De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 30 april pagina 10

30 april 1927 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 APRIL 1927 No. 2604 Dramatische Kroniek door TOP NAEFF Vcrceniging Het klassieke drama". Antigone. De Cycloop A NTIGONE" is in de laatste jaren bij onze stu?*"*? deerende jeugd bijzonder in trek. Een groep van Arnhemsche gymnasiasten bestond het, het werk op te boeren in de oorspronkelijke taal, scholieren van andere gymnasia bepaalden zich tot een poging in Nederlandsche vertaling. Als slot-apotheose van het gymnasiaal onderwijs kan men m.i. nauwelijks een betere keuze doen. De handeling is voor een ieder bevattelijk, de strijd tusschen het gelijk" en het hooger gelijk", tusschen het aardsch en het hemelsch recht, pp elk plan nobel te interpreteeren, de tooneelschikking weinig bezwaarlijk, de lengte dit vooral is een goed ding ? niet onrustbarend. Ontvankelijke leerlingen zullen, dank zij de lange voorbereiding, er allicht meer van meenemen dan een gewone leesles hun kan nalaten, en de avond zelf schenkt aan executanten en bevriend publiek ongekende vol doeningen. Wil men behalve dit doel, ook de uitkomst tellen, dan moet worden erkend dat als gevolg van al deze bedrijven, naast Sophokles' tragedie een An tigone" in zakformaat is ontstaan, waarmee wij allengs zijn vertrouwd geraakt, waarnaar wij, afge scheiden van hetgeen wij den Dichter verplicht meenen te zijn, luisteren en kijken, ais naar een edelen wedstrijd, verrast soms door een gevoelig ge luid, een toevallige bekoring, hier of daar. Ook de jongste Antigone", door de Vereeniging Het klassieke drama", moeten we uit dien gezichts hoek beschouwen, om er de verdiensten van te kunnen waardeeren. Nochtans stond men er ditmaal eenigszins anders vóór. Hier waren de scholieren voor een deel leerlingen van een tooneel-vakschool, jonge menschen, die de tooneelkunst beoefenen als hun toekomstig beroep, en onder leiding van hun leer meesters deze opvoering boden als een openbare les. Dat men met de opvoering van een meesterwerk door halve, en minder dan halve krachten, een leemte zou aanvullen in het repertoire van den dag" wie dit ?onderschrijft, toont zich zelf een dilettant, wiens meest kenmerkende eigenschap is, dat hij, waar de man van het vak aarzelt, geen schroom kent. Het ?ware te wenschen, dat uit de Vereeniging Het klassieke drama" eenmaal een Studio" groeide, waar gevorderde leerlingen, onder gunstige omstan digheden en zonder pretentie, zich op de proef kunnen stellen. De waarde van den avond van 20 April li^t voor mij in die mogelijkheid. Men mocht dan bij deze Anti-gone"-vertooning beschikken over betere hulpmiddelen dan liefhebbers in den regel ten dienste staan. Het tooneel van den Stadsschouwburg suggereerde met zijn rustig fond van gordijnen op simpele en schoone wijze den vóórgevel van het Koninklijk paleis, met den donkeren hoofdingang, als een poort tot rouwen bestemd. De belichting, ook van het plein daarvóór, werkte, van de vroege morgenschemering tot den droeven avond, mede; er was ruimte, orde en regelmaat, een uiterlijk harmonisch beeld. Wie maar even weet wat het vraagt: een Orieksch kleed te plooien, de figuren te stellen en, als op het klassiek schaakbord, voort te bewegen zonder stoornis voor het oog, brengt hiervoor den regisseur, Balth. Verhagen gaarne hulde, al dient daarbij terstond erkend, dat er aan de theatrale verlevendiging van dit beeld weinig fantasie was besteed, dat slechts n enkel moment (het opdragen van het lijk van Haimoon) te midden der schoolsche groepeering door diepere schoonheid trof, en dat de vereenvoudiging van het koor" tot twee sprekende, en n zwijgenden,,grijsaard", overal waar het koor deel moet nemen aan de handeling, uit dramatisch oogpunt een onverantwoordelijke leegte liet! Dit, wat de plastiek betreft, waarbij de kleurenmengeling weinig kernachtig, maar wel fijn deed, met uitzondering van het costuum van Teiresias, dat, te wit, er uit sprong. NA VOLBRACHTE DAGTAAK De voordracht" der verzen men komt vanzelf op het woord als men den geheelen avond dit vlakke spreken zonder draagwijdte of draagkracht heeft aangehoord de voordracht, zij moge principieel" zijn, liet veel te wenschen. Wij misten gestadig den ondertoon, wij misten: Ie soufflé", den adem, die het woord van de aarde losblaast; het bleef droog en onbezield. Eén alleen steeg er boven uit, de jonge man die voor Kreoon's zoon Haimoon speelde. Daar opeens sprak het dichterhart. Het bezwaar van zijn, voor een Oriekschen jongeling wat nietige gestalte, verdween op slag, wij luisterden getroffen, wij raakten, gode zij dank, ontroerd. Deze jonge Haimoon het pro gramma noemt geen namen heeft zijn geheim, het ondoorgrondelijke: waarom de een op het tooneel atmosfeer brengt, en de ander niet? wél bewaard. Geen der anderen ook Antigone niet had poëzie, gelijk hij. Toch moet ook de jonge actrice, die aan de fiere koningsdochter gestalte gaf, met lof worden genoemd om de intelligente, strakke en gespannen interpretatie van een rol, die ik in dit kader niet eens zwaar zou willen noemen: zij zou verpletterend zijn als we uitgingen van het plan, waarop een Antigoneopvoering als dichtwerk zou behooren te staan. Haar stem is van nature niet melodieus, het volume gering, met andere middelen moest zij hier iets bereiken, met de exaltatie van haar geheele wezen, door houding en gebaar. Noch de gesmoorde innigheid jegens Ismene straalde door haar woorden, noch deed zij ons beseffen, dat zij daar stond in goddelijke opdracht, als tolk der verhevenst dichterlijke verbeelding, pleitend voor het hoogste recht van den mensch, om als martelares den dood in te gaan. Dichter bij een Judith" stond ze, dan bij een Antigone, de toch ook zoo lieflijke, zuster lijke, schier kinderlijke. Doch edel en levend bleef haar figuurtje, en uit het hooghartig verweer tegenover Kreoon sprak temperament en overtuiging. De Kreoon is de ramp der gymnasiale Antigone's, ook deze Caesar van het dilettantisme ontkwam zijn noodlot niet, zelfs lichtelijk comisch werkte hij in zijn subtiele afmetingen. Een onbeholpen Ismene, een brave Teiresias, wien men, evenals Antigone, had willen toeroepen: bedenk, dat gij een tolk der goden zijt, een visionnair, een uitverkorene! een onbeduidende Bode", een gevoelige Eurydike, en twee Koorzeggcrs, van wie de een nu en dan iets bereikte, de tweede geheel faalde. Met het, zooals het programma zegt: psalmndiëerend zingen der stasima, leek mij het ideaal nog niet gevonden. De woorden schenen eer de muziek te begeleiden, dan de muziek de woorden, en soms naderde men met die willekeurig afgebroken phrasen, zonderlinge pauzes en ongemotiveerde be toningen bedenkelijk dicht de aan het klavier voorge dragen advertentie, of het zot effect, dat Wagenaar in zijn Schipbreuk" zoo gelukkig heeft betracht: De.... natuur, was op den O-ceaan Bij-zonder fraai " TUYNENBUPG ISCHILDEPS Intusschen moet ik bekennen, dat waar het voor mijn gevoelen zonder al te hevige tekstverwringingen gelukte om het gesproken woord met den toon te doen versmelten, dit de emphase" bracht, waarnaar zoowel de vertaling, van Balth. Verhagen, als het reciet mij den ganschen avond vergeefs had laten smachten. Met De Cycloop", een satyrspel van Euripides, werd vermakelijk besloten. Een unicum, deze aan schouwelijke voorstelling van het avontuur, waarin Odysseus den menschenetenden cycloop Polyphemos versloeg, door hem met een, als een luci fer aangegloeiden denneboom zijn ne kostbare oog uit te branden; hetgeen het programma als een ver overing van de beschaving op het brute geweld" aan merkt. Beware ons ! We hoorden het sissen ! Behalve op deze moraal, zou ik op de vertooning geen kritiek willen uitoefenen; hier is nauwelijks een maatstaf; hoop-en-al krijgt men in het schimmenspel eens iets van de Odyssea" te genieten, hier zagen we de Saters, de Zeelieden, den Cycloop in levenden lijve, en be grepen, ook zonder dat we er veel van verstonden, hoe het den Trojaanschen held daar te moede moet zijn geweest. Meer dan bij de aankleeding van Antigone", vond hier Harry van Tussenbroek gelegenheid iets van zijn fantasie uit te vieren in de primitieve costuums der holbewoners. Willem Deering had in den buik van de Etna de smidse van den Cycloop gehouwen, en dit decor werkte mee tot aardige regievondstjes, zooals het wegvluchten der kleine naakte satyrs, met de rij van verschrikte kopjes over den bergrand, en het neerzitten van dit koor, als wijlen de negertjes", met hun scharminkelige rugjes naar hetpubliek,_terwijl ze luisteren naar Odysseus' verhaal. De ongelukkige Kreoon voldeed thans beter als operette-Odysseus, een intellectueel", met eenfauxair van Piet Paaltjes. En weer was hier de jonge man, die als Haimoon" had uitgeblonken, thans als Aan voerder van het Koor van Satyren", de beste. Pijper's musikale illustratie van het geval gaf, voor mijn leekenverstand, er driekwart van de ^be koring aan. Vraagt steeds VAN OUOS HET BESTE MERK te RIO DE JANEIRO, behoorende tot de Congregatie der E. E. Paters Benedictijnen in Brazilië. UITGIFTE van /2.100.000,-7pCt.leHyp.l2jarii|eOb!igatiên in stukken van ? 1000,?. Coupons en lossingen vrij van tegenwoordige en toekomstige Braziliaansche belastingen. De ondergeteekende bericht, dat de inschrijving op bovengenoemde obligatiën tot den koers van 99 pCt. zal zijn opengesteld op Donderdag, den 5<ten Mei 1927 van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur te haren kantoren Alhier, te Rotterdam, 's-Gravenhage, Almelo, Arnhem, Delft, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Groningen,'s-Hertogenbosch, Hilversum, Leeuwarden, Maastricht, Nijkerk, Schiedam, Tilburg, Utrecht, Voorburg, Wormerveeren Zaandam, alwaar prospectussen en inschrijvingsformulieren verkrijgbaar zijn. INCASSO-BANK. AMSTERDAM, 29 April 1927.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl