De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 23 april pagina 9

23 april 1927 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2603 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 APRIL 1927 VOOR VROUWEN Smitti-College te Northampton (V.S.) door N. MANSFELD?DE WITT HUBERTS ZWERVERS door S. BOS BOVENGENOEMD college werd in 1875 gesticht, 6 jaar na het Vassar-College. In hetzelfde jaar werd ook het Wellesley- College gesticht. Al deze scholen staan vrijwel op dezelfde hoogte, zijn zeer in aanzien en trekken vele leerlingen. Op het oogenblik telt het Smith-College 2080 leerlingen. Deze komen uit 44 verschillende Amerikaansche Staten en uit andere landen. Het bestuur gaat er prat op dat onder de studenten van dit jaar, 140 Smith' kleindochters zijn, d.w.z. meisjes, wier moeders ook op het Smith-College geweest zijn. De onkosten bedragen 300 dollars schoolgeld, 450 dolls. voor kost en inwoning, waarbij dan nog ongeveer 150 doll. komt voor laboratorium onkosten, boeken, entrée's voor uitvoeringen, contributies aan verschillende studentenver. enz., zoodat iemand, die het bepaald comfortable wil hebben, 900 doll. per jaar noodig heeft. Doch er wordt jaarlijks 45000 dollars uitgekeerd aan meisjes, die hulp noodig hebben en blijk geven dit waard te zijn. Ook is er in eenige van de Tehuizen gelegenheid, dat de meisjes huishoudelijk werk ver richten, om daarmede de pensioenkosten te betalen. Er bestaat een commissie van alumnae (oud-stu denten) die de arme studentjes helpt, om bijverdien sten te vinden; bijv. als hulp bij het werk bij kinderen, in dienst der kerk, muziek copiëeren, pianospelen, voorlezen, typewriting, enz. Gewoonlijk wordt hier voor 30 dollarcenten per uur betaald. Ook gedurende de lange zomervacantie kunnen zij bijverdienen als: spelleidsters op openbare speelplaatsen, secretaressen in zomerhotels, leidsters in meisjeskampen, tijdelijke moeder-hulp in groote gezinnen enz. Ook een voorschotbank werd door de alumnae opgericht, waar de meisjes een renteloos voorschot kunnen krijgen, dat zij eerst behoeven terug te betalen, drie jaar nadat zij het eindexamen deden. Zijn zij dan nog niet in staat tot algeheele afbetaling, dan moet 4 pCt. interest betaald worden. Toen Sophia Smith 50 jaar geleden dit college stichtte en daarvoor 300.000 dollars schonk, begon de pioniersklasse met 14 leerlingen en dat aantal bleef in de eerste jaren klein, omdat de toenmalige President, L. Clarke-Seelye, die 35 jaar lang deze functie waarnam en als het ware zijn stempel op de school drukte, als eisch stelde, dat de meisjes die aan het Smith-College wenschten te studeeren, aan dezelfde eischen zouden voldoen als de jongens, die in Harvard of Yale studeerden. Vassar en Wellesley zijn dadelijk met voorbe reidende klassen begonnen om de aanstaande stu denten klaar te maken voor het toelatingsexamen. Smith-College heeft te kampen met zijn eigen grootheid en uitgebreidheid. De tegenwoordige President, William Allan Neilson, doctor in de philosophie, en zijn staf van medewerksters, streven er naar om de individueele behandeling der leerlingen niet in het massale te doen ondergaan. Daarom is er van kazerne-bouw geen sprake en is ook hier, net als in Vassar-College, het grootste deel der leerlingen in huizen ondergebracht, die tezamen een tuindorp vormen. Nog is er niet genoeg plaats en moeten er leerlingen uitbesteed worden. Dit blijkt van grooten invloed te zijn, want wanneer er f reshmen (eerste jaars studenten) zijn die zich terugtrekken, zijn het altijd die externen. Smith-College is bekend om zijn groote cijfers, maar er is n punt, dat men niet statistisch of officieel kan onderbrengen, namelijk: de groote N.v.%F.VANDERHEIDE HILVERSUM '80RAVELANDSCHEWEQ, TEL. 1150. VRAAGT U EENS TEEKEN INGEN EN PRIJSOPGAAF VOOR HET SMAAKVOL INRICHTEN VAN uw LANDHUIS OF VILLA. BEKNOPT PROSPECTUS FRANCO. hulp, aanhankelijkheid en offervaardigheid der alumnae. Deze, die maar al te goed weten welk een moreelen steun het geeft, infern studente te zijn, hebben getracht aan dit euvel eenigszins te gemoet te komen, door bij den 50-sten verjaardag hunner Alma Mater, een som van 600.000 dollars aan te bieden, waarvan weer drie nieuwe Tehuizen kunnen worden gebouwd, zoodat er dan 27 zijn. In elk dier huizen worden 60 meisjes ondergebracht, van elke jaarklasse 15, zoodat deze drie nieuwe Tehuizen weer 180 meisjes tot internen maakt. Ongeveer 400 wachten nu nog op een plaatsje. Vooreerst kan er dus niet meer aan uitbreiding van het aantal leer lingen gedacht worden, maar als er eens een schenking kwam om een aparte school voor juristen en een voor medici te stichten zooals er in de V.S. nog geen bestaan dan zou het bestuur zoo'n gift maar al te gaarne aanvaarden en wel naar middelen zoeken de studenten onderdak te brengen. Behalve dit cadeau bij het 50-jarig bestaan, gaven 90 pCt. der alumnae een bijdrage aan het 4 millioendollarfonds" dat onlangs is gesticht. De helft dier som wordt gereserveerd voor verhooging der salarissen, het overige alweer voor het bouwen van huizen. Zoo werd pas een nieuwe muziekzaal gebouwd, Sage-Hall gedoopt, ter eere van Mrs. Russell-Sage, die de groot ste bijdrage schonk; een gymnastiekzaal en een zwembassin. In het muziek-museum, annex aan de muziekzaal, vond het oude clavecimbaal der stichtster een eereplaatsje. Aan de gezondheid der leerlingen wordt de grootste aandacht gewijd. Er bestaat een speciale gezondheids dienst onder leiding van Dr. Florence Meredith, die door 5 vrouwelijke doktoren wordt bijgestaan. Haar stelregel is: verwennen is een gevaar op zich zelf, maar een fanaticus in de gjzondheidsleer is even erg als iemand die totaal onwetend is op dat punt. Dat neemt niet weg, dat elke studente dagelijks gecon troleerd wordt. De President, wiens verantwoordelijk heid zeker even groot is als van een Burgemeester van een dorp, wordt in zijn taak bijgestaan door commissies, die weer onderverdeeld zijn in: college leidsters, klasse-leidsters (class-dean), opzichteressen, administratrices, doktoren en een paar leeraren. De class-dean wordt aangesteld over een groep eerstejaars-studenten, die zij onder haar hoede houdt, totdat zij haar vier jaar studie doorloopen hebben. Zij is de persoon die met de ouders correspondeert, de belangen der meisjes in alle opzichten behartigt en haar met raad en daad bijstaat. Na 4 jaar keert zulk een class-dean weer in haar vak terug en doceert dan weer een tijd. Niet alleen dat de Smith-studentjes, niettegen staande het groote aantal, geen nummer worden, zij hebben, elk in haar eigen groep, ook medezeggenschap, dat niet alleen futiliteiten betreft, zooals het uit draaien van het licht om 10 uur en hoeveel meisjes, zonder chaperonne, den berg Tom'mogen beklimmen, maar wat betreft de indeeling van lessen, verplichte vakken enz. De kwestie die de gemoederen in de laatste jaren bezighield, was, dat de eerste jaars-studenten, die vol levenslust hun intrede deden, binnen korten tijd ontmoedigd werden en vaak het college weer ver lieten. Een der Sophomores (tweede jaarsstudent) heeft den moed gehad haar opinie openbaar te maken en haar waarschuwing werd aangevuld door eenige alumnae, die zich nog zeer goed herinnerden met hoeveel illusie zij naar Smith-College trokken en hoe vervelend dat eerste jaar was, met een tekort (her haling van hetgeen de vooropleiding haar reeds gegeven had) en een te veel, door te veel nieuwe vakken. De class-deans steunden de freshmen en het resultaat is, dat de commissie van onderwijs een ander leerplan heeft ontworpen, waarbij de eerste jaarstudenten, in overleg met haar klasse-leidster, zelve mogen beslissen in welke vakken zij in het eerste en het tweede jaar college zullen loopen. De eenige vakken die verplichtend zijn gebleven zijn: gezondheidsleer en lichamelijke opvoeding. Een zeer bijzondere verandering is in het jaar 1925 ingevoerd, welke geïnspireerd is door het vredes-opvoedingsysteem, dat door David Starr Jordan is opgemaakt en waarmede hij den prijs van 25000 dollar gewonnen heeft, die door de Jeugdver. voor Internationale Vrede" was uitgeloofd. Daarin wordt vooral de nadruk gelegd op het uitwisselen van studenten en als eerste proeve zullen de Smith-studenten, die de Fransche taal als hoofdvak hebben gekozen, in de gelegenheid worden gesteld, na hun Sophomore (tweedejaar)'een jaar in Frankrijk te gaan werken. TJ) ETRUS was een lastig jong. Bijzonder lastig 1 zelfs! Hij was elf jaar en had z'n heele leven gezworven met een ouden man, dien hij Voader" noemde. Geleerd had hij niets, dus kon hij zichzelf moeilijk bezig houden. Als de andere kinderen rustig in bed zaten te spelen, dan verveelde Petrus zich, hij kroop door z'n bed en maakte er een hondenestje van. Alles maakte hij stuk en vuil. Z'n eten zat tot in z'n haren, overal plukte en trok hij aan. Petrus was ongehoorzaam en moeilijk maar helpen kon hij het niet! Petrus was een boefje, aan vrijheid gewend en nu zou Petrus een gestichtskind worden, want beter worden kon hij niet. O! Zij hebben het daar best, maar och Petrus, arme Petrus hoe zal je dat bolwerken, jij vrijheidsmannetje? Hij spreekt nooit over weggaan of over z'n Voader". Erg verlangen doet hij niet, tenminste dat dach ten we. Totdat, op een avond, we hadden al vroeg licht op, omdat het buiten zoo triest en donker was, aan den deur werd geklopt en gemeld werd: Bezoek voor Petrus". Binnen stapte een oude man, vuil, kletsnat. Een vuilgele baard hangt op z'n jas, een oude pet staat scheef op z'n hoofd. Waar hij gaat laat hij een kletsnatten voetstap achter. Zoekend blijft hij halverwege de zaal staan. Een doordringende schreeuw uit het bed van Petrus en reeds staat hij bij den ouden man, grijpt hem bij z'n jas en springt, als bezeten, heen en weer, steeds schreeuwende: Voader, Voader, bin oe daar nou! 'k het al zoo lang op oe gewacht! Nou gaan me weg hè, nou gaan me weg, wat ben oe lang weg gebleve l" Hebbic me kleere? nou gaan me weer naar 't Lozement, hèVoader?" Vragend en schreeuwend hangt hij aan den man. Die is verlegen met de woeste vreugde van 't kind en zegt, Kruip in oe nest jonk! 'kmot eerst eve uitruste!" En Petrus, de altijd ongehoorzame, doet direct wat hem gezegd wordt. Daar zitten ze saam, de man onwennig, met z'n vuile plunje, afstekend bij al 't witte en schoone om hem heen. Zou hij 't voelen? Petrus houdt steeds z'n jas vast en ze praten samen in een taaltje, voor hen alleen verstaanbaar. 't Gaat over Lozements, kroege, negotie en kleere." Telkens zegt Petrus er tusschen door: me gaan weg hèVoader? ge neemt me toch mee, hè?" "k Mot eerst oe kleere hale jonk! Nee Voader, neem me nou mee, de kleere doe 'k in 't Lozement we! an !" Steeds dichter kruipt hij bij den man, veel zeggen doet hij niet meer, maar z'n oogen bedelen, 't Is of hij den man bezweren wil hem dat niet aan te doen ! 't Is of hij zegt: Dat kan je me niet aandoen, 't kan niet waar zijn, dat jij me in den steek laat, jij ! Heb ik niet al die jaren naast je geloopen, in zon en regen, naast je geslapen in een hooiberg of 's winters dicht tegen je aan in een schuur? Ik heb een vloek en een trap van je gehad, maar ook een warme hap mee van jouw kliek !" Jij bent m'n Voader, jij alleen kan weten wat het is als je me achterlaat. Voader ! Voader ! Z'n oogen bedelen. Eindelijk staat de man op om heen te gaan. Nog eenmaal probeert Petrus zichzelf te bedriegen en roept met overslaande stem: Nou, dag Baasie, dag Jantje, nou gaat Peterus met z'n Voader mee hoor! De oude man legt even z'n hand op 't kinderhoofd en zegt: ,,'k ga oe kleere hale hoor jonk !" Dan verlaat hij de zaal en sukkelt door de lange gang, naar den voordeur. Z'n gebogen gestalte werpt een groote zwarte schaduw op den muur. Af en toe wrijft hij met z'n hand over z'n gezicht. Bij de deur staat hij stil, om de klompen aan de natte voeten te trekken. Dan zegt hij: 't Kon niet langer gaan juffer! Zoo lang mogelijk heb ik hem gehouden, maar hij valt nu wel 20 male op een dag. Nee m'n jonk, 't kon werachtig niet langer! Daar gaat hij heen in den donkeren natten avond. Voor den stoep staat hij nog even stil, weifelend welken kant hij gaan zal, dan verdwijnt hij, met gebogen hoofd, zoo moe en eenzaam, heel eenzaam! Binnen roept 't kind nog eenmaal Voader!" In dat eene woord ligt een machteloos, martelend verlangen om achterna te vliegen dien vuilen ver waarloosden schooier! De voeding van een zuigeling met KARNEMELK van OUD BUSSEM -i' kost 30 cent per dag -%Kerkstraat 67 Telefoon 37344

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl