De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 30 april pagina 6

30 april 1927 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 APRIL 1927 No. 2604 BIJKOMSTIGHEDEN door ANNIE SALOMONS CCLXVI EIGENLIJK had ik al een tijd lang onder het schrijven een zekeren hinder gevoeld, zonder dat nog tot me was door gedrongen, wat er eigenlijk aan de hand was. Toen' opeens onderscheidde ik het snerpende, kijfachtige zingen van een ronggeng 1) en snel m'n papieren ter zijde schuivend, riep ik om een pajong en liep, op het geluid af, ons achtererf op. En jawel, daar stonden ze rustig en gezellig samengegroept: Chineesche soekangs 2) met hun bloote bovenlijven, een paar paardeboeven, leuke kindertjes met half geschoren bolletjes en sado koetsiers met wagentje en al. Een waar dige, oude Bengalees met een oud-testamentischen kop bood mij met gracelijk gebaar zijn plaats aan, omdat ik in de zon stond; een donkere slagersjongen trok zijn fiets een eind voor me opzij, en nu konden we allemaal van de scha duw van den reusachtigen ramboengboom 3) genieten en naar hartelust naar de twee kleine, donkere wezens kijken, die zich langzaam in den kring bewogen en mei scherpe, doordringende stemmetjes almaar hetzelfde domme deuntje zongen. Dit was ongetwijfeld Inlandsen leven op zijn slechtst: de magere meisjes, kin deren eigenlijk nog, in hun kleurige lappen, droegen het merk der verwor ding op hun zwaar gepoeierde gezichtjes. Hun dans bestond uit niet veel meer dan een zwikken van de fijne polsjes en hun krijschende zingen had iets zóó navrants, dat ik eigenlijk maar onmid dellijk een dubbeltje had willen offeren en weer weggaan. Maar toen ik er een minuut had gestaan, was ik al in den toovercirkel gevangen; het deuntje, dat me eerst zoo onnoozel had toegeleken, kreeg door de onophoudelijke herhaling macht over me; als tegen mijn wil bleef ik, al griezelde ik van den ouden kerel met n toegevallen oog, die op een in strument, dat een combinatie leek van een doedelzak en een piano, den schellen zang begeleidde; al griezelde ik eigenlijk ook van de kleine dégénérées, zwaar met gouden sieraden behangen, die de donkere handjes geheven hielden en de broze polsjes zwikten,. alsof ze zóó zouden breken Toover der herhaling! Wie iets van Oostersch leven heeft gezien, weet, hoe het de herhaling is, die de harten murw beukt, die de zinnen ontvlamt, en de geesten op n punt spant. Zooals de Klingen zichzelf tot extase zweepen door de eindelooze herhaling van fanatiek tromgeroffel en handgeklap; zooals de Mohammedanen met al maar wilder uitgestooten amin, amin'"s een sfeer van godsdienstige verrukking over zich weten af te dwingen, zoo stond ik daar, temidden van Chineezen en Java nen, betooverd door een deuntje, dat geen einde wou nemen en toen het donkere kind nogeens vol verwachting naar mij keek, greep ik weer in m'n beurs en bood haar nogeens m'n tribuut; ze knielde, diep gebogen, in het stof van den weg, om het van me aan te nemen; en opeens tot mijn redding, waarschijn lijk ? ontdekte ik, op de wortels van den boom geklommen, om zich een beter uitzicht te verschaffen, onzen kleinen, Japanschen waschbaas, die zijn mandje zeker maar vast op onze acntergalerij had neergezet, en nu volop genoot van de vertooning. Zijn aanblik bracht me tot 't besef, hoe licntzinnig we hier beiden onzen tijd stonden te verdoen, en ik maakte me snel uit den kring los. Met n sprong was hij van den boom af, en volgde me. Hij droeg een zwarten band om zijn witte mouw; hij draagt dien al vijftig dagen. Want vijftig dagen geleden is hun keizer gestorven en heel het volk rouwt, ook zij, die in de verstrooiing zijn, ook zij, die niet mér van het vader land merken, dan dat ze er belasting voor moeten betalen Hoe sterk moet een land zijn, dat zulke trouwe zonen heeft; voor wie het symbool van hun eenheid, hun keizer, zoo'n persoon lijk bezit is ! Vandaag wordt de keizer begraven", zei het waschmannetje, terwijl hij met onwaarschijnlijke snelheid lakens in elkaar slingerde en jassen sorteerde. Ik was blij voor hem, dat 't nu tenminste met de rouw gedaan was, maar vergat zijn mededeeling het volgende oogenblik, omdat er een gezellige, dikke Chinees voor de voorgalerij hurkte, die zijn bundeltje begon te ontknoopen, waaruit ik wist, dat allerlei mooie zijden kleedjes SPIDER TORPEDO. CABRIOLET SPIDER Cond. Intérieure, Laken bekl. » » » Leder ,, Type 509'/,2P.K. fl 2200. 2,400. 2500. 2600. . fl. 3000. ,, 3050. ,',' 3450. 3550. Compleet uitgerust met 4 schokbrekers, 5 volballonbanden, n reservewiel en benoodigde accessoires Vierwiel-remmen Afneembare wielen J. LEONARD LANG STADHOUDERS KADE 114 A'DAM. PHOENIX-MEUBELEN" Voor WONING ca KANTOOR «fln GOED, GOED KOOP en worden onder GARANTIE geleverd «*> *? BEHANGEN - STOFFEEREN - BEDDENMAKERIJ Magazijn Damrak 76 Tel. 48489 e* <^> <?« <*>o <f* **> Fabriek.Toonkamer» Warmoêsstraat 141 Tel. 42689 UW INTEBIEUK lEEf JAGEN MET U MEDE IMF HET DOOP DE n CO/TEMEER VERZORGEN ? l JULI 1925 l l HONDERD M oud geweest, en gedurende al dien tijd met succes de wasch behandeld van Particulieren. Hotels enz. DE BBHANDtLING IS DAN OOK f PK1MA, en de prijs zal U meevallen. Vraagt aan ,.DE PELIKAAN" te GOUDA Prijscourant No. 16 OVERHEMDEN NAAR MAAT FR. SINEMUS 20 Leidachestraat 22 - Amsterdam MERSTELT DE/PLATVOET\\ U. A. MESSING. £ O.Z.VOOR6URSWAL 334-. /VDAI» -^ " 'T BINNENSASTMUISl NS G El BOUW HOOGSTRAAT l6,DEN HAAG LIBERTY A G E N C Y VICTORI A-WATER Opwekkend en gezond OBERLAHNSTCIN Natuurlijk Bronwater en lappen en mantels te voorschijn zou den komen. Ik noteerde haastig de kussensloopen en de spreien, en begon een vroolijke en uitvoerige bespreking met den lacherigen koopman, die na tuurlijk probeerde te overvragen, maar aan den anderen kant zoo allerbeminnelijkst goed van vertrouwen bleek, dat hij me de gekozen zijde graag zonder betaling achterliet. Daarvoor zou hij dan de volgende week nog wel eens langs komen.... Maar toen we dien avond gingen wan delen, bleven we in een stille achter straat opeens van verrassing staan: het Japansche kerkje was hel verlicht en een mooie, donkere stem, die luid de gebeden uitsprak, klonk wijd uit door den stillen nacht.Toen herinnerde ik me de woorden van den kleinen wasch baas en we traden eerbiedig nader: daar zaten ze, rij aan rij en mannetje aan mannetje, met stille, geheven ge zichten en aandachtige oogen. De vrou wen zaten opzij langs den muur; geen hoofd bewoog; het was, of ze in een verstarring van wilskracht het lieve vaderland naar zich toe trokken en mee wilden treuren met de duizenden, die dien dag den keizer naar zijn rust plaats hadden zien brengen. Op een verhooging knielde de priester voor een laag tafeltje, waarop een ihai" 4) stond. Hij boog zich en hief de gevouwen handen tot de hoogte van zijn voorhoofd, eerbiedig en ingetogen. Hij droeg een smetteloos witten broek en aan zijn voeten witte tabi 5). Zijn zwarte kimono was wit gevoerd en aan den hals omgeslagen, zoodat het scheen, of hij een witte stola om had. Zijn donkere stem, beschaafd en rijk van klank, hield niet op, de onverstaan bare woorden te moduleeren, die ons toch wonderlijk ontroerden. Wij stonden in den zoelcn tropennacht. Hoog boven ons fonkelden de sterren. We keken in de kleine, lichte kerk, waar menschen van vreemden stam, in vreemde taal, tot een vreemde god heid baden. En toch in liefde voor het eigen land, de eigen gemeenschap. hoe na stonden we elkaar ! 1) dansmeid. 2) eigenlijk deskundige, gebruikt voar timmerlui, schoenmakers, enz. met de bijvoeging ,,/wut", schoenen", enz. om aan te toonen, waarin ze deskundig zijn. 3) ficus elastica. 4) een recht opstaand plankje, waarop de naam van den overledene vermeld staat. 5) tiissclienvorm tnssclien wanten, sok ken en schoenen, van achteren met gespen gesloten. De groote teen heeft een apart huisje; de zolen zijn van dikker stof. Dracht van de Japanners thuis, als ze op de matten loopen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl