlijk sociaal noemt, de be doeling en in Amerika de uitgesproken bedoeling hebben om de productie heden op te voeren tot een gisteren ongekend peil. Zoo worden ook nieuwe ma chines?altijd weer in de groote industrieën, die met geconcentreerd kapitaal gedreven wordt onmiddel lijk vervangen als er nieuwste aan de markt komen, ook weer met dezelfde nige bedoeling: de productie op te voeren. Dat beeld van intensiteit en overtreff ing der intensi teit rijst scherp op uit het rapport, wat vooral zoo belangrijk is, omdat wij ons hier er nog meestal geen duidelijke voorstelling van maken en kunnen maken. Men kan zich geen voorstelling maken van de moderne biscuit-fabriek b.v. en haar waarlijk massale productie als men de toover-machine niet gezien heeft, waaraan den eenen kant het deeg ingaat en aan den anderen kant de blikken-biscuit verpakt en al uitkomen, acht en vijftig groote blikken en terwijl ik dit schrijf mis schien al wel zestig en meer in de minuut. «? * * * Op n punt is de eenzijdigheid van dit rapport bedenkelijk. Men krijgt het gevoel dat er in dien kringloop: hooge loonen, meer productie, hoogere loonen, nog meer productie toch ergens iets hapert of tenminste elk oogenblik kan gaan haperen en daarover spreekt het rapport niet. Eén gevaar blijkt wel. Het is den Britten niet zonder trots opgevallen, dat zij in bijna alle bezochte fabrieken vroegere kameraden of toch Engelschen tegenkwamen en wei in leidende posities. Zij spreken ergens zelfs van ,,den onvermijdelijken Schot". Eén zegt het ook: Jullie toevloed uit Engeland zal eens aan een eind komen en dan zullen jullie nog behoefte hebben aan geschoolde menschen". Er blijkt aan geschoolde menschen dus gebrek in Amerika en juist de hooge loonen zijn oorzaak, dat dit gebrek niet verholpen wordt, want iemand die meer dan een living wage" verdient, die, zooals zij het daar noemen een ,,saving wage" verdient, een loon-waar-je-van-sparen-kunt", gaat niet verder studeeren, maar staat aan zijn machine, verbetert er hoogstens practisch wat aan en rijdt de rest van zijn tijd in zijn fordje of knutselt aan zijn zelfgebouwde huis. Nu is het mogelijk door technische hooge-scholen dit gebrek aan geschoold personeel te verhelpen, maar zoolang dit niet gebeurt, blijft het een dreigend gevaar, waardoor de voorsprong, die er dus uitsluitend een blijkt van geld, geld en nog eens geld en anders niets, vrij plotseling tot een eind zou kunnen komen. En dan? Ernstiger nog lijkt ons een gevaar, dat deze heele cyclus van hooge loonen en meer productie als een doodskiem in zich bergt, maar waarover het rapport helaas niet of maar vaag spreekt. Wat, als er weer een crisis komt? Dat deze sinds 1921 is uitgebleven, be wijst toch allerminst dat zij steeds weg zal blijven. Als de onvermijdelijke crisis komt, zullen net als in 1920 de loonen omlaag gaan, de afzet daardoor ver minderen in veel heviger mate dan dit hier mogelijk is en de crisis zich zelf verscherpen tot het nu gespaarde spoedig zal zijn gesmolten als sneeuw voor de zon. En dan is het met heel de Amerikaansche goochelheerlijkheid gedaan.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl