Historisch Archief 1877-1940
.. 2604
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 APRIL 1927
17
HET METIER,
»,St. Franciscus van Assisië" Reni'
brandt Theater. De Wolga-bootman".
Toschinsky.
LS ik van een film lees, dat ze
onder speciale aanmoediging van
een gouvernement is vervaar
digd, dat moeite noch kosten
zijn gespaard en de première
plaats had in een of ander offi
cieel kunstgebouw, in tegen
woordigheid van autoriteiten
' dan krijg ik het benauwd. Want
een onloochenbaar instinct zegt
me, dat we het niet moeten hebben, van die gepatroni
seerde kunst-uit-de-broeikas dat de regeerders, die
een film-?industrie" in het leven willen roepen zooals
ze het een kanonnen- of jutezakken-productie zouden
doen, er faliekant naast zijn. Het is veeleer de zon
derling, die voor zijn laatste duiten een paar kilo
meters film en een opname-toestel koopt, om met de
gratuite medewerking van enkele enthousiaste vrien
den een film ta maken, door geen ander motief
bewogen, dan de groote liefde voor den nieuwen
kunstvorm het is veeleer die zonderling, welke
mijn hart doet opspringen van vreugde en verwach
ting: tien tegen een, dat er iets bijzonders of iets
moois voor den dag komt.
Naar het schijnt, bewandelt men in Italiëden weg
in het eerste voorbeeld aangegeven. Niemand minder
dan Mussolini interesseert zich voor de ontwikkeling
eener nationale filmproductie. Hij heeft den dienst der
spoorwegen georganiseerd, de landsverdediging en de
publieke moraliteit op poolen gezet en het geeft
sterk den indruk, dat de Duce nu voornemens is, een
Italiaansche filmkunst uit den grond te stampen.
Misschien droomt hij reeds van een cinematografisch
Krupp-Creuzot Concern, dat de wereld ook op dit
gebied van de Italiaansche superioriteit zal over
tuigen. In ieder geval staat in de aankondiging
der film St. Franciscus van Assisië" het heu
gelijke feit vermeld, dat de première plaats had
in het Augusteo voor den koning en tout Rome",
terwijl met extra vette letters de aanwezigheid wordt
vermeld van drie ministers, vier onder-secretarissen,
negentien senatoren en zeven en dertig afgevaardigden!
Ik verzoek den gemiddelden Nederlander, dewelke
over het algemeen meer belangstelt in de faits et
gestes van den ober, die hem zijn halven uitsmijter
brengt, dan in de gedragingen van zijn ministers en
afgevaardigden niet te glimlachen. In Italiëwil dit
zeggen, dat men getuige is van een nationale prestatie
van den eersten rang en het past ons geenszins, een
werk, dat ten doop werd gehouden door een koning,
drie ministers, vier onder-secretarissen, negentien
senatoren en zeven en dertig afgevaardigden, te
negeeren. Vooral niet, waar het met het praedicaat
representatief" de wereld is ingestuurd.
Van de nieuwere Italiaansche filmproductie hebben
we hier binnen korten tijd twee belangrijke exemplaren
onder oogen gekregen: De Nar" van Annibale
Betrone en nu deze St. Franciscus"-film. Zij geven
beide den indruk, dat deze menschen nog alles te
leeren hebben van het vak van het Métier. Ik
laat hier de artistieke kwaliteiten nog buiten be
schouwing. Als iedere kunst toch, is de cinematografie
in de eerste plaats een vak, dat gekend wil wezen. Ik
bedoel hier niet de foto-techniek en regie dit zijn
de rudimentaire factoren, waarin met een bekwamen
operateur en een geroutineerd directer" aanstonds is
te voorzien. Ik heb hier het oog op de hoogere vak
kennis het edeler deel van het métier: het vermogen
om met zuiver cinéastische middelen een gedachte,
een gebeurtenis, een emotie weer te geven m.a.w.
een film te maken. Ik zou dit met het vioolspel willen
vergelijken: in de eerste plaats is natuurlijk noodig
een goed instrument en de mechanische ontwikkeling
van rechter- en linkerhand maar dan komt het
andere, betere deel van de techniek: een fraaie, volle
toon een habiele, intelligente muzikaliteit. Dat is
allemaal nog métier, al wordt het door sommigen
reeds voor kunst aangezien daarachter, in het rijk
der groote muzikale gedachte, begint eerst de
waarNederlandsche Munt
Holland's beste 10 cents sigaar
achtige kunst. Welnu het instrument en de mecha
nische techniek bezitten de Italianen die zijn,
zooals ik zei, in de persoon van een goed operateur
en regisseur eenvoudig te huren. Deze ingrediënten
hebben zij zich zoo duur en zoo voortreffelijk moge
lijk aangeschaft (?Grazie, Benito !") maar wat ze er
mee voor den dag brengen is geen film zelfs geen
gefotografeerd tooneel, het is erger het is een
gefotografeerde opera l
** *
Een van de prachtigste en kernachtigste eigen
schappen van de film, is haar enorm dynamisch
register. Meer dan eenige andere expressie-vorm
beschikt zij over een oneindig aantal variaties
tusschen de stormachtigste beweging en de meest
volmaakte rust. Het is deze afwisseling, die ook een
onbeduidende film, mits door een goed vakman
gehanteerd, boeiend en belangwekkend maakt. Die
vakman weet toch, dat zijn mogelijkheden niet alleen
liggen in de snelle actie, het heftige gebaar maar
ook zeer zeker in de geladenheid van het verstilde
gebeuren. Hij weet, dat het tempo voor het lichtspel
van een vitale beteekenis is, dat van zijn ritenuto,
zijn point d'orgue, zijn accelerando alles afhangt.
Daarnaast is hij er diep van doordrongen, dat de
expressie-accoustiek van de film uiterst gevoelig is
dat men, om een ander beeld te gebruiken, de
menschelijke emoties niet door een verrekijker ziet, maar
door de loupe! Het een zeggen wil, dat men het
hoeveel aan expressie en plastiek zorgvuldiger moet
afwegen dan in welken dramatischer! kunstvorm
ook. Dit alles zijn karakteristieke eigenschappen
van het métier, die de Duitsche, Fransche en (zeker
ook !) de Amerikaansche cinegrafisten zich de laatste
tien jaren, na hard ploeteren en studeeren hebben
eigengemaakt.
Welnu de Italianen, met de gelukkige onwetendheid
van dillettanten, trekken zich van dit alles niets aan.
Het is zeer leerzaam dit schutterige geliefhebber
eens te vergelijken met den solieden, vakkundigen
arbeid van Ceci'l B. de Mille's Wolga-bootman".
Er is te dezer plaatse indertijd heftig te keer gegaan
tegen den regisseur de Mille, toen men zijn Ten
Commandments" als een wereldkunstwerk wilde
pousseeren. Het wees den verkeerden weg het drong
de füm naar het leege, protsige kijkspul en leverde als
zoodanig een ernstig gevaar op voor de ontwikkeling
der cinematografie. Het was noodzakelijk, dat met
deze holle bombarie, die de benarde Duitsche en
Fransche filmkunst dreigde dood te drukken, eens
voor al werd afgerekend. Nu is de Mille teruggekeerd,
na eenige jaren en de billijkheid gebiedt te erkennen,
dat zijn werk enorm heeft gewonnen. Het is soberder,
strakker geworden en vooral zijn beheersching van
het métier is opmerkelijk gegroeid.
Men versta mij niet verkeerd met kunst heeft dit
werk, meen ik, nog zeer weinig van doen. Het is na
het hartstochtelijke Potemkin"-cpos, een spannend
verhaaltje meer niet! Maar afgezien daarvan boeit
het door zijn voortreffelijke behandeling van het
materiaal, in tegenstelling, gelijk ik zei, met het
werk van de Italianen. Laat mij dit met een voor
beeld verduidelijken.
In de Wolga-bootman" komt een scène voor,
waarin een voor-oorlogsch adellijk officier tegenover
een jongen bootsleeper staat. Het zijn tweewerelden,
die elkaar raken: de hautaine, laatdunkende heer
schappij en de wrokkende, inwendig-razende sla
vernij. In deze heele scène, die geladen is van dra
matische spanning en gloeienden haat, worden
maar twee bewegingen van beteekenis gemaakt:
n, waarbij de jonge moejik gedwongen wordt,
de gelakte laars van zijn vijand schoon te vegen
de andere, waarbij hij een zweepslag in het ge
zicht krijgt. Het tooneeltje duurt hoogstens vijf
minuten, maar het lijkt een eeuwigheid, Gaat dit zien !
Gaat zien, hoe de knappe cinegrafist, die de Mille zich
hier zonder twijfel toont, het tempo en de dynamiek
op meesterlijke wijze beheerscht.Verwondert u erover,
hoe het ziedt en kookt onder deze schijnbare
onbewogenheid hoe de spanning der situatie wordt
opgevoerd. Zooals gezegd zij maken geen merkbare
beweging en zien elkaar onafgebroken aan de
officier vol kwaadaardige triomf, de bootsleeper glim
lachend, maar zoo, dat het u koud over den rug loopt.
Als de proletariër zich langzaam langzaam bukt,
om de laars te reinigen, blijft hij zijn kwelgeest onaf
gebroken aanzien glimlachend. Als hij de felle,
brandende zweepslag over het gezicht krijgt, veert even
heel zijn mannelijkheid op, om dien hoon te wreken
maar hij beheerscht zich. Hij brengt slechts langzaam
langzaam de hand naar de bloedige striem en
glimlacht. Dit is voortreffelijk dit is het métier in
zijn volle kracht.
Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal
Str. kond en warm water op alle kamers
PRIVÉBADKAMERS Telefoon 22223
Vergelijk hiermee het tafereel uit St. Franciscus",
dat het keerpunt beteekent in het leven van den
heilige en dat het verhaal tevens psychologisch moet
verklaren. Franciscus is bezig zich met het zwaard te
oefenen maar voelt zich plotseling door een vreemde
onrust bevangen." Die vreemde onrust" openbaart
zich hierin, dat Franciscus wijdbeens voor- en achteruit
waggelt allertheatraalst naar zijn hart grijpt en met
een ijselijk verwrongen gezicht in zijn zetel neersmakt
opera ! Dit is ouwerwetsch dit is de filmtech
niek van twintig jaar terug, toen de vuige moordenaar
alleen zijn wroeging kon duidelijk maken, door een
soort van epileptischen aanval. Deze twee voorbeelden
van voldragen, beheerschte vakkennis ter eene zijde
en schutterig dillettantisme aan den anderen kant,
zijn typeerend voor de beide werken.
De Franciscus-film heeft af en toe aardige (statische!)
composities, maar is overigens van een bedroevende
stunteligheid. De handeling is verward en onsamen
hangend en voor den met-katholiek volslagen onbegrij
pelijk. Het tempo deugt niet alles is veel te snel op
genomen, zoodat bij de theaterprojectie(die nu eenmaal
moorddadig vlug gaat) engelen en bedelaars, heiligen en
soldaten in hetzelfde jachtige kippendriftje over het
doek dribbelen wat af en toe tot een onbedoeld
komisch effect leidt. Tenslotte wordt het heele drama
voorgedragen, met het eigenaardige opera-pathos, dat
wij alleen nog maar terwille van de hooge C verdragen.
De bisschop, in het verhoor van Franciscus en diens
vader heeft niets van de olympische hooghartigheid
en ongenaakbaarheid van een kerkvorst, die recht
moet spreken ? hij doet veeleer denken aan een
ijverigen kruidenier, die het zijn klantjes zooveel
mogelijk naar den zin tracht te maken hij doet te
erg zijn best ! Juist dat is de kwestie: al deze lieden
doen te veel hun best het is het fatale trop de
zêle", dat den dillettant kenmerkt.
Van de Franciscus-creatie zal ik niet te veel zeggen
het schijnt, dat zij in de Katholieke wereld
algemeene tevredenheid heeft gewekt ik voor mij,
had van den nobelen dweeper, den vurigen idealist
een andere voorstelling, dan Pasquali in deze imbeciele
figuur geeft.
Ik heb met de bespreking van De Nar", die nog
slechter was, gewacht tot een tweede specimen van de
jonge Italiaansche filmkunst gebracht zou zijn. Nu dit
Katholieke propaganda-werk, dat onder de koeste
rende auspiciën van Kerk en Staat beide, is groot
gebracht, voor ons ligt, meende ik de resultaten der
Italiaansche cinematografie van de laatste jaren,
uitvoeriger te moeten behandelen. De kennismaking
is niet plezierig allen ministers, onder-secretarissen
en senatoren ten spijt. En onwillekeurig gaan de
gedachten terug, naar het onbenullige Salammbö",
dat zijn première ook beleefde in den eersten kunst
tempel van Parijs, in tegenwoordigheid van kunste
naars en autoriteiten om daarna als een baksteen
te vallen, terwijl de 2500-francs film Ménilmontant"
nog steeds tot het allerbeste werk van het interna
tionale repertoire behoort. Daar is een terrein, waarop
de eenzame Kirsanoff's de gezamenlijke Mussolini's
glorierijk verslaan. Een ding is maar jammer: zij zijn
nu juist de laatste menschen om industrieën" in
leven te roepen !....
KONINKLIJKE BAZAR
82, ZEESTRAAT DEN HAAG
WAAR ELKE PETIT R I E N" IS
EEN GENOEGEN OM TE GEVEN EN
EEN VREUGDE OM TE ONTVANGEN.