De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 30 april pagina 23

30 april 1927 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

No. 2604 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 APRIL 1927 23 FEUILLETON: Uit Stierengevechten in Spanje De Concurrent van den Voetbal HET is zeker, dat men in de arena niet de gunstigste zijde van het Spaansche karakter leert kennen. De eerste keeren verlaat men zoo'n voor stelling met een gevoel van afkeer van een volk,dat zich dermate laat meesleepen door een stupide, wreede verttooning of die zelfs maar tolereert. Het publiek ziet men slechts als lage sadisten, de stierenvechters als mooi opgetuigde sla gers. Doch langzamerhand wijzigt zich die meening wel eenigszins. Men be merkt, dat het hun niet te doen is om het bloederige; accepteeren dat lakqnieJc als een noodzakelijk kwaad en genieten van de rest als van een sport, een wed strijd, waarvan de uitslag weliswaar steeds vooruit bekend is de stier ver liest nu eenmaal maar waaraan het verloop de spanning geeft, die hen tot de grootste opgewondenheid vervoert. De voetbalwedstrijden, waarvoor in Spanje ook enorme belangstelling bestaat en die dan ook steeds zeer druk bezet zijn, worden als eengroote concurrent van de stierengevechten beschouwd. Het is opmerkelijk, dat van de Spanje bewonende, niet echt-Spaansche rassen, als de Basken en de Catalanen slechts zeer enkelen trouwe bezoekers van de arena zijn. In de groote steden wordt van Maart tot October minstens een Corrida" per week gehouden, dikwijls twee. In de kleinere plaatsen alleen pp bijzondere feestdagen. Die dagen zijn voor de in woners de belangrijkste dagen van het jaar; nergens wordt gewerkt, de geheele stad vlagt, de meeste huizen drapeeren volgensSpaansche gewoonte hun balcpns, verschillende hoofdstraten zijn versierd met vanen en guirlandes, de geheele plaats is n levendigheid en vroolijkheid. Er wordt veel toilet gemaakt, de Spaansche Grandes" met de karakteris tieke hooge kam in het haar, waarover de kostbare mantilla, een soms veelkleu rig geborduurde shawl. Tegen den aan vangstijd van het gevecht rijdt een onaf gebroken file van rijtuigen naar de Arena. Het is een weelde van kleuren, een stukje Spaansch leven, waarvan menig regis seur stof kan putten voor een Carmentooneeltje. Tegen woordig is veel van het schilderachtige weggenomen door de in dit milieu uiterst parvenu-achtig aan doende auto's, maar het grootste deel van de Spaansche aristocratie komt nog in door 2, 4 of 6 paarden getrokken landauers of te paard j de lagere standen in eenvoudiger rijtuigjes, ezelwagens of te voet. In de groote steden is het voor den aanvang van een stierengevecht minder schilderachtig.doch ook hier is het inte ressant de drukte gade te slaan. Men krijgt hier denzelfden indruk als van de drukte voor den aanvang van een grooten voetbalwedstrijd bij ons. Toch maakt het Spaansche karakter alles luidruchtiger en levendiger. Er zijn aan de arena nog plaatsen te krijgen, maar verreweg de meeste plaat sen zijn al bij voorverkoop verkocht. De prijs van de plaatsen hangt af van den afstand tot den ring" en alle rangen zijn nog onderverdeeld in Zon en Schaduw. Zon is belangrijk goedkooper, maar het is ook geen pretje een plaats in de gloei ende zon en de meeste gevechten zijn 's middags van 5 tot 7 men ziet er slecht met zon tegen". Vele van de groote arena's kunnen verlicht worden en daar vinden ook soms 's avonds ge vechten plaats. Omstreeks vijf minuten voor den aan vang is al het publiek aanwezig, men kijkt reeds naar de met een tapijt be hangen loge van den president en er wordt al een zekere onrust merkbaar. Tot aan den aanvang loopen eenige man nen in de arena, die de versnapering bij een stierengevecht, zakjes pinda's verkoopen. Met een verbijsterende juistheid werpen ze de zakjes naar de tientallen verder zittende klanten, die daarvoor In ruil een tien-centiemstukje naar hen gooien. Ik heb een man met n arm gezien.die onfeilbaar de zakjes plaatste" en met nooit missende zekerheid de soms zeer onhandig gegooide geldstukjes opving. Deze wijze van pinda's verkoopen is een afleiding voor de wachtenden, die door hun eenvoud zeer geslaagd is. Dan drie minuten voor den aanvang begint een van het publiek te fluiten en dat is het sein voor een algemeen geloei, gefluit, getoeter, dat hooren en zien ver gaat. Is aangekondigd, dat een gevecht om vijf uur zal beginnen, dan wil het publiek dat ook stipt vijf uur begonnen wordt en dit is ook de eenige voorstelling in Spanje, die precies op tijd begint. De groote klok in de arena wijst n minuut voor vijf; het lawaai is overdonderend, men kan zijn buurman niet verstaan. Dan verschijnt de president in zijn loge met zijn gevolg en dadelijk wordt het stil. De klok wijst vijf uur, de president zwaait even met zijn zakdoek, op dit sein klinkt een hoornsignaal en de heraut rijdt uit de ingangspoort naar het mid den van de arena en vandaar tot onder de loge van den president, waar hij met eleganten zwaai van zijn baret zijn saluut maakt. De president groet terug en de heraut rijdt weer naar den ingang, waar op allen, die aan het gevecht op eenigerlei wijze zullen deelnemen, eveneens naar het midden van de arena schrijden en vandaar naar de presidentsloge, waar ook zij hun groet brengen. Voorop gaan de Espadas, de eigenlijke stierenvechters, die den stier ook dooden, dan de banderilleros en de capeadpres, die ook een belangrijk aandeel bij het gevecht hebben. Ze zijn allen gekleed in oud-Spaansche kleederdracht, een goud kleurig costuum, witte kousen, smalle zwarte das en zwarte steek. Dan volgen de picadores op hun paarden. Ze zijn ge harnast en hebben een ronde helm op en de lange lans in de hand. Na hen volgen de helpers en de mooi opgetuigde paar den, die de doode paarden en stieren uit de arena zullen sleepen. Na het défiléverwijderen allen zich weer, alleen de eerst-optredenden blijven achter. De helpers staan klaar in de gang, de doeken waarmede de stieren opgehitst zullen worden, worden klaar gelegd en alles is gereed voor den strijd. Dan rijdt de heraut weer naar den president, deze werpt de sleutels van de stallen in zijn baret. De heraut brengt deze naar den stalmeester en rijdt dan spoorslags weg. Het groote moment is dan aangebroken. Het publiek ziet toe in ademlooze stilte, er heerscht de groote spanning, die een gevecht steeds voorafgaat. Nu maakt de stalmeester een staldeur open en onmid dellijk rent brieschend een stier in de arena. Hij kijkt verschrikt om zich heen, plotseling van den donkeren stal in het volle licht verplaatst, ziet verwonderd naar het publiek; dan ontwaart hij rechts van zich een capeador, een gekleurde mantilla zwaaiend, en rent er op af. Dtze wacht den aanval niet af, maar springt snel over de schutting. Vervolgens stelt zich ter linkerzijde van den stier een andere capeador op en zwaait eveneens zijn mantilla. Nu moet de stier hierop afsnellen. Dit zijn alle slechts middelen om te controleeren of de stier wel vol doende reageert en of hij met beide oogen goed ziet. Is dit niet het geval, dan pro testeert het publiek op oorverdoovende wijze. Alle meegebrachte instrumenten doen dienst, hoorns, claxons, ratels, fluit: jes enz. Ze willen dezen stier niet, ver langen een anderen. De beslissing is aan den president. Gaat deze er niet op in, dan wordt het getier nog erger. Ten slotte klapt het publiek, alle tegelijk, in een bepaald rhythme in de handen als blijk van hun gloeiende verontwaardiging. Het baantje van president (ze worden door den staat aangesteld) is alles be halve gemakkelijk. Geeft hij het publiek zijn zin, dan jaagt hij den stalbezitter, gewoonlijk iemand van hoogen adel, te gen zich in het harnas. Het is voor de eigenaars van een stal een hooge eer, dat hun stieren goed vechten. De namen van stal en stieren zijn reeds weken tevoren bekend gemaakt. Bovendien, een goede stier is duur. Laat hij echter den stier niet vervangen, dan krijgt hij het publiek tegen zich en dit heeft in Spanje een ?enorme macht en wordt overal naar de ?oogen gezien. Intusschen vervolgen de capeadoreshet spel met den stier en dik wijls wordt deze langzamerhand beter", wordt hij door het onafgebroken tergen geprikkelder en onstuimiger. Het gebeurt dan ook zeer zelden, dat een stier weg geleid wordt. H. (Slot volgt) Kenners zeggen: MIJ smaakt allén een BROCHES Cigaret"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl